vrijdag 12 februari 2016

Vluchtelingenstroom 68


The United States defends its militarism and imperialism by saying that it is trying to promote democracy. But the concept of democracy receives little critical scrutiny within American political discourse, and the postwar historical record reveals a pervasive legacy of U.S. support for military dictatorships and authoritarian regimes. In his brilliant new book, Carl Boggs weighs this and numerous other contradictions that foretell the demise of the 'lone superpower.' Imperial Delusions is the first book to deal comprehensively with the historical, economic, political, cultural, and criminal aspects of American militarism,

aldus het oordeel van de Amerikaanse geleerde, wijlen Chalmers Johnson, over het boek Imperial Delusions. American Militarism and Endless War (2005) van de Amerikaanse  hoogleraar Carl Boggs. Professor Johnson was ondermeer 'CIA-consultant' en auteur van de alom geprezen 'Blowback-trilogy,' handelend over het Amerikaans gewelddadig streven naar hegemonie om op die manier een wereldwijd imperium te vestigen, met als gevolg de opkomst van terrorisme elders en het verlies van de belangrijkste democratische waarden in de VS zelf. In feite kan zonder overdrijven worden gesteld dat de wapenwedloop van de Koude Oorlog resulteerde in het bankroet van zowel de Sovjet Unie als de VS op financieel, politiek, economisch, ideologisch en zeker ook moreel gebied. Over wat hij 'The Routinization of Mass Murder' noemt, schreef Boggs:

One of the more tragic parts of the U.S. war crimes legacy has been its almost total absence from the public discourse: mass media, politics, academia, intellectual life. This can be understood as the result partly of civic ignorance, partly of collective denial, partly of what Gilbert Achcar (Libanese hoogleraar Development Studies and International Relations aan de University of London. svh) refers to as 'narcissistic compassion,' indifference to the suffering of others. However understood, there is little question about the degree to which the horrible costs and consequences of American Empire has become largely routinized within both elite and popular consciousness; the very idea of U.S. culpability (schuld. svh) for terrible atrocities, including war crimes, human rights violations, and crimes against humanity, is generally regarded as too far off the normal spectrum of discourse to be taken seriously.

Sterker nog, opiniemakers in Nederland zoals Geert Mak, Henk Hofland en Hubert Smeets beweren precies het tegenovergestelde. Mak stelde met grote stelligheid in zijn bestseller Reizen zonder John (2012) dat de VS juist 'decennialang als ordebewaker en politieagent' op aarde optrad, terwijl Hofland spreekt van 'het vredestichtende Westen,' en Smeets in 2012 een geheel verzorgde 'studiereis' naar de VS aannam van de Atlantische Commissie, een organisatie speciaal in het leven geroepen om Koude Oorlogspropaganda te maken voor de NAVO. Drie jaar later verscheen een anti-Rusland boek van Smeets op de markt met als stripboeken-titel De wraak van Poetin dat door zijn eigen NRC Handelsblad werd bejubeld als een 'vlijmscherpe en ontnuchterende analyse,' en voor zijn vriend Geert Mak 'diepgaand, verhelderend,' en ook nog 'verrasssend' was. Aangezien mainstream-journalisten zich met een opmerkelijke kadaverdiscipline houden aan het 'normal spectrum of discourse' duiken mijn gecorrumpeerde collega's keer op keer op in televisieprogramma's en dag- en weekbladen om hun Koude Oorlogshetze voort te zetten. Daarentegen wijst professor Boggs er terecht op dat:

Given the postwar historical record, we are dealing here with nothing less than large-scale insensitivity to mass murder. The United States has become such a dominant world superpower that its crimes are more or less invisible, that is, they appear as an integral, acceptable, indeed predictable element of imperial power. Rarely a loser in war, the United States has never had to confront the grievances of those who have been wronged. This condition is exacerbated by the phenomenon of technowar, which, since World War II, has increasingly removed any sense of immediate personal involvement in warfare, meaning that feelings of guilt, shame, and moral outrage that might be expected to accompany killing, and especially acts of mass murder, are more easily sidestepped, repressed, forgotten — more easily yet where such acts are carried out by proxies. Long experience tells us that ordinary people, once having completed military training, can all too often calmly plan and implement the killing of vast numbers of unknown, faceless, innocent, defenseless human beings, whether by firing missiles, dropping bombs from thirty thousand feet, shooting off long-distance artily shells, or engaging in traditional ground combat (increasingly rare for the U.S. military). 

Hoewel het westerse moorden en roven al tenminste vijf eeuwen lang een onlosmakelijk onderdeel vormt van de heersende kapitalistische ideologie wordt deze terreur door de Makkianen, de Hoflanden en de Smeetsen verkocht als ordehandhaving en zelfs het stichten van vrede en het verspreiden van democratie en mensenrechten. Dat volgens de gerenommeerde New York Times-onderzoeksjournalist Tim Weiner — in navolging van president Eisenhower — de CIA 'a legacy of ashes' in de wereld heeft achter gelaten is voor 'onze' opiniemakers in de polder een te verwaarlozen futiliteit. Dat de gezaghebbende New York Times-onderzoeksjournalist James Risen in zijn boek Pay Any Price. Greed, Power and Endless War (2014) tot de slotsom komt dat:

Of all the abuses America has suffered at the hand of the government in its endless war on terror, possibly the worst has been the war on truth. On the one hand, the executive branch has vastly expanded what it wants to know: something of a vast gathering of previously private truths. On the other hand, it has ruined lives to stop the public from gaining any insight into its dark arts, waging a war on truth. It all began at the NSA,

laat 'onze' opiniemakers in de polder onverschillig. Sterker nog, in de Volkskrant van 15 juni 2013 liet de bejaarde Volkskrant-opiniemaker Paul Brill weten dat: 'Obama's dilemma laat Edward Snowden koud.' Naar het oordeel van de buitenland commentator van deze, aldus Hofland, 'kwaliteitskrant' zou '[e]en onsje nuance geen kwaad kunnen,' want 'Wat Obama zegt over de spanning tussen veiligheid en privacy, snijdt zeker hout. Laten we niet vergeten dat het terrorisme een reëel en vooral diffuus gevaar vormt, anders van aard dan de aanwijsbare dreiging die tijdens de Koude Oorlog uitging van de Sovjet-Unie.' Brill's 'onsje nuance' leidde ondermeer tot zijn rotsvaste overtuiging dat '[n]og steeds geldt: liever een spiedende Amerikaan dan een Chinees of Iraniër.' Kortom, liever als collaborateur functioneren van de westerse geheime diensten, dan als een integere journalist de democratie verdedigen. In de Volkskrantvan 2 juli 2013 kwam Brill, wederom verbolgen, op het schandaal terug:

De onrust over de afluisterpraktijken van de Amerikanen groeit nog altijd. Maar hoe verrassend is het nu helemaal dat de VS alles nalopen?

Hoe uitgehold de neoliberale 'democratie' inmiddels is, blijkt meer dan wat ook uit de wijze waarop de commerciële media in Nederland een totalitair systeem verdedigen door  het normaliseren van de illegale praktijken van geheime diensten die 'alles nalopen,' dus 'bekijken of alles is zoals het moet zijn.' Deze houding maakt tevens duidelijk waarom de 'vrije pers' het acceptabel vindt dat gekleurde volkeren het westerse geweld over zich heen krijgen. Onverschilligheid is één van de kenmerken van de postmoderne journalistiek in Nederland. De NAVO-terreur wordt routinematig aanvaard, totdat de door de uitgelokte contra-terreur bloedbaden in het Westen veroorzaakt. Dan is de verontwaardiging en woede plotseling grenzeloos. Boggs:

Once the enemy is portrayed as a sinister beast and monster, dehumanized as a worthless other, then the assault becomes a matter of organization, technique, and planning, part of the day-to-day routines of simply obeying commands, carrying out assigned tasks, fitting all activities into a bureaucratic structure. Within this universe the human targets of military action are regularly defined as barbaric, subhuman, deserving of their fate and possibly even complicit in it: Native Americans, Filipinos, Japanese, Guatemalan peasants, Koreans, Vietnamese, Iraqis, Serbs. As on the frontier, mass killing may be understood as necessary, a moral imperative to ensure human survival and save 'civilization.' Viewed accordingly, forces giving expression to racial supremacy, imperialism, and xenophobia converge with a cult of violence to form an ideological cauldron where crimes of war may come to seem natural, logical. 

Een illustrerend voorbeeld van de journalistieke onverschilligheid in Nederland is de situatie in Irak begin 2016, dertien jaar nadat NAVO-leden 'Amerika' en het Verenigd Koninkrijk het internationaal recht schonden door Irak met 'shock and awe' binnen te vallen. Dinsdag 2 februari 2016 berichtte de International New York Times op de voorpagina:

With plunge in oil prices, Iraq facing new calamity.
Nation stung by years of war now threatened with economic collapse.

Iraqis seeking to withdraw money from banks are told there is not enough cash. Hospitals in Baghdad are falling back to the deprivation of the 1990s sanctions era, resterilizing, over and over, needles and other medical products meant for one-time use.

In the autonomous Kurdish region in the north, the economic crisis is even worse: Government workers — and the perish merge fighters who are battling the Islamic Staten — have not been paid in months. Already, there have been strikes and protests that have turned violent.

These scenes present a portrait of a country in the midst of an expensive war against the Islamic State that is now facing economic calamity… 

Analysts and officials, though, say much tougher economic times are ahead, even as they insist the war wil be largely unaffected because of help from foreign powers determined to defeat the Islamic State. The United States, for instance, recently extended new loans to Iraq to buy weapons, and other countries are stepping up with donations of arms and ammunition. 

But Iraq, where nearly eight million people rely on a government salary or pension, will probably be forced to crippling budget cuts. The economic shock, they fear, could lead to large-scale social unrest even as the country is pulled apart by war, displacement and sectarian animosities.

'Eighteen months ago, Daesh was the existential threat to Iraq,' said Mouwafak al-Rubaie, a member of Parliament and a former national security adviser, using an alternative acronym for the Islamic State, also known as ISISn or ISIL. 'I think we managed to contain it and push it back. Now the existential threat is financial bankruptcy.'

He worried that come summer, when temperatures soar and electricity  shortages spread, there will be 'civil disobedience all over the country.' 

In a country increasingly fragmented along ethnic and sectarian lines — Shiite and Sunni Arabs and Kurds — and with a widening gulf between the public and a political class widely viewed as corrupt and ineffective, a government salary or pension is perhaps the last link between citizen and state.

'Cutting the salaries would represent the full destruction of the Iraqi people,' said Salman Najam, 37, an administrator at Kirkuk University. 'We cannot accept cutting off our salaries because the salaries are the main source of our living, and we do not have another alternative.'

Mr. Najam added that cutting salaries would be 'the bullet that hits the Iraqi state and the unity of Iraq.' In fact, he says, 'It might completely destroy it.'

De neoconservatieve 'Shock and Awe' onder aanvoering van de VS is opgevolgd door de neoliberale 'shockdoctrine.' Naomi Klein, die onder andere in Irak onderzoek deed, toonde in haar boek The Shock Doctrine. The Rise of Disaster Capitalism (2007) 588 pagina's langgedocumenteerd aan hoe economische ‘shocks’ worden toegepast om een land opnieuw ‘te programmeren.’ Klein wees erop dat: 

If the U.S. military does not have bases or training programs, its power to inflict shocks will be greatly eroded…

One of the most destabilizing forces of recent decades has been the speed with which capital can pick up and move, or how a sudden drop in commodity prices can devastate an entire agricultural sector, 

of, zo weten we nu, hoe een gemanipuleerde 'plotselinge daling' van de olieprijs een hele samenleving kan verwoesten. Dit alles bewijst hoe doortrapt de westerse politiek is, en welke schuld de commerciële massamedia hebben in het rechtvaardigen ervan. Zo adviseerde NRC Handelsblad, de krant van 'buitenland redacteur' Hubert Smeets die nu de geesten rijp maakt voor een confrontatie met Rusland, op 20 maart 2003 in een redactioneel commentaar het internationaal recht te schenden, aangezien:

Nu de oorlog is begonnen, president Bush en premier Blair [moeten] worden gesteund. Die steun kan niet blijven steken in verbale vrijblijvendheid. Dat betekent dus politieke steun - en als het moet ook militaire.

Het opmerkelijke was dat tegelijkertijd de NRC, die zichzelf destijds aanprees als de 'slijpsteen voor de geest,' stelde: '[a]an de casus belli tegen Irak twijfelen wij,' dus niet geloofde in 'de aanleiding van de oorlog,'  te weten de bewering dat Saddam Hoessein over  massavernietigingswapens beschikte. Desondanks moest van deze krant Nederland deelnemen aan een 'agressieoorlog,' sinds de Neurenberger Processen de ernstigste 'oorlogsmisdaad' denkbaar, omdat deze schending van het internationaal recht alle andere oorlogsmisdaden mogelijk maakt. En waarom moest van NRC Handelsblad Nederland deelnemen aan dit terrorisme? Wel, volgens de krant van Hubert Smeets, was de logica simpelweg dat:

Het Iraakse volk recht [heeft] op eerbiediging van de mensenrechten en moet kunnen profiteren van de rijkdommen van het land. 

Hoewel de NRC-redactie opriep tot het plegen van grootschalig terrorisme, waarbij de aanslagen op 11 september 2001 verbleekten, heeft de redactie zich nooit verontschuldigd. Het westers terrorisme wordt namelijk vanzelfsprekend geacht. Het is een veelvuldig gedocumenteerd feit dat de 'mensenrechten' in Irak op grote schaal werden geschonden, zoals bijvoorbeeld in Abu Ghraib en Fallujah, Daarnaast is het nooit de Amerikaanse bedoeling geweest dat het 'Iraakse volk' zou 'kunnen profiteren van de rijkdommen van het land.' Nu de geforceerde daling van de olieprijs de 'bullet' kan zijn dat 'might completely destroy' Irak als een staat, leidt dit er niet toe dat Hubert Smeets enige terughoudendheid betracht bij het criminaliseren van ditmaal de Russische Federatie. Integendeel, de krant drijft, net als alle dagbladen op sensatie, op het verspreiden van angst, hoe meer sensatie en angst des te hoger de oplage en daarmee de winsten voor de aandeelhouders. Wat altruïsme lijkt, dient in werkelijkheid de geopolitieke belangen van de gevestigde wanorde. De mainstream-media zijn het toonbeeld bij uitstek van het westerse morele failliet. Het rationalisme van de Verlichting is uitgewerkt, zoals de Britse politieke theoreticus John Gray schreef in zijn essaybundel Enlightenment's Wake (2007):

Enlightenment thinkers believed they served the cause of civilization. But when the political movements they spawned adopted terror as an instrument of social engineering — as happened in revolutionary France and communist Russia and China — it was barbarism that ensued, and a similar process is underway today. In a curious turn the world's pre-eminent Enlightenment regime (de VS. svh) has responded to terrorism by relaxing the prohibition on torture that was one of the Enlightenment's true achievements. Neo-conservatism — which is still, despite its ruinous record, the predominant political tendency in a number Western countries — may be the last of the Enlightenment ideologies; but it too is ready to use terror to realize its Utopian goals. It cannot be long before liberal theory, faithfully following in the track of power, contains theories of justice in which the right to torture is officially recognized… In America Christian and Enlightenment fundamentalists have joined forces, with the result that belief in progress has been supplanted by a chiliastic view of history. In the US as in Iran, the apocalyptic myths of Western religion, which fuelled totalitarian movements of the past century, have re-emerged as forces in global conflict. Whereas Enlightenment thinkers believed religion would in future wither away or become politically marginal, at the start of the twenty-first century religion is at the heart of politics and war. 

The clamour (geroep. svh) for a return to the Enlightenment should not distract us from the fact that it has ceased to be a living body of thought. It would be useful to accept that we live in a post-Enlightenment time and do what we can to cope with its dangers. Instead the wake (nachtwake bij een lijk. svh) continues, while those who have not been invited to the party turn to other faiths. 

Omdat maar weinigen over de dijken van de polder durven te kijken, kan in Nederland Geert Mak nog steeds volhouden dat 'Amerika' de '[Verlichting] heeft uitgevoerd als real life experiment.' Een ander voorbeeld van de bewustzijnsvernauwing onder de polderpers gaf Hubert Smeets toen hij als hoofdredacteur van De Groene Amsterdammer in het nummer van 15 februari 2003 de president van de Russische Federatie verweet een 'Januskop en twee tongen' te hebben, omdat, aldus de redenering van Smeets, 'Poetin' eind januari 2003 had opgemerkt 

dat hij zijn 'positie' zou wijzigen en groen licht voor 'andere beslissingen' zou geven als Irak de inspecties bleef 'belemmeren.' Anders gezegd, dan zou Rusland instemmen met oorlog. In de Verenigde Staten ging voorzichtig de vlag uit,

en bijna twee weken later had verklaard dat

'Wij ervan overtuigd [zijn] dat het nodig is door te gaan met een vreedzame ontwapening van Irak' om te voorkomen dat de VS er alleen op uittrekken. Want 'dat zou een slechte variant zijn, slecht voor de VS en slecht voor Europa,' omdat het leidt tot een 'schisma' in de antiterroristische coalitie.

Gezien vanuit zijn pathologische haat tegen 'Poetin' was de Russische president niets anders dan een intrigant met een 'dubbele tong,' vanwege zijn mening dat de geplande Amerikaanse schending van het internationaal recht 'een slechte variant' zou zijn, zowel voor de VS als voor Europa, en het daarom beter zou zijn 'door te gaan met een vreedzame ontwapening van Irak,' tenzij 'Irak' de wapen 'inspecties' zou 'belemmeren.' Dat hier geen sprake was van een 'Januskop en twee tongen' was destijds voor iedere onafhankelijke waarnemer duidelijk, maar aangezien de Atlanticus Hubert Smeets het tot zijn taak rekent op te treden als NAVO-propagandist moet hij telkens weer 'Poetin' afschilderen als een gevaar voor de wereldvrede, iemand die in 2003 de illegale Amerikaanse inval probeerde te dwarsbomen. De kleine opiniemaker van het kleine weekblad uit het kleine Nederland was woedend over het feit dat deze 'Poetin' het lef had om de nadruk te leggen op het internationaal recht.

Smeets denkwijze was dermate Orwelliaans dat hij in De Groene Amsterdammer van 2 augustus 2003 onder de kop 'Het net sluit zich. Maar om wie?' sprak van het bestaan van 'pockets of resistance' in Irak die, 'om ze uit te schakelen,' de 'buitenlandse militairen' dwingen zich te 'gaan gedragen als "bezetters"' waardoor ze 'in de ogen van de Iraakse burgers' op die manier 'hun imago als "bevrijders'' [verliezen].' In het wereldbeeld van Smeets geldt: Oorlog is vrede, bezetting is bevrijding. Ook Hubert Smeets heeft zich nooit verontschuldigt voor zijn agressieve standpunten. Waarom zou hij ook? Het journalistieke niveau in Nederland is zo laag dat  niemand van de mainstream-pers hem ooit ter verantwoording zal roepen. Bij gebrek aan serieuze mediakritiek in Nederland kan Hubert de NAVO-propaganda van de  Atlantische Commissie ongestoord voortzetten.

Dat de Atlantische Commissie voor haar NAVO-propaganda graag gebruik maakt van opiniemakers als NRC's 'redacteur buitenland' Smeets vloeit voort uit het feit dat mainstream-journalisten zich plooibaar opstellen tegenover het militair-industrieel complex dat de belangen van de neoliberale gevestigde orde bewaakt. Hun journalistieke producten stellen de macht nooit teleur. Hoewel ik talloze voorbeelden hiervan heb geven beperk ik me nu even tot het journalistieke werk van Smeets, de voormalige adjunct-hoofdredacteur van de krant die zichzelf aanprijst met de slogan 'Durf te denken.' 

Even een stapje terug: ondermeer het dagblad Trouw berichtte op 5 september 2013 met betrekking tot de ontploffing van een chemisch gas nabij Damascus:

Gifgas kan uit ontplofte opslag van rebellen zijn gekomen
Peter Speetjens − 05/09/13, 10:30

Uitlatingen van nabestaanden en rebellen, gedaan in een artikel op de website Mint Press News, wijzen in de richting van een ontploffing in een wapenopslag van de rebellen van het salafistische Noesra Front. In het artikel, van de hand van de Jordaanse journalist Yahya Ababneh en zijn Amerikaanse collega Dale Gavlak, komen getuigen aan het woord uit de getroffen wijk Ghouta. Een van hen is Aboe Abdel-Moneim, die vertelt hoe zijn zoon vocht in een militie onder leiding van de Saoediër Aboe Ayesha. Twee weken voor de gasaanval vroeg de zoon aan zijn vader wat hij dacht van de nieuwe wapens die hij moest vervoeren. Moneim beschreef sommigen als 'cylinder-achtig', terwijl anderen oogden als een 'enorme gasfles'.

Terwijl er zelfs nu nog sterk getwijfeld wordt over wie schuldig is aan de gifgas-bombardement, was Hubert Smeets al van mening dat de NAVO onder supervisie van de VS met geweld een regime-change in Syrië moest forceren. Als 'redacteur buitenland' meldde hij in nrc.next, de jongerenuitgave van de NRC, het volgende:

Rusland sluit deelname aan een militaire operatie niet uit, zei Poetin, maar dan is een besluit daartoe van de Veiligheidsraad onontbeerlijk. En zo'n besluit is volgens Poetin weer ondenkbaar zonder onomstotelijk bewijs dat de Syrische regering zelf schuldig is aan de gifgasaanval twee weken geleden, en niet van een van de rebellen-groepen of Al-Qaeda. 

Kortom, wie wil het laatste woord hebben bij een interventie in Syrië? Niemand minder dan Poetin zelf!

Met uitroepteken, om tegenover de jeugdige lezers te benadrukken dat er een verdacht luchtje om 'Poetin' hing, aangezien de Russische president alleen maar 'het laatste woord wil hebben.' Dat deugde niet, want alleen de westerse elite met zijn machtig militair-industrieel complex mag, nee moet 'het laatste woord hebben,' en niet de president van een groot land dat zich op dat moment aan het internationaal recht wilde houden. In de ogen van de NRC-opiniemaker moet het recht wijken zodra de westerse economische en financiële  belangen van de oligarchie belemmerd dreigen te worden. Het feit dat 'Poetin' het internationaal recht niet wilde schenden en 'onomstotelijk bewijs' wilde hebben voordat het land van de 'schuldige' Assad bestookt werd met bommen was in de ogen van Smeets ronduit weerzinwekkend. Dat Afghanistan, Irak en Libië de zinloosheid van het NAVO-geweld onmiskenbaar demonstreren, was voor 'onze' propagandist van het Atlantisch bondgenootschap een te verwaarlozen detail in het westerse geopolitieke machtspel. Ook het woordgebruik van Smeets is onthullend. Zo stelt hij:

De EU, Canada, Mexico, Duitsland, Italië (beide laatste landen zitten kennelijk niet meer in de EU, of misschien werd anders het rijtje te kort. svh) Japan, Zuid-Korea en Australië zullen ook weinig amok maken als het erop aankomt.

De kwalificatie 'amok' dus. Volgens de dikke Van Dale:

bij de inheemse bewoners van Oost-Indië voorkomende toestand van razernij... plotseling onbesuisd gaan optreden.

Kortom, politici die zich aan het internationaal recht willen houden, geraken, volgens Hubert in een 'toestand van razernij' die resulteert in een 'onbesuisd optreden.' Hij merkte voorts op:

Hoe hartstochtelijk zijn de opvattingen van India, Brazilië, Zuid-Afrika, Indonesië en Argentinië?

Smeets' dédain over de opkomende regionale machten, merendeels bewoond door gekleurde volkeren, is kenmerkend voor de witte Europeaan, van wie het superioriteitsgevoel dermate is geïnternaliseerd dat hij het niet eens meer herkent. Na vijf eeuwen westerse terreur is het thuidige NAVO-geweld even vanzelfsprekend als eten en drinken. Vandaar ook dat Smeets, volgens eigen zeggen, bereid was om alle 'reis- en verblijfskosten van a tot z' te betalen voor een 'studiereis' die was georganiseerd en samengesteld door de Atlantische Commissie, een instelling die sinds haar oprichting in 1952 propaganda maakt voor de NAVO. Geïndoctrineerd door de Atlantische ideologie stelde hij in NRC Handelsblad van 5 september 2013 over een bijeenkomst van de G20 met als belangrijkste onderwerp 'militair ingrijpen in Syrië':

Als deze landen (India, Brazilië, Zuid-Afrika, Indonesië en Argentinië. svh) het uit desinteresse laten bij gemor, dan kan Obama in Sint-Petersburg een kleine publicitaire slag slaan.

Bij wie kon Obama dat? In elk geval bij Hubert Smeets, zoveel is zeker. De visie van deze kleine opiniemaker in een piepklein land wordt door de kleine 'politiek-literaire elite'  serieus genomen. Smeets' houding is vooral zo absurd omdat ook hij functioneert binnen een politiek angehaucht cultuurtje dat destijds zelfs niet eens in staat was de ingrijpende politieke omslag in Nederland op te merken die tenslotte leidde tot de opkomst van Pim Fortuyn. Net als zijn peergroup, waarvan de aandacht gefocussed was op het incrowd-wereldje rond dat pleintje in Den Haag, was Smeets teveel bezig met het verwerven van status en wilde hij voortdurend het liefst aanschuiven aan de tafel van de macht. Een tijdje mocht hij voor de locale omroep AT5 als sidekick optreden van Felix Rottenberg, hetgeen zijn verslaving aan publieke aandacht voedde. Daardoor was ook hij niet in staat de sociaal-culturele omslag op te merken die zich in de Nederlandse samenleving voltrok, laat staan dat hij begreep dat er internationaal een ingrijpende verandering gaan was. Desondanks liet Hubert zijn polder-publiek weten dat grote landen weliswaar wat mogen 'morren' uit 'desinteresse,' maar dat zij natuurlijk nooit serieuze politieke overwegingen kunnen bezitten. Alleen Barack Obama, die in zijn ogen 'gewoon boven de mens staat' zou 'interesse' tonen en 'beter' weten wat goed is voor 'de internationale gemeenschap.' Intussen beseft Smeets als opiniemaker van de krant die zijn lezers opriep te durven 'denken' nog steeds in de verste verte niet dat zich buiten de polder een historische geopolitieke omslag voltrekt. Daarentegen is de vooraanstaande Amerikaanse politiek commentator William Pfaff wel geïnformeerd. In hetzelfde jaar 2012 schreef Pfaff in de International Herald Tribune het volgende:

More War in Syria

William Pfaff

Paris, August 28, 2013 – When Barack Obama foolishly remarked last fall that if the Bashar al-Assad government in Syria made use of chemical weapons in its fight to suppress the insurrection in that country, it would cross a 'red line' so far as the American government was concerned. His statement implied that the United States is in charge of international war and peace.

The obvious threat was that the United States would intervene in the war. How it would intervene, with what means, to what objective, he did not say. His governing team in Washington, in respect to foreign relations and American foreign policy, remains largely a band of well-meaning amateurs, collected from university faculties and NGOs (and, of course, from community organizing).

It includes supporters of the theory of international protection for victims of war. This is inspired by the genocides committed in Rwanda and by the Bosnian Serbs against Muslims at Sebrenica during the Yugoslav war. Chemical weapons are not genocide, but are an internationally condemned weapon of war, like cluster bombs and phosphorus.


NATO Brings Race War, Humanitarian Disaster, and the Haitianization of Libya

Pfaff's commentaar laat zien hoe ver de Nederlandse opiniemakers van de werkelijkheid zijn afgedreven. Nadat Smeets zijn lezers had verteld dat 'Obama in Sint-Petersburg een kleine publicitaire slag' zou kunnen 'slaan,' berichtte op zaterdag 7 september 2013 de International Herald Tribune op de voorpagina:

Obama emerged with a few supporters but no consensus, as other leaders urged him not to attack without U.N. permission, which is not forthcoming.

Inmiddels was ook al bekend geworden dat NAVO-ingrijpen zou leiden tot een

war the Pentagon doesn’t want...

omdat de Amerikaanse strijdkrachten ondermeer 'embarrassed' waren

to be associated with the amateurism of the Obama administration’s attempts to craft a plan that makes strategic sense. None of the White House staff has any experience in war or understands it. So far, at least, this path to war violates every principle of war, including the element of surprise, achieving mass and having a clearly defined and obtainable objective.

De feiten maken duidelijk dat de NRC-journalist in een ander universum leeft dan mensen voor wie kennis, inzicht en vooral logica van doorslaggevend belang zijn. Smeets is zo ideologisch gehersenspoeld dat hij de werkelijkheid op aarde niet kan waarnemen. Hij weet precies wat de polder-elite wil vernemen, maar niet hoe de geopolitieke realiteit in elkaar zit. In tegenstelling tot Smeets' verwachting bleek de realiteit precies omgekeerd te zijn, want zoals de International Herald Tribune, the global edition van The New York Times, berichtte: 'Putin takes center stage on Syria,' om hieraan toe te voegen:

The reports that the Syrian government had used chemical weapons were 'utter nonsense,' he said. His analysis was essentially based on his sense of who stood to gain from crossing Obama’s 'red line,' especially when a U.N. inspection team was already on the ground in Syria. It was not the Assad government, in Putin’s view; he had earlier declared that such an attack would be suicidal for the government. While the Russians generally see Bashar al-Assad as tough and even brutal, they still believe he is basically rational and has full control over his chemical weapons.


In plaats van 'een kleine publicitaire slag,' werd vanuit de optiek van Smeets, de bijeenkomst een verpletterende nederlaag voor president Obama. 'Poetin' was erin geslaagd het gezonde verstand van zijn collega's aan te spreken en kreeg daardoor, tot afschuw van de pedante opiniemaker in de polder, 'het laatste woord.' Daarmee redde de Russische president, en passent, president Obama voor ernstig gezichtsverlies, want regime-change in Syrië zou alleen maar hebben geleid tot de overwinning van wat tot dan toe nog 'het terroristische Al-Qaida' heette, en tegenwoordig ISIS genoemd wordt. De enige die van de westerse permanente staat van oorlog profiteert is het militair-industrieel complex, en dus ook de NAVO, waarvoor de Atlantische Commissie met staatssubsidie propaganda maakt door ondermeer een 'studiereis' te organiseren voor opiniemaker Hubert Smeets. En zo is de cirkel rond. 

De beweringen van Hubert Smeets illustreren de onnozele propaganda van de polderpers, die volstrekt blind is voor wat er zich voor haar ogen voltrekt. Desondanks bemannen de poortwachters van het gevestigde wanorde alle vitale commandoposten in de commerciële massamedia, en voorkomen daarmee dat het publiek wordt geconfronteerd met veel zinnigere analyses. Vooral daarin schuilt een grote bedreiging, want zolang het grote publiek met onvolledige, onjuiste en irrelevante informatie wordt gevoed, kunnen de politiek verantwoordelijken ongestoord doorgaan met hun falend beleid. Intussen wordt steeds duidelijker hoe gevaarlijk de koude oorlogsretoriek is van opiniemakers als Smeets, Mak en Hofland, om slechts drie dwazen van de polderpers te noemen. Alleen voor simplistische ideologen is de wereld verdeeld in louter goed en louter slecht. Kritische stemmen worden in Nederland nauwelijks tot niet meer gehoord. Op woensdag 18 september 2013 stelde de bekende joods-Amerikaanse socioloog Immanuel Wallerstein in de International Herald Tribune en op de website van Al Jazeera:

Let us start with the so-called unexpected Russian proposal, which Syria's Foreign Minister has endorsed. Was this really the result of an off-hand, unserious remark of U.S. Secretary of State John Kerry, cleverly seized upon by the Russians the day before President Obama was scheduled to make his plea to the American people to endorse a military strike? It seems not. Apparently, Kerry and Russian Foreign Minister Sergey Lavrov have been quietly discussing such a possibility for over a year.


Wallerstein beschreef datgene wat iedere onafhankelijke waarnemer beseft, namelijk dat 'the United States no longer has the power to enforce its decisions.' Dit ontnuchterende feit staat diametraal tegenover de beweringen van de mainstream polderpers. Nog geen week eerder had de  NRC gesteld dat het hier om een ‘stunt’ van Poetin ging en dat, aldus Smeets,

minister Kerry maandag tegen een journalist [zei] dat Assad een aanval op zijn land kan voorkomen als hij binnen een week al zijn chemische wapens inlevert. Het was een terloopse opmerking, maar Rusland maakte er een serieus voorstel van.

Daarentegen constateerde de intellectueel Wallerstein datgene wat ieder mens met een beetje verstand en belangstelling kon weten, namelijk dat ‘The degree of worldwide opposition to U.S. military intervention has been extremely high,’

een empirisch eenvoudig vast te stellen gegeven dat door de opiniemakers in de polder niet werd opgepikt omdat het onbruikbaar was en nog steeds is in haar propaganda voor grootschalig NAVO-geweld. Een ander in de polder verzwegen aspect werd door Wallerstein als een uiterst belangrijk gegeven opgevoerd. De geleerde wierp de vraag op of president Obama nu 'incompetent,' dan wel

deceptive, or merely constrained by the relative decline of U.S. power in the world? Probably all three. In his messages to Congress and in the statements of his key staff, the motivating force behind his actions can be clearly seen. Obama's deputy national security advisor, Benjamin J. Rhodes, made it explicit: 'The U.S. for decades has played the role of undergirding the global security architecture and enforcing international norms. And we do not want to send a message that the United States is getting out of that business in any way.'

That is precisely the problem. The United States no longer has the power to enforce its decisions. But Obama is unwilling to recognize this reality. In this regard, much of U.S. public opinion is ahead of him. And it is precisely this fact that is emphasized by many opponents. Take just two: The Jesuit Superior General, Father Adolfo Nicolás, and Russian President Vladimir Putin. Father Nicolás said: 'I think that that a military intervention...is itself an abuse of power. The US has to stop acting and reacting like the big boy of the neighborhood of the world.'

De dag dat ik dit allemaal schrijf, donderdag 11 februari 2016, ontdekt de Volkskrant datgene wat onder Angelsaksische intellectuelen al vele jaren bekend is. Op haar voorpagina bericht de krant dat de Amerikaanse hegemonie ter discussie staat:

Twijfel aan leidersrol VS in Syrië

Beleid van Amerikanen ligt van alle kanten onder vuur nu Russen de regie hebben

Onder leiding van de Verenigde Staten wordt het vandaag in München opnieuw geprobeerd: praten over een uitweg uit de Syrische crisis. Maar juist die - zelf gekozen - leidersrol van de Amerikanen wordt meer dan ooit in twijfel getrokken, terwijl praten vooralsnog nergens toe leidt.

Maar deze informatie kan een Atlanticus als Hubert Smeets niet verwerken. Zijn simplistisch mens- en wereldbeeld is dermate ideologisch dat hij niet kan inzien hoe de neoliberale ideologie is ontaard in een vastklampen aan het westers militair-industrieel complex. Hoewel wereldwijd het vertrouwen in het Amerikaanse model afneemt, blijven Smeets en zijn vriend Mak geloven dat de VS in staat is 'het debat naar zich toe te trekken, om de agenda van de wereldpolitiek te bepalen.' De outsiders Smeets en Mak beschikken niet over de feiten waarover Amerikaanse insiders wel beschikken. En dus gaat Smeets onverstoorbaar door met enerzijds zijn levensgevaarlijke Poetin-hetze en anderzijds zijn even onverantwoordelijke NAVO-propaganda. Het is een waarheid als een koe dat corrupte journalisten onontbeerlijk zijn voor het scheppen van oorlogshysterie. Dit benadrukte de Amerikaan Stephen Kinzer nog eens toen ik hem in 2010 interviewde. Kinzer is 'a veteran new correspondent of the New York Times who has reported from more than fifty countries on five continents' en auteur van onder onderen de 384 pagina's tellende studie Overthrow. America's Century of Regime Change from Hawaii to Iraq (2006), waarover de befaamde onderzoeksjournalist Seymour Hersh schreef:

Stephen Kinzer has a grim message for those critics of the Iraqi war who believe George W. Bush to be America's most misguided, uninformed, and reckless president. Bush has had plenty of company in the past century -- presidents who believe that America, as Kinzer tells us, has the right to wage war wherever it deems war necessary.

Kinzer wijst erop dat het Amerikaanse overzeese expansionisme in 1893 begon met het vernietigen van de monarchie in Hawaii en dat dit proces van 'regime change' tot op de dag van vandaag voortduurt. In Overthrow schrijft hij:

When President McKinley said he was going tot war in Cuba (1898 svh) to stop 'oppression at our very doors,' Americans cheered. They did so again a decade later, when the Taft administration declared that it was deposing the government of Nicaragua in order to impose 'republican institutions' and promote 'real patriotism.' Since then, every time the United States has set out to overthrow a foreign government, its leaders have insisted that they are acting not to expand American power but to help people who are suffering. This paternalism was often mixed with racism... Senator Albert Beveridge of Indiana described expansion as part of a natural process, 'the disappearance of debased civilizations and decaying races before the higher civilization of the nobler and more virile types of man.' Representative Charles Cochrane of Missisippi spoke of 'the onward march of the indomitable race that founded this Republic' and predicted 'the conquest of the world by the Aryan races.' When he finished this speech, the House burst into applause…

For more than a century, Americans have believed they deserve access to markets and resources in other countries.  When they are denied that access, they take what they want by force, deposing governments that stand in their way. Great powers have done this since time immemorial. What distinguishes Americans from citizens of past empires is their eagerness to persuade themselves that they are acting out of humanitarian motives. For most of the 'regime change' era, the United States did little or nothing to promote democracy in the countries whose governments it deposed. Presidents McKinley, Theodore Roosevelt, and Taft claimed to be interested in doing so, but in truth they were willing to support any governing clique, no matter how odious, as long as it did America's bidding. Later in Iran, Guatemala, and Chile, the United States covered itself in even greater shame by overthrowing democratically elected leaders and leaving tyrants in their place.


Maar over deze feiten zwijgen de Smeetsen en Makkianen. Meer over deze gecorrumpeerde journalisten later. 


Hubert Smeets. 'narcissistic compassion.'


1 opmerking:

Bauke Jan Douma zei

Atlantisch Commissaris Smeets, hier overigens getooid met de
speciale Atlantische Bril, tijdens de workshop 'The Intellectual
Stance', doet voor hoe je het 'naar links neigen' kunt simuleren.