In de 4e week van mei 2017 beslist de provincie Noord-Holland over een aanbesteding van het openbaar vervoer voor de regio Noord-Holland Noord.
Het gaat om regionaal busvervoer tussen Alkmaar, Bergen, Castricum, Den Helder, Drechterland, Enkhuizen, Heerhugowaard, Heiloo, Hollands Kroon, Hoorn, Koggenland, Langedijk, Medemblik, Opmeer, Schagen, Stede Broec en de exploitatie van de Texelhopper. Momenteel wordt dit busvervoer uitgevoerd door Connexxion.
Vervoerders Arriva, Connexxion, EBS en Syntus hebben een offerte ingediend voor de nieuwe concessie Noord-Holland Noord. Deze concessie gaat in op 22 juli 2018 en heeft een duur van 10 jaar. In totaal is voor de concessie Noord-Holland Noord jaarlijks 19,1 miljoen euro beschikbaar.
Eén van de bedrijven die meedingt naar het miljoenencontract is EBS, het Europese dochterbedrijf van het Israëlische Egged. Egged verzorgt busvervoer tussen Israëlische nederzettingen in bezet Palestijns gebied. Volgens de regels van het Internationaal Recht zijn die nederzettingen illegaal. Egged maakt gebruik van wegen die voor Palestijnen verboden zijn en exploiteert ook gesegregeerde busdiensten, verboden voor Palestijnen. Egged handelt hiermee in strijd met het Internationaal Humanitair Recht en helpt de schending van mensenrechten van de Palestijnse bevolking in stand te houden.
Zaken doen met een bedrijf als EBS/Egged is niet in overeenstemming met de ‘UN Guiding Principles’, zoals die zijn verwoord in het ‘Nationaal Actieplan Bedrijfsleven en Mensenrechten’. De UN Guiding Principles verplichten de aanbestedende instantie om mensenrechtenschendingen door het moederbedrijf Egged mee te wegen bij eventuele beoordeling van EBS als aanbieder. Egged geeft geen gehoor aan het ontmoedigingsbeleid van de Nederlandse overheid.
Met een dergelijk apartheidsbedrijf moet de Provincie Noord-Holland geen zaken doen! |
|
Geen opmerkingen:
Een reactie posten