donderdag 17 januari 2013

'Deskundigen' 84


Het is beter voor Nederland en de internationale gemeenschap dat Obama de verkiezingen wint.
Geert Mak. EO Radio, 6 november 2012.

Amerika – dat komt vaker voor – is een grootmacht die zich moet consolideren. Die had een hele sterke plek in de wereld en dat wordt minder. Het is helemaal niet verval, maar het komt op zijn eigen plek terecht. Een beetje zoals het rond 1940 was, nog steeds een grootmacht. Onder Obama kunnen Amerikanen daar meer aan gaan wennen dan onder Romney.
Geert Mak, op de EO-Radio, 6 november 2012

De regering Obama heeft niet de beloofde ‘change we can believe in’ gebracht en al helemaal niet de omslag die de Nederlandse mainstream suggereerde, alsof Obama een alternatief zou zijn voor het Amerikaans expansionisme. Ook de huidige Amerikaanse president claimt dat we are perfectly poised to make the 21st century again the American Century.’ Gefinancierd door dezelfde neoliberale macht kan hij ook niet anders. De Amerikaanse hoogleraar Geesteswetenschappen en Geschiedenis aan Villanova University, Eugene McCarraher, schreef in 2012 in het essay The Heavenly City of Business:

President Obama has done nothing to curb the drive for global hegemony – nor does he intend to, for he has always subscribed, in his lissome and idealistic way, to the tenets of covenant economics. When candidate Obama told Fortune in june 2008 ‘I still believe that the business of America is business,’ he was both announcing the ideological foundation of his presidency and proclaiming his faith in the Civilization of Business. No one who bothered to consult the ample record of Obama’s votes, publication, and interviews should have been surprised by his fealty to finance capital, his escalation of the wars in Afghanistan and Pakistan, or his reassertion of imperial prerogative when he claimed the Nobel Peace Prize in Oslo – the latter being the one indisputably audacious act of his career. As a senator, as a candidate, and as chief executive, Obama has never strayed from the central assumptions of empire as a way of being: the right and duty of the United States to control events around the world, and the centrality of corporate capitalism to the promise of American life.
The opening lines of President Obama’s inaugural address should have snuffed any hopes still nurtured by liberal bien-pensants: ‘We will not apologize for our way of life, and we will not waver in its defense.’ Declaring, like the first President Bush, that the America way of life is not negotiable, Obama signaled his unwillingness to reexamine the claims and prerogatives of empire.

Maar dat laatste kan de mainstream domweg niet begrijpen, want daarvoor is men te gehersenpoeld. De een gelooft in ‘necessary illusions,’ de ander is verblind door het verlangen naar ‘hoop,’ en de derde is zo cynisch dat het allemaal niet meer uitmaakt, zolang hij/zij er zelf maar profijt van heeft. Het kan tevens een combinatie van alle drie zijn. Bovendien is er in sommige gevallen sprake van onvoorstelbare stupiditeit. Ook onder journalisten en opiniemakers lopen dwazen rond die maar niet kunnen begrijpen dat -- in de woorden van de Amerikaanse hoogleraar Geschiedenis T.J. Jackson Lears -- ‘the role of economic interests – above all, the continuing search by capital for foreign markets, resources, and investment opportunities,’ de doordslaggevende motieven zijn bij het bepalen van de Amerikaanse buitenlandse politiek. Ook al zou de president zelf dit vertellen dan nog zouden ze het niet geloven. Iemand als bijvoorbeeld Raymond van den Boogaard, voormalig NRC-correspondent in Moskou en thans Chef Kunst van de krant van SP-multimiljonair Derk Sauer, vertelde me ongeveer twee jaar geleden zeker te weten dat ‘de Amerikanen in Irak zitten om er de democratie te vestigen.’ De in 2009 tot ‘Fellow of the American Academy of Arts and Science’ gekozen hoogleraar T.J. Jackson Lears schreef in 2011 het essay Pragmatic Realism versus the American Century waarin hij het denken van George Kennan analyseerde. Kennan was de ideologische architect van de Amerikaanse containment politiek, de hoeksteen van het westerse anti-Sovjet Unie beleid. Daarnaast was hij als hoofd van het Planningbureau van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken de opsteller van een in 1948 nog geheim rapport waarin de Amerikaanse machthebbers het volgende werd geadviseerd:

Wij hebben ongeveer 50 procent van de rijkdommen in de wereld, maar slechts 6,3 procent van haar bevolking… We moeten ophouden te spreken over vage en… imaginaire doelstellingen als mensenrechten, het verhogen van de levensstandaard, en democratisering. De dag is niet veraf dat we in pure machtsconcepten moeten handelen. Hoe minder we daarbij gehinderd worden door idealistische slogans, des te beter het is.

De Nederlandse mainstream zal in hem snel een ‘doemdenker’ zien of een Amerikaanse isolationist, maar Jackson Lears beschrijft hem als een realist:

Kennan did acknowledge the tragic limitations on all human striving. Man, he wrote in his last book, Around the Cragged Hill (1993), was a ‘cracked vessel,’ whose imperfections would always curtail and confound his aspirations. So the mature Kennan rejected ‘all messianic concepts of America’s role in the world… [all] prattle about Manifest Destiny and the American Century.’ The teleology of empire was unsupported by evidence: ‘I know of no reason to suppose,’ Kennan wrote, ‘that “democracy” along western European or American lines is necessarily, or even probably, the ultimate fate of all humanity.’ He noted the improbability of achieving noble ends by employing ignoble means. He questioned open-ended commitments to vague abstractions like ‘human rights.’ He distrusted the ideology of progress, which sanctions all sorts of mischief in the name of human betterment. Unlike Barry Goldwater or Ronald Reagan, he could genuinely claim allegiance to conservative tradition.


Volgens Mak heeft ‘Amerika’ de ‘Verlichting... uitgevoerd, als real life experiment,' maar de werkelijkheid van het imperium toont, volgens Amerikaanse deskundigen van links zowel als rechts, juist precies het tegenovergestelde. We hebben te maken met een irrationeel systeem dat in permanente staat van oorlog verkeert met mens en natuur. De historicus Jackson Lears:

Kennan deplored the secrecy and deceit of the national security state, regretfully acknowledging his own role in creating those policies. He knew all too well (as he said) that ‘there is,’ as Reinhold Niebuhr (vooraanstaande Amerikaanse theoloog. svh) so brilliantly and persuasively argued, 'no power, individual or collective, without some associated guilt.’ By the time he wrote those words, in his nineties, George Kennan had moved a long way from the providentialist assumptions of his younger days. Yet secular providentialism remains a keystone of the American civil religion. Its corollary assumption is that (contrary to Niehuhr) power and virtue are twinned.

En dus blijft ook president Obama herhalen dat

Internationally, the world is going through huge changes, but we are perfectly poised to make the 21st century again the American Century.

Er is geen andere ideologie voor handen om de Amerikaanse economische en geopolitieke belangen met geweld af te dwingen. Maar dat kan natuurlijk niet hardop worden gezegd. Vandaar dat de propaganda van opiniemakers zo belangrijk is om grootscheeps Amerikaans geweld met eufemismen te verhullen. Een illustrerend voorbeeld stond op de dag dat ik deze woorden schreef op de voorpagina van de Volkskrant, op vrijdag 11 januari 2012. Over de volle breedte van de krant liet Arie Elshout, VK-correpondent in de VS, in een ‘analyse’ zijn lezers weten dat ‘VS worden supermogendheid met afstandsbediening,’ en dat Obama ‘als aan ingrijpen niet valt te ontkomen,’ hij

dat bij voorkeur [doet] vanuit de relatief veilige lucht of met grondoperaties door Special Forces, snel erin en snel eruit. Zijn favoriete wapen is de drone, het onbemande vliegtuig waarmee vijanden vanachter de computer kunnen worden uitgeschakeld.

Tekend voor het mainstream denken is de vanzelfsprekendheid waarmee geschreven wordt over het Amerikaanse geweld tegen soevereine staten. Geweld dat door juristen in internationaal humanitair recht gezien wordt als in strijd met het internationaal recht. Maar in plaats van dat ‘de vrije pers’ dit meldt, schrijft Elshout: ‘als aan ingrijpen niet valt te ontkomen.’ En zo vloeien op de voorpagina van de Volkskrant feiten en meningen organisch in elkaar over. De vraag is evenwel: wie bepaalt het moment van geweld en op grond waarvan? Welnu, degene ‘who carries the biggest stick,’ zoals al meer dan een eeuw geleden president Theodore Roosevelt het samenvatteDe mainstream trekt zich niets aan van het recht, zodra het om onze NAVO-bondgenoot gaat. En ook de veel geroemde ‘democratische normen en waarden’ spelen voor hen geen doorslaggevende rol. Van de mainstream mag een kleine politieke elite in het Witte Huis en het Pentagon zonder tussenkomst van het democratisch gekozen Congres, laat staan het publiek, of het internationaal recht besluiten welke bevolkingsgroepen moeten worden aangevallen met ‘Special Forces’ en wie vermoord moeten worden door Obama’s ‘favoriete wapen… de drone.’  Ook de mensenrechten mogen van de opiniemakers daarbij terzijde worden geschoven. 'Collateral Damage' is, welnu het woord zegt het ‘bijkomende schade,’ en waar gehakt wordt vallen spaanders, dat weet zelfs de grootste sukkel. Bovendien is deze terreur juist bedoeld voor onze veiligheid. En welk zinnig mens kan daar nu tegen zijn? Dus interesseren onze opiniemakers zich niet voor de protesten van zowel de slachtoffers als de mensenrechtenorganisaties, en ook niet voor de onvermijdelijke ‘blowback’:

Pakistan's Interior Minister Rehman Malik said, ‘drone missiles cause collateral damage. A few militants are killed, but the majority of victims are innocent citizens.’ [11] The strikes are often linked to anti-American sentiment in Pakistan and the growing questionability of the scope and extent of CIA activities in Pakistan

The Bureau of Investigative Journalism found that between 391 – 780 civilians were killed out of a total of between 1,658 and 2,597 and that 160 children are reported among the deaths. The Bureau also revealed that since President Obama took office at least 50 civilians were killed in follow-up strikes when they had gone to help victims and more than 20 civilians have also been attacked in deliberate strikes on funerals and mourners, tactics that have been condemned by legal experts. [18][19][20] Barbara Elias-Sanborn has also cautioned that, ‘as much of the literature on drones suggests, such killings usually harden militants' determination to fight, stalling any potential negotiations and settlement.’ [21]

Drone strikes were halted in November 2011 after NATO forces killed 24 Pakistani soldiers in the Salala incident. [23] Shamsi Airfield was evacuated of Americans and taken over by the Pakistanis December 2011. [24] The incident prompted an approximately two-month stop to the drone strikes, which resumed on 10 January 2012…

On 3 June 2009, the United Nations Human Rights Council (UNHRC) delivered a report sharply critical of US tactics. The report asserted that the US government has failed to keep track of civilian casualties of its military operations, including the drone attacks, and to provide means for citizens of affected nations to obtain information about the casualties and any legal inquests regarding them. [90] Any such information held by the U.S. military is allegedly inaccessible to the public due to the high level of secrecy surrounding the drone attacks program. [91] The US representative at UNHRC has argued that the UN investigator for extrajudicial, summary or arbitrary executions does not have jurisdiction over US military actions, [90] while another US diplomat claimed that the US military is investigating any wrongdoing and doing all it can to furnish information about the deaths. [92]
On 27 October 2009 UNHRC investigator Philip Alston called on the US to demonstrate that it was not randomly killing people in violation of international law through its use of drones on the Afghan border. Alston criticized the US's refusal to respond to date to the UN's concerns. Said Alston, ‘Otherwise you have the really problematic bottom line, which is that the Central Intelligence Agency is running a program that is killing significant numbers of people and there is absolutely no accountability in terms of the relevant international laws.’ [93]
On 2 June 2010 Alston's team released a report on its investigation into the drone strikes, criticizing the United States for being, ‘the most prolific user of targeted killings in the world. Alston, however, acknowledged that the drone attacks may be justified under the right to self-defense. He called on the US to be more open about the program. Alston's report was submitted to the United Nations Commission on Human Rights the following day. [94]
On 7 June 2012, after a four-day visit to Pakistan, UN High Commissioner for Human Rights Navi Pillay called for a new investigation into US drone strikes in Pakistan, repeatedly referring to the attacks as ‘indiscriminate,’ and said that the attacks constitute human rights violations. [95] In a report issued on 18 June 2012, Christof Heyns, U.N. special rapporteur on extrajudicial, summary or arbitrary executions, called on the US' Obama administration to justify its use of targeted assassinations rather than attempting to capture al Qaeda or Taliban suspects. [96]


Op 5 juli 2012 publiceerde The Huffington Post een artikel van Azeem Ibrahim, een voormalige ‘Research Fellow at Harvard Kennedy School’s International Security Program and a World Fellow at Yale University. Mr. Ibrahim has been named an “emerging World Leader” by Yale in their World Fellows Program and a 'Top 100 Global Thinker' by the LSDP European Social Think Tank. His columns are regularly published around the world. He is also a multi-award winning entrepreneur and has started four charities the most recent of which is program dedicated to providing education in authentic Islamic teachings to help to reduce the appeal of perverse extremist narratives. Mr. Ibrahim holds an MBA, MSc in Strategic Studies and has finished a Ph.D.’ De alom gerespecteerde Azeem Ibrahim schreef:

Secretary of State Hillary Clinton recently said that ‘no measure is too extreme in the name of keeping our citizens safe.’ Perhaps when the U.S. takes stock of the drone program, it will recognize that it is feeding radicalization, giving propaganda advantage to the extremists and ultimately undermining efforts to bring peace to the region. As public opinion in Pakistan increasingly sees the U.S. as an enemy and not an ally, President Obama should assert his moral authority regarding the drone program and restore the human element to the use of military force. The unique technology which makes the drone possible should not separate military force from human emotion. Hopefully the U.S. will opt for humanity.

Maar menselijkheid is voor machthebbers en hun spreekbuizen in de pers geen uitgangspunt zodra het gaat om het veiligstellen van de grondstoffen en de markten die noodzakelijk zijn om de winsten van de grote concerns te kunnen maximaliseren. En dus laat Arie Elshout de Volkskrant-lezers weten dat ‘als aan ingrijpen niet valt te ontkomen,’ Obama geweld zal ontketenen, natuurlijk met steun van de NAVO-bondgenoten. En op zijn beurt laat opiniemaker Geert Mak zijn publiek weten dat 'het beter [is] voor Nederland en de internationale gemeenschap dat Obama de verkiezingen wint.'  Elshout + Mak = mainstream. En de mainstream doet wat van hen verwacht wordt, te weten de officieel gesanctioneerde versie van de werkelijkheid verspreiden, waarin geen plaats is voor de kritische Amerikaanse deskundigen die ik nu al meer dan twee maanden in deze serie citeer. Academici als T.J. Jackson Lears met argumenten als deze:

As the Vietnam War unfolded, any realist worth the name had to challenge the hubris at the heart of the enterprise. This William Fulbright did in The Arrogance of Power (1966). ‘America is the most fortunate of nations,’ he wrote, implying that our preeminent position in the world was a product of luck rather than divine will. Yet America was losing its perspective on what was within its capability to control and what lay beyond it. Providential ideas reinforced illusions of omnipotence and infallibility. As Fulbright observed, in words that should be embossed in gold over the door to the Oval Office, ‘power tends to confuse itself with virtue and a great nation is peculiarly susceptible to the idea that its power is a sign of God’s favor, conferring upon it a special responsibility for other nations, to make them richer and happier and wiser, to remake them, that is, in its own shining image.’ […] As Kennan, another early critic of the Vietnam War, testified at Fulbright’s Senate hearings on the war in 1966, ‘there is more respect to be won… by a resolute and courageous liquidation of unsound positions than in the most stubborn pursuit of extravagant or unsound objectives.’ Fulbright joined Kennan in arguing that the possession of vast power demanded the cultivation of unprecedented restraint.


Maar juist ‘terughoudendheid’ was een houding die de mateloosheid van het Amerikaanse exceptionalisme en expansionisme niet kende. Soberheid en zelfbeheersing worden zelfs gezien als zwakte. In zijn studie No Duty To Retreat. Violence and values in American history and society laat de Amerikaanse emeritus hoogleraar Geschiedenis Richard Maxwell Brown zien hoe, in tegenstelling tot Europese landen, binnen de VS de regel geldt dat ‘when faced with a deadly threat, we have the right to stand our ground and fight. We have no duty to retreat.’ De Amerikaan kent niet de verplichting om letterlijk een stap terug te doen, maar mag volgens de jurisprudentie onmiddellijk gewapend reageren en hoeft  niet te wijken of op de politie te wachten om de openbare orde te herstellen. Maxwell Brown schrijft:

By the early twentiefh century a standard text on the American law of homicide declared that the duty to retreat was ‘inapplicable to American conditions,’ and in 1921 Justice Oliver Wendell Holmes of the United States Supreme Court incisively upheld the Americanized common-law doctrine of no duty to retreat.

De Amerikaanse burger kan dus zodra hij bedreigd voelt het recht in eigen hand nemen. En dit feit

helps explain why the American homicide rate has been so much higher than that of England during the nineteenth and twentieth centuries. It also helps explain why our country has been the most violent among its peer group of the industrialized, urbanized democracies of the world. The attitude of no duty to retreat has long since become second nature to most Americans and has had a deep, broad inpact with significant, although often intangible, effect upon our foreign relations and military conduct. Neglected by previous scholars, no duty to retreat is much more than a legal technicality. It is an expression of a characteristically American approach to life,

een benadering die ook de Amerikaanse buitenlandse politiek zo gewelddadig maakt,

for the metaphorical and symbolic impact of the transition from duty to retreat to standing one’s ground is obvious and is crucial to the American identity. In the realms of both peace and war, it is not in the nature of America to approve retreat. Standing one’s ground is an attitude that has deeply permeated our foreign relations and our military habits as well as the peaceful pursuits of daily life.
The American theme of no duty to retreat was proclaimed as federal law by the United States Supreme Court in 1921, but long before then it had been written into the common law of a majority of American states. The roots of the transformation from the duty of retreat (zoals het Britse recht kende. svh) to standing one’s ground went back to about the time of the American Revolution. Thus the Americanization of the common law of homicide in favor of no duty to retreat paralleled the rise of the independent American nation.


Het recht op gewelddadige, zogenaamde 'zelfverdediging' werkt als een rechtvaardiging voor het Amerikaanse expansionisme. De gewelddadige houding die diep verankerd ligt in de Amerikaanse mentaliteit maakt het imperium ook zo gevaarlijk. Het kent geen zelfbeheersing. De VS gaat altijd voluit, shock and awe, 24/7.

Het is beter voor Nederland en de internationale gemeenschap dat Obama de verkiezingen wint.
Geert Mak. EO Radio, 6 november 2012.

Meer daarover morgen.

Geen opmerkingen:

NGOs Sue Dutch Government – Call for Suspension of Arms and Cutting Ties

  NGOs Sue Dutch Government – Call for Suspension of Arms and Cutting Ties November 23, 2024   News An encampment in solidarity with Palesti...