woensdag 28 januari 2009

De Nuance van de NRC 88




Kort samengevat is het ideologische uitgangspunt van de NRC-redactie dit:
'Abbas (Fatah) regeert met een noodkabinet van Fatahloyalisten op de door Israël bezette Westelijke Jordaanoever, sinds het moslimfundamentalistische Hamas, dat door het Westen als terreurorganisatie wordt beschouwd, vorige week alle macht greep in de Gazastrook… Maandag al hadden de VS en de Europese Unie aangekondigd de directe hulp aan Abbas te willen hervatten na een boycot sinds Hamas 15 maanden geleden na zijn verkiezingsoverwinning aan de regering kwam. Doel daarvan was Hamas te isoleren en te marginaliseren.' Lees verder: http://www.nrc.nl/buitenland/article726448.ece/VS_en_Israel_beloven_steun_aan_Abbas

In het vorige stuk over de NRC heb ik proberen aan te tonen dat deze officiele versie een omkering van de werkelijkheid is. Hamas had op grond van de verkiezingsuitslag een legitieme regering gevormd, maar onder druk van het Westen erkende Fatah die regering niet en probeerde via geweld de macht terug te veroveren. Omdat zowel Israel, de VS als de Europese Unie deze democratische ontwikkeling niet accepteerden, accepteerden ook de journalisten van de commerciele massamedia dit niet. Dat is niet vreemd, want de westerse journalistiek staat net als de politiek ook in dienst van andere dan puur democratische belangen. 'Een hoger belang dan de waarheid', zoals de VPRO-journalist Chris Kijne dit onlangs vergoeilijkend omschreef. Behalve de betrokkenen zelf weet iedereen dat de parlementaire democratie deze 'hogere' belangen dient. Welnu, voor politici en pers is Hamas 'een terroristische organisatie'. Het bespelen van de angst is altijd het beste instrument om politieke doeleinden na te streven, zodra rationele argumenten ontbreken. Al in de jaren zestig schreef de gerenommeerde Amerikaanse socioloog C. Wright Mills dat 'het doel van de opinie-organisatoren [is] om de bevolking in een voortdurende staat van emotionele onderworpenheid te houden... Immers, als het maar eenmaal gelukt is om een mentaliteit van volgzaamheid en gehoorzaamheid te kweken, is het niet moeilijk meer om de mensen te doen geloven en te doen voelen wat men maar wil... hun opinies zijn parallel omdat ze alle uit 1 bron afkomstig zijn: die van de media.'
Het belang van de ideologische versie van de werkelijkheid werd in de achttiende eeuw door de grote Schotse Verlichtings-filosoof David Hume benadrukt toen hij schreef over 'the easiness with which the many are governed by the few' and 'the implicit submission with which the men resign their own sentiments and passions to those of their rulers.' Hume concludeerde: "When we enquire by what means this wonder is brought about we shall find, that as Force is always on the side of the governed, the governors have nothing to support them but opinion. It is therefore, on opinion only that government is founded; and this maxim extends to the most despotic and most military governments, as well as to the most free and most popular.' Vandaar het doorslaggevende belang van gelijk geschakelde, voor het systeem 'betrouwbare', opiniemakers in een massamaatschappij. En vandaar ook dat de NRC de werkelijkheid in Gaza moeiteloos 180 graden kan omdraaien. En dat niet 1 keer, maar meerdere keren, net zo vaak als het uitkomt.

Dus nadat al meer dan 300 Palestijnen waren gedood en vele honderden gewond waren rechtvaardigde op 29 december vorig jaar de NRC-redactie in een officieel commentaar de Israelische oorlogsmisdaden met deze leugen: 'Hamas bood Israel het, in deze vicieuze cirkel logische, motief om navenant te reageren.' En toen nog geen week later deze bewering zelfs voor de NRC niet meer houdbaar bleek, omdat via internet en de televisie duidelijk werd dat Israel als 'een dolle hond' tekeerging, draaide de NRC 180 graden en stelde de redactie in een commentaar ineens dat Israel een 'grens overschreden' had. En wel omdat 'het doel' dat de NRC voor ogen had 'louter [ was] een einde te maken aan de raketbeschietingen door Hamas. Binnen een paar dagen bleek al dat dit doel ruim werd opgevat.' Dat dit 'binnen een paar dagen' was gebleken, had de NRC-redactie er niet van weerhouden om 'een paar dagen' na het begin het bloedbad alsnog te rechtvaadigen met de onjuiste bewering dat 'Hamas Israel het, in deze vicieuze cirkel logische, motief bood om navenant te reageren.' Een rechtvaardiging die ertoe leidde dat de NRC 6 dagen lang zweeg terwijl uit de eigen woorden valt op te maken dat het avondblad al 'binnen een paar dagen' wist dat Israel de 'grens overschreden' had. Inmiddels was echter gebleken dat de redactionele pro-Israel propaganda niet meer werkte. De krant besefte dat en leek even in staat om de ideologische verslaggeving te stoppen om gewoon de feiten te geven. Feiten zoals deze: 'De islamitische beweging verwierf bij de democratische verkiezingen in januari 2006 niet toevallig een ruime meerderheid van de stemmen in Gaza.' Een verrassende erkenning van de NRC.

Even, schreef ik, zoals uit het vervolg blijkt. De NRC maakte namelijk weer een draai van 180 graden. Het inzicht dat Israel oorlogsmisdaden pleegde leidde er niet toe dat de NRC dit verder analyseerde. Integendeel. Toen een paar dagen na het laatste commentaar juristen die gespecialiseerd zijn in het internationaal recht de krant erop wezen dat hier sprake was van ernstige schendingen van onder andere de Geneefse Conventies, vernamen ze dat voor die informatie geen belangstelling was. En wel omdat een artikel over oorlogsmisdaden ‘weinig nieuwe gezichtspunten bevat... Met vriendelijke groet, Anna Visser, redacteur Opinie NRC/H.' Wat in de ogen van de redactie wel 'nieuwe gezichtspunten' bevatte was opnieuw een rechtvaardiging, zes dagen later, van de Israelische terreur, ditmaal niet van de krant zelf, maar van een buitenstaander, de omstreden ultrazionist Martin Levi van Creveld, die nogeens trots in 'de slijpsteen voor de geest' het volgende mocht melden: 'Anders dan meestal wordt aangenomen, hebben de Israëliërs dat conflict op hun sloffen gewonnen. Juist omdát ze disproportioneel reageerden op de gevangenneming van twee van hun soldaten en de dood van zes anderen, is Hezbollah’s wil om aan te vallen gebroken.'

Deze rechtvaardiging van oorlogsmisdaden was geheel in lijn met de Israelische militaire doctrine van het 'disproportioneel geweld', zoals die op 3 oktober 2008 was verwoord door generaal Eisenkot in het Israëlische dagblad Yedioth: 'We zullen disproportioneel geweld gebruiken tegen ieder dorp van waaruit schoten worden gelost op Israel, en we zullen immense schade en vernietiging te weeg brengen. Vanuit ons gezichtspunt zijn zij militaire bases. Dit is geen overweging, dit is een plan dat reeds is geautoriseerd.' In een rapport voor het Instituut voor Nationale Veiligheid van de Universiteit van Tel Aviv onderstreepte kolonel Gabiel Siboni even onverbloemd, dat het antwoord op de raketaanvallen de 'disproportionele aanval in het hart van de zwakke plek van de vijand is, waarbij pogingen de lanceringcapaciteit te schaden op de tweede plaats komt.' Volgens de juriste Verrijn Stuart in het Nederlands Juristenblad 'vertoont Israel’s aanpak een treffende gelijkenis met de opdracht die de toenmalige president van Republika Srpska, Radovan Karadzic in 1995 gaf aan het Bosnisch Servische leger.' Een aanpak die zoals bekend ertoe geleid heeft dat Karadzic nu in de gevangenis van Scheveningen zijn proces afwacht. De juriste wijst er verder op dat Israelische militairen juridisch vervolgd kunnen worden buiten Israel en dat beseffen de Israelische autoriteiten maar al te goed, zo blijkt uit dit bericht: 'Facing bench warrants? Travel advisory issued for top IDF officers State expresses concern over international human rights groups' intention to file war crimes charges against military personnel with The Hague, local European courts; says officers planning to travel must contact Judge Advocate General's Office first Tova Tzimuki.' Zie: http://www.ynetnews.com/Ext/Comp/ArticleLayout/CdaArticlePrintPreview/1,2506,L-3658823,00.html.

Dat openlijk oorlogsmisdaden worden verheerlijkt in een krant die stelt een 'kwaliteitskrant' te zijn die de 'nunance' zoekt zodat het kan fungeren als 'de slijpsteen voor de geest' is opmerkelijk. In het artikel worden oorlogsmisdaden bepleit, en het internationeel recht speelt daarbij geen enkele rol. In de extremistische gedachtewereld van Martin Levi van Creveld is dat een te verwaarlozen detail. Kinderen, vrouwen, bejaarden lopen in deze Israelische strategie nu eenmaal 'de kans een zeer hoge prijs te betalen. Mais c'est la guerre,' aldus de hooggeleerde Martin Levi van Creveld in de NRC. Het antwoord op deze redenering kan natuurlijk niet anders zijn dan: 'Mais non, professeur, ce n'est pas la guerre.' Dat is het punt nu juist dat dit slag mensen telkens negeert. En met hem de overgrote meerderheid van mijn collega's, inclusief die van de NRC. Degene die de burgerbevolking niet probeert te sparen schendt het internationaal recht, zo is zeker sinds Neurenberg onomstotelijk vastgelegd. Daarom is er dat gigantische juridische bouwwerk ontstaan, om te voorkomen dat barbaren hun gang kunnen gaan. Daarom zijn de nazi-kopstukken in Neurenberg veroordeeld. Maar voor dit soort 'trivialiteiten' was en is nog steeds in de NRC geen ruimte. Belangrijker voor de NRC-redactie was te weten dat 'disproportioneel geweld' een van die onfortuinlijke zaken is die nu eenmaal gebeuren, want ‘c’est la guerre’, nietwaar?

Althans, althans... als in Israel meer dan 1300 Joden waren gedood door ‘disproportioneel geweld' van Palestijnen dan had de NRC-redactie natuurlijk geen enkele Palestijn deze terreur laten rechtvaardigen met argumenten als ‘mais, c’est la guerre’. Een derde van de Palestijnse slachtoffers is kind. ‘C’est la guerre’, de NRC-lezers weten het inmiddels. Maar als dit Joodse kinderen was overkomen dan had de NRC dit niet laten rechtvaardigen. Het leven van een Palestijns kind is dus minder waard dan het leven van een Joods kind, en in dat onderscheid schuilt nu, ja wat noem je het eigenlijk, ik hou het bij gebrek aan een beter woord, op racisme. Duidelijk is in elk geval dat hier geen enkele 'nuance' een rol speelt, laat staan dat de geest van de lezers wordt geslepen.
Welk journalistiek beleid gaat schuil achter het redactiebesluit om de oorlogsmisdaden opnieuw te laten rechtvaardigen en geen deskundige aandacht te besteden aan de internationale rechtsregels die, zoals de NRC wist, op grote schaal geschonden werden? Waarom heeft de NRC de 'grenzen overschreden' van het journalistiek fatsoen? Daarover meer in een volgend stuk.