donderdag 20 februari 2014

De Mainstream Pers 149



'Niemand is in staat zijn ideologieën, kleren, omgangsvormen en gewoonten sneller te veranderen dan de kleinburger,' schreef Hans Magnus Enzensberger ooit. 'Hij is een nieuwe Proteus, leergierig tot aan identiteitsverlies toe. Steeds op de vlucht voor het verouderde snelt hij achter zichzelf aan.' De arbeidersklasse en de hogere bourgeoisie mogen het soms politiek moeilijk hebben, ze weten dat ze onmisbaar zijn. 'De kleine burgerij daarentegen,' aldus Enzensberger, 'moet voortdurend vechten met het gevoel dat ze overbodig is.'

Zo citeerde in 1992 Geert Mak met instemming deze Duitse intellectueel. Dat was precies twintig jaar voordat hij Enzensberger een ‘grumpy old,’ man betitelde, omdat die sceptisch was over de ‘Europese eenwording’ en daardoor in de ogen van de EU-propagandist 'alles' zou hebben 'opgegeven.’ Kennelijk was Enzensberger toen nog geen 'grumpy old' man. Of Mak is dus veranderd of Enzensberger. Ik stel bij deze dat Mak is veranderd, dat wil zeggen: bij gebrek aan een doorleefde identiteit heeft hij zich als een brave kleinburger aangepast aan de mores van het neoliberale Westen. Al enige tijd probeer ik aan te tonen dat 'Op de vlucht voor het verouderde hij achter zichzelf aan[snelt].' Dit opportunisme heeft meer nog dan waar ook juist in Nederland een hoge vlucht genomen. Eén blik op straat en men ziet dat bijna alles in de consumptiemaatschappij nu in het Engels wordt aangeprezen, in een poging eigentijds te lijken. Zelfs de bakker kondigt zijn waar aan als 'BREAD.' Geen land waar het calvinistisch fundamentalisme zo snel omsloeg in radicale secularisatie als Nederland. Een kleinburgerlijke samenleving als hier kent geen traditie, geen spil waar alles om heen draait, en men is daar ook nog eens trots op. De misselijk makende middenstandsmentaliteit in Nederland heeft onvermijdelijk  bestseller-auteur Mak zwaar geïnfecteerd, niet alleen fysiek maar vooral ook geestelijk. Zeker hij, als zoon van een dominee, kent de angst 'misbaar' te zijn, en dus moet ook hij 'voortdurend vechten met het gevoel dat' hij 'overbodig is.' Ik zal daarom  de rest van Enzensberger's tekst citeren die Mak bewust eruit heeft gelaten omdat die zo duidelijk op hemzelf slaat. In zijn Critical Essays, in 1982 in het Engels verschenen, schreef de Duitse auteur namelijk dat de middenklasse

constantly has to struggle with a sense of its own superfluity. Cynicism is the privilege of the ruling class. But the self-suppressing class is concerned with justification: it is constantly seeking its own meaning. It is ingenious as it it amoral, though ever in need of morality. In rationalization and self-doubt it has attained a state of solitary mastery. But its self-criticism and self-rejection are of limited extent. A class cannot get rid of itself. Thus the doubts, the exhaustion of the middle-class function, in the last analysis, as a stimulus and a pleasure. To shake its complacency is child's play. But to turn it from itself is an impossibility. The middle class is constantly questioning itself: it is the experimental class par excellence. But this self-critical process serves only to sustain and expand its own sphere. There is a method to its self-undermining: purposefully, it is put to service of a strategy that in fact clings to the illusion of security.

Deze perfecte omschrijving verklaart waarom Geert Mak 'in need of morality' aan mij kan schrijven

Het probleem met jou is dat je verdomd vaak gelijk hebt, en dat het vaak geen prettige mededelingen zijn die je te melden hebt… Jij ziet veel dingen scherper en eerder, maar… ik kan niet zonder hoop, Stan, dat klinkt misschien wat pathetisch, maar het is toch zo,

en tegelijkertijd volledig datgene kan negeren wat ik 'veel... scherper en eerder' heb gezien, want 'There is a method to its self-undermining: purposefully, it is put to service of a strategy that in fact clings to the illusion of security.' Die illusie van 'security,' waaraan Mak en zijn mainstream publiek zich vastklampen, is de irrationele 'hoop' dat een of andere 'verlossing' hen zal redden. Op die manier heeft Geert Mak een eigen niche weten te scheppen als opiniemaker van de mainstream, hij is als het ware een hedendaagse dominee. 


Hoe snel de tijd kan veranderen blijkt wel uit het feit dat twee decennia nadat Mak Enzensberger als deskundige opvoerde, ook 'de arbeidersklasse' inmiddels 'overbodig is' geworden omdat het vuile en zware werk nu naar ontwikkelingslanden is overgeplaatst, waar de arbeider veel goedkoper is en de milieuwetten nog minder effectief. Karl Marx merkte op dat het kapitalisme 'de arbeider alleen maar als werkdier,' kent 'als een tot de meest elementaire levensbehoeften teruggebracht stuk vee.' En zodra het 'vee' elders meer winst oplevert dan wordt het 'vee' hier te lande 'overbodig,' immers zoals iedereen weet zal 'Elke organisatie pogen tegen de laagst mogelijke prijs grondstoffen, arbeidskrachten en machinerie te verwerven om daarmee een product samen te stellen dat tegen de hoogst mogelijke prijs kan worden verkocht,' aldus Alain de Botton in zijn boek Statusangst (2004). De Britse filosoof voegt hieraan toe dat ondanks de zogeheten vooruitgang in een kapitalistische consumptiemaatschappij als eerste geldt dat

arbeiders instrumenten [blijven] in een proces waarin hun eigen geluk of economisch welzijn noodzakelijkerwijs een bijkomstigheid is. Ook al ontstaat er nog zo'n goede verstandhouding tussen werkgever en werknemers, ook al leggen de arbeiders nog zo'n welwillendheid aan de dag en ook al hebben ze zich nog zoveel jaren voor hun werk ingezet, ze zullen moeten leven met de wetenschap en de daarbij behorende angst dat hun status niet gegarandeerd is — dat die altijd zal afhangen van zowel hun eigen prestaties als de economische levensvatbaarheid van hun organisaties, en dat ze daarom een middel zijn om winst te behalen en nooit, zoals ze in hun hart altijd zullen blijven wensen, een doel op zich. 

Het is een natuurlijke menselijke behoefte om gerespecteerd te worden, om de eigen waardigheid bevestigd te zien, om het gevoel te hebben ergens bij te horen, gewaardeerd te worden. De mens is een sociaal wezen, afhankelijk van de ander. Het punt is nu dat er 'een groeiende ongelijkheid in de wereld, en met name een stijgend bewustzijn van deze ongelijkheid,' aldus de grote Poolse journalist Ryszard Kapuściński in zijn boek De Ander (2006). Het blanke, christelijke Europa heeft 'gedurende vijf eeuwen de wereld gedomineerd. Niet alleen op het politieke en economische, maar ook op het culturele vlak. Europa legde de godsdienst op, bepaalde de wetten, normen en waarden, gedragspatronen en talen. Onze betrekkingen met de Anderen waren altijd al asymmetrisch. Van onze kant waren deze betrekkingen onveranderlijk heerszuchtig, apodictisch en paternalistisch van aard.' Vandaag de dag is evenwel deze houding definitief onhoudbaar geworden, hoeveel geweld het Westen ook in de strijd gooit. Het probleem is nu dat 'Europa, nog steeds gesloten en versteend in zijn eurocentrisme, niet [lijkt] te merken — of liever niet [wil] merken — dat verscheidene buiten-Europese beschavingen op onze planeet aan belang winnen,' terwijl toch 'Zo'n vijfhonderd jaar van ongelijke en oneerlijke ordening ertoe [leidde] dat de betrokkenen veel sterke gewoonten ontwikkelden.' 

Deze historische omslag dringt niet werkelijk door tot de zogeheten 'politiek-literaire elite' in Nederland. Zo concludeerde Geert Mak nog aan het slot van zijn boek In Europa dat 'Europa als vredesproces een eclatant succes [was]. Europa als economische eenheid is ook een eind op weg,' zonder acht te slaan op het feit dat na 1945 de Europese koloniale mogendheden betrokken waren geweest bij talloze gewapende conflicten, nog afgezien van de steun aan het Amerikaanse geweld overal ter wereld. Bovendien negeerde Mak het feit dat het kapitalisme dertig jaar eerder de fase was het neoliberalisme was ingegaan, met alle consequenties van dien, zoals het overplaatsen van werk naar lage lonen landen, de stijgende structurele werkloosheid, de voortdurende bezuinigingen en de kredietcrisis die vier jaar na het verschijnen van zijn boek in volle hevigheid uitbrak. Maar misschien wel het allerergste is het feit dat Mak geen enkel oog heeft voor dat wat de mens tot een volwaardig mens maakt: zelfrespect, waardigheid, liefde, alle drie zaken die geen rol spelen in het kapitalistische productie- en consumptiemodel. Alain de Botton:

Dat zo'n onzeker arbeidsverband een belangrijke rol speelt, heeft niet alleen met geld te maken. Het heeft, om terug te keren naar ons eerste thema, ook te maken met liefde en met het feit dat werk de bepalende factor is voor de hoeveelheid respect en aandacht die we krijgen. Van ons antwoord op de vraag wat we doen — normaal gesproken de eerste waarop we bij een kennismaking reageren — hangt veelal af met hoeveel egards men zal besluiten ons tegemoet te treden.

En hoe spijtig het ook is voor onze gemoedsrust, de zekerheid met een voldoende indrukwekkend antwoord op de proppen te kunnen komen is ons zelden gegeven. Het hangt af van de pieken en dalen van economische grafieken, van strubbelingen op de handelsmarkt en van de grillen van geluk en inspiratie — terwijl onze behoefte aan liefde anderzijds onveranderd blijft, even sterk en constant als in onze kindertijd. Deze wanverhouding tussen onze behoeften en de onzekere omstandigheden in de wereld, vormt een onwrikbare pijler voor onze statusangsten.


Wij leven in een systeem waarin een mislukking als bijvoorbeeld 

Financiële tegenslag… als verdiend [wordt] beschouwd, waarbij werkloosheid iets van de schande vertegenwoordigt die in krijgshaftige tijden voor fysieke lafheid was weggelegd. Geld heeft een ethische waarde gekregen. Het bezit ervan zegt iets over de deugden van de eigenaar, net als de materiële goederen die men ermee kan kopen… het bezit van een oude auto of een vervallen huis [doet] morele gebreken vermoeden.

Dat gevoel is alles overheersend geworden. Vandaar ook dat toen de gereformeerde ouders van Geert Mak in het interbellum werden uitgenodigd om bij de gereformeerde politicus Hendrik Colijn langs te komen zij

Hun aftandse auto niet [durfden] te parkeren in de straat waar de grote voorman woonde,

zoals Geert Mak in De eeuw van mijn vader schreef. Opmerkelijk is zijn blindheid voor het feit dat zelfrespect, waardigheid en liefde de belangrijkste elementen zijn in het leven van de mens. Wanneer hij beweert dat Europa 'als economische eenheid een eind op weg' is, verdoezelt hij de kapitalistische realiteit die ertoe leidde dat zijn ouders zich schaamden voor hun, als nederig ervaren, sociale positie. Vooral zijn vader had een maatschappelijk minderwaardigheidsgevoel, zo valt op te maken uit ondermeer de volgende woorden van zijn zoon Geert:

Mijn vader heeft zijn leven lang het gevoel gehad dat hij, als eenvoudige jongen van het Hoofd, zo'n deftig meisje van de Schiedamseweg eigenlijk niet waard was. 'Bij ons thuis: goed eten, goede kleding, maar alles puur burgerlijk,' zou hij meer dan een kwarteeuw nadien in een openhartige bui aan zijn oudste zoon schrijven. 

Gezien zijn eigen brandende ambitie om permanent bevestigd te worden door een zo groot mogelijke groep is het niet overdreven ervan uit te gaan dat ook de miljonair Geert Mak, net als zijn vader, zich wel degelijk bewust is van zijn als 'nederig' ervaren afkomst en zich daarover ongemakkelijk voelt, en zich zelfs daarvoor soms schaamt. Ik benadruk dit omdat we hier te maken hebben met een angstvallig verzwegen feit van de klassenmaatschappij waarin wij leven, en die de activiteiten van de kleinburger bepalen. Klassenloos zijn maar weinig mensen. Zeker in een super-kapitalistische handelsnatie als Nederland bepaalt bezit, vermogen, het bewustzijn en blijft gelden dat 'als je voor een dubbeltje geboren bent, word je nooit een kwartje.' Alain de Botton in Statusangst:

Geen enkel aspect van het moderne ideaal is aan zoveel kritisch onderzoek onderworpen als de link die het legt tussen rijkdom en deugd — en tussen armoede en een dubieuze moraal. In The Theory of the Leisure Class: An Economic Study of Institutions (1899) beschreef Thorstein Veblen hoe geld in commerciële samenlevingen aan het begin van de negentiende eeuw de voornaamste maatstaf werd bij de beoordeling van mensen: 

'[Rijkdom is] de conventionele grondslag voor waardering [geworden]. Het is voortaan noodzakelijk geld te bezitten om ook maar enig prestige in de gemeenschap te hebben. Het is onontbeerlijk bezit te verwerven om je goede naam te behouden […] Die leden van de gemeenschap die niet voldoen aan [een relatief hoge welvaartsnorm] zullen dalen in de achting van hun medemens. En als gevolg daarvan zullen ze ook in hun eigen achting dalen.'

Veblen suggereerde dat het in een commerciële samenleving vrijwel onmogelijk zou zijn om vast te houden aan de gedachte dat iemand deugdzaam was en tóch arm. Zelfs de meest niet-materialistisch ingestelde persoon zou zich gedwongen voelen rijkdom te vergaren en daarmee te koop lopen om zich niet te schande te maken. En hij zou zich angstig en schuldig voelen als hij daar niet in slaagde. 

Aldus wordt het bezit van een grote hoeveelheid stoffelijke zaken niet alleen een noodzaak doordat deze goederen voldoening schenken (al doen ze dat soms), maar ook doordat ze aanzien opleveren. 


De drift naar status is ziekelijk, omdat het onverzadigbaar is, zoals alleen al blijkt uit het feit dat op dit moment '85 Wealthiest People Own as Much as Half the World's Population.' Het leidt er niet toe dat de meeste pathologische gevallen ooit genoeg erkenning, bevestiging, zelfrespect, waardigheid krijgen, want ze blijven maar doorgaan met geld te verzamelen.  En hoeveel bestsellers Mak ook zal schrijven, hij zal nooit het gevoel hebben dat het schrijven van een bestseller geen doel in zich kan zijn, zeker niet als veel van zijn boeken aantoonbaar de plank volledig misslaan. De zucht naar status verklaart ook waarom de voorheen radicaal linkse Derk Sauer nu moeiteloos multimiljonair kan zijn, en waarom zoveel mainstream journalisten bewust een verkeerde voorstelling van zaken kunnen geven. Het gaat om status, dat wordt gezien als bevestiging, aandacht, respect. En daarvoor zijn veel mensen bereid om te liegen en te bedriegen. De Botton:

Het is deze opvatting, dat 'fatsoen' met rijkdom in verband moet worden gebracht — en 'onfatsoenlijkheid' met armoede — waarop de aanklacht... tegen het moderne statusideaal is gebaseerd… Status angst is de prijs die we betalen voor onze instemming met een algemeen aanvaard verschil tussen een succesvol en een mislukt leven.

De beloning van egoïsme en begeerte kan alleen maar eindigen in een algehele destructie. De 'loser,' de 'nobody,' de 'onzichtbare,' 'degene zonder stem,' 'de man die niet meetelt,' begint terug te vechten met de enige wapens waarover hij beschikt. Voor het gemak en om zichzelf te rechtvaardigen noemt het establishment dit fenomeen 'terrorisme.' In zijn boek De radicale verliezer. Over de psychologie van de zelfmoordterrorist (2006) schreef Hans Magnus Enzensberger:

Omdat ze als radicale verliezers overtuigd zijn van de waardeloosheid van hun eigen leven, laat ook het leven van alle anderen hen koud; het idee van overleven is hen vreemd.

Op dit punt aangekomen raken de uitersten elkaar, want ook voor de economische en politieke elite van het neoliberalisme geldt dat 'overleven hen vreemd' is. De gezeten burgerij in de kapitalistische wanorde staat onverschillig niet alleen tegenover de miljarden medemensen die in grote armoede proberen te 'overleven,' maar tevens tegenover het eigen 'overleven,' gezien het feit dat ze niets wezenlijks onderneemt tegen de grote gevaren die op de mensheid af denderen. Na ons, de zondvloed. En ondertussen willen degenen die in Nederland doorgaan voor intellectuelen zich Thuis In De Tijd voelen, zonder te beseffen waar hun vervreemding vandaan komt. Meer later.






1 opmerking:

AdR zei

Bij het onderdeel kunstschaatsen van de Olympische Spelen waarbij iemand met een Duitse naam brons won voor Italië moest ik hardop denken aan de dagen van guerrilla in Zuid-Tirol, die tot in de jaren zestig voortgeduurd heeft. "Dat is intussen vreedzaam geregeld," zei ik tot verwondering van medekijkers. Europa was toch vreedzaam sinds 1945?

En vreedzaam Europa, hoort daar niet ook Noord-Ierland, Baskenland bij, het Griekenland van de burgeroorlog tot 1949 (eigenlijk duurt hij nog steeds voort), Cyprus, om van Joegoslavië na 1991 maar te zwijgen?
"Vreedzaam Europa" is een leugen voor mensen met een slecht geheugen of zonder zicht op de geschiedenis.