Hoor, ik zeg jullie, arme donders, altijd de lul in 't leven, geslagen,
uitgeperst, eeuwig en altijd zwetend, ik waarschuw jullie dat als de groten
van deze aarde interesse voor jullie beginnen te krijgen, dan is 't omdat ze op
het slagveld gehakt van jullie willen maken... Dat is het teken... 't Kan niet
missen.
Louis-Ferdinand Céline. Reis naar het einde van de nacht. 1932
Niets dat mainstream-opiniemaker Hofland zo haat als te worden tegengesproken. En daarom wordt zijn autoriteit door de 'politiek-literaire elite' in de polder hoogst zelden met fundamentele argumenten bekritiseerd. Men mag op detailpunten van mening verschillen, maar de opinies van het regentendom kunnen sinds de jaren tachtig, opnieuw, niet meer wezenlijk worden betwist. Vandaar dat men zelden tot nooit een echte discussie in de Nederlandse media aantreft. De middelmaat regeert hier, en omdat de misselijk makende middenstandsmentaliteit altijd en overal conformisme afdwingt, keek ook niemand van de polder-intelligentsia bevreemd op toen Neerlands troetel 'historicus' Geert Mak op 2 november 2012 publiekelijk verklaarde dat hij en zijn collega 'chroniqueurs van het heden en verleden,' hun taak, 'het "uitbannen van onwaarheid," niet serieus genoeg' nemen. Zijn diagnose veroorzaakte geen enkele publieke discussie, zelfs niet nadat deze EU-propagandist hieraan had toegevoegd dat nu 'op Europees en mondiaal niveau een misvorming van de werkelijkheid plaats[vindt] die grote consequenties heeft.' Het bedrog is zeker niet nieuw, sterker nog: de huidige situatie lijkt sprekend op die ten tijde van het interbellum, toen de kritische Franse intellectueel Julien Benda La Trahison des Clercs (1927) schreef om het verraad van de gecorrumpeerde 'politiek-literaire elite' aan te klagen, door het nationalisme, militarisme, de xenofobie, het racisme en provincialisme aan de kaak te stellen, benevens haar gebrek aan rationalisme en kosmopolitisme te laten zien. De geschiedenis herhaalt zich zeker in Nederland, ook nu is er sprake van het verraad van de 'intellectuelen.' Zij verraden de unieke taak, die eigen is aan ‘a breed apart.’ De polder-intelligentsia verzaakt ‘the ideal of disinterested judgement and faith in the universality of truth,’ zoals de Amerikaanse cultuurcriticus Roger Kimball het samenvatte in de inleiding van de Engelse vertaling van Benda's scherpzinnig betoog. De geschoolden, zo merkte Benda, ‘desire to abase the values of knowledge before the values of action.’ Zij zijn gebiologeerd door ‘the cult of success’ en gaan er vanuit dat 'politics decides morality.' Hij stelde dat
[i]t is true indeed that these new 'clerks' declare that they do not know what is meant by justice, truth, and other 'metaphysical fogs,' that for them the true is determined by the useful, the just by circumstances.
Ziedaar types als Henk Hofland, Geert Mak en hun aanhang, geportretteerd als postmodernisten avant la lettre. Precies 85 jaar voordat Mak in 2012 toegaf dat hij en zijn collega's de 'onwaarheid' niet 'uitbannen,' en 88 jaar voordat Hofland in 2015 met oneigenlijke argumenten zijn steun aan geweld opnieuw manifesteerde,
Benda understood that the stakes were high, the treason of intellectuals signaled not simply the corruption of a bunch of scribblers but a fundamental betrayal of culture,
zo schreef Kimbal in zijn inleiding, daarbij verwijzend naar de 'the ethic of Callicles,' een sofist die in Plato's dialoog Gorgias in een discussie met Socrates betoogt dat 'het natuurlijk en rechtvaardig is dat de sterkste de zwakkere domineert,' en dat het onrechtvaardig (in de betekenis van onnatuurlijk) zou zijn om door rechtsregels de macht van de sterkere aan banden te leggen, een opvatting die we bijna tweeënhalf millennia later nog steeds aantreffen bij Geert Mak en Henk Hofland, wanneer eerstgenoemde stelt dat de VS ‘decennialang als ordebewaker en politieagent' in de wereld 'fungeerde' en de 'beste journalist van de twintigste eeuw' op zijn beurt spreekt van 'het vredestichtende Westen' dat door 'een populistisch alarmisme' wordt belemmerd om een 'uitvoerbare oplossing,' te presenteren, te weten grootscheeps geweld dat zijn voorbeeldige rol als 'vredestichter' kan waarmaken, zoals meer dan vijf eeuwen westers koloniale en neo-koloniale terreur kennelijk heeft aangetoond. Het internationaal recht wordt hierbij door de westerse mainstream-pers moeiteloos terzijde geschoven als een irrelevant detail, net zoals voor haar de miljoenen burger-slachtoffers niet meer zijn dan 'collateral damage,' slechts 'bijkomende schade.' In deze opvatting verschillen de Hoflanden en Makken in niets van die van meedogenloze Romeinse keizers uit de oudheid, genadeloze tsaren uit de zestiende eeuw, of fascisten en neo-nazi's uit de het moderne Europa. 'Might is Right,' de macht bepaalt wat recht is, en de opiniemakers van de commerciële media hebben zich tot taak gesteld dit onrecht te rechtvaardigen tegenover hun publiek. In de bekroonde documentaire The Fog of War: Eleven Lessons from the Life of Robert S. McNamara (2003) verklaarde deze voormalige Amerikaanse minister van Defensie (1961–1968) over de Amerikaanse bombardementen op Japanse steden tijdens de Tweede Wereldoorlog: 'we were behaving as war criminals. LeMay recognized that what he was doing would be thought immoral if his side had lost.'
Ter verduidelijking: de Amerikaanse generaal-majoor Curtis LeMay gaf 'leiding aan B-29 operaties tegen Japan, waaronder de grootschalige vuurbombardementen tegen 64 Japanse steden,' waarbij naar schatting 'meer dan een miljoen Japanse burgers' omkwamen en van '32 steden de bebouwde kom volledig verwoest' werd. Desondanks zijn de Hoflanden en Makken zelfs nog na de 'shock and awe'-campagne in ondermeer Irak in staat dit terroristisch geweld, gericht tegen de burgerbevolking, te verdedigen met evenveel enthousiasme als Callicles dit in de oudheid deed. Nogmaals Kimbal over Benda:
By embracing the ethic of Callicles, intellectuals had, Benda reckoned, precipitated 'one of the most remarkable turning points in the moral history of the human species.'
Benda toonde aan dat
It is impossible to exaggerate the importance of a movement whereby those for twenty centuries taught Man that the criterion of the morality of an act is its disinterestedness, that good is a decree of his reason insofar as it is universal, that his will is only moral if it seeks its law outside its objects, should begin to teach him that the moral act is the act whereby he secures his existence against an environment which disputes it, that his will is moral insofar as it is a will ‘to power,’ that the part of his soul which determines what is good is its ‘will to live’ wherein it is most ‘hostile to all reason,’ that the morality of an act is measured by its adaptation to its end, and that the only morality is the morality of circumstances. The educators of the human mind now take sides with Callicles against Socrates, a revolution which I dare to say seems to me more important than all political upheavals.
Vandaar ook dat de westerse mainstream-opiniemakers oorzaak en gevolg angstvallig blijven verzwijgen, en de zelfbenoemde vijand blijven demoniseren, terwijl tegelijker moet worden verzwegen dat door de westerse interventies in Afghanistan, Irak, Libië, Syrië, Oekraïne en Yemen deze landen in totale chaos en burgeroorlogen zijn gestort. Ondertussen blijven de Makken en Hoflanden druk bezig nieuw geweld te bepleiten, geheel in lijn met de 'big stick doctrine' die de Amerikaanse buitenlandse politiek vanaf het begin heeft bepaald en die ruim een eeuw geleden door president Theodore Roosevelt als volgt werd aangeprezen: 'speak softly, and carry a big stick,' een officieel politiek beleid waarbij Washington begint met 'vreedzame onderhandelingen,' maar 'simultaneously threatening with the big stick,' oftewel 'the military,' en die doctrine
ties in heavily with the idea of Realpolitik, which implies a pursuit of political power that resembles Machiavellian ideals. Compare to the term Gunboat diplomacy, as used in international politics by imperial powers.
Roosevelt beschreef deze typisch neo-kolonialistische buitenlandse politiek als 'the exercise of intelligent forethought and of decisive action sufficiently far in advance of any likely crisis.' Om dit agressieve beleid bij het grote publiek, dat geld en kanonnenvoer moet leveren, te rechtvaardigen dient de 'politiek-literaire elite' de terreur in hoogdravende morele retoriek te verpakken. Het probleem voor het corrupte 'democratische' gezag is nu dat de even gecorrumpeerde 'vrije pers' door de komst van internet niet meer het monopolie bezit op de berichtgeving en dus niet meer als enige kan bepalen wat waar is en wat niet. Vandaar het gejammer van Henk Hofland over de teloorgang 'bij een zeer groot deel van het publiek' in '[z]owel West-Europa als in Amerika' van 'de vaderlandslievende eerzucht en de strijdlust.' Dit is een groot probleem geworden, aangezien de Hoflanden, Makken en hun 'elite' natuurlijk niet zelf hun leven willen offeren voor hun zo vurig beleden idealen. Het zijn altijd anderen die de prijs moeten betalen voor de 'democratie en mensenrechten,' die de macht met de mond belijden. En ook al probeert de nestor van de polderpers in De Groene Amsterdammer elke week weer zoveel mogelijk angst te verspreiden met beweringen als 'Een kernmacht die Amerika en Israel haat betekent een dodelijk gevaar voor de wereldvrede,' dan nog toont 'het volk' met zijn stuitend gebrek aan 'vaderlandslievende eerzucht' en 'strijdlust' geen enkel teken om met een kadaverdiscipline, in rotten van vijf, tegen de Iraanse 'vijand' op te trekken. En bestaat al helemaal weinig 'oorlogsenthousiasme' om tegen het Rusland van 'Poetin' een 'frischer fröhlicher Krieg' te beginnen, terwijl het volgens Hofland in De Groene 'noodzaak [is] voor het Westen om grenzen aan de Russische expansie te stellen.' Immers, 'We naderen het stadium waarin van Poetin alles te verwachten valt.' De suggestie wordt gewekt dat voordat 'we' het weten Russische tanks via de Lüneburger Heide massaal optrekken om zo snel mogelijk bij het Fontana Bad in Nieuweschans de Nederlandse grens te passeren, op weg naar Amsterdam om daar in Oud-Zuid Henk Hoflands computer ogenblikkelijk in beslag te nemen, zoals die 'rot Duitsers' tijdens de Tweede Wereldoorlog dat deden met 'onze' fietsen!
Hoewel Hoflands voorstelling van zaken voor een ontwikkeld mens zo absurd is dat zij op de lachspieren werkt, moet zijn waanbeeld toch serieus worden genomen, omdat de moderne geschiedenis van het verlichte en vanzelfsprekend 'vredestichtende Westen' heeft aangetoond hoe grotesque propaganda op den duur uiterst desastreus kan uitwerken. Dit geldt evenzeer in de 21ste eeuw. Wanneer de opiniemaker maar lang genoeg zijn onwetend publiek blijft bestoken met dezelfde propaganda, wordt zelfs het meest absurde de ultieme waarheid. Door telkens weer een druppeltje gif toe te voegen ontstaat het gewenste mengsel, waarbij 'fear cuts deeper than swords,' zoals de schrijver van serie A Game of Thrones, George R.R. Martin, terecht heeft opgemerkt. Het verspreiden van angst en horror heeft wereldwijd 'attracted record numbers of viewers… and obtained an exceptionally broad and active international fan base. It received widespread acclaim by critics… The series has won numerous awards and nominations.'
Hofland gebruikt dezelfde populistische technieken, elke column van hem speelt in op de gecultiveerde, maar tegelijk, existentiële angsten voor De Ander, de vreemdeling, die volstrekt andere waarden en gebruiken lijkt te hebben en daardoor als bedreiging voor het collectief wordt gezien. De Ander bedreigt de status quo, waardoor de belangen van de elite worden benadeeld. Dit kan niet worden geaccepteerd omdat elke samenleving gevormd is naar het beeld van de 'elite.' Elke maatschappij wijst alle burgers hun plaats, net als op een renaissancistisch schilderij onder de vader, de zoon en de heilig geest, de engelen en daar weer onder de gewone stervelingen hun aangewezen plaats innemen. De meeste mensen leven onderaan de ladder die tot hoog in de hemel rijkt, maar zodra de als natuurlijk gepresenteerde orde ongestraft wordt geschonden, stort de hele constructie in, en verliezen de Hoflanden hun met veel moeite verworven plaats in het bestel. Vanuit deze optiek moeten Hoflands lezers begrijpen wat de grijze éminentie bedoelt wanneer hij stelt dat 'geen natie' op aarde zonder een dienstbare 'politiek-literaire elite[kan].' Gezien vanuit het standpunt van de macht, voor wie hij schrijft, heeft de oude rot in het vak gelijk: zonder opiniemakers die erin slagen de ware drijfveren van de machtigen achter fraai klinkende bewoordingen te verhullen, zakt de hiërarchie als een pudding ineen. Dit is tevens het thema van Kavafis' beroemde gedicht In Afwachting van de Barbaren 1898 dat in de vertaling van Mario Molegraaf en Hans Warren als volgt eindigt:
- Waarom begint er nu opeens die onrust
en die verwarring (Wat werden de gezichten ernstig).
Waarom lopen snel straten en pleinen leeg,
en keert ieder naar huis, verzonken in gedachten?
Omdat de nacht viel en de barbaren niet kwamen.
Enkele lieden, net binnen uit de grensstreek,
zeiden dat er geen barbaren meer zijn.
Wat moet er nu van ons worden, zonder barbaren.
Die mensen waren tenminste een oplossing.
De 'barbaren' van buiten de poorten zijn altijd 'een oplossing' voor de 'barbaren' die onder ons leven. Zonder 'barbaren' zou Hofland zijn 'oorlogsenthousiasme' nooit kunnen gebruiken om zijn eigen agressieve driften tot gelding te laten komen. En dus beweert hij in De Groene dat de 'druk op Teheran onverminderd gehandhaafd [moet] worden,' met of zonder 'De bom van Iran,' zoals de niet-bestaande Iraanse kernbom demagogisch heet om zoveel mogelijk angst te verspreiden. Iran is 'tenminste een oplossing' om Hofland bij het mainstream-publiek geloofwaardigheid te verlenen, en om zijn karige AOW wat op te krikken. Het bestaan van een broodschrijver in Nederland mag dan zelden aangenaam zijn, maar zijn drijfveren blijven, in tegenstelling tot die van de goden, buitengewoon eenvoudig te ontrafelen. Just Follow the Money! In de neoliberale realiteit gaan Bertolt Brecht's woorden 'Erst kommt das Fressen, dann kommt die Moral' al geruime tijd niet meer op. Het is nu 'Erst kommt das Fressen,' en 'dann kommt das Fressen schon wieder,' want 'mein lieber Freund, es gibt keine Moral mehr,' omdat een materialistische cultuur domweg geen hogere waarde kent. Die cultuur draait om 'vreten' of 'gevreten worden.' Dat de moraal daarbij nooit concreet heeft bestaan werd nog eens onderstreept na de wapenstilstand in 1918, die een einde maakte aan de Eerste Wereldoorlog. De 82-jarige generatiegenoot van Henk Hofland, de Zweedse journalist en auteur, Sven Lindqvist, schreef in zijn boek A History of Bombing (2001) dat destijds in Groot-Britannië
a demand was made that the German pilots who had bombed London be brought to trial as war criminals. The British Air Ministry protested. Trials of that sort 'would be placing a noose round the necks of our airman in future wars.' Since the aim of the British air attacks against German cities had been 'to weaken the morale of civilian inhabitants (and thereby their 'will to win') by persistent bomb attacks which would both destroy life (civilian and otherwise) and if possible originate a conflagration which should reduce to ashes the whole town,' the application of the Hague Convention in these cases would defeat the very purpose of bombardment.
This was top secret. Publicly the air force continued to say something quite different, just as the navy had done throughout the 19th century. This was the best tack to take, wrote the air staff in 1921: 'It may be thought better, in view of the allegations of the "barbarity" of air attacks, to preserve appearances by formulating milder rules and by still nominally confining bombardment to targets which are strictly military in character… to avoid emphasizing the truth that air warfare has made such restrictions obsolete and impossible.'
de verzamelnaam voor een groot aantal verschillende grootschalige inbreuken op de mensenrechten. De benaming 'misdaden tegen de menselijkheid' wordt binnen het internationaal recht gebruikt voor de moorddadige vervolging van een groep mensen als eerste en belangrijkste aanklacht. Het begrip werd voor het eerst gebruikt in de inleiding van de Vredesconventie van Den Haag in 1907, en vervolgens toegepast tijdens de processen van Neurenberg, omdat vergrijpen zoals de Holocaust niet een specifiek verdrag schonden, maar wel zwaar bestraft dienden te worden.
De Shock and Awe-strategie van de NAVO, onder aanvoering van de VS, is dus een eufemisme voor 'misdaden tegen de menselijkheid,' en wel omdat in de praktijk bij massaal geweld er geen onderscheid wordt gemaakt tussen burgers en militairen. Een moderne oorlog is per definitie een permanente grootscheepse schending van de het recht, zo weet elke deskundige en elk slachtoffer uit ervaring.
Curtis LeMay, die opklom tot stafchef van de Amerikaanse luchtmacht, vatte de militaire en politieke opvatting als volgt samen:
There is no such thing as an innocent civilian.
De inzet tijdens de Vietnam Oorlog was al even simpel:
We will bomb them back to the Stone Age.
In de met een Oscar bekroonde documentaire The Fog of War (2003) wierp McNamara de vraag op:
Why was it necessary to drop the nuclear bomb if LeMay was burning up Japan?
'Necessary' of niet, 'Shock and Awe' is de militaire strategie waarmee het Westen zijn hegemonie probeert te consolideren. In de woorden van de Amerikaanse geleerde, wijlen Samuel Huntington:
the West won the world not by the superiority of its ideas or values or religion, but rather by its superiority in applying organized violence. Westerners often forget this fact, non-Westerners never do.
Iedere militair, politicus, academicus, journalist weet dit. In zijn boek De Natuurlijke Historie van de Verwoesting (2004) wees de veel gelauwerde Duitse auteur en hoogleraar Europese Literatuur, wijlen W.G. Sebald, erop:
Van een insectenkolonie verwacht je niet dat ze verstart van verdriet om de verwoesting van een naburige mierenhoop. Maar van de menselijke natuur verwacht je een zekere mate van empathie.
Dit inlevingsvermogen bezitten de 'democratische' politici niet. Hun taak is het verdedigen van de belangen van de economische en financiële 'elite.' Als spreekbuis van de gevestigde orde kent ook Henk Hofland geen enkele 'empathie' voor de miljarden slachtoffers van het door hem gepropageerde systeem. Hij suggereert voortdurend dat na vijf eeuwen uiterst gewelddadig westers expansionisme en een eeuw-lang gewelddadige interventies in het islamitische Midden-Oosten en de Maghreb, het Westen daadwerkelijk 'vredestichtend' is, en daarom 'de international druk op Teheran onverminderd gehandhaafd [moet] worden.' Dat de lezer van De Groene Amsterdammer deze propaganda voor zoete koek slikt is duidelijk, maar uit mijn reizen door de islamitische regio en na het lezen van het werk van vooraanstaande buitenlandse deskundigen weet ik dat de islamitische bevolking een geheel andere visie heeft. Als slachtoffer van de westerse alles verwoestende realpolitik kan zij zich de luxe van Hoflands leugen absoluut niet veroorloven. Alleen al het afgelopen decennium heeft bondgenoot de VS, al dan niet met steun van de NAVO, vijf landen in totale chaos veranderd: Afghanistan, Irak, Libië, Syrië, en Yemen. En wanneer onder andere Henk Hofland blijft beweren dat vanwege humanitaire overwegingen nieuwe gewelddadige westerse interventies noodzakelijk zijn, dan is de enige conclusie gerechtvaardigd dat de 87-jarige journalist nog meer bloedige burgeroorlogen wil laten uitlokken. Zzo zijn we weer terug bij de figuur Callicles en de Franse intellectueel Julian Benda. Al in het interbellum schreef hij over wat de Nederlandse historicus Ewoud Kieft het 'Oorlogsenthousiasme' noemt:
Our age is indeed the age of the intellectual organization of political hatreds. It will be one of its chief claims to notice in the moral history of humanity… All these passions of today… have discovered a ‘historical law,’ according to which their movement is merely carrying out the spirit of history and must therefore necessarily triumph, while the opposing party is running counter to this spirit and can enjoy only a transitory triumph. That is merely the old desire to have Fate on one’s side, but it is put forth in a scientific shape. And this brings us to the second novelty: Today all political ideologies claim to be founded on science, to be the result of a ‘precise observation of facts.’ We all know what self-assurance, what rigidity, what inhumanity … are given to these passions today by this claim.
To summarize: Today political passions show a degree of universality, of coherence, of homogeneousness, of precision, of continuity, of preponderance, in relation to other passions, unknown until our times. They have become conscious of themselves to an extent never seen before. Some of them, hitherto scarcely avowed, have awakened to consciousness and have joined the old passions. Others have become more purely passionate than ever, possess men’s hearts in moral regions they never before reached, and have acquired a mystic character which had disappeared for centuries. All are furnished with an apparatus of ideology whereby, in the name of science, they proclaim the supreme value of their action and its historical necessity. On the surface and in the depths, in spatial values and in inner strength, political passions have today reached a point of perfection never before known in history. The present age is essentially the age of politics.
En die politiek, gebaseerd op ideologie, leidt tot het bevredigen van de bloeddorst waarmee Hofland en zijn 'politiek-literaire elite' in de polder zichzelf van een status en inkomen verzekeren. Inderdaad, voor hen geldt Benda's diagnose dat 'politics decides morality.' Meer over hun psychische stoornis later.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten