Tijdens het dankwoord voor de zoveelste onderscheiding die Geert Mak van de gevestigde orde ontving vroeg de miljonair uit Bartlehiem zich hardop af: 'Wat is er toch mis met de elite?' De 'elite' in het provinciale Nederland wel te verstaan, en dan weer beperkt tot degenen die moeiteloos functioneren binnen het gecorrumpeerde poldermodel, zoals de bestseller-auteur zelf. ‘Een goede elite erkent dat ze een elite is, en dat "noblesse oblige," in de breedste zin van het woord,’ aldus Mak die drie jaar eerder, in november 2012 constateerde dat hij en zijn mainstream-collega's als 'chroniqueurs van het heden en verleden, onze taak, het "uitbannen van onwaarheid,"' niet 'serieus genoeg' namen, terwijl toch '[o]p dit moment op Europees en mondiaal niveau een misvorming van de werkelijkheid plaats[vindt] die grote consequenties heeft.' Waarom Mak en de Nederlandse Makkianen hun 'taak' verzaakten, wist hij niet, anders had hij er wel een plausibele reden voor gegeven. Desondanks meent mijn oude vriend Geert opnieuw dat er iets goed fout zit met de 'elite' alhier, inclusief de zelfbenoemde 'politiek-literaire elite' waarvan Mak zich een onderdeel voelt. Op 16 april 2015, de Gouden Ganzenveer zojuist achter zijn rechteroor gestoken, verklaarde Mak het volgende:
We hebben, meent de cultuurfilosoof Rene Cuperus, op dit moment te maken met ‘pseudo leiders zonder troepen en zonder kompas.’ Het probleem van de elite is in zijn visie vooral het feit dat die niet meer geworteld is in een nationale gemeenschap. Daardoor ontstaat een gedesoriënteerde en weifelende elite die niet meer vertrouwt op de eigen politieke intuïtie en het eigen kwaliteitsgevoel. Dit in schril contrast met de oude, ‘gebildete’ elite, een elite met een bepaalde visie en met bepaalde uitgangspunten, zoals die tot voor kort bestond.
Onze huidige elite is gedemocratiseerd, en dat is een groot goed. Het is een zogenaamde meritocratie geworden, een elite die voor een groot deel wordt gevormd door getalenteerde stijgers. Die machtsovername verliep hier over het algemeen soepel, juist omdat we zo’n egalitair land zijn. Ongemerkt veranderde de elite van Lux et Libertas in de elite van Lux. De zelfverzekerde leefsfeer van een noblesse oblige hebben deze stijgers echter nooit meegekregen. Wat nu telt zijn vooral eígen keuzes en prestaties, de eigen show -- ook al bouwt men in werkelijkheid eindeloos voort op de inspanningen van anderen.
Omdat de taal het instrument is waarmee een opiniemaker zijn visie vorm en inhoud geeft, is het belangrijk de woorden die hij gebruikt kritisch te analyseren, in dit geval te beginnen bij het begrip 'meritocratie.' Het voor iedere internetgebruiker toegankelijke Wikipedia geeft de volgende definitie:
Meritocratie (vrij vertaald: geregeerd door degenen die het verdienen) is een maatschappijmodel waarin de sociaal-economische positie van elk individu is gebaseerd op zijn of haar verdiensten (merites). Hierbij gaat het dus niet direct om de aanleg die men heeft, maar wat men met die aanleg doet. Andere factoren, zoals afkomst, grond- of geldbezit, ras en geslacht mogen er (in principe) geen rol bij spelen.
Naast deze veelgebruikte sociale betekenis, heeft meritocratie ook een politieke inslag. Een meritocratie als bestuursvorm impliceert een politieke elite die aan de macht is op basis van de som van individuele verdiensten. Deze verdiensten worden veelal ontleed in indicatoren als capaciteiten, politieke ervaring en diploma's.
De Britse sociale wetenschapper (en Labour-politicus) Michael Young schreef in 1958 het veelbesproken en beroemde satirische boek The Rise of the Meritocracy 1870-2033. Dit boek hanteert een dystopische visie op de maatschappelijke ontwikkelingen, waarbij de problematiek rond de objectieve meetbaarheid van het begrip verdienste een centraal thema vormt.
Met andere woorden: de 'getalenteerde stijgers' van de 'gedemocratiseerde... meritocratie' die voor 'een groot deel' volgens Mak '[o]nze huidige elite' vormen, 'verdienen' het de samenleving te leiden, ondanks het feit dat ook zij als geschoolde en vaak academisch gevormde burgers hun 'taak,' zijnde het 'uitbannen van onwaarheid,' niet 'serieus genoeg' nemen. Hier klopt iets niet. Waar bestaat dan hun 'talent' uit, waardoor ze als 'stijgers' tot de 'elite' zijn gaan behoren? Het 'talent' om de kluit te belazeren, nu zij, om de eufemistische bewoordingen van Mak te gebruiken, het 'uitbannen van onwaarheid,' niet 'serieus genoeg' neemt, terwijl juist '[o]p dit moment op Europees en mondiaal niveau een misvorming van de werkelijkheid plaats[vindt] die grote consequenties heeft'? Wat betekenen de begrippen 'talent' en 'meritocratie' precies in de voorstelling van zaken die Mak geeft? Want met evenveel recht zou ik kunnen stellen dat ook de Mafia een meritocratische 'elite' is. Sterker nog: deze 'elite' van 'getalenteerde stijgers' is diep 'geworteld in een nationale gemeenschap,' terwijl die andere 'elite' dit volgens Mak, in navolging van Cuperus, niet is. En juist
[d]aardoor ontstaat een gedesoriënteerde en weifelende elite die niet meer vertrouwt op de eigen politieke intuïtie en het eigen kwaliteitsgevoel. Dit in schril contrast met de oude, ‘gebildete’ elite, een elite met een bepaalde visie en met bepaalde uitgangspunten, zoals die tot voor kort bestond.
Het betoog van Mak wordt nog verwarrender zodra hij ook nog het begrip 'gebildet' introduceert. De bestseller-auteur schrijft voor een mainstream-publiek dat in grote lijnen dezelfde esthetische smaak en politieke voorkeuren heeft als hijzelf. Het is in dit verband tekenend dat Mak 'gebildet' onmiddellijk verbindt met 'de eigen politieke intuïtie en het eigen kwaliteitsgevoel.' In zijn beleving 'bestond' tot 'voor kort' een politieke 'elite met een bepaalde visie en met bepaalde uitgangspunten.' Maar die gedachte is onjuist. Het tot voor betrekkelijk kort verzuilde Nederland bezat zeker in de politiek geen 'gebildete' elite. Nederland kende in Den Haag geen erudiete 'elite' die bijvoorbeeld langere fragmenten van Edward Gibbon's 'The History of the Decline and Fall of the Roman Empire' kon reciteren, of die een gesprek op niveau met Johan Huizinga kon voeren, of die haar memoires op een literair verantwoorde wijze onder woorden wist te brengen, of die kon teruggrijpen op de klassieken. De toenmalige Nederlandse politici waren even oppervlakkig, bot en ungebildet als Geert Mak en de Makkianen anno 2015. Men zou nog eens de politieke beraadslagingen over de zogeheten 'politionele acties' moeten nalezen om te beseffen wat een primitieve hufters 'onze' politiek verantwoordelijken waren. Ze waren even benepen en hypocriet als Geert Mak's vader vóór en net na de Tweede Wereldoorlog. 'Bildung' is niet iets dat je aanleert, maar dat als het ware genetisch overgedragen wordt. Intuïtief weet een 'gebildet' individu wat hij wel en wat hij niet kan en mag doen. Wat zou in dit verband de zogeheten 'bepaalde visie... met bepaalde uitgangspunten' van Catrinus Mak kunnen zijn geweest toen na vier eeuwen kolonialisme deze evangelisatie-predikant, volgens zijn zoon behorend tot de zogenaamde 'oude "gebildete" elite,' tegen de Indonesische vrijheidsstrijders vocht? Hoe 'gebildet' was een willekeurige Nederlandse politicus die zweeg over het feit dat Nederlandse SS-ers rond 1950 speciaal naar 'Ons-Indië' werden gezonden om daar 'orde op zaken' te stellen? Geert Mak weet, vrees ik, niet wat 'gebildet' betekent, en ervaart dit begrip in lek geval niet als een doorleefde werkelijkheid. Het voert mij terug naar de vraag: waar heeft Mak junior het over? Er bestaat immers met betrekking tot 'meritocratie' geen 'objectieve meetbaarheid van het begrip verdienste.' Zeker niet in de politiek, ook niet in de religie en de kunsten, en zelfs niet in de wetenschap.
Dan deze zin: 'Ongemerkt veranderde de elite van Lux et Libertas in de elite van Lux.' De 'elite' van het 'Licht'? Het 'Licht' van de Ver-licht-ing, dat in 1945 eindigde in de lichtflits boven Hiroshima en Nagasaki, die de dreiging van een nucleaire holocaust inluidde, de doem waaronder de mensheid is blijven leven. Dat 'Licht' is allang gedoofd, als het ooit al geschenen heeft. De westerse elite is maar al te graag bereid om te vergeten dat 'Lux' onlosmakelijk verbonden was met de 'Libertas' van de gevestigde orde en beperkt bleef tot de vrijheid van de financiële, economische, en politieke 'elite' om de onvrijheid van de kinderarbeid en het kolonialisme te verwezenlijken. Mak schrijft alsof hij nooit geschiedenisles heeft gehad, en in elk geval nooit heeft begrepen wat hij zelf zag en ziet.
Een volstrekt willekeurig voorbeeld van zien: vier dagen geleden bezocht ik 'Inverary Castle, the principal family seat of the Dukes of Argyll,' een mengelmoes uit 1784 van Engelse neogotiek, Franse Louis Quatorze-stijl en Duitse kitsch. De geschiedenis van de hertogen van dit Schotse district is de geschiedenis van het verraad, het verraad van de 'elite' aan de eigen bevolking, zoals de dieptepunten van de Schotse geschiedenis aantonen, van het 'Bloedbad van Glencoe' in 1692 via de 'Slag van Culloden' in 1746 tot de algehele 'Ontruiming van de Hooglanden,' in de tweede helft van de achttiende eeuw, waarbij de feodale 'elite' haar eigen bevolking van keuterboeren en masse verdreef om het land te kunnen gebruiken voor de veel lucratievere grootschalige schapenteelt. Na binnenkomst belandt de hedendaagse toerist al snel in de 'Wapen Hal' van Inverary Castle. Aan de muren:
Een volstrekt willekeurig voorbeeld van zien: vier dagen geleden bezocht ik 'Inverary Castle, the principal family seat of the Dukes of Argyll,' een mengelmoes uit 1784 van Engelse neogotiek, Franse Louis Quatorze-stijl en Duitse kitsch. De geschiedenis van de hertogen van dit Schotse district is de geschiedenis van het verraad, het verraad van de 'elite' aan de eigen bevolking, zoals de dieptepunten van de Schotse geschiedenis aantonen, van het 'Bloedbad van Glencoe' in 1692 via de 'Slag van Culloden' in 1746 tot de algehele 'Ontruiming van de Hooglanden,' in de tweede helft van de achttiende eeuw, waarbij de feodale 'elite' haar eigen bevolking van keuterboeren en masse verdreef om het land te kunnen gebruiken voor de veel lucratievere grootschalige schapenteelt. Na binnenkomst belandt de hedendaagse toerist al snel in de 'Wapen Hal' van Inverary Castle. Aan de muren:
[b]reathtaking displays of arms in elaborate patterns adorn the walls, including 16th and 17th century pole-arms and roundels of Brown Bess muskets dating from around 1740, with spandrels of muskets alternated with Lochaber axes. The latter and 18th century Scottish Broadswords date from the time of Queen Victoria's first visit to Inveraray in 1847,
aldus de officiële website van de huidige hertog van Argyll, die tevens de 'adellijke page' is van koningin Elizabeth II van het Verenigd Koninkrijk. Als dit vertoon van wapens -- musketten en hellebaarden, middeleeuwse harnassen en zestiende eeuwse miniatuur kanonnen, officiers zwaarden, kleine schilden -- ook maar iets demonstreert dan is het dat de macht al eeuwenlang is gebaseerd op geweld. Hoe meer macht, des te meer geweld, en vice versa; vandaar ook dat de macht altijd het monopolie op het geweld claimt. Zonder geweld kan de macht niet bestaan, dit gold al ten tijde van het Assyrische Rijk, 4000 jaar geleden, en het geldt vandaag de dag nog steeds onder het Amerikaanse Rijk. Dat Mak de meest elementaire feiten van de geschiedenis kennelijk niet weet, en anno 2015 onweersproken kan beweren dat 'de elite van Lux et Libertas' ook nog eens 'ongemerkt' veranderde 'in de elite van Lux,' illustreert hoe corrupt de 'politiek-literaire elite' in de polder is. Immers, deze woordvoerder van de gevestigde orde stelt impliciet en expliciet dat er tijdens het westers kolonialisme werkelijk een 'elite van Lux et Libertas' bestond die wereldwijd 'Licht' en 'Vrijheid' verspreidde, daar waar zij met grof geweld en gezegend door de geestelijkheid voet aan wal zette. En net als hij de terreur van Washington en Wall Street kwalificeerde als 'ordehandhaving,' ziet Mak het huidige westerse terrorisme als een vorm van 'Lux,' daarbij verzwijgend dat de 'elite' van de blanke, christelijke cultuur de mensheid alles behalve 'Licht en Vrijheid' heeft gebracht, tenminste niet in de ware betekenis van beide begrippen.
Aangezien bestseller-auteur Geert Mak de zichzelf verrijkende bestuurlijke en economische 'elite' en zijn mainstream-publiek te vriend moet houden, ontbreekt aan zijn betoog een fundamentele logica. Ik herhaal zijn woorden: 'Ongemerkt veranderde de elite van Lux et Libertas in de elite van Lux.' Maar '[o]ngemerkt' door wie? Niet door al die opmerkelijke Europese en Amerikaanse intellectuelen die ik de afgelopen tien jaar op deze weblog omstandig heb geciteerd, en van wie Mak en de Makkianen kennelijk nooit gehoord hebben, laat staan hun werk hebben bestudeerd. De toevoeging '[o]ngemerkt' bewijst alleen maar hoe slecht Mak en zijn aanhang geïnformeerd zijn. Als hij al een intellectueel citeert, dan is het doorgaans een Nederlandse, want zijn provincialisme weerhoudt hem om zich uitgebreid internationaal te oriënteren. Hetgeen 'de cultuurfilosoof Rene Cuperus' te berde brengt is al ontelbare malen eerder door veel grotere geesten uit en te na behandeld, zonder dat Mak er acht op sloeg. Omdat het autoritaire bestel vandaag de dag volledig spaak loopt, ziet hij zich op dit moment gedwongen om terloops enige aandacht te besteden aan de keerzijde van het neoliberalisme, of in zijn woorden: het 'grootkapitaal' waar hij 'nooit zo in geloofd' heeft, 'maar nu wel,' nu de macht van de economische 'elite,' volgens hem, 'ons totaal ontglipt en waar je niks tegen kunt doen!' Hier zien 'we' een klassiek voorbeeld van wat de Amerikanen 'to jump on the bandwagon,' noemen, oftewel: 'Join a growing movement in support of someone or something, often in an opportunist way, when that movement is seen to have become successful.' Ter voorkoming van zelfkritiek moeten er schuldigen worden aangewezen. Niet het neoliberalisme als laatste fase van het onverzadigbare kapitalisme is in Mak's ogen verwerpelijk -- immers 'Geen Jorwert zonder Brussel' -- maar de 'getalenteerde' yuppen zijn ineens de schuldigen, 'deze stijgers' die de 'zelfverzekerde leefsfeer van een noblesse oblige' nooit hebben
meegekregen. Wat nu telt zijn vooral eígen keuzes en prestaties, de eigen show -- ook al bouwt men in werkelijkheid eindeloos voort op de inspanningen van anderen.
Dit alles kennelijk in tegenstelling tot Geert Mak's vader, dominee Catrinus Mak, wiens 'zelfverzekerde leefsfeer van een noblesse oblige' hem als geestelijk leider in 1936 deed concluderen dat Hitler's Neurenberger Rassenwetten op 'staatsterrein tolerabel' waren, telt voor de huidige generatie 'getalenteerde' normloze egotrippers slechts de 'eigen show.' Zo simpel als het maar kan. Maar toch: wie nog meer voert hier al vele jaren een 'eigen show' op? Voor welke andere 'social climber' geldt dat 'vooral' zijn 'eígen keuzes en prestaties,' de doorslag geven, 'ook al bouwt' hij 'in werkelijkheid eindeloos voort op de inspanningen van anderen'? Wie anders dan Geert Mak zelf? In 2012 typeerde hij het Amerikaanse buitenlands beleid van bloedige interventies in soevereine staten als de noodzakelijke ingrepen van de 'politieagent' in de wereld, die na 1900 'een begin van orde' bracht 'in de mondiale politiek en economie.' Hieraan voegde Mak naderhand zonder blikken of blozen toe dat 'Amerika [de Verlichting] heeft uitgevoerd als real life experiment.' De volgelingen van 'onze' populaire en populistische profeet van de 'Verlichting' zullen verrast hebben opgekeken toen ze vernamen dat de lichtflits boven Hiroshima en Nagasaki hoogtepunten waren van een 'real life experiment.' Ook het feit dat Mak geen enkele moeite had om zich door de Franse staat tot Ridder van het Legioen van Eer te laten verheffen, terwijl diezelfde staat in opdracht van de toenmalige president Mitterand een terreuraanslag pleegde op het vlaggenschip van Greenpeace, waarbij een Nederlandse fotograaf werd vermoord, kenmerkt zijn onverschilligheid. Deze botheid verraadt zijn conformisme, dat in zo'n schril contrast staat met de 'zelfverzekerde leefsfeer van een noblesse oblige,' die ervoor moet waken dat 'de eigen show' doorslaggevend wordt. Dankzij Mak's eigen immoraliteit wist hij als ambitieuze 'stijger' tot de top van de Nederlandse 'politiek-literaire elite' door te dringen. Eenmaal daar gearriveerd liet hij zich niet alleen door God, Koning en Vaderland lauweren, maar ook door staatsterroristen van de gevestigde wanorde. In een poging de realiteit aan het zicht te ontnemen, beweert de opiniemaker nu dat de VS en de Europese Unie 'typisch producten van de Verlichting' zijn. Die overtuiging weerhoudt mijn oude vriend er evenwel niet van om als het ware vanuit het totale niets de vraag op te werpen: 'Wat is er toch mis met de elite?' In een 'uitgebreide versie van zijn dankwoord bij de uitreiking van de Gouden Ganzenveer' pleitte de bestseller-auteur 'voor een herbezinning, ook binnen de elite zelf,' en wel omdat, opnieuw de meester zelf,
[e]en goede elite erkent dat ze een elite is, en dat ‘noblesse oblige,’ in de breedste zin van het woord.
'Adeldom Verplicht,' aldus de man die zich 'de hoogste en belangrijkste Franse nationale onderscheiding' liet opspelden door een staat die een terreuraanslag op de Rainbow Warrior pleegde om een eind te maken aan het verzet van Greenpeace tegen de Franse kernbom-proeven in de Stille Oceaan. Frankrijk onthaalde de aanslagplegers als helden, en 'gaf hun de hoogste onderscheiding, het Legion d'Honneur.' En toch wordt Mak door de mainstream en door de gecorrumpeerde machthebbers niet gezien als een onbeschaamde opportunist. Geenszins. Het volk en de macht kunnen geen genoeg van hem krijgen. Dit is het directe resultaat van de culturele deprivatie waaronder een groot deel van zowel de bevolking als de 'politiek-literaire elite' in Nederland al lange tijd gebukt gaan. Als gevolg van het ingeburgerde provincialisme bestaan hier geen kwaliteitsgevoel, en geen bredere context dan het directe eigenbelang. Daardoor kunnen charlatans als Mak en Hofland doorgaan voor visionaire denkers, en kunnen beide vooraanstaande opiniemakers zich permanent tegenspreken zonder dat het hier ogenblikkelijk opvalt. Terwijl Mak een door hem halfverteerde gedachte van een oorspronkelijke denker citeert, neemt hij tegelijkertijd met evenveel gemak een waanidee over van de eerste de beste dwaas, zonder dat zijn publiek verwonderd opkijkt. De enige consistentie is zijn opportunistische normloosheid. Zijn visie wordt volledig bepaald door de uiterst beperkte context waarin hij de werkelijkheid be- en veroordeelt. 'We' moeten de 'deur' naar de neoliberale 'markt' niet 'dichtgooien,' want 'Geen Jorwert zonder Brussel!' Tegelijkertijd ziet hij zichzelf als 'gelovig christelijk,' waarmee de domineeszoon bedoelt
[d]at ik geloof in een genadige God. Dat is heel belangrijk: een milde, liefdevolle God. En dat je die genade overbrengt op je medemensen, dat je deel uitmaakt van een gemeenschap die de hele wereld omvat, dat er lijnen lopen tussen andere mensen en jou en tussen jou en God. Dat geeft soms troost, soms ordening, soms een gevoel van verantwoording. Het geeft lijn aan je handel en wandel. Als je vraagt wat mijn godsbeeld is: een vriendelijke, vaderlijke God, een milde man, die mensen doorziet in hun zwakheid.
Et voilà, het summum van absurdisme, zeker wanneer Geert Mak ook nog eens verklaart dat hij 'door de bestudering van de geschiedenis' heeft
gezien dat goede, spirituele mensen vaak een belangrijke rol hebben vervuld, doordat ze op cruciale momenten dingen hebben gedaan die voorkomen hebben dat we hier nu onder een kleinzoon van Goebbels leven.
Aldus de zoon van een christelijke zielenherder die zijn vader's Goebbeliaans antisemitisme vergoelijkte met de opmerking dat men
[a]chteraf aan Adolf Hitler en zijn nazi’s alle kwaads [kan] worden toegeschreven, maar degenen die hen in de jaren dertig zagen opkomen, moesten hun mening nog vormen.
De hemel zij geprezen dat Mak junior's 'godsbeeld' beperkt blijft tot 'een vriendelijke, vaderlijke God, een milde man, die mensen doorziet in hun zwakheid.' Eind goed al goed, iedereen maakt weleens een foutje. Die gedachtengang illustreert het onvermijdelijke failliet van zijn 'godsbeeld' als een 'vriendelijke' Opper-Sinterklaas die zijn kinderen op aarde 'doorziet in hun zwakheid.' De vraag is namelijk waarom voor dominee Catrinus Mak zijn religie geen 'lijn' gaf aan zijn 'handel en wandel.' Waarom wist deze geestelijke voorman niet dat 'je deel uitmaakt van een gemeenschap die de hele wereld omvat'? En zo mogelijk nog interessanter: waarom wierp zoon Geert die vragen niet op in zijn vuistdikke De eeuw van mijn vader (1999)? Dit zijn zeker geen irrelevante vragen; ze raken de kern van de westerse cultuur. Het betreft hier het mens- en wereldbeeld waarop de westerse cultuur is gegrondvest. Al vijf eeuwen lang heeft dit beeld het gewelddadig expansionisme van het Westen bepaald. De talloze door het Westerse cultuur veroorzaakte holocausten, de massale uitbuiting en repressie kwamen niet uit de lucht vallen, ze zijn het onherroepelijke product van zowel Christendom als Verlichting. Waarom is voor het Westen niets heilig? Waarom is de mens niet heilig, terwijl die notabene naar het 'evenbeeld' van de Judeo-Christelijke God zou zijn gemaakt? Waarom is niets in de natuur meer heilig, en dus onaanraakbaar, terwijl toch alles door de 'Schepper' is gemaakt? En wat betekent het dat alles dermate ontheiligd was geraakt dat dominee Catrinus Mak publiekelijk kon verklaren dat het 'tolerabel' was dat de nazi's joodse schepselen van zijn God uit het publieke leven zouden verstoten? Wat betekent het dat op zijn beurt zoon Geert Mak niet beseft dat een dergelijke houding niet vergoelijkt, maar verklaart moet worden, wil de blanke christen niet opnieuw gedachteloos dezelfde misdaden tegen zijn Judeo-Christelijke God begaan. Wanneer werkelijk alles door deze onsterfelijke God als uniek wordt gezien, waaraan ontleent de sterfelijke Geert Mak dan het recht om publiekelijk op te roepen nog meer geld aan bewapening te besteden? Moeten dan nog meer kinderen van de Allerhoogste worden vermoord? En waarom stelt het orakel uit Bartlehiem deze vragen zelf niet? Laat ik mijn oude vriend op weg helpen door uit Life Is A Miracle. An Essay Against Modern Superstition (2001) van de Amerikaanse geleerde en Mak's medechristen Wendell Berry te citeren. Op pagina 45 van dit scherpzinnige werk stelt Berry over zijn directe omgeving het volgende:
when I try to make my language more particular, I see that the life of this place is always emerging beyond expectation or prediction or typicality, that it is unique, given to the world minute by minute, only once, never to be repeated. And then is when I see that this life is a miracle, absolutely worth having, absolutely worth saving.
We are alive within mystery, by miracle. 'Life,' wrote Erwin Chargaff (Amerikaans biochemicus. svh), 'is the continual intervention of the inexplicable.' We have more than we can know. We know more than we can say... Finally we live beyond words, as also we live beyond computation (berekening. svh) and beyond theory. There is no reason whatever to assume that the languages of science are less limited than other languages.
Precies hetzelfde gaat op voor de 'deskundigheid' van specialisten, van politici die menen dat het kapitalisme het enige plausibele antwoord is op het verlangen naar geluk, en van mainstream-opiniemakers die ervan overtuigd zijn dat 'Geen Jorwert zonder Brussel' een concretisering is van het 'geloof in een genadige... milde, liefdevolle God.' Mak's 'godsbeeld' is niet alleen een illustratie van beschamende platvloersheid, (Santa Claus voor volwassenen), maar vooral ook een teken van de armzalige reductie van de werkelijkheid. Is dit alles wat de bestseller-auteur zijn publiek te melden heeft over het raadsel van het bestaan? God als 'een vriendelijke' en 'milde' blanke 'man' met een, naar we moeten aannemen, witte baard, die vanzelfsprekend ieder mens zijn zonden vergeeft, van de zoon van Catrinus Mak tot en met de 'kleinzoon van Goebbels.' Dit is het niveau dat het hedendaagse Nederland te bieden heeft, want er is niemand van de 'politiek-literaire elite' in de polder die opstaat en hem duidelijk maakt dat zijn infantiele voorstelling van het metafysische een weerspiegeling is van het stupide reductionisme waarmee hij de fysische wereld presenteert. Hoewel hij anders suggereert spreekt Mak in feite over zichzelf wanneer hij de 'elite' bekritiseert, die is
vastgelopen in het spanningsveld tussen de met de mond beleden principes en het comfort van een stilzwijgend conformisme. Bijna altijd kiest men, uiteindelijk, voor het laatste. En die verleiding is inderdaad groot, de aantrekkingskracht van dat zacht verende bestaan waarmee je, als elite, door het leven glijdt, met voortdurend leuke, interessante en prettig ruikende mensen om je heen. Ja, de elite corrumpeert.
Ik zou hem graag willen prijzen voor deze openhartige ontboezeming, ware het niet dat dit mijn eigen visie is die ik geruime tijd geleden tegenover Geert Mak kenbaar heb gemaakt. De volgende opmerking heeft mijn oude vriend, nagenoeg letterlijk, eveneens van mij overgenomen:
Iedere gemeenschap, ieder systeem, ook het onze, heeft, wil het op de lange termijn overleven, een morele tegencultuur nodig. Een cultuur die dwarsligt, die vragen stelt, die andere waarden in het zoeklicht zet. Een goed functionerende elite is daar voortdurend mee bezig.
Hoe verleidelijk ook, ik geef deze twee voorbeelden niet om mijzelf een pluim in de hoed te steken. Mijn inzichten zijn geenszins uniek. Ze zijn al veel eerder en/of veel scherpzinniger verwoord door grote denkers, zoals ik op mijn weblog aan de hand van citaten laat zien. Waar ik nu evenwel de aandacht op wil vestigen, is de doortraptheid van Mak's opportunisme, en dat van zijn mainstream publiek. Door zonder bronvermelding gebruik te maken van andermans kritische beschouwingen op de 'elite' tracht hij nog op het laatste moment de aandacht af te leiden van zijn eigen collaborerende houding. Op die manier houdt hij zijn eigen belang, te weten status en inkomen, scherp in de gaten. Straks kan Mak stellen dat hij wel degelijk heeft gewaarschuwd, terwijl hij in werkelijkheid, net als zijn vader destijds, de gevestigde orde blijft verdedigen, en daarvoor ruimschoots beloond en geprezen wordt door de macht. Er zit geen enkele logische continuïteit in zijn beweringen. Al naar gelang zijn eigen belang stelt hij het ene moment dit, en het volgende moment precies het tegenover gestelde. Daarbij verzwijgt hij tevens datgene wat hem op zeker moment niet uitkomt. Een illustrerend voorbeeld van zijn uitgekookte tactiek gaf hij tijdens zijn dankwoord na het ontvangen van de Gouden Ganzenveer, toen hij doodleuk het volgende verklaarde:
De Chicago-econoom Deirdre McCloskey (voormalige studente van de neoliberale econoom Milton Friedman. svh) heeft het in dit verband over de zeven Bourgeois Virtues, en ze somt ze op in haar gelijknamige boek: de vier klassieke deugden Wijsheid, Rechtvaardigheid, Gematigdheid en Moed, plus de drie christelijke deugden, Geloof, Hoop en Liefde. Dat zijn, volgens haar, de waarden waarop het ethische systeem van het westen draait en, zegt ze, ‘zonder hen zou er geen moderne markteconomie bestaan.’ En, zo voegt ze er en passant aan toe, dat was ook de kracht van de Hollandse Gouden Eeuw: de menselijke verbinding, waarvan vertrouwen een belangrijk deel vormt, is essentieel voor een goede handelsrelatie, ook vandaag nog.
Met andere woorden: hier spreekt Mak met twee tongen tegelijk. Aangezien de bestseller-auteur, samen met McCloskey, een adembenemend trapeze-nummer opvoert, ga ik even in op zijn betoog. Wat hij stelt is het volgende: met het oog op de noodzaak van een 'morele tegencultuur,' moeten de prijzenswaardige 'Bourgeois Virtues,' dus de 'deugden' van de gevestigde wanorde, nieuw leven in worden geblazen. De 'moderne markteconomie,' die volgens Mak/McCloskey gebaseerd is op 'vier klassieke deugden,' te weten, 'Wijsheid, Rechtvaardigheid, Gematigdheid en Moed,' plus niet te vergeten 'de drie christelijke deugden, Geloof, Hoop en Liefde' zijn namelijk 'de waarden waarop het ethische systeem van westen' al sinds 'de Hollandse Gouden Eeuw' rust. Kortom, vanaf de tijd van Jan Pieterszoon Coen, eind zestiende eeuw toen op diens 'aandringen' de 'eerste slaventransporten uit India' plaatsvonden omdat 'de VOC dringend behoefte [had] aan slaven voor de bouw van forten en de stad Batavia en voor de plantages die werden opgezet,' tot en met de terreur van de 'politionele acties' vier eeuwen later, waaraan ook dominee Catrinus Mak in eerste instantie enthousiast had deelgenomen, is er sprake geweest van voorbeeldige, zowel 'klassieke' als 'christelijke deugden.' Tenminste, aldus het intellectuele duo Mak/McCloskey. Bovendien, als klap op de vuurpijl, is deze moraliteit ook nog eens van doorslaggevende belang geweest voor het ontstaan van 'de moderne markteconomie,' dat 85 miljardairs zo rijk heeft gemaakt dat ze nu evenveel bezitten als de helft van de hele mensheid. En 'en passant,' zo citeert Mak mevrouw McCloskey instemmend, vormden al deze tot navolging strekkende merites 'de kracht van de Hollandse Gouden Eeuw,' zijnde 'de menselijke verbinding, waarvan vertrouwen een belangrijk deel vormt,' en dat 'is essentieel voor een goede handelsrelatie, ook vandaag nog.' Begrijpt u? De slavenhandel en de politionele acties als 'menselijke verbinding,' die nog steeds 'essentieel' is 'voor een goede handelsrelatie.'
Ik kan me voorstellen dat het Gouden Veer-publiek, dat deze emmer vol 'Bourgeois Virtues' pardoes over zich heen kreeg, niet onmiddellijk de portee van Mak's woorden besefte, maar u en ik, die in alle rust in staat zijn deze beweringen nog eens tegen het licht te houden, kunnen toch niet anders dan concluderen dat Mak hier kwaadaardige waanzin verkondigt. Zijn eurocentrisme is niets anders dan één van de symptomen van zijn arrogant racisme. Vanuit dit besef dient de lezer Geert Mak's slotconclusie te interpreteren. De snake oil peddler verklaarde met een uitgestreken gezicht het volgende:
Een goede elite kenmerkt zich door kwaliteit, zeker, maar ook door empathie en courage. Een goede elite erkent dat ze een elite is, en dat ‘noblesse oblige,’ in de breedste zin van het woord. Een goede elite luistert en kijkt met duizend ogen en oren. Een goede elite ligt dwars. Een goede elite durft het idee los te laten dat politiek alleen maar een vorm is van publiek management, durft luidop te dromen, durft ook onaangename waarheden onder ogen te zien en uit te spreken. Een goede elite durft te verliezen en klappen te krijgen. Een goede elite vecht voor het ambt, als trotse dienaren van de publieke zaak. Een goede elite gedraagt zich niet als burgers, maar als citoyens, elke dag.
Kwaliteit, empathie en courage, ja, dat hebben wij, als elite, in deze tijd nodig. Maar de grootste van deze drie is courage.
Halleluja Jutteperen, zou mijn goede vriend, de beeldend kunstenaar, Aatje Veldhoen hebben uitgeroepen nog voordat Mak's laatste woorden waren uitgegalmd. En niemand bij zijn volle verstand zou het hem kwalijk hebben genomen. Maar helaas was Aat niet aanwezig. Meer over de charlatan Geert Mak later.
Geert Mak: 'Noblesse Oblige'? 'Kwaliteit, empathie en courage'? Nonsens, een ordinaire Nederlandse knollen-voor-citroenen verkoper, die ondertussen vanuit Bartlehiem propaganda voor de NAVO blijft verspreiden.
Droht Europa ein neuer Krieg?Österreichischer Politiker: „Nato plant Angriff auf Russland“
Europa drohe ein neuer Krieg – davor warnt jetzt ein österreichischer Politiker. Und der Krieg geht seiner Meinung nach nicht von Putin aus, sondern von der Nato. Das Ziel, das die Allianz mit ihrer Expansion verfolge, ist seiner Meinung nach ein Angriff auf Russland.
Steile These aus Österreich: Der Politiker Robert Marschall von der kleinen EU-Austrittspartei hat der Nato im Interview mit dem deutschen Ableger des russischen Onlinemagazins „Sputnik“ vorgeworfen, dass ihre Grenzerweiterung alles andere als friedliche Ziele habe.
Vielmehr plane das Bündnis einen Überfall auf Russland, behauptet Marschall. Dies ist in seinen Augen gar das einzige Ziel des Zusammenschlusses. Die Nato-Expansion bezeichnete er als große Gefahr, die mit einer Schutztaktik nichts gemeinsam habe.
Die Osterweiterung der Nato in den vergangenen Jahren ist von Russland mit Skepsis beobachtet worden. Zahlreiche Ex-Sowjetrepubliken traten dem westlichen Verteidigungsbündnis bei. Sie versprechen sich gegenseitig Beistand im Falle eines Angriffs. In der Wahrnehmung vieler Russen nutzt der Westen die Nato als Instrument, um seinen Einflussbereich auszudehnen.
Präsenz ausländischer Militärkräfte
Im Interview mit "Sputnik" verknüpft Marschall nun seine Kritik an der Nato mit seinem politischen Kernthema: der Kritik an der Europäischen Union. Die EU sei kein unabhängiges Bündnis, argumentierte der Politiker weiter, da sie die Präsenz ausländischer Militärkräfte in ihren Mitgliedsstaaten zulasse.
An sein Heimatland Österreich appellierte er ferner laut „Sputnik“, die Neutralität zu wahren und sich keinem militärischen Bündnis anzuschließen. Die Nato sei so eines und auch die EU, so der Politiker weiter.
Die Ukraine-Krise als EU-Austrittsgrund?
Die Menschen in Österreich wollen sich Marschalls Meinung nach unter anderem nicht am Ukraine-Konflikt beteiligen, wie Marschall dem Magazin weiter sagte. Darin sieht er einen weiteren Grund, um aus der EU austreten zu wollen.
Zuletzt hatten bei einem Volksbegehren rund 261.000 Österreicher für einen Austritt ihres Landes aus der EU ausgesprochen. Damit wurde die Hürde für ein Volksbegehren übersprungen, weshalb sich das Parlament nun mit dem Anliegen auseinandersetzen muss. Das ist in Österreich so üblich, hat aber keinerlei zwingende Konsequenzen - dass das Volksbegehren zu einer verbindlichen Volksabstimmung führen wird, gilt als extrem unwahrscheinlich.
Marschall war bei den Europawahlen 2014 Spitzenkandidat der Liste "EU-Stop". Seine Partei fordert den Austritt Österreichs aus der Europäischen Union, möchte zum Schilling zurückkehren und wieder Grenzkontrollen einführen. Er hat Elektrotechnik und Betriebswirtschaft studiert und sich in der Vergangenheit vor allem mit Themen rund um die Auswirkungen der EU-Mitgliedschaft und weniger mit sicherheitspolitischen Analysen zu Wort gemeldet.
2 opmerkingen:
Hear, hear, hear...
Pink Floyd - Hey You
zo is dat
Een reactie posten