Ik verblijf enkele dagen op het Schotse eiland Mull, waar aanstaande vrijdag een staking begint van het personeel van de veerboot die tussen het eiland en de Schotse vasteland vaart. Het staatsbedrijf wordt geprivatiseerd en nu blijkt ineens een deel van de pensioengelden te zijn verdwenen. Overal in Europa gaat de neoliberale zwendel door, maar niet alle vakbonden durven het verzet te steunen, ook hier niet. Alleen al daarom zouden gewone burgers Griekenland moeten steunen:
Een nieuw Europees links is geboren, de inzet is hoog
In Zuid-Europa is een nieuw Europees links opgestaan. Het is open, pragmatisch en democratisch, maar tegelijk vastberaden. De erfgenamen van de protesten van 2011 bepalen op dit moment de politieke agenda in Europa. Maar of ze daar zullen in blijven slagen, is de vraag. Veel hangt af van hoe de sociaaldemocratische Europese familie zich zal opstellen.
dinsdag 7 juli 2015
Op het einde van de jaren tachtig schreef de Brits-Argentijnse, marxistische filosoof Ernesto Laclau volgende woorden neer:
“We beleven één van de meest opwindende momenten van de twintigste eeuw: een moment waarop nieuwe generaties opstaan die niet besmet zijn met vooroordelen uit het verleden, die geen absolute waarheden over het verloop van de geschiedenis verkopen. Een generatie die een nieuw emancipatorisch vertoog ontwikkelt, een vertoog dat menselijker, diverser en democratischer is. De eschatologische en epistemologische ambities van die nieuwe generaties zijn meer bescheiden, maar het bevrijdend potentieel is breder en dieper.”
Het waren profetische woorden. Laclau voelde haarscherp aan dat het dogmatische marxisme en het reële socialisme van de twintigste eeuw zowel filosofisch als politiek gezien failliet was. Het was een these die Ernesto Laclau samen met Chantal Mouffe reeds ontwikkelde in het midden van de jaren tachtig en neerschreef in het ophefmakende boek Hegemony and Socialist Strategy. Het was een boek waarin veel traditionele marxisten zich verslikten en dat felle kritiek te verduren kreeg, maar evengoed een nieuwe generatie linkse intellectuelen klaarstoomde.
Dat kunnen we vrij letterlijk nemen. Op het moment dat Laclau de hierboven geciteerde woorden neerschreef, was hij verbonden aan de Universiteit van Essex. Op exact hetzelfde moment krijgt een jonge economieprofessor een aanstelling aan diezelfde universiteit. Zijn naam? Yanis Varoufakis.
Of en in welke mate Varoufakis en Laclau contact hadden, is moeilijk te reconstrueren. Maar zeker is wel dat er duidelijke linken bestaan tussen de politiek van Syriza, de onderzoeksgroep rond Ernesto Laclau aan de universiteit van Essex en het politieke denken van Ernesto Laclau. Rena Doura bijvoorbeeld, prefect van Athene voor Syriza, studeerde in Essex en nam deel aan de seminaries van Laclau. Ook de prefect van Corfu, Fotini Vaki, is een allumnus van Essex.
Wat geldt voor Syriza, geldt evenzeer voor Podemos. Íñigo Errejón, één van de strategen achter Podemos, schreef een doctoraat over het Boliviaans politiek populisme. Als theoretisch raamwerk gebruikte hij daarvoor de filosofie van Laclau.
Democratie en populisme
Dat Ernesto Laclau kan beschouwd worden als de geestelijke vader van de nieuwe linkse golf die doorheen Zuid-Europa trekt, uit zich ook in de politieke en ideologische koers die beide partijen varen. Laclau was een pleitbezorger voor wat je zou kunnen noemen een links populisme. Het idee dat populisme een vorm van politiek is eigen aan rechtse demagogen klopt niet volgens hem. Laclau benadrukt dat het politiek mobiliseren op basis van een onderscheid tussen 'de elites' en 'het volk', heel emancipatorisch en democratisch kan ingevuld worden.
Als we kijken naar Syriza en Podemos dan zien we heel duidelijk dit links populisme terugkomen. Beide partijen verzetten zich tegen de traditionele elites zowel in eigen land als op Europees niveau. Ze profileren zich duidelijk als de nieuwe, emancipatorische kracht die de toekomst belichaamt. En ze gaan op een oncoventionele wijze om met de voorgeschreven protocollen. Varoufakis communiceert via zijn blog en zijn twitteraccount, lapt vestimentaire conventies aan zijn motorlaars en Podemos experimenteert met een systeem van directe democratie (de zogenaamde lokale cirkels). Transparantie, openheid en horizontaliteit staan centraal.
Maar bovenal belichamen Syriza en Podemos een democratische vernieuwing. Beiden zetten zich af tegen het besparingsbeleid dat opgelegd wordt door internationale instellingen die de democratische toets niet doorstaan. Ze laten niet na te wijzen op het ondemocratische en autoritaire karakter van de besparingspolitiek. In de dagen vlak voor het Griekse referendum sprak Varoufakis zelfs over “economisch terrorisme”.
Die constante verwijzing naar democratie, en het grote belang dat daaraan toegekend wordt, is allerminst toevallig. Ook dat kan begrepen worden vanuit de filosofie van Laclau. Voor Laclau moest links de grote proletarische revolutie die het einde van de geschiedenis inluidde, afzweren. In plaats daarvan moest gestreefd worden naar een verdieping en radicalisering van de democratische erfenis, met respect voor democratische instellingen. Links zijn betekende voor Laclau niets anders dan toegewijd democraat zijn, en vanuit die toewijding strijden tegen het kapitalisme. Het is een houding die zowel Syriza als Podemos zich duidelijk aanmeten.
Als we kijken naar Syriza en Podemos dan zien we heel duidelijk dit links populisme terugkomen. Beide partijen verzetten zich tegen de traditionele elites zowel in eigen land als op Europees niveau. Ze profileren zich duidelijk als de nieuwe, emancipatorische kracht die de toekomst belichaamt. En ze gaan op een oncoventionele wijze om met de voorgeschreven protocollen. Varoufakis communiceert via zijn blog en zijn twitteraccount, lapt vestimentaire conventies aan zijn motorlaars en Podemos experimenteert met een systeem van directe democratie (de zogenaamde lokale cirkels). Transparantie, openheid en horizontaliteit staan centraal.
Maar bovenal belichamen Syriza en Podemos een democratische vernieuwing. Beiden zetten zich af tegen het besparingsbeleid dat opgelegd wordt door internationale instellingen die de democratische toets niet doorstaan. Ze laten niet na te wijzen op het ondemocratische en autoritaire karakter van de besparingspolitiek. In de dagen vlak voor het Griekse referendum sprak Varoufakis zelfs over “economisch terrorisme”.
Die constante verwijzing naar democratie, en het grote belang dat daaraan toegekend wordt, is allerminst toevallig. Ook dat kan begrepen worden vanuit de filosofie van Laclau. Voor Laclau moest links de grote proletarische revolutie die het einde van de geschiedenis inluidde, afzweren. In plaats daarvan moest gestreefd worden naar een verdieping en radicalisering van de democratische erfenis, met respect voor democratische instellingen. Links zijn betekende voor Laclau niets anders dan toegewijd democraat zijn, en vanuit die toewijding strijden tegen het kapitalisme. Het is een houding die zowel Syriza als Podemos zich duidelijk aanmeten.
Politieke energie
Die gehechtheid aan de democratische erfenis hebben Syriza en Podemos gemeen met de bredere anti-austeriteitsbeweging die in 2011 opstond. In het voorjaar van 2011 bezetten duizenden jongeren de centrale pleinen in de grote Spaanse en Griekse steden. Eén van de centrale slogans van deze Indignados(Spaans voor verontwaardigden) was: “Echte democratie nu!” In hun manifestschreven de Spaanse Indignados: “Democratie behoort tot het volk, wat betekent dat het regeren aan elk van ons toekomt.” Ook bij de Indignados waren weinig Grote Theorieën of Absolute Waarheden te vinden. Wel een grote gehechtheid aan democratische en sociale waarden, die volgens hen door het besparingsbeleid bedreigd werden.
De beweging van de Indignados werd aanvankelijk met veel scepsis bekeken. Grote media vonden de pleinbezettingen nauwelijks het berichten waard, politieke waarnemers beschouwden het als een zootje ongeregeld. Sympathiek, maar ietwat naïef zo luidde het algemene oordeel: door pleinen te bezetten zal je geen politieke verandering afdwingen.
Maar wanneer we nu, vier jaar later, naar Griekenland en Spanje kijken, dan kunnen we niet anders dan verbaasd zijn over hoe snel de politieke energie van 2011 zich vertaald heeft in nieuwe, levensvatbare politieke partijen. Syriza is erin geslaagd om de aard van het hele Europese debat te bepalen en heeft in geen tijd een indrukwekkende politieke legitimiteit opgebouwd bij de Griekse bevolking. En ook Podemos beweegt zich in die richting. Alles wijst erop dat de partij hoge electorale toppen zal scoren bij de komende verkiezingen.
De beweging van de Indignados werd aanvankelijk met veel scepsis bekeken. Grote media vonden de pleinbezettingen nauwelijks het berichten waard, politieke waarnemers beschouwden het als een zootje ongeregeld. Sympathiek, maar ietwat naïef zo luidde het algemene oordeel: door pleinen te bezetten zal je geen politieke verandering afdwingen.
Maar wanneer we nu, vier jaar later, naar Griekenland en Spanje kijken, dan kunnen we niet anders dan verbaasd zijn over hoe snel de politieke energie van 2011 zich vertaald heeft in nieuwe, levensvatbare politieke partijen. Syriza is erin geslaagd om de aard van het hele Europese debat te bepalen en heeft in geen tijd een indrukwekkende politieke legitimiteit opgebouwd bij de Griekse bevolking. En ook Podemos beweegt zich in die richting. Alles wijst erop dat de partij hoge electorale toppen zal scoren bij de komende verkiezingen.
Godsgeschenk voor Europa
In vier jaar tijd hebben we in Zuid-Europa een nieuw links zien ontstaan. Politici die het traditionele politieke spel met zijn starre conventies bevragen, de democratische legitimiteit van internationele instellingen in twijfel trekken en ongegeneerd de kaart trekken van een sociale en democratische politiek. Varoufakis is er het typevoorbeeld van. En toch zijn het uitgerekend figuren als Varoufakis die weggezet worden als baarlijke duivels. Ten onrechte, want eigenlijk zijn het partijen als Syriza en Podemos die de Spaanse en Griekse democratie voorlopig hebben gered door ze uit handen te houden van extreem-rechtse groepen en technocraten. Syriza en Podemos zijn tevens de beste hoop om Europa zelf te democratiseren. Of hoe de baarlijke duivels in feite reddende engelen zijn.
Eigenlijk zou Europa partijen als Syriza en Podemos dankbaar moeten zijn. Het zijn partijen die aantonen dat volkse woede nog steeds gestalte kan krijgen in een politiek project. Ze tonen de veerkracht aan van een democratisch bestel. Maar tegelijk zijn Syriza en Podemos de laatste strohalm van dat democratisch bestel. Een falen van Syriza door toedoen van de schuldeisers, zal tevens leiden tot een totaal verlies aan vertrouwen in de parlementaire democratie bij de Griekse bevolking. En mogelijks ook ver daarbuiten. De spreekwoordelijke doos van Pandora staat dan wijd open.
Eigenlijk zou Europa partijen als Syriza en Podemos dankbaar moeten zijn. Het zijn partijen die aantonen dat volkse woede nog steeds gestalte kan krijgen in een politiek project. Ze tonen de veerkracht aan van een democratisch bestel. Maar tegelijk zijn Syriza en Podemos de laatste strohalm van dat democratisch bestel. Een falen van Syriza door toedoen van de schuldeisers, zal tevens leiden tot een totaal verlies aan vertrouwen in de parlementaire democratie bij de Griekse bevolking. En mogelijks ook ver daarbuiten. De spreekwoordelijke doos van Pandora staat dan wijd open.
Maar er is nog een andere reden waarom Europa Syriza en het nieuwe Europese links eigenlijk dankbaar mag zijn. Syriza en Podemos slagen waar de Europese Unie ondanks verwoede pogingen steeds faalt: ze creëren een vorm van solidariteit over de grenzen van nationale staten heen. In vele Europese landen waren er recentelijk steunbetogingen voor Griekenland. De Spaanse indignados wandelden in de zomer van 2011 helemaal naar Brussel, kwamen daar toe in oktober en trokken een betoging op gang met een uitgesproken internationaal, Europees karakter. Syriza, Podemos en de anti-austeriteitsbeweging zijn helemaal niet anti-Europees. Ze zijn net Europeser dan Europa. En in hun oppositie tegen het Europa van de instituten creëren ze sneller een verenigd Europe dan Europa zelf.
Nieuwe en oude spoken
Maar de geboorte van een nieuw links in Zuid-Europa is een vroeggeboorte. Om levensvatbaar te blijven, zijn bredere Europese allianties nodig om het tij te keren. De traditionele sociaal-democratische partijen hebben de sleutel in handen. Zij staan voor de keuze: of zich solidair verklaren met de ruimere anti-austeriteitsbeweging, of verdergaan met het langzame wurgen van nieuwe linkse krachten die de wind in de zeilen hebben.
In eigen land verklaarde kersvers voorzitter van sp.a, John Crombez, zich reeds solidair met Griekenland. Maar binnen de Europese context is dit een eerder eenzaam standpunt. Sterker nog, sociaaldemocraten behoren evengoed tot de hardliners die austeriteit met hand en tand verdedigen. Dijsselbloem is een sociaaldemocraat. Ook de sociaaldemocratische voorzitter van het Europees Parlement, de Duitser Martin Schulz, stelde zich bijzonder hard op voor Griekenland in de aanloop naar het referendum.
De vraag is hoe lang de Europese sociaaldemocratie deze spreidstand tussen een ideologische erfenis en een politiek handelen dat lijnrecht tegen die erfenis ingaat, kan blijven volhouden. Schulz kreeg alvast protest vanuit eigen rangen. Het feit dat dit publiekelijk werd gemaakt, toont aan dat het rommelt bij de sociaaldemocraten. Wat op het spel staat voor de sociaaldemocratische familie is dan ook niet min: op dit moment kan austeriteit gemaakt of gekraakt worden.
Er zal in ieder geval snel moeten gehandeld worden. Want de houdgreep op de Griekse banken wordt met de minuut steviger en een (begeleide) Grexit daardoor steeds waarschijnlijker. De gevolgen van een dergelijke Grexit zullen niet te overzien zijn. Niet alleen op economisch vlak. Ook op politiek vlak.
Bij een Grexit zullen de nieuwe generaties, die Laclau beschreef, op een muur botsen. Een muur die duidelijk maakt dat het debat over welk soort maatschappijmodel we willen, niet meer mogelijk is binnen Europa. Dit betekent de facto het einde van de Europese democratie én de democratische hoop op verandering. Met het einde van die hoop zouden ook wel eens oude spoken opnieuw kunnen gaan rondwaren. Spoken waarvan Laclau dacht ze niet meer zouden herrijzen.
In eigen land verklaarde kersvers voorzitter van sp.a, John Crombez, zich reeds solidair met Griekenland. Maar binnen de Europese context is dit een eerder eenzaam standpunt. Sterker nog, sociaaldemocraten behoren evengoed tot de hardliners die austeriteit met hand en tand verdedigen. Dijsselbloem is een sociaaldemocraat. Ook de sociaaldemocratische voorzitter van het Europees Parlement, de Duitser Martin Schulz, stelde zich bijzonder hard op voor Griekenland in de aanloop naar het referendum.
De vraag is hoe lang de Europese sociaaldemocratie deze spreidstand tussen een ideologische erfenis en een politiek handelen dat lijnrecht tegen die erfenis ingaat, kan blijven volhouden. Schulz kreeg alvast protest vanuit eigen rangen. Het feit dat dit publiekelijk werd gemaakt, toont aan dat het rommelt bij de sociaaldemocraten. Wat op het spel staat voor de sociaaldemocratische familie is dan ook niet min: op dit moment kan austeriteit gemaakt of gekraakt worden.
Er zal in ieder geval snel moeten gehandeld worden. Want de houdgreep op de Griekse banken wordt met de minuut steviger en een (begeleide) Grexit daardoor steeds waarschijnlijker. De gevolgen van een dergelijke Grexit zullen niet te overzien zijn. Niet alleen op economisch vlak. Ook op politiek vlak.
Bij een Grexit zullen de nieuwe generaties, die Laclau beschreef, op een muur botsen. Een muur die duidelijk maakt dat het debat over welk soort maatschappijmodel we willen, niet meer mogelijk is binnen Europa. Dit betekent de facto het einde van de Europese democratie én de democratische hoop op verandering. Met het einde van die hoop zouden ook wel eens oude spoken opnieuw kunnen gaan rondwaren. Spoken waarvan Laclau dacht ze niet meer zouden herrijzen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten