Laten deze woorden van een groot mens u sterken en vertroosten in een wereld, waarin niet alleen Guus Valk van de NRC, maar alle commerciële massamedia de taal elk uur weer verkrachten. In De Verbannen taal schrijft Imre Kertész:
“’Dichters zijn de wetgevers van de wereld.’ Ik denk dat hier ergens ons vertrekpunt moet liggen. Het is namelijk waar dat dichters – en we moeten dit woord hier ruim opvatten, in de betekenis van creatieve fantasie in het algemeen – wetten niet maken zoals juristen in het parlement dat doen, maar zij zijn degenen die de wet gehoorzamen, de wet die nog altijd als zodanig functioneert in de wereld, en die de verhalen, en het grote verhaal van de mens, creëert en redigeert. De dichter is degene die nooit de wet kan schenden, want dan is zijn werk niet te rechtvaardigen en dus gewoon slecht. Deze wet, die ongrijpbaar is en toch doeltreffender dan wat dan ook, geeft niet alleen richting aan onze geest, maar wordt ook onophoudelijk gevoed door ons eigen leven, aangezien ze anders ook niet zou bestaan. Ik zou deze wet nu graag, in mijn radeloosheid en bij gebrek aan beter, met een uitdrukking van Thomas Mann de geest van de vertelling willen noemen. Die bepaalt wat er in de mythe terechtkomt en op welke manier, wat er in het verhalenboek van een civilisatie bewaard blijft, ondanks het feit dat de ideologen dat graag zelf zouden willen uitmaken. Dat lukt hun bijna nooit, althans niet zoals ze dat zouden willen. De mythe wordt bepaald door iets anders, een geheim gemeenschappelijk besluit, dat ongetwijfeld werkelijke motieven en behoeften van de ziel weerspiegelt en waarin de waarheid naar voren komt. De horizon van ons dagelijks leven wordt begrensd door deze verhalen, die uiteindelijk over goed en kwaad gaan, en in onze wereld binnen die horizon heerst een eindeloos gefluister over goed en kwaad. Ik wil een gewaagde uitspraak doen: in zekere zin en op zeker niveau leven we uitsluitend ter wille van de geest van de vertelling; die geest, die in ons aller harten en hoofden steeds in wording is, heeft de plaats van God ingenomen, die met de middelen van de geest niet af te tasten is; dit is de symbolische blik die we op ons gevestigd voelen bij alles wat we doen of laten.”
De verbannen taal is in 2005 bij uitgeverij De Bezige Bij verschenen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten