Het is beter voor Nederland
en de internationale gemeenschap dat Obama de verkiezingen wint.
Geert
Mak. EO Radio, 6 november 2012.
Amerika – dat komt vaker voor – is een grootmacht die zich moet
consolideren. Die had een hele sterke plek in de wereld en dat wordt minder.
Het is helemaal niet verval, maar het komt op zijn eigen plek terecht. Een
beetje zoals het rond 1940 was, nog steeds een grootmacht. Onder Obama kunnen Amerikanen
daar meer aan gaan wennen dan onder Romney.
Geert Mak, op de EO-Radio,
6 november 2012
De regering Obama
heeft niet de beloofde ‘change we can
believe in’ gebracht en al helemaal niet de omslag die de Nederlandse
mainstream suggereerde, alsof Obama een alternatief zou zijn voor het
Amerikaans expansionisme. Ook de huidige Amerikaanse president claimt dat ‘we
are perfectly poised to make the 21st century again the American
Century.’ Gefinancierd door dezelfde
neoliberale macht kan hij ook niet anders. De Amerikaanse hoogleraar
Geesteswetenschappen en Geschiedenis aan Villanova University, Eugene
McCarraher, schreef in 2012 in het essay The
Heavenly City of Business:
President Obama has done nothing to curb the drive for global
hegemony – nor does he intend to, for he has always subscribed, in his lissome
and idealistic way, to the tenets of covenant economics. When candidate Obama
told Fortune in june 2008 ‘I still believe that the business of America is business,’ he was both announcing the ideological
foundation of his presidency and proclaiming his faith in the Civilization of
Business. No one who bothered to consult the ample record of Obama’s votes,
publication, and interviews should have been surprised by his fealty to finance
capital, his escalation of the wars in Afghanistan and Pakistan, or his
reassertion of imperial prerogative when he claimed the Nobel Peace Prize in
Oslo – the latter being the one indisputably audacious act of his career. As a
senator, as a candidate, and as chief executive, Obama has never strayed from
the central assumptions of empire as a way of being: the right and duty of the
United States to control events around the world, and the centrality of
corporate capitalism to the promise of American life.
The opening lines of President Obama’s inaugural address should have
snuffed any hopes still nurtured by liberal bien-pensants: ‘We will not apologize
for our way of life, and we will not waver in its defense.’ Declaring, like the first President Bush,
that the America way of life is not negotiable, Obama signaled his
unwillingness to reexamine the claims and prerogatives of empire.
Maar
dat laatste kan de mainstream domweg niet begrijpen, want daarvoor is men te
gehersenpoeld. De een gelooft in ‘necessary illusions,’ de ander is
verblind door het verlangen naar ‘hoop,’ en de derde is zo cynisch
dat het allemaal niet meer uitmaakt, zolang hij/zij er zelf maar profijt van
heeft. Het kan tevens een combinatie van alle drie zijn. Bovendien is er in
sommige gevallen sprake van onvoorstelbare stupiditeit. Ook onder journalisten
en opiniemakers lopen dwazen rond die maar niet kunnen begrijpen dat -- in de
woorden van de Amerikaanse hoogleraar Geschiedenis T.J. Jackson Lears -- ‘the
role of economic interests – above all, the continuing search by capital for
foreign markets, resources, and investment opportunities,’ de
doordslaggevende motieven zijn bij het bepalen van de Amerikaanse buitenlandse
politiek. Ook al zou de president zelf dit vertellen dan nog zouden ze het
niet geloven. Iemand als bijvoorbeeld Raymond van den Boogaard, voormalig
NRC-correspondent in Moskou en thans Chef
Kunst van de krant van SP-multimiljonair Derk Sauer, vertelde me ongeveer
twee jaar geleden zeker te weten dat ‘de Amerikanen in Irak zitten om er de democratie
te vestigen.’ De in 2009 tot ‘Fellow
of the American Academy of Arts and Science’ gekozen hoogleraar T.J. Jackson
Lears schreef in 2011 het essay Pragmatic
Realism versus the American Century waarin hij het denken van George Kennan
analyseerde. Kennan was de ideologische architect van de Amerikaanse
containment politiek, de hoeksteen van het westerse anti-Sovjet Unie beleid.
Daarnaast was hij als hoofd van het Planningbureau van het Amerikaanse ministerie van
Buitenlandse Zaken de opsteller van een in 1948 nog geheim rapport waarin de
Amerikaanse machthebbers het volgende werd geadviseerd:
Wij hebben ongeveer 50 procent van de rijkdommen in de
wereld, maar slechts 6,3 procent van haar bevolking… We moeten ophouden te
spreken over vage en… imaginaire doelstellingen als mensenrechten, het verhogen
van de levensstandaard, en democratisering. De dag is niet veraf dat we in pure
machtsconcepten moeten handelen. Hoe minder we daarbij gehinderd worden door
idealistische slogans, des te beter het is.
De
Nederlandse mainstream zal in hem snel een ‘doemdenker’ zien of
een Amerikaanse isolationist, maar Jackson Lears beschrijft hem als een realist:
Kennan did acknowledge the tragic limitations on all human
striving. Man, he wrote in his last book, Around the Cragged Hill (1993), was a
‘cracked vessel,’ whose imperfections would always curtail and confound his
aspirations. So the mature Kennan rejected ‘all messianic concepts of
America’s role in the world… [all] prattle about Manifest Destiny and the
American Century.’ The teleology of empire was unsupported by evidence: ‘I
know of no reason to suppose,’ Kennan wrote, ‘that “democracy” along
western European or American lines is necessarily, or even probably, the
ultimate fate of all humanity.’ He noted the improbability of achieving
noble ends by employing ignoble means. He questioned open-ended commitments to
vague abstractions like ‘human rights.’ He distrusted the ideology of
progress, which sanctions all sorts of mischief in the name of human
betterment. Unlike Barry Goldwater or Ronald Reagan, he could genuinely claim
allegiance to conservative tradition.
Volgens
Mak heeft ‘Amerika’ de ‘Verlichting... uitgevoerd, als real life experiment,' maar de werkelijkheid van het
imperium toont, volgens Amerikaanse deskundigen van links zowel als rechts,
juist precies het tegenovergestelde. We hebben te maken met een irrationeel
systeem dat in permanente staat van oorlog verkeert met mens en natuur. De
historicus Jackson Lears:
Kennan deplored the secrecy and deceit of the national
security state, regretfully acknowledging his own role in creating those
policies. He knew all too well (as he said) that ‘there is,’ as Reinhold
Niebuhr (vooraanstaande Amerikaanse theoloog. svh) so brilliantly and
persuasively argued, 'no power, individual or collective, without some
associated guilt.’ By the time he wrote those words, in his nineties, George
Kennan had moved a long way from the providentialist assumptions of his younger
days. Yet secular providentialism remains a keystone of the American civil
religion. Its corollary assumption is that (contrary to Niehuhr) power and
virtue are twinned.
En dus
blijft ook president Obama herhalen dat
Internationally, the world is going through huge changes, but we are
perfectly poised to make the 21st century again the American
Century.
Er is geen andere ideologie voor handen om de Amerikaanse
economische en geopolitieke belangen met geweld af te dwingen. Maar dat kan
natuurlijk niet hardop worden gezegd. Vandaar dat de propaganda van
opiniemakers zo belangrijk is om grootscheeps Amerikaans geweld met eufemismen
te verhullen. Een illustrerend voorbeeld stond op de dag dat ik deze woorden
schreef op de voorpagina van de Volkskrant, op vrijdag 11 januari 2012. Over de volle breedte van de krant
liet Arie Elshout, VK-correpondent in de VS, in een ‘analyse’ zijn lezers
weten dat ‘VS worden supermogendheid met afstandsbediening,’ en dat Obama
‘als
aan ingrijpen niet valt te ontkomen,’ hij
dat bij voorkeur [doet] vanuit de relatief veilige lucht of
met grondoperaties door Special Forces, snel erin en snel eruit. Zijn favoriete
wapen is de drone, het onbemande vliegtuig waarmee vijanden vanachter de
computer kunnen worden uitgeschakeld.
Tekend voor het mainstream denken is de
vanzelfsprekendheid waarmee geschreven wordt over het Amerikaanse geweld tegen soevereine
staten. Geweld dat door juristen in internationaal humanitair recht gezien
wordt als in strijd met het internationaal recht. Maar in plaats van dat ‘de
vrije pers’ dit meldt, schrijft Elshout: ‘als aan ingrijpen niet valt te
ontkomen.’ En zo vloeien op de voorpagina van de Volkskrant feiten en
meningen organisch in elkaar over. De vraag is evenwel: wie bepaalt het moment
van geweld en op grond waarvan? Welnu, degene ‘who carries the biggest stick,’ zoals al meer dan een eeuw geleden president Theodore Roosevelt het samenvatte. De
mainstream trekt zich niets aan van het recht, zodra het om onze
NAVO-bondgenoot gaat. En ook de veel geroemde ‘democratische normen en waarden’
spelen voor hen geen doorslaggevende rol. Van de mainstream mag een kleine
politieke elite in het Witte Huis en het Pentagon zonder tussenkomst van het
democratisch gekozen Congres, laat staan het publiek, of het internationaal recht besluiten welke bevolkingsgroepen
moeten worden aangevallen met ‘Special Forces’ en wie vermoord
moeten worden door Obama’s ‘favoriete wapen… de drone.’ Ook de mensenrechten mogen van de
opiniemakers daarbij terzijde worden geschoven. 'Collateral Damage' is, welnu het woord zegt het ‘bijkomende
schade,’ en waar gehakt wordt vallen spaanders, dat weet zelfs de
grootste sukkel. Bovendien is deze terreur juist bedoeld voor onze veiligheid.
En welk zinnig mens kan daar nu tegen zijn? Dus interesseren onze opiniemakers
zich niet voor de protesten van zowel de slachtoffers als de mensenrechtenorganisaties,
en ook niet voor de onvermijdelijke ‘blowback’:
Pakistan's Interior Minister Rehman Malik said, ‘drone missiles cause
collateral damage. A few militants are killed, but the majority of victims are
innocent citizens.’ [11] The strikes are often linked to anti-American
sentiment in Pakistan and
the growing questionability of the scope and extent of CIA
activities in Pakistan…
The Bureau of
Investigative Journalism found
that between 391 – 780 civilians were killed out of a total of between 1,658
and 2,597 and that 160 children are reported among the deaths. The Bureau also
revealed that since President Obama took office at least 50 civilians were
killed in follow-up strikes when they had gone to help victims and more than 20
civilians have also been attacked in deliberate strikes on funerals and
mourners, tactics that have been condemned by legal experts. [18][19][20] Barbara Elias-Sanborn has also cautioned that, ‘as
much of the literature on drones suggests, such killings usually harden militants'
determination to fight, stalling any potential negotiations and settlement.’ [21]…
Drone strikes were halted in November 2011 after
NATO forces killed 24 Pakistani soldiers in the Salala incident. [23] Shamsi Airfield was evacuated of Americans and
taken over by the Pakistanis December 2011. [24] The incident prompted an approximately two-month
stop to the drone strikes, which resumed on 10 January 2012…
On 3 June 2009, the United
Nations Human Rights Council (UNHRC) delivered a report sharply critical of US tactics.
The report asserted that the US government has failed to keep track of civilian
casualties of its military operations, including the drone attacks, and to
provide means for citizens of affected nations to obtain information about the
casualties and any legal inquests regarding them. [90] Any such information held by the U.S. military is
allegedly inaccessible to the public due to the high level of secrecy
surrounding the drone attacks program. [91] The US representative at UNHRC has argued that the
UN investigator for extrajudicial, summary or arbitrary executions does not
have jurisdiction over US military actions, [90] while another US diplomat claimed that the US
military is investigating any wrongdoing and doing all it can to furnish
information about the deaths. [92]
On 27 October 2009 UNHRC investigator Philip Alston called on the US to demonstrate that it was not
randomly killing people in violation of international law through its use of
drones on the Afghan border. Alston criticized the US's refusal to respond to
date to the UN's concerns. Said Alston, ‘Otherwise you have the
really problematic bottom line, which is that the Central Intelligence Agency
is running a program that is killing significant numbers of people and there is
absolutely no accountability in terms of the relevant international laws.’ [93]
On 2 June 2010 Alston's team released a report on
its investigation into the drone strikes, criticizing the United States for
being, ‘the most prolific user of targeted killings’ in the world. Alston, however, acknowledged that the drone attacks may
be justified under the right to self-defense. He called on the US to be more
open about the program. Alston's report was submitted to the United
Nations Commission on Human Rights the following day. [94]
On 7 June 2012, after a four-day visit to Pakistan,
UN High
Commissioner for Human Rights Navi Pillay called for a new investigation into US drone
strikes in Pakistan, repeatedly referring to the attacks as ‘indiscriminate,’
and said that the attacks constitute
human rights violations. [95] In a report issued on 18 June 2012, Christof
Heyns, U.N. special rapporteur on extrajudicial, summary or arbitrary
executions, called on the US' Obama administration to justify its use of
targeted assassinations rather than attempting to capture al Qaeda or Taliban
suspects. [96]
Op 5 juli 2012 publiceerde The
Huffington Post een artikel van Azeem Ibrahim, een voormalige ‘Research Fellow at Harvard Kennedy School’s International Security
Program and a World Fellow at Yale University. Mr.
Ibrahim has been named an “emerging World Leader” by Yale in their
World Fellows Program and a 'Top 100 Global Thinker' by the LSDP European
Social Think Tank. His columns are regularly published around the world. He is
also a multi-award winning entrepreneur and has started four charities the most
recent of which is program dedicated to providing education in authentic
Islamic teachings to help to reduce the appeal of perverse extremist
narratives. Mr. Ibrahim holds an MBA, MSc in Strategic Studies and has finished
a Ph.D.’ De alom
gerespecteerde Azeem Ibrahim schreef:
Secretary of State Hillary Clinton recently said that
‘no measure is too extreme in the name of keeping our citizens safe.’ Perhaps
when the U.S. takes stock of the drone program, it will recognize that it is
feeding radicalization, giving propaganda advantage to the extremists and
ultimately undermining efforts to bring peace to the region. As public opinion
in Pakistan increasingly sees the U.S. as an enemy and not an ally, President
Obama should assert his moral authority regarding the drone program and restore
the human element to the use of military force. The unique technology which
makes the drone possible should not separate military force from human emotion.
Hopefully the U.S. will opt for humanity.
Maar menselijkheid is voor machthebbers en hun spreekbuizen in de pers geen uitgangspunt zodra het
gaat om het veiligstellen van de grondstoffen en de markten die noodzakelijk
zijn om de winsten van de grote concerns te kunnen maximaliseren. En dus laat
Arie Elshout de Volkskrant-lezers weten dat ‘als aan ingrijpen niet valt te ontkomen,’ Obama geweld zal ontketenen, natuurlijk met steun van de
NAVO-bondgenoten. En op zijn beurt laat opiniemaker Geert Mak zijn publiek
weten dat 'het
beter [is] voor Nederland en de internationale gemeenschap dat Obama de
verkiezingen wint.' Elshout
+ Mak = mainstream. En de mainstream doet wat van hen verwacht wordt, te weten de
officieel gesanctioneerde versie van de werkelijkheid verspreiden, waarin geen
plaats is voor de kritische Amerikaanse deskundigen die ik nu al meer dan twee
maanden in deze serie citeer. Academici als T.J. Jackson Lears met argumenten
als deze:
As the
Vietnam War unfolded, any realist worth the name had to challenge the hubris at
the heart of the enterprise. This William Fulbright did in The Arrogance of
Power (1966). ‘America is the most
fortunate of nations,’ he wrote, implying that our preeminent position in
the world was a product of luck rather than divine will. Yet America was losing
its perspective on what was within its capability to control and what lay
beyond it. Providential ideas reinforced illusions of omnipotence and
infallibility. As Fulbright observed, in words that should be embossed in gold
over the door to the Oval Office, ‘power tends to confuse itself with
virtue and a great nation is peculiarly susceptible to the idea that its power
is a sign of God’s favor, conferring upon it a special responsibility for other
nations, to make them richer and happier and wiser, to remake them, that is, in
its own shining image.’ […] As Kennan, another early critic of the Vietnam
War, testified at Fulbright’s Senate hearings on the war in 1966, ‘there is
more respect to be won… by a resolute and courageous liquidation of unsound
positions than in the most stubborn pursuit of extravagant or unsound
objectives.’ Fulbright joined Kennan in arguing that the possession of vast
power demanded the cultivation of unprecedented restraint.
Maar juist ‘terughoudendheid’ was een houding
die de mateloosheid van het Amerikaanse exceptionalisme en expansionisme niet
kende. Soberheid en zelfbeheersing worden zelfs gezien als zwakte. In zijn studie
No Duty To Retreat. Violence and values
in American history and society laat de Amerikaanse emeritus hoogleraar
Geschiedenis Richard Maxwell Brown zien hoe, in tegenstelling tot Europese
landen, binnen de VS de regel geldt dat ‘when faced with a deadly
threat, we have the right to stand our ground and fight. We have no duty to
retreat.’ De Amerikaan kent niet de verplichting om letterlijk een stap
terug te doen, maar mag volgens de jurisprudentie onmiddellijk gewapend reageren en
hoeft niet te wijken of op de
politie te wachten om de openbare orde te herstellen. Maxwell Brown schrijft:
By the early twentiefh century a standard text on the
American law of homicide declared that the duty to retreat was ‘inapplicable to
American conditions,’ and in 1921 Justice Oliver Wendell Holmes of the United
States Supreme Court incisively upheld the Americanized common-law doctrine of
no duty to retreat.
De Amerikaanse burger kan dus zodra hij bedreigd voelt het recht in eigen hand nemen. En dit feit
helps explain why the American homicide rate has been so
much higher than that of England during the nineteenth and twentieth centuries.
It also helps explain why our country has been the most violent among its peer
group of the industrialized, urbanized democracies of the world. The attitude
of no duty to retreat has long since become second nature to most Americans and
has had a deep, broad inpact with significant, although often intangible,
effect upon our foreign relations and military conduct. Neglected by previous
scholars, no duty to retreat is much more than a legal technicality. It is an
expression of a characteristically American approach to life,
een benadering die ook de Amerikaanse buitenlandse
politiek zo gewelddadig maakt,
for the metaphorical and symbolic impact of the
transition from duty to retreat to standing one’s ground is obvious and is
crucial to the American identity. In the realms of both peace and war, it is
not in the nature of America to approve retreat. Standing one’s ground is an
attitude that has deeply permeated our foreign relations and our military
habits as well as the peaceful pursuits of daily life.
The American theme of no duty to retreat was proclaimed
as federal law by the United States Supreme Court in 1921, but long before then
it had been written into the common law of a majority of American states. The
roots of the transformation from the duty of retreat (zoals het
Britse recht kende. svh) to standing
one’s ground went back to about the time of the American Revolution. Thus the
Americanization of the common law of homicide in favor of no duty to retreat
paralleled the rise of the independent American nation.
Het recht op gewelddadige, zogenaamde 'zelfverdediging' werkt als een rechtvaardiging voor het Amerikaanse expansionisme. De gewelddadige houding die diep verankerd ligt in
de Amerikaanse mentaliteit maakt het imperium ook zo gevaarlijk. Het kent geen
zelfbeheersing. De VS gaat altijd voluit, shock
and awe, 24/7.
Het is beter voor Nederland
en de internationale gemeenschap dat Obama de verkiezingen wint.
Geert
Mak. EO Radio, 6 november 2012.
Meer daarover morgen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten