In De Groene Amsterdammer van 8 april 2015 begint Henk Hofland onder de kop 'Chaos als vijand' zijn column met de vermelding dat het
bijna 36 jaar geleden [is] dat in Teheran de gijzeling van de Amerikaanse ambassade door revolutionaire studenten begon.
Deze aanhef voert de mainstream-opiniemaker tot de opmerking dat:
In de Arabische wereld iedere vooruitblik een wankele speculatie [is] waarbij we met alles rekening moeten houden. Een oorlog tussen Iran en Saoedi-Arabië lijkt nu absurd. Maar hetzelfde gold vier jaar geleden voor de zelfverwoesting van Syrië. In deze Arabische wereld is steeds meer mogelijk.
om ten slotte te eindigen met de conclusie dat een oorlog tussen Saoedi-Arabië en Iran 'de mogelijke gevolgen' zullen zijn van een
plaatselijke conflict in Jemen: Iran weer op weg naar de status van kernmogendheid en het Westen in conflict met zijn grootste olieleverancier. Verder reikt onze verbeeldingskracht niet. Een groeiende chaos heeft één zekerheid: de verrassingen worden steeds groter.
Ervan uitgaande dat Hofland vanuit zijn verheven zetel hier niet de pluralis majestatis-vorm gebruikt, en namens zijn publiek spreekt, is zijn bekentenis dat 'onze verbeeldingskracht niet verder [reikt]' volkomen juist. De 'verbeeldingskracht' van hem en dus van zijn publiek 'reikt' inderdaad 'niet verder' dan het bekende simplistische beeld. De oorzaak is niet moeilijk te traceren: Hoflands visie wordt beperkt door zijn ideologische voorstelling van zaken, gekoppeld aan een chronisch gebrek aan kennis over de regio. Allereerst negeert de 'beste journalist van de twintigste eeuw' nog steeds het gegeven dat 98 procent van de Iraniërs geen Arabier is. Opgesplitst in etnische groeperingen bestaat de bevolking uit: 'Persian 61%, Azeri 16%, Kurd 10%, Lur 6%, Baloch 2%, Arab 2%, Turkmen and Turkic tribes 2%, other 1%.' Dit mag een onbenullige fout van Hofland lijken, maar is het niet. Om zijn argumenten kracht bij te zetten bespeelt Hofland de bekende onderhuidse racistische sentimenten van zijn Nederlandse publiek. Dus suggereert hij dat Iran tot 'de Arabische wereld' behoort, waarvan 'de beschaving,' volgens hem, 'failliet' is. Dat het koloniale en neo-koloniale Westen hierbij al een eeuw lang een rol van betekenis speelt, verzwijgt de eminente polderjournalist. Geen woord van hem over de gewelddadige, door het Westen afgedwongen, Iraanse regime-change in 1953, toen de CIA en de Britse MI6 de democratisch gekozen regering van premier Mossadeq ten val brachten, nadat die de euvele moed had gehad de Iraanse oliebronnen te nationaliseren. Om te voorkomen dat de westerse belangen werden benadeeld steunden Washington en Wall Street het terreurbewind van de Sjah. Als we 'ons' even beperken tot het representatieve Iran: in zijn boek Iran. A People Interrupted (2007) wijst de Iraans-Amerikaanse Hamid Dabashi, hoogleraar aan de prestigieuze Columbia University in New York, op het overduidelijke historische en economische feit dat
the accumulated capital in major industrial economies has necessitated the ever increasing expansion of a global capitalism in which a few get incessantly richer, while the overwhelming majority get inevitably poorer by the day.
The mechanism that has globalized that accumulated capital and generated this global condition of calamity and destitution is called colonialism — whereby European merchants and Christian missionaries have got together with a good number of mercenary Orientalists and their counterparts among the soldiers of fortune and gone around the world ruling people, plundering their wealth, forcing them into slavery, writing a subservient history for them, and then telling them, in a good 'Christian manner,' to turn the other cheek. Colonialism is not accidental to the operation of accumulated capital but in fact definitive to it. The ideological disposition that has given universal validity, in moral and normative terms, to the global operation of capital is called modernity, and the way that much of the rest of the world has received this modernity must perforce be called colonial modernity.
Het onderscheid tussen 'moderniteit' en 'koloniale moderniteit' is voor de hand liggend: de 'moderniteit' in het Westen ging uiteindelijk gepaard met talloze materiële en geestelijke verworvenheden van de bevolking, terwijl de 'koloniale moderniteit' zich manifesteerde in de vorm van onderdrukking, uitbuiting en zelfs moord, tot aan genocide toe. Habashi:
At its European origin, Enlightenment modernity was a self-raising/other lowering project that, to benefit a small fraction of the world's population code-named 'Europe,' disenfranchised the overwhelming majority of humanity, which it called 'the Orient.'
De Europese moderniteit was en is, evenals het hele postmoderne Westen,
at its core racist and essentialist, and as such excluded (not by omission but by a deliberate, Kantian and Hegelian, commission) the vast majority of the world,
waardoor er een scherpe scheiding ontstond tussen de rijkdom in het Westen en armoede in de rest van de wereld, zowel in het oosten als het zuiden. Opnieuw professor Habashi:
Capitalism from its very inception was contingent (mogelijk. svh) on the global circulation of accumulated capital, cheap labor, raw materials, and expansive markets. The economic mechanism of that global operation of capitalism was ipso facto colonialism, which is in fact nothing but the abuse of labor by capital writ global. What we have in Iran, as indeed in much of the rest of the world, is thus not modernity but colonial modernity — and the difference here is between day and night. European modernity is not universal, and as we have received it, it is categorically European in its texture and disposition, and as such it has privileged a few, by giving them agency and endowing them with the primacy of reason and progress, at the horrendous cost of denying such prerogatives to the overwhelming majority of the world's population.
Om het zichtbare onzichtbaar te maken, draaien nu westerse mainstream-opiniemakers als Henk Hofland en Geert Mak de wereld op zijn kop, door te beweren dat het Westen, onder aanvoering van de VS, 'als ordebewaker en politieagent' functioneert en daarom 'vredestichtend' te werk gaat, terwijl in werkelijkheid wereldwijd een neoliberaal kapitalistisch systeem met massaal geweld werd afgedwongen, waardoor nu 85 miljardairs even rijk zijn als de helft van de mensheid tezamen. Door het verzwijgen van niet alleen de historische werkelijkheid, maar ook de huidige al dan niet geheime westerse interventies met hun 'legacy of ashes,’ om president Eisenhower te citeren, probeert Henk Hofland de situatie in het Midden-Oosten te verkopen als 'plaatselijke conflicten,' die — buiten de schuld van het Westen — als 'mogelijke gevolgen' hebben dat 'Iran weer op weg naar de status van kernmogendheid' gaat 'en het Westen in conflict' komt 'met zijn grootste olieleverancier,' Saoedi-Arabië, waarbij geldt dat '[e]en groeiende chaos één zekerheid [heeft]: de verrassingen worden steeds groter.' Opnieuw doet Hofland het voorkomen dat er geen correlatie bestaat tussen de gewelddadige westerse interventies en de 'groeiende chaos' in het Midden-Oosten en de Maghreb. Dat beeld wordt door de 'politiek-literaire elite' bij het commerciële weekblad De Groene Amsterdammer klakkeloos als de hoogste waarheid aangenomen. Men negeert daarvoor het feit dat
The idea of anti colonial modernity is predicated on a fundamental contradiction at the heart of colonial at the heart of colonial modernity, namely a modernity that needed an extended colonial domain to have its moral and material disposition assayed and mapped out. The overwhelming majority of the inhabitants of this earth were promid=sed Enlightenment emancipation at precisely the moment that they were denied political agency.
Net als zijn Zweedse collega hoogleraar Sven Lindqvist in Exterminate All the Brutes constateert Hamid Dabashi in zijn boek Iran. A People Interrupted dat
[w]hat has triggered the European soul-searching of the terror of Enlightenment modernity, namely the horrors of the Jewish Holocaust, has been definitive to the structural violence at the heart of European colonialism around the globe. Joseph Conrad's Kurtz in Heart of Darkness is the key iconic figure to that structural violence, linking the internal blind spot of Europe to its colonial savageries around the world.
Het racisme is in de westerse cultuur volledig geïnternaliseerd. Het is ook niet vreemd dat geen enkele columnist van De Groene Amsterdammer 'allochtoon' is. Sterker nog: van alle redactieleden en columnisten van het weekblad is slechts één redacteur een 'allochtoon,' zoals dit in Nederland zo stigmatiserend genoemd wordt. Kortom, gezien het feit dat '[z]o'n 21,4 procent van de Nederlandse bevolking allochtoon [is],' zouden er ten minste vier 'allochtoonse' redacteuren en columnisten bij De Groene werkzaam moeten zijn. Het feit dat dit niet het geval is vloeit voort uit het al dan niet bewuste personeelsbeleid bij dit weekblad, dat graag als progressief wil doorgaan. Het zal duidelijk zijn dat als de verhouding allochtonen en autochtonen zou worden recht getrokken, de columns van Hofland niet meer zo onweersproken zouden worden gepubliceerd, of dat in elk geval er een tegengeluid zou komen. (In dit verband is het kenmerkend dat ik geen enkele reactie van de redactie gekregen op de kritiek die ik, als collega, al anderhalve maand publiceer). Het is één van de symptomen van het diep verankerde institutionele racisme in Nederland. De Groene Amsterdammer is een blank weekblad, met blanke opvattingen, gemaakt voor en door blanken uit de middenklasse, het milieu waarin ik me mij levenslang heb bewogen. Ik ken het racisme van dit milieu van binnen en van buiten. Ik weet tevens dat niets het onderhuids racisme van de Hoflanden en Makken kan bestrijden, omdat het niet rationeel is. Wat ik de zelfbenoemde 'politiek-literaire elite' verwijt is haar schrikbarend gebrek aan kennis en inlevingsvermogen. Het werk van Hamid Dabashi of Sven Lindqvist bestudeert zij niet. Haar oordelen zijn vaak uiteindelijk gebaseerd op vooringenomen sentimenten, niet op rationele argumenten. Wanneer Henk Hofland in De Groene voor de zoveelste keer Iran probeert te stigmatiseren door te stellen dat voor dit land het 'bezit van de kernbom onderdeel [is] van de Iraanse buitenlandse politiek die al jaren wordt gekenmerkt door het streven naar expansie zo niet een overwicht in de regio,' zonder erbij te vermelden dat na de westerse terreur en de Israelische dreiging met terreur het land volkomen terecht Washington en Brussel wantrouwt, dan is er sprake van eurocentrisch racisme. De enige rationele conclusie is dat alleen het bezit van een kernbom een einde zal maken aan de westerse interventies. Dat is ook de reden waarom de nucleaire staten over kernwapens beschikken. Hofland is evenwel niet in staat zich in de positie van De Ander te verplaatsen, iets waarin de Adviesraad Internationale Vraagstukken wel is geslaagd. Zijn uit 2012 daterende 'Advies' aan de regering 'over het nucleaire programma van Iran' begint zonder omwegen met de volgende context:
Voor een goed begrip van de Iraanse politiek is het van belang de geopolitieke positie en het zelfbeeld van Iran nader te beschouwen. Iraniërs zijn door de eeuwen heen grootgebracht met een sterk historisch bewustzijn waarin de glorie van hun oude beschaving en de macht van het Perzische rijk centraal staan. Anderzijds hebben
de invasies van Mongoolse en Arabische legers door de eeuwen heen van Iran een natie gemaakt die wantrouwen koestert jegens de buitenwereld. Toch is Iran ondanks lange periodes van Arabische overheersing niet gearabiseerd en in staat gebleken zijn culturele eigenheid en trots te behouden. Door deze geschiedenis is een mengeling van een sterk gevoel van eigenwaarde en argwaan kenmerkend voor de houding van Iran tegenover de buitenwereld.1
In de moderne geschiedenis werd Irans soevereiniteit vooral ondermijnd door Westerse machten: eerst het Britse Rijk en Rusland die een onderlinge strijd over de hegemonie in Centraal-Azië uitvochten ten koste van Iran, vervolgens door de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie die Iran tot speelbal maakten van hun Koude Oorlogsrivaliteit.2 De Irakese oorlog tegen Iran in de jaren tachtig van de vorige eeuw, gesteund door zowel diverse Arabische landen als Westerse mogendheden, heeft in belangrijke mate bijgedragen aan de vervreemding en het wantrouwen van Iran ten opzichte van zijn Arabische buren en Westerse mogendheden.3
In tegenstelling tot Hoflands hetze, sluit het officiële rapport met het de-escalerende advies:
De AIV adviseert het Nederlandse beleid in internationale fora te richten op voorgaande stappen naar de-escalatie van de nucleaire crisis rond Iran, en de band die de Nederlandse regering heeft met de regering van Israël te benutten om die regering te waarschuwen tegen de gevaren en averechtse gevolgen van een militaire aanval op Iraanse nucleaire installaties.
Zowel de toon als de kennis van de AIV staan in schril contrast met de opgewonden hetze en het gebrek aan kennis van de éminence grise van de polderpers. Het zou de 87-jarige columnist sieren als hij het rapport van zowel de deskundigen van de AIV als de boeken van Hamid Dabashi alsnog leest. Dan zal hij bijvoorbeeld kunnen nadenken over de volgende beschrijving van de Iraans Amerikaanse hoogleraar, die vanuit kennis van zaken in het 'postscript' van Iran. A People Interrupted het volgende stelt:
An obvious and perfectly legitimate question to ask at this point is why the Islamists won the game, outmaneuvered all other possible and potential normative claims on Iranian cosmopolitan political culture and established an Islamic republic (and one might add here precisely at the moment that Fukuyama thought 'the West' had won the game). The most immediate answer is the sociological fact that the Shi'i clerics in particular have historically been closest to the poorest and the most disenfranchised, and because the secular left and liberal center could not break through the class barriers of their ideological formation. The success of the clerical class, because of its organicity with the urban poor and the impoverished peasantry, is tantamount to its destructive force in breaking down the organicity of the Iranian cosmopolitan culture into a retrograde clerical tribalism that then successfully subsumes and radically changes the face, the form, and even the substance of Iranian culture.
Professor Habashi, auteur van 'highly acclaimed scholarly books and articles on Iran, medieval and modern Islam,' wiens werk in talloze talen is verschenen vat het probleem van Iran met deze woorden samen:
the triumphant clerical culture has no room for the secular, and the alienated secular no patience for the clerical, but if one were to take a step away from them both and look at the wider spectrum of Iranian culture, there is an evident cosmopolitanism that transcends and embraces them both, accounts for their fictive bipolarity, and can still include more.
Het cosmopolitische element van de Iraanse cultuur blijkt ondermeer uit het feit dat Iran het oude geloof inwisselde voor de Islam, en dat de invloed van de Perzische beschaving en iconografie op de hele regio buitengewoon groot is, zoals iedereen die door de buurlanden reist onmiddellijk opvalt. Maar omdat Henk Hofland, net als de overgrote meerderheid van de Nederlandse opiniemakers, te weinig heeft gereisd en zich te weinig heeft verdiept in andere culturen begrijpt hij niet welke krachten er allemaal meespelen. Hofland komt niet verder dan de beschuldiging dat het 'bezit van de kernbom onderdeel [is] van de Iraanse buitenlandse politiek die al jaren wordt gekenmerkt door het streven naar expansie zo niet een overwicht in de regio.' Het 'streven naar expansie' kan Hofland onmogelijk bewijzen, de feiten geven juist het tegendeel aan. En 'het streven' naar 'een overwicht,' roept de vraag op: so what? Welk bezwaar heeft 'onze' hoogbejaarde, die hemelsbreed meer dan 4000 kilometer van Teheran af woont, dat Iran, met zijn millennia-oude beschaving, 'een overwicht in de regio' heeft? Alleen vanwege een hogere olieprijs? Of dat daarmee de macht van Washington en Wall Street afneemt? In Europa hebben Duitsland en Frankrijk al lange tijd een 'overwicht' en dat beschouwt Hofland als doodnormaal. Zoals uit de geschiedenis blijkt kan Iran bogen op een veel kosmopolitischere cultuur dan bijvoorbeeld het naar binnen gekeerde provincialisme van het zionisme dat op een agressieve combinatie van superioriteitsgevoel en minderwaardigheidscomplex is gefundeerd. Maar over dit alles zwijgen Hofland en alle andere mainstream-praatjesmakers in de polder domweg omdat zij niet geïnformeerd zijn en met hun pedante gekwek in Nederland wegkomen. Habashi:
That cosmopolitanism is the modus operandi of the anti colonial modernity that has been the result of more than two hundred years of fighting against colonialism, wherein a new historical person has been born who is neither European in modernity nor Islamic (Oriental) in the presumptions of any tradition — but a historical person with at once local and global agency, and in this particular case with a proverbial Persian accent to her or his prose and poetry of dissent and defiance.
Moskee van Isfahan.
Als blanke Europese woordvoerder van de economische elite zal Hofland zich nooit verplaatsen in de positie van de onderdrukte, waardoor hij ook niet kan beseffen dat de 'single most definitive fact of our lives, over the last two hundred years has been our consistent battle against the colonial and imperial domination of our destiny,' aldus Dabashi. Hoe moet de intellectueel gecorrumpeerde spreekpop van de 'masters of the universe' beseffen dat
Our modernity, as a result, is not attained via a borrowed piece, or a stolen page, of a promissory note from European Enlightenment; for ours is a modernity that we have earned on the battlefields of our anti colonial struggles, a struggle we have shared with our neighbors and comrades from Asia to Africa to Latin America, with comrades in the equally brutalized sites internal to the so-called cosmopolitan West.
Hoe waar deze woorden zijn, demonstreert, of all people, Henk Hofland zelf. Het wil niet tot zijn botte hersenen doordringen dat wanneer hij het nazi-bombardement op Rotterdam kwalificeert als 'één van de grootste misdaden' in de geschiedenis, precies hetzelfde opgaat voor de Amerikaanse bombardementen op Hiroshima, Hanoi, Bagdad, Afghanistan, Irak, Libië en de toekomstige bombardementen op bevolkingscentra, die Hofland in De Groene Amsterdammer impliciet aanprijst als de, ik citeer: 'Libische manier.' Hoflands autisme verhindert hem in te zien dat volgens het internationaal recht en de moraliteit zijn 'Libische manier' een even 'enorme infame daad' is als het bombardement op Rotterdam. Het enige verschil is dat vandaag de dag de burgerslachtoffers veel talrijker zijn dan op 10 mei 1940. De Derde Wereld is inderdaad 'equally brutalized' door de westerse koloniale machten, inclusief Nederland, en dit alles met steun van de 'vrije pers.' Niets heeft Hofland en zijn claque van de Tweede Oorlog geleerd, behalve dan misschien dat als zij harder meppen dan hun tegenstander, zij winnen, maar dat is niet meer dan de wijsheid van de mafiosi. Niet alleen zitten 'we' in de polder nu opgescheept met een misdadig politiek regime, dat vanuit het Pentagon, Wall Street en het Witte Huis wordt aangestuurd, maar bovendien met een tot op het bot moreel gecorrumpeerde zelfgenoegzame 'politiek-literaire elite.' Zij is intellectueel geenszins voorbereid op de grote omwenteling waarvan het begin zich al voltrekt. Ik eindig deze aflevering met de scherpzinnige Hamid Dabashi wiens laatste woorden van zijn boek Iran. A People Interrupted de volgende zijn:
The abiding fact that determines the cosmopolitanism I propose here and shapes the anti colonial modernity that becomes the breeding ground of historical agency is history itself. For much of the rest of the world, those with the patience of a solemn river running quietly through the elongated valleys of any notion of home and habitat, history has not ended. For them history has just begun — for they have just entered it, for they never exited it. Them is also us — for the anti colonial modernity I propose here embraces as much the disenfranchised and radicalized minorities within the so-called Metropolitan West as much as it does the rest of the world — and thus the only way that Americans can help promote democracy in Iran or anywhere else in the world is by first and foremost restoring and safeguarding it in their own country.
Hofland was de journalist van de bloedigste eeuw in de geschiedenis. Om de economische belangen van de westerse metropolis te dienen, werd met grof geweld de periferie onderdrukt en uitgebuit, en gingen de koloniale machten op zoek naar Lebensraum elkaar afslachten. Inmiddels is het Westen niet langer meer de enige metropolis. In het oosten is een nieuwe economische macht opgestaan. Het enige dat Hofland kan doen, is naar het koloniale verleden verlangen, maar meer ook niet. De ondergaande zon kan men beschrijven maar niet tegenhouden, merkte Kierkegaard eens op. Sommige fenomenen zijn zo eenvoudig om te begrijpen dat het verbijsterend is hoe stupide de polder-intelligentsia kan zijn. De stem van Hofland is die van de periferie geworden. 'We' leven in de 21ste eeuw. Volgende keer meer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten