Gisteren ontving ik deze email van NOS-Journaal correspondent Sander van Hoorn die ik in dit bericht had bekritiseerd: Zie: http://stanvanhoucke.blogspot.com/2007/11/sander-van-hoorn-2.html En:
'Beste Stan
Ik begrijp niet helemaal wat je van me verwacht.
Op internet schrijf je een vurig verhaal over wat ik vertel in 1 minuut 33. Op basis daarvan beschuldig je het NOS journaal van een travestie van echte journalistiek. Je schuift mij een genetisch defect in de schoenen (journalistiek conformisme) en als kers op de taart beweer je dat ik dat doe om mijn baan te behouden en mijn carrière veilig te stellen.
Ik snap best dat columnisten niet om weerwoord hoeven te vragen, maar als ik dat lees voel ik me ontzettend genaaid. Vervolgens krijg ik een persoonlijke mail waarin je een interview met Jonathan Cook aanbeveelt. De toon van die mail nodigt in elk geval uit tot het beluisteren van dat gesprek. Dat heb ik dus ook net gedaan.
Dus: wat wil je?
Wil je me opvoeden? Dan werkt zo’n link naar je interview veel beter.
Wil je oprecht weten waarom ik doe wat ik doe? Mail me dan. Op de website van de NOS staat een mailadres voor reacties en zelfs wildvreemden weten dat te vinden.
Wil je me aan de schandpaal nagelen? Dan schrijf je inderdaad dit soort weblogs.
Want weet je wat de grap is? Veel van de thema’s die Jonathan aansnijdt, heb ik behandeld. Veel was ‘slechts’ voor de radio (waar de drempel zoals je weet een stuk lager ligt). En de thema’s behandelde ik noodzakelijkerwijs gescheiden omdat ik niet de luxe heb om 71 minuten uit te zenden. Ik herinner me een verhaal over de sloop van een huis in Oost-Jeruzalem waarbij ik uitlegde hoe Palestijnen de boete maar betalen in de hoop dat hun huis niet gesloopt wordt. Ik herinner me een verhaal van Israëlische en Palestijnse economen die betogen dat een Palestijnse staat volgens het idee van Israël niet alleen juridisch onjuist is, maar dat dat zich ook tegen Israël zal keren omdat dat alleen maar zal leiden tot blijvende onvrede en dus verzet. Ik herinner me het verhaal over de manier waarop nederzettingen uitbreiden, ‘institutionaliseren’ en zo sluipend het leven van Palestijnse olijfboeren onmogelijk maken. En er zal vast meer zijn. En als (volgens mij) enige verslaggever van die commerciële massamedia kom ik ook nog wel eens in Bela’in.
Voor televisie herinner ik me in elk geval (naar aanleiding van je interview met Cook) een verhaal waarin ik de komst van Franse (!!!) joden naar Israël aangreep om te vertellen over het beleid om Israël Joods te houden.
En natuurlijk heb je ook mijn televisie- en radiobijdrage gezien met Saeb Erekat aan de vooravond van Annapolis en is het je natuurlijk opgevallen dat op de dag ná Annapolis iemand bij het meest beruchte checkpoint op de Westelijke Jordaanoever vertelt wat de aanwezigheid van dat ding betekent. Zag je de NOS-plopkap onder haar mond? Waarom denk je dat ik daar naartoe ben gereden?
Maar goed. Je privé mail zegt me dat je het beste met me voor hebt, je bijdrage op je weblog suggereert dat je me afrekent op die ene 1’33” in het journaal.
Weet je dat ik er zelfs nog over heb nagedacht, over die voorbeelden van het leed aan beide kanten? En is het je opgevallen dat ik om die reden twee Palestijnse voorbeelden gaf en één Israëlisch? Kennelijk niet, want je citeert op je weblog alleen het Israëlische voorbeeld.
Als je me afrekent op mijn berichtgeving, dan wil ik graag dat je het op mijn totale berichtgeving doet. Het zal namelijk altijd mogelijk zijn om er een ding uit te halen waar ik, als dat het enige is wat je ziet of hoort, de mist in ga. Dat geldt trouwens, als je de mail leest die ik hieronder mee stuur, beide kanten op.
Weet je bijvoorbeeld dat ik (het is onmogelijk om alle radionieuwsberichten te controleren) binnen de NOS een strijd voer om bij ‘Hamas” dat hardnekkige voorvoegsel ‘militante’, ‘terroristische’ of ‘moslimfundamentalistische’ er af te krijgen. Ja, dat weet je waarschijnlijk, want je hebt ongetwijfeld mijn item op radio gehoord of op TV gezien waarin ik betoog dat Hamas op een schaal van grijstinten zeker niet louter zwart is.
Nog iets anders over die 1’33”. Voor TV is dat lang, dat weet je. In het radio 1 journaal tel ik mijn zegeningen als ik 4’30” uitgezonden krijg. Verder vallen er in Irak tegenwoordig op elke willekeurige dag meer doden dan hier en zitten ‘onze jongens’ in Uruzgan. Het speelt allemaal mee bij de vraag wat ik hier vandaan kan vertellen. Cynisch maar waar. Ik zou graag een keer een (bijna) monoloog van 71’33” van iemand uitzenden maar dat kan niet en dat weet je.
En dan kom je dus terecht op de vraag wat je vertelt in die 1’33” in het journaal en die 4’00 op de radio. Natuurlijk heb je gehoord dat ik op de radio live, tijdens de speech van Bush, het voorbehoud maakte dat die vrede er niet in 2008 moet komen maar dat er in de verklaring staat dat dat het streven is. Een belangrijke en veelzeggende formulering die ik gelukkig niet miste.
En volgens mij zit daar het enige echte verschil tussen ons. Jij zou in die 1’33” gekozen hebben voor een aanklacht tegen de apartheidpolitiek van Israël. Ik kies ervoor om te proberen uit te leggen wat beide kanten vinden en denken. In de hoop dat een kijker of luisteraar daar zijn of haar eigen conclusies uit trekt.
En in het geval van die ene 1’33” waar je over schrijft: de vraag was niet hoe legitiem de onderhandelingen zijn, hoe reëel of rechtvaardig het is dat de ene of de andere kant water bij de wijn doet. Na die bijeenkomst in Annapolis was de vraag hoe de beide ‘leiders’ ermee thuis konden komen. En daar gaf ik volgens mij antwoord op.
Als je Israël volgt noem je een Palestijn die een steen gooit naar een joodse kolonist een terrorist (heb je het radio-item gehoord waarin ik de Palestijn liet horen die dat aan kaak stelde??). Als je de Islamitische Jihad volgt, noem je iedereen die niet vecht voor de terugkeer naar het oorspronkelijke ‘Palestina’ en verrader. Ik probeer met beide kanten niet mee te gaan. Niet omdat ik geloof dat waar twee vechten, twee schuld hebben maar omdat ik geloof dat ik bericht voor de grote groep van kijkers en luisteraars die zijn mening nog niet klaar heeft.
Het is een dagelijks gevecht. Een gevecht met Hilversum om onderwerpen erdoor te krijgen. En een gevecht met mezelf om na te denken over de woorden die ik gebruik en de toon van mijn reportages.
Trouwens: Ik wil het bloemenproject van Nederland in Gaza volgende week aangrijpen om de vraag te stellen waarom Nederland blij is met iets wat Israël doet terwijl het dat volgens het internationale recht verplicht is om te doen. Als het me lukt om die repo te maken en uitgezonden te krijgen, meld je dat dan ook op je weblog?
En nog een trouwens: had me gebeld toen je in de regio was... hadden we een biertje kunnen drinken bij mij in Jaffa.
Als toegift stuur ik je trouwens een mail van iemand anders die reageerde op mijn berichtgeving.
groet
Sander
Geachte heer Sander van Hoorn,
In uw berichtgeving (NOS-Journaal, 11nov.) bij het graf van Arafat spreekt u over een mogelijke 'teruggave' van delen van Oost-Jeruzalem. TERUGGAVE - waar hééft u het toch over? Door deze term te gebruiken wekt u bij de luisteraars de suggestie dat Palestijnse Arabieren ooit in de 3.000 jaar oude geschiedenis van de stad soevereine heersers geweest zijn over (Oost-) Jeruzalem. Uw suggestie is echter niet gebaseerd op geschiedkundige feiten.
Wel was het oostelijk deel van Jeruzalem 19 jaar lang door Jordanië bezet en van het westelijk deel afgescheiden - de verovering door Israël in 1967 maakte daaraan een einde. In 1994 sloot Jordanië vrede met Israël en deed afstand van zijn claim op (Oost) Jeruzalem. Als Palestijnse Arabieren menen als volgende in de rij recht te hebben op dat deel van de stad is er dus sprake van een nieuwe claim. Of de Palestijnse claim überhaupt realistisch is, of haalbaar, staat niet vast. Alleen, dat het een geheel nieuwe claim is die vóór 1994 niet bestond.
Jordanië wordt bewoond door Arabieren, waarvan een groot deel Palestijnen. Maar gezien de politieke verhoudingen in de regio is het onjuist om de termen 'Arabieren' en 'Palestijnen' aan elkaar gelijk te stellen. Ik dring er bij u op aan de term 'teruggeven' alleen dan te gebruiken wanneer dat historisch verantwoord is. Aangezien de Palestijnse Arabieren buiten Israël nooit politiek onafhankelijk zijn geweest geldt die groep mensen vooralsnog als statenloze vluchtelingen, die geen enkele natuurlijke (dat is: volkenrechtelijke) claim op ook maar enig grondgebied buiten de 'groene lijn' kunnen laten gelden.
In de hoop tot een berichtgeving te hebben bijgedragen die met de historische feiten overeenkomt,
Zend ik u hartelijke groeten,'
Tot zover Sander van Hooorn.Ik begrijp niet helemaal wat je van me verwacht.
Op internet schrijf je een vurig verhaal over wat ik vertel in 1 minuut 33. Op basis daarvan beschuldig je het NOS journaal van een travestie van echte journalistiek. Je schuift mij een genetisch defect in de schoenen (journalistiek conformisme) en als kers op de taart beweer je dat ik dat doe om mijn baan te behouden en mijn carrière veilig te stellen.
Ik snap best dat columnisten niet om weerwoord hoeven te vragen, maar als ik dat lees voel ik me ontzettend genaaid. Vervolgens krijg ik een persoonlijke mail waarin je een interview met Jonathan Cook aanbeveelt. De toon van die mail nodigt in elk geval uit tot het beluisteren van dat gesprek. Dat heb ik dus ook net gedaan.
Dus: wat wil je?
Wil je me opvoeden? Dan werkt zo’n link naar je interview veel beter.
Wil je oprecht weten waarom ik doe wat ik doe? Mail me dan. Op de website van de NOS staat een mailadres voor reacties en zelfs wildvreemden weten dat te vinden.
Wil je me aan de schandpaal nagelen? Dan schrijf je inderdaad dit soort weblogs.
Want weet je wat de grap is? Veel van de thema’s die Jonathan aansnijdt, heb ik behandeld. Veel was ‘slechts’ voor de radio (waar de drempel zoals je weet een stuk lager ligt). En de thema’s behandelde ik noodzakelijkerwijs gescheiden omdat ik niet de luxe heb om 71 minuten uit te zenden. Ik herinner me een verhaal over de sloop van een huis in Oost-Jeruzalem waarbij ik uitlegde hoe Palestijnen de boete maar betalen in de hoop dat hun huis niet gesloopt wordt. Ik herinner me een verhaal van Israëlische en Palestijnse economen die betogen dat een Palestijnse staat volgens het idee van Israël niet alleen juridisch onjuist is, maar dat dat zich ook tegen Israël zal keren omdat dat alleen maar zal leiden tot blijvende onvrede en dus verzet. Ik herinner me het verhaal over de manier waarop nederzettingen uitbreiden, ‘institutionaliseren’ en zo sluipend het leven van Palestijnse olijfboeren onmogelijk maken. En er zal vast meer zijn. En als (volgens mij) enige verslaggever van die commerciële massamedia kom ik ook nog wel eens in Bela’in.
Voor televisie herinner ik me in elk geval (naar aanleiding van je interview met Cook) een verhaal waarin ik de komst van Franse (!!!) joden naar Israël aangreep om te vertellen over het beleid om Israël Joods te houden.
En natuurlijk heb je ook mijn televisie- en radiobijdrage gezien met Saeb Erekat aan de vooravond van Annapolis en is het je natuurlijk opgevallen dat op de dag ná Annapolis iemand bij het meest beruchte checkpoint op de Westelijke Jordaanoever vertelt wat de aanwezigheid van dat ding betekent. Zag je de NOS-plopkap onder haar mond? Waarom denk je dat ik daar naartoe ben gereden?
Maar goed. Je privé mail zegt me dat je het beste met me voor hebt, je bijdrage op je weblog suggereert dat je me afrekent op die ene 1’33” in het journaal.
Weet je dat ik er zelfs nog over heb nagedacht, over die voorbeelden van het leed aan beide kanten? En is het je opgevallen dat ik om die reden twee Palestijnse voorbeelden gaf en één Israëlisch? Kennelijk niet, want je citeert op je weblog alleen het Israëlische voorbeeld.
Als je me afrekent op mijn berichtgeving, dan wil ik graag dat je het op mijn totale berichtgeving doet. Het zal namelijk altijd mogelijk zijn om er een ding uit te halen waar ik, als dat het enige is wat je ziet of hoort, de mist in ga. Dat geldt trouwens, als je de mail leest die ik hieronder mee stuur, beide kanten op.
Weet je bijvoorbeeld dat ik (het is onmogelijk om alle radionieuwsberichten te controleren) binnen de NOS een strijd voer om bij ‘Hamas” dat hardnekkige voorvoegsel ‘militante’, ‘terroristische’ of ‘moslimfundamentalistische’ er af te krijgen. Ja, dat weet je waarschijnlijk, want je hebt ongetwijfeld mijn item op radio gehoord of op TV gezien waarin ik betoog dat Hamas op een schaal van grijstinten zeker niet louter zwart is.
Nog iets anders over die 1’33”. Voor TV is dat lang, dat weet je. In het radio 1 journaal tel ik mijn zegeningen als ik 4’30” uitgezonden krijg. Verder vallen er in Irak tegenwoordig op elke willekeurige dag meer doden dan hier en zitten ‘onze jongens’ in Uruzgan. Het speelt allemaal mee bij de vraag wat ik hier vandaan kan vertellen. Cynisch maar waar. Ik zou graag een keer een (bijna) monoloog van 71’33” van iemand uitzenden maar dat kan niet en dat weet je.
En dan kom je dus terecht op de vraag wat je vertelt in die 1’33” in het journaal en die 4’00 op de radio. Natuurlijk heb je gehoord dat ik op de radio live, tijdens de speech van Bush, het voorbehoud maakte dat die vrede er niet in 2008 moet komen maar dat er in de verklaring staat dat dat het streven is. Een belangrijke en veelzeggende formulering die ik gelukkig niet miste.
En volgens mij zit daar het enige echte verschil tussen ons. Jij zou in die 1’33” gekozen hebben voor een aanklacht tegen de apartheidpolitiek van Israël. Ik kies ervoor om te proberen uit te leggen wat beide kanten vinden en denken. In de hoop dat een kijker of luisteraar daar zijn of haar eigen conclusies uit trekt.
En in het geval van die ene 1’33” waar je over schrijft: de vraag was niet hoe legitiem de onderhandelingen zijn, hoe reëel of rechtvaardig het is dat de ene of de andere kant water bij de wijn doet. Na die bijeenkomst in Annapolis was de vraag hoe de beide ‘leiders’ ermee thuis konden komen. En daar gaf ik volgens mij antwoord op.
Als je Israël volgt noem je een Palestijn die een steen gooit naar een joodse kolonist een terrorist (heb je het radio-item gehoord waarin ik de Palestijn liet horen die dat aan kaak stelde??). Als je de Islamitische Jihad volgt, noem je iedereen die niet vecht voor de terugkeer naar het oorspronkelijke ‘Palestina’ en verrader. Ik probeer met beide kanten niet mee te gaan. Niet omdat ik geloof dat waar twee vechten, twee schuld hebben maar omdat ik geloof dat ik bericht voor de grote groep van kijkers en luisteraars die zijn mening nog niet klaar heeft.
Het is een dagelijks gevecht. Een gevecht met Hilversum om onderwerpen erdoor te krijgen. En een gevecht met mezelf om na te denken over de woorden die ik gebruik en de toon van mijn reportages.
Trouwens: Ik wil het bloemenproject van Nederland in Gaza volgende week aangrijpen om de vraag te stellen waarom Nederland blij is met iets wat Israël doet terwijl het dat volgens het internationale recht verplicht is om te doen. Als het me lukt om die repo te maken en uitgezonden te krijgen, meld je dat dan ook op je weblog?
En nog een trouwens: had me gebeld toen je in de regio was... hadden we een biertje kunnen drinken bij mij in Jaffa.
Als toegift stuur ik je trouwens een mail van iemand anders die reageerde op mijn berichtgeving.
groet
Sander
Geachte heer Sander van Hoorn,
In uw berichtgeving (NOS-Journaal, 11nov.) bij het graf van Arafat spreekt u over een mogelijke 'teruggave' van delen van Oost-Jeruzalem. TERUGGAVE - waar hééft u het toch over? Door deze term te gebruiken wekt u bij de luisteraars de suggestie dat Palestijnse Arabieren ooit in de 3.000 jaar oude geschiedenis van de stad soevereine heersers geweest zijn over (Oost-) Jeruzalem. Uw suggestie is echter niet gebaseerd op geschiedkundige feiten.
Wel was het oostelijk deel van Jeruzalem 19 jaar lang door Jordanië bezet en van het westelijk deel afgescheiden - de verovering door Israël in 1967 maakte daaraan een einde. In 1994 sloot Jordanië vrede met Israël en deed afstand van zijn claim op (Oost) Jeruzalem. Als Palestijnse Arabieren menen als volgende in de rij recht te hebben op dat deel van de stad is er dus sprake van een nieuwe claim. Of de Palestijnse claim überhaupt realistisch is, of haalbaar, staat niet vast. Alleen, dat het een geheel nieuwe claim is die vóór 1994 niet bestond.
Jordanië wordt bewoond door Arabieren, waarvan een groot deel Palestijnen. Maar gezien de politieke verhoudingen in de regio is het onjuist om de termen 'Arabieren' en 'Palestijnen' aan elkaar gelijk te stellen. Ik dring er bij u op aan de term 'teruggeven' alleen dan te gebruiken wanneer dat historisch verantwoord is. Aangezien de Palestijnse Arabieren buiten Israël nooit politiek onafhankelijk zijn geweest geldt die groep mensen vooralsnog als statenloze vluchtelingen, die geen enkele natuurlijke (dat is: volkenrechtelijke) claim op ook maar enig grondgebied buiten de 'groene lijn' kunnen laten gelden.
In de hoop tot een berichtgeving te hebben bijgedragen die met de historische feiten overeenkomt,
Zend ik u hartelijke groeten,'
Ik heb hem vanmiddag deze reactie gemaild:
'Beste Sander,
Gezien je volgende vraag heb ik mij niet duidelijk genoeg uitgedrukt tegenover je: ‘Ik begrijp niet helemaal wat je van me verwacht.’
Gezien je volgende vraag heb ik mij niet duidelijk genoeg uitgedrukt tegenover je: ‘Ik begrijp niet helemaal wat je van me verwacht.’
Welnu, wat ik van jou als journalist verwacht is dat je bericht vanuit een context die recht doet aan de werkelijkheid. Die werkelijkheid is dat Israel in 1948 naar schatting 750.000 Palestijnen verdreven heeft en sindsdien weigert deze mensen terug te laten keren. Deze etnische zuivering is in strijd met VN-resoluties en het internationaal recht, zoals dit opnieuw in 2004 bevestigd werd in de ‘advisory opinion’ van het Internationaal Gerechtshof in Den Haag, het hoogste rechtscollege ter wereld. De werkelijkheid is ook dat in 1967 nog eens tenminste 200.000 Palestijnen werden verdreven. Al deze feiten zijn door Israelische historici als Avi Shlaim, Benny Morris en Ilan Pappe uitgebreid in boeken gedocumenteerd. Via hun archiefwerk weten we nu dat de zionisten meenden dat de verdreven Palestijnen geen probleem zouden vormen, maar dat ze op zouden gaan in de verpauperde massa’s van het Arabische achterland. Het probleem zou zichzelf als het ware door een soort Darwinistische selectie oplossen, zo was de gedachte. De werkelijkheid is ook deze: in strijd met het internationaal recht weigert Israel de joodse nederzettingen in bezet gebied te ontruimen. Sterker nog: het blijft ook nu nog steeds meer land van de Palestijnen in beslag nemen. Sinds het begin van het zogeheten Oslo ‘Vredesproces’ is het aantal kolonisten in bezet gebied verdubbeld en is de totale gestolen oppervlakte verdrievoudigd. De werkelijkheid is ook dat volgens het VN-Verdelingsplan uit 1947 Israel ongeveer 53 procent van het grondgebied van Palestina kreeg en de Palestijnen 47 procent. Na de oorlog van 1948 bleek Israel 25 procent te bezetten van het land dat aan de Palestijnen was gegeven, meer dan de helft van het toegezegde land. De overblijvende 22 procent werd in 1967 bezet. Volgens Ocha, een VN-organisatie, heeft Israel nu ook nog eens om en nabij 40 procent van de Westbank in beslag genomen. Met andere woorden: er blijft voor een mogelijk toekomstige Palestijnse staat iets meer dan 10 procent van het voormalige Palestina over, dus minder dan een kwart van het gebied dat men van de VN had gekregen. Dit zijn feiten die in Israel zelf niet ter discussie staan, maar doorgaans verzwegen worden door de westerse commerciële massamedia.
De werkelijkheid is ook deze: sinds 1988 hebben de Palestijnen via hun toenmalige leiders laten weten dat ze akkoord gaan met een eigen staat op de 22 procent die na 1948 overbleef, zijnde de hele Westbank en de Gaza Strook. De werkelijkheid is dat Israel weigert het gestolen gebied terug te geven, weigert de vluchtelingen te laten terugkeren of te compenseren voor het verlies van al hun bezit, en weigert de bezetting van de Westbank en de belegering van de Gaza Strook te stoppen. De werkelijkheid is ook deze, zoals verwoord door de Britse hoogleraar Vaughan Lowe van de Universiteit van Oxford na de “advisory opinion” van het Internationaal Gerechtshof in Den Haag (ICJ). Lowe, die als deskundige op het gebied van het internationaal recht de belangrijkste advocaat was van de Palestijnen, verklaarde dat de conclusie van het ICJ: ‘heeft bevestigd dat de rechten en plichten van Palestina en de Palestijnen bij wet zijn geregeld en niet domweg alleen maar een zaak zijn voor politieke onderhandelingen. Palestina en de Palestijnen bezitten niet slechts claims en belangen waarover ze met Israël moeten onderhandelen. Zij hebben legale rechten. Zij hoeven niet te onderhandelen over deze rechten. Ze hoeven geen concessies te doen in ruil voor de erkenning van die rechten. Zij bezitten die rechten al en zij hebben het recht op naleving van die rechten.’ Het Internationaal Gerechtshof verwierp daarmee de opvatting van Israël – gesteund door de VS en de EU – dat het vraagstuk van de Muur en de joodse nederzettingen eerder een politieke dan een legale kwestie was en daarom door onderhandelingen tussen beide partijen moest worden opgelost.
Welnu Sander, dit is de context waarbinnen het conflict zich afspeelt, een gewelddadige bezetting, diefstal van land, en een voortgaande etnische zuivering door het leven van de Palestijnen zo veel mogelijk tot een hel te maken. Deze terreur wordt begaan door het militair machtigste land in het Midden Oosten, die één van de machtigste strijdkrachten ter wereld bezit. Als onafhankelijke journalist gebruik ik hier bewust en met klem het woord terreur, zoals dit begrip als volgt wordt geformuleerd in het Amerikaanse Leger Handboek: ‘het bewust geplande gebruik van geweld of dreiging van geweld om doelen te bereiken die politiek, religieus, of ideologisch van aard zijn.’ Tegenover deze macht staan enkele licht bewapende milities van de Palestijnen die al dan niet geboycot worden door het Westen. De context is dus niet, om in jouw woorden te blijven: ‘de vraag hoe [na Annapolis] de beide “leiders” ermee thuis konden komen.’ Dat is geenszins de context en wel om de simpele reden dat Israel oppermachtig is en wordt gesteund door het Westen op diplomatiek, politiek, economisch en zelfs militair gebied, terwijl de grootste politieke partij van de Palestijnen niet eens als waarnemer was uitgenodigd en de Palestijnse president gebruikt wordt in het aloude spel van verdeel en heers. Zijn militie wordt nu door Israel en de VS bewapend en getraind voor een mogelijk toekomstige Palestijnse burgeroorlog. Bovendien laat je inderdaad weten dat de Palestijnen het slecht hebben, maar dat de Israeli's het ook niet makkelijk hebben, want 'nog dagelijks komen er raketten neer, afgeschoten vanuit de Gaza Strook. Op het moment dat dat ophoudt, ja dan heeft Olmert het natuurlijk een stuk makkelijker om de eigen oppositie de mond te snoeren en om de Israeli's te laten zien dat dit de weg vooruit is.'
'Olmert... de eigen oppositie de mond snoeren?' Sander, jij hebt het over dezelfde Olmert die in Israel alom beschouwd wordt als een havik, de man die vorig jaar verklaarde dat het zijn intentie was 'to make the Wall the new border of the State of Israel, incorporating settlements in the Occupied Palestinian Territories and annexing Palestinian land. To accept Israel 's retention of the settlement blocs as part of a negotiated solution clearly deprives the Palestinian civilian population of the benefits of the Fourth Geneva Convention, as it would validate Israel 's violations thereof. As such any agreement recognising the settlements is in flagrant violation of Article 47'.
Dezelfde Olmert dus die door de onafhankelijke, goed geinformeerde, correspondent van de Britse kwaliteitskrant de Independent, Robert Fisk, als volgt werd beschreven: 'Next week, we are supposed to believe in peace in Annapolis, between the colourless American apparatchik and Ehud Olmert, the Israeli Prime Minister who has no more interest in a Palestinian state than his predecessor Ariel Sharon.'
Dezelfde Olmert die als 'Prime Minister... said that the starting point for all negotiations with the Palestinians will be the "recognition of Israel as a state for the Jewish people, This recognition is meant to bolster Israel's position that rejects the return of Palestinian refugees to areas inside the Green Line - the border before the 1967 Six-Day War. "We won't hold negotiations on our existence as a Jewish state, this is a launching point for all negotiations," Olmert said.'
Welnu Sander, dit is de context waarbinnen het conflict zich afspeelt, een gewelddadige bezetting, diefstal van land, en een voortgaande etnische zuivering door het leven van de Palestijnen zo veel mogelijk tot een hel te maken. Deze terreur wordt begaan door het militair machtigste land in het Midden Oosten, die één van de machtigste strijdkrachten ter wereld bezit. Als onafhankelijke journalist gebruik ik hier bewust en met klem het woord terreur, zoals dit begrip als volgt wordt geformuleerd in het Amerikaanse Leger Handboek: ‘het bewust geplande gebruik van geweld of dreiging van geweld om doelen te bereiken die politiek, religieus, of ideologisch van aard zijn.’ Tegenover deze macht staan enkele licht bewapende milities van de Palestijnen die al dan niet geboycot worden door het Westen. De context is dus niet, om in jouw woorden te blijven: ‘de vraag hoe [na Annapolis] de beide “leiders” ermee thuis konden komen.’ Dat is geenszins de context en wel om de simpele reden dat Israel oppermachtig is en wordt gesteund door het Westen op diplomatiek, politiek, economisch en zelfs militair gebied, terwijl de grootste politieke partij van de Palestijnen niet eens als waarnemer was uitgenodigd en de Palestijnse president gebruikt wordt in het aloude spel van verdeel en heers. Zijn militie wordt nu door Israel en de VS bewapend en getraind voor een mogelijk toekomstige Palestijnse burgeroorlog. Bovendien laat je inderdaad weten dat de Palestijnen het slecht hebben, maar dat de Israeli's het ook niet makkelijk hebben, want 'nog dagelijks komen er raketten neer, afgeschoten vanuit de Gaza Strook. Op het moment dat dat ophoudt, ja dan heeft Olmert het natuurlijk een stuk makkelijker om de eigen oppositie de mond te snoeren en om de Israeli's te laten zien dat dit de weg vooruit is.'
'Olmert... de eigen oppositie de mond snoeren?' Sander, jij hebt het over dezelfde Olmert die in Israel alom beschouwd wordt als een havik, de man die vorig jaar verklaarde dat het zijn intentie was 'to make the Wall the new border of the State of Israel, incorporating settlements in the Occupied Palestinian Territories and annexing Palestinian land. To accept Israel 's retention of the settlement blocs as part of a negotiated solution clearly deprives the Palestinian civilian population of the benefits of the Fourth Geneva Convention, as it would validate Israel 's violations thereof. As such any agreement recognising the settlements is in flagrant violation of Article 47'.
Dezelfde Olmert dus die door de onafhankelijke, goed geinformeerde, correspondent van de Britse kwaliteitskrant de Independent, Robert Fisk, als volgt werd beschreven: 'Next week, we are supposed to believe in peace in Annapolis, between the colourless American apparatchik and Ehud Olmert, the Israeli Prime Minister who has no more interest in a Palestinian state than his predecessor Ariel Sharon.'
Dezelfde Olmert die als 'Prime Minister... said that the starting point for all negotiations with the Palestinians will be the "recognition of Israel as a state for the Jewish people, This recognition is meant to bolster Israel's position that rejects the return of Palestinian refugees to areas inside the Green Line - the border before the 1967 Six-Day War. "We won't hold negotiations on our existence as a Jewish state, this is a launching point for all negotiations," Olmert said.'
Zie voor deze informatie: http://stanvanhoucke.blogspot.com/search?q=olmert
De vraag stellen ‘hoe de beide “leiders”’ met het resultaat van Annapolis kunnen thuis komen, laat de context van het conflict volledig verdwijnen. Olmert wil helemaal niet de nederzettingen opgeven, net zo min als de oppositie dit wil, en hij wil de Palestijnse vluchtelingen niet het recht op terugkeer geven, net zomin als de oppositie dit wil. Jouw vraag is een vertekening van de werkelijkheid. De werkelijkheid van de bezetting en de etnische zuivering door Israel en een Vredesproces dat tot aan de dag van vandaag een schijnvertoning is geweest waaraan de meeste journalisten braaf meedoen, terwijl achter de Muur de terreur tegen de Palestijnse burgerbevolking ongestoord doorgaat, zoals ik in gezelschap van een een groepje Nederlandse juristen, allen deskundigen op internationaal gebied, een maand geleden weer heb kunnen constateren.
Je stelt het volgende in je email: ‘Als je Israël volgt noem je een Palestijn die een steen gooit naar een joodse kolonist een terrorist (heb je het radio-item gehoord waarin ik de Palestijn liet horen die dat aan kaak stelde??). Als je de Islamitische Jihad volgt, noem je iedereen die niet vecht voor de terugkeer naar het oorspronkelijke ‘‘Palestina’’ een verrader. Ik probeer met beide kanten niet mee te gaan. Niet omdat ik geloof dat waar twee vechten, twee schuld hebben maar omdat ik geloof dat ik bericht voor de grote groep van kijkers en luisteraars die zijn mening nog niet klaar heeft.’ Waarom staat Palestina bij jou tussen haakjes?
Hier bouw je opnieuw een tegenstelling in die een grove vertekening van de werkelijkheid bewerkstelligt. Natuurlijk is een minderjarig kind dat een steen naar een tank gooit geen terrorist. Het is geen verdienste dat je dat niet zegt. Je zou jezelf alleen maar ongeloofwaardig maken. Daar tegenover stel je de Islamitische Jihad. Maar dat is nu juist geen tegenovergestelde. In het eerste geval is er sprake van een bevriende staat die een burgerbevolking terroriseert, in het geval van de Islamitische Jihad is er sprake van een niet erkende splintergroepering die zich soms met terreur verzet tegen de dagelijkse terreur van de bezetting. Het zijn twee volstrekt verschillende grootheden. Het vergelijken van deze twee is even absurd als de vergelijking die Joris Luyendijk maakte toen hij verklaarde dat Barak en Arafat net als twee cowboys waren die een saloon binnenkwamen om een conflict uit te vechten. Een ander interessant voorbeeld is het feit dat het NOS-Journaal stelde dat een zwaar bewapende Israelische militair die door het Palestijnse verzet krijgsgevangen werd genomen, ‘gekidnapt’ was. Ook hier verdwijnt de werkelijkheid weer uit zicht, de journalistiek heeft dan de proporties uit het oog verloren.
Sander, als je maar 1 minuut en 33 seconden hebt om ‘eens door te praten’ over een langlopend conflict maak dan meteen duidelijk wat de context van dat conflict in werkelijkheid is. Doe je dat niet dan word je meegezogen in de propaganda. En propagandisten zijn er genoeg, goede journalisten helaas niet.
Je schrijft voorts dat het ‘een dagelijks gevecht is.’ Je hebt gelijk, en in de toekomst zul je er steeds harder voor moeten vechten. Ik weet dat uit eigen ervaring. Toen de VPRO hoofdredacteur Radio Arend Jan Heerma van Voss in 2004 tegen me zei dat de buitenlandprogramma’s op Radio 5 afgeschaft werden ‘omdat voor dit soort programma’s bij de VPRO geen toekomst meer is’, toen wist ik dat mijn tijd bij de publieke omroepen erop zat. Ik waardeer je voor je inzet en ook voor je betrokkenheid. Ik ken je als een serieuze journalist. Dat is ook juist de reden dat ik je eerst mijn interview met de Britse correspondent Jonathan Cook opstuurde en een dag later kritiek op je leverde in het openbaar. Ik wil je helpen met informatie, maar dat betekent niet dat ik geen kritiek zal leveren. Je geeft in het openbaar verslag, ik geef in het openbaar kritiek. Die kritiek mail ik naar de redactie van het NOS-Journaal, omdat ik weet dat de redactie bepaalt wat al dan niet wordt uitgezonden en tevens binnen welke context er moet worden bericht. Ik reken je niet af op 1 minuut en 33 seconden, ik bekritiseer jou en je redactie vanwege het feit dat jij en je redactie de ware context van het conflict in die korte tijd hebben laten verdwijnen.
Je schrijft: ‘Weet je dat ik er zelfs nog over heb nagedacht, over die voorbeelden van het leed aan beide kanten?’ Let wel, het leed aan beide kanten! Sander, als je de bezetting door de Duitsers zou hebben moeten verslaan, zou je dan ook even veel aandacht hebben besteed aan het leed van de Duitsers? Of had je de nadruk gelegd op het leed van de burgerbevolking die onder die bezetting leefde? Ik bedoel, dat de Israeli’s af en toe de gevolgen voelen van hun bezetting en hun etnische zuivering, en hun diefstal van land is een onvermijdelijke consequentie van hun eigen bezettingsterreur. Dat leed kun je toch niet op dezelfde lijn zetten als het leed van de Palestijnse burgerbevolking die al 40 jaar lang onder de terreur van een bezetting leeft? Kijk nog eens goed in Tel Aviv en Jaffa en probeer dan eens goed te kijken in Jenin en Nabloes. Je kunt de positie van joods Israeli's toch niet vergelijken met die van de Palestijnse vluchtelingen die al zestig jaar lang niet naar huis huis terugmogen? Ook niet qua leed. Zo verlies je de verhoudingen uit het oog.
Ik citeer je opnieuw: ‘Je schuift mij een genetisch defect in de schoenen ( journalistiek conformisme) en als kers op de taart beweer je dat ik dat doe om mijn baan te behouden en mijn carriere veilig te stellen.’ Journalistiek conformisme is nu juist geen genetisch defect, maar een persoonlijke keuze. Dat wil ik duidelijk maken. Die keuze maak jij ook, elke dag weer, zoals jezelf in deze zin beschrijft: ‘Weet je bijvoorbeeld dat ik… een strijd voer om bij “Hamas” dat hardnekkige voorvoegsel “militante”, “terroristische” of “moslimfundamentalistische” eraf te krijgen.’ De vraag is nu hoe lang jij akkoord zal blijven gaan met de context van die kwalificaties die tegen jouw zin in je berichtgeving omlijsten en tegelijk kleuren. En wat betreft die kers, ik schreef dit: ‘In Another Century of War? schrijft de Amerikaanse historicus Gabriel Kolko: 'In every country, only a finite range of views receive a hearing in policy-making circles, and ambitious individuals fully understand the boundaries of permissible analyses... Those who become the leaders of states are ultimately conformists on most crucial issues, and individuals who evaluate information in a rational manner - and therefore frequently criticize traditional premises are weeded out early in their careers. The socialization process in most, even all nations eliminates such people, and ambitious ones comprehend full well the analytic and political boundaries upon which their future careers depend... Political systems are not constructed to obtain and confront unpleasant facts, and they have few safeguards against irrational behavior. This myopia is increasingly dangerous.'
Dit geeft ook antwoord op een vraag die me herhaaldelijk gesteld wordt: waarom zijn journalisten van de commerciele massamedia zulke conformisten? Het is duidelijk dat alleen conformisten een kans hebben met succes een journalistieke carriere na te streven. Zo is het nu eenmaal.’ Op een bepaald moment in je loopbaan zul je ontdekken dat: 'In every country, only a finite range of views receive a hearing in policy-making circles, and ambitious individuals fully understand the boundaries of permissible analyses...’ Je zult dan de keuze moeten maken of je je wilt conformeren aan de officieel gesanctioneerde versie van de werkelijkheid of niet. In de commerciële massamedia speel je het spel mee en zal je loopbaan verzekerd zijn of je speelt het spel niet mee en zal je net als alle andere dwarsliggers ‘weeded out early in your career.’ Uit ervaring weet ik dat er uiteindelijk geen tussenweg is.
Wil ik je opvoeden? In zekere zin wel, dat wil zeggen: ik praat terug. Jij hebt de macht van de microfoon en de camera, ik heb de macht om via mijn weblog terug te praten. Ik kan je publiekelijk ter verantwoording roepen. Dat wordt veel te weinig gedaan in Nederland. De commerciële massamedia zijn een ongecontroleerde macht geworden. Gewone kijkers, lezers en luisteraars zouden journalisten en hun opdrachtgevers vaker ter verantwoording moeten roepen. De massamedia bepalen namelijk wat waar is en wat niet, wie belangrijk is en wie niet, wat bericht moet worden en wat niet. Zij scheppen het bewustzijnskader van honderden miljoenen mensen. Het meeste wat de kijker, lezer, luisteraar weet, weet hij niet via eigen ervaring, maar van horen zeggen. En als wat gezegd wordt een leugen is, die onweersproken blijft, denkt de kijker, lezer, luisteraar dat hij geïnformeerd is zonder dat hij dat is. En dat is levensgevaarlijk in en voor een parlementaire democratie.
Wil ik je aan de schandpaal nagelen? Als het zou helpen, zou ik dat zeker doen. Maar ik vrees dat het niet helpt, dus het antwoord is nee. Ik confronteer je alleen met de wijze waarop je werkt.
Is dit een column? Geenszins! Het is mijn manier om verslag te leggen. Wat wil ik nu? Dat je bericht geeft vanuit een context die de werkelijkheid geen geweld aandoet.
En wat betreft die chaotische reactie van een van jouw kijkers: daar kan ook ik niets mee. Het is nu eenmaal zo dat sommige mensen het onrecht niet kunnen zien. Dat is een stoornis die jij en ik niet kunnen verhelpen. Helaas, voor al die mensen overal ter wereld die slachtoffer worden van deze psychische stoornis.
Ik hoop dat ik dit keer me duidelijker heb uitgedrukt. Zo niet, dan verneem ik dat wel van je.
Succes
en collegiale groet
Stan.'
De vraag stellen ‘hoe de beide “leiders”’ met het resultaat van Annapolis kunnen thuis komen, laat de context van het conflict volledig verdwijnen. Olmert wil helemaal niet de nederzettingen opgeven, net zo min als de oppositie dit wil, en hij wil de Palestijnse vluchtelingen niet het recht op terugkeer geven, net zomin als de oppositie dit wil. Jouw vraag is een vertekening van de werkelijkheid. De werkelijkheid van de bezetting en de etnische zuivering door Israel en een Vredesproces dat tot aan de dag van vandaag een schijnvertoning is geweest waaraan de meeste journalisten braaf meedoen, terwijl achter de Muur de terreur tegen de Palestijnse burgerbevolking ongestoord doorgaat, zoals ik in gezelschap van een een groepje Nederlandse juristen, allen deskundigen op internationaal gebied, een maand geleden weer heb kunnen constateren.
Je stelt het volgende in je email: ‘Als je Israël volgt noem je een Palestijn die een steen gooit naar een joodse kolonist een terrorist (heb je het radio-item gehoord waarin ik de Palestijn liet horen die dat aan kaak stelde??). Als je de Islamitische Jihad volgt, noem je iedereen die niet vecht voor de terugkeer naar het oorspronkelijke ‘‘Palestina’’ een verrader. Ik probeer met beide kanten niet mee te gaan. Niet omdat ik geloof dat waar twee vechten, twee schuld hebben maar omdat ik geloof dat ik bericht voor de grote groep van kijkers en luisteraars die zijn mening nog niet klaar heeft.’ Waarom staat Palestina bij jou tussen haakjes?
Hier bouw je opnieuw een tegenstelling in die een grove vertekening van de werkelijkheid bewerkstelligt. Natuurlijk is een minderjarig kind dat een steen naar een tank gooit geen terrorist. Het is geen verdienste dat je dat niet zegt. Je zou jezelf alleen maar ongeloofwaardig maken. Daar tegenover stel je de Islamitische Jihad. Maar dat is nu juist geen tegenovergestelde. In het eerste geval is er sprake van een bevriende staat die een burgerbevolking terroriseert, in het geval van de Islamitische Jihad is er sprake van een niet erkende splintergroepering die zich soms met terreur verzet tegen de dagelijkse terreur van de bezetting. Het zijn twee volstrekt verschillende grootheden. Het vergelijken van deze twee is even absurd als de vergelijking die Joris Luyendijk maakte toen hij verklaarde dat Barak en Arafat net als twee cowboys waren die een saloon binnenkwamen om een conflict uit te vechten. Een ander interessant voorbeeld is het feit dat het NOS-Journaal stelde dat een zwaar bewapende Israelische militair die door het Palestijnse verzet krijgsgevangen werd genomen, ‘gekidnapt’ was. Ook hier verdwijnt de werkelijkheid weer uit zicht, de journalistiek heeft dan de proporties uit het oog verloren.
Sander, als je maar 1 minuut en 33 seconden hebt om ‘eens door te praten’ over een langlopend conflict maak dan meteen duidelijk wat de context van dat conflict in werkelijkheid is. Doe je dat niet dan word je meegezogen in de propaganda. En propagandisten zijn er genoeg, goede journalisten helaas niet.
Je schrijft voorts dat het ‘een dagelijks gevecht is.’ Je hebt gelijk, en in de toekomst zul je er steeds harder voor moeten vechten. Ik weet dat uit eigen ervaring. Toen de VPRO hoofdredacteur Radio Arend Jan Heerma van Voss in 2004 tegen me zei dat de buitenlandprogramma’s op Radio 5 afgeschaft werden ‘omdat voor dit soort programma’s bij de VPRO geen toekomst meer is’, toen wist ik dat mijn tijd bij de publieke omroepen erop zat. Ik waardeer je voor je inzet en ook voor je betrokkenheid. Ik ken je als een serieuze journalist. Dat is ook juist de reden dat ik je eerst mijn interview met de Britse correspondent Jonathan Cook opstuurde en een dag later kritiek op je leverde in het openbaar. Ik wil je helpen met informatie, maar dat betekent niet dat ik geen kritiek zal leveren. Je geeft in het openbaar verslag, ik geef in het openbaar kritiek. Die kritiek mail ik naar de redactie van het NOS-Journaal, omdat ik weet dat de redactie bepaalt wat al dan niet wordt uitgezonden en tevens binnen welke context er moet worden bericht. Ik reken je niet af op 1 minuut en 33 seconden, ik bekritiseer jou en je redactie vanwege het feit dat jij en je redactie de ware context van het conflict in die korte tijd hebben laten verdwijnen.
Je schrijft: ‘Weet je dat ik er zelfs nog over heb nagedacht, over die voorbeelden van het leed aan beide kanten?’ Let wel, het leed aan beide kanten! Sander, als je de bezetting door de Duitsers zou hebben moeten verslaan, zou je dan ook even veel aandacht hebben besteed aan het leed van de Duitsers? Of had je de nadruk gelegd op het leed van de burgerbevolking die onder die bezetting leefde? Ik bedoel, dat de Israeli’s af en toe de gevolgen voelen van hun bezetting en hun etnische zuivering, en hun diefstal van land is een onvermijdelijke consequentie van hun eigen bezettingsterreur. Dat leed kun je toch niet op dezelfde lijn zetten als het leed van de Palestijnse burgerbevolking die al 40 jaar lang onder de terreur van een bezetting leeft? Kijk nog eens goed in Tel Aviv en Jaffa en probeer dan eens goed te kijken in Jenin en Nabloes. Je kunt de positie van joods Israeli's toch niet vergelijken met die van de Palestijnse vluchtelingen die al zestig jaar lang niet naar huis huis terugmogen? Ook niet qua leed. Zo verlies je de verhoudingen uit het oog.
Ik citeer je opnieuw: ‘Je schuift mij een genetisch defect in de schoenen ( journalistiek conformisme) en als kers op de taart beweer je dat ik dat doe om mijn baan te behouden en mijn carriere veilig te stellen.’ Journalistiek conformisme is nu juist geen genetisch defect, maar een persoonlijke keuze. Dat wil ik duidelijk maken. Die keuze maak jij ook, elke dag weer, zoals jezelf in deze zin beschrijft: ‘Weet je bijvoorbeeld dat ik… een strijd voer om bij “Hamas” dat hardnekkige voorvoegsel “militante”, “terroristische” of “moslimfundamentalistische” eraf te krijgen.’ De vraag is nu hoe lang jij akkoord zal blijven gaan met de context van die kwalificaties die tegen jouw zin in je berichtgeving omlijsten en tegelijk kleuren. En wat betreft die kers, ik schreef dit: ‘In Another Century of War? schrijft de Amerikaanse historicus Gabriel Kolko: 'In every country, only a finite range of views receive a hearing in policy-making circles, and ambitious individuals fully understand the boundaries of permissible analyses... Those who become the leaders of states are ultimately conformists on most crucial issues, and individuals who evaluate information in a rational manner - and therefore frequently criticize traditional premises are weeded out early in their careers. The socialization process in most, even all nations eliminates such people, and ambitious ones comprehend full well the analytic and political boundaries upon which their future careers depend... Political systems are not constructed to obtain and confront unpleasant facts, and they have few safeguards against irrational behavior. This myopia is increasingly dangerous.'
Dit geeft ook antwoord op een vraag die me herhaaldelijk gesteld wordt: waarom zijn journalisten van de commerciele massamedia zulke conformisten? Het is duidelijk dat alleen conformisten een kans hebben met succes een journalistieke carriere na te streven. Zo is het nu eenmaal.’ Op een bepaald moment in je loopbaan zul je ontdekken dat: 'In every country, only a finite range of views receive a hearing in policy-making circles, and ambitious individuals fully understand the boundaries of permissible analyses...’ Je zult dan de keuze moeten maken of je je wilt conformeren aan de officieel gesanctioneerde versie van de werkelijkheid of niet. In de commerciële massamedia speel je het spel mee en zal je loopbaan verzekerd zijn of je speelt het spel niet mee en zal je net als alle andere dwarsliggers ‘weeded out early in your career.’ Uit ervaring weet ik dat er uiteindelijk geen tussenweg is.
Wil ik je opvoeden? In zekere zin wel, dat wil zeggen: ik praat terug. Jij hebt de macht van de microfoon en de camera, ik heb de macht om via mijn weblog terug te praten. Ik kan je publiekelijk ter verantwoording roepen. Dat wordt veel te weinig gedaan in Nederland. De commerciële massamedia zijn een ongecontroleerde macht geworden. Gewone kijkers, lezers en luisteraars zouden journalisten en hun opdrachtgevers vaker ter verantwoording moeten roepen. De massamedia bepalen namelijk wat waar is en wat niet, wie belangrijk is en wie niet, wat bericht moet worden en wat niet. Zij scheppen het bewustzijnskader van honderden miljoenen mensen. Het meeste wat de kijker, lezer, luisteraar weet, weet hij niet via eigen ervaring, maar van horen zeggen. En als wat gezegd wordt een leugen is, die onweersproken blijft, denkt de kijker, lezer, luisteraar dat hij geïnformeerd is zonder dat hij dat is. En dat is levensgevaarlijk in en voor een parlementaire democratie.
Wil ik je aan de schandpaal nagelen? Als het zou helpen, zou ik dat zeker doen. Maar ik vrees dat het niet helpt, dus het antwoord is nee. Ik confronteer je alleen met de wijze waarop je werkt.
Is dit een column? Geenszins! Het is mijn manier om verslag te leggen. Wat wil ik nu? Dat je bericht geeft vanuit een context die de werkelijkheid geen geweld aandoet.
En wat betreft die chaotische reactie van een van jouw kijkers: daar kan ook ik niets mee. Het is nu eenmaal zo dat sommige mensen het onrecht niet kunnen zien. Dat is een stoornis die jij en ik niet kunnen verhelpen. Helaas, voor al die mensen overal ter wereld die slachtoffer worden van deze psychische stoornis.
Ik hoop dat ik dit keer me duidelijker heb uitgedrukt. Zo niet, dan verneem ik dat wel van je.
Succes
en collegiale groet
Stan.'
Zie voor interview Jonathan Cook: http://www.stanvanhoucke.net/audioblog/pivot/entry.php?id=37#body
22 opmerkingen:
Stan en Sander, tot zo ver zeer bedankt. Dit is een belangrijke bijdrage aan een belangrijk onderwerp, namelijk beeldvormende verslaggeving.
Van mij ook bedankt voor jullie bijdragen, en ik hoop van harte dat hier een zinnig debat onstaat. Immers, de meeste journalisten reageren niet eens op kritiek. Daarom wil ik bij deze mijn respekt voor Sander van Hoorn onderstrepen - dat hij een debat hierover blijkbaar belangrijk vind, en wel het lef heeft om te reageren.
Overigens stuur ik wel eens een email naar de NOS, zoals Van Hoorn suggereert, maar ik heb nog nooit een reactie of antwoord gekregen.
Stan legt hier natuurlijk een gewetenskeuze bij Van Hoorn neer: 'meedoen' of eruit stappen. Want iets anders bestaat er inderdaad niet: je hebt maar te doen wat 'de baas' zegt. Mag je die keuze iemand wel voorleggen? Ja, dat mag. Persoonlijk heb ik in mijn leven ook zo'n keuze gemaakt, ik stapte eruit, en dat had voornamelijk financiële consequenties, maar wát was dat bevrijdend. Dus ik kan erover meepraten.
Een arts zou (maar voor hoe lang nog) ook weigeren een patient te laten sterven, wanneer een verzekeringsmaatschappij hem onder druk zet. Een dode patient scheelt hen immers geld. Maar waarom heeft een journalist minder scrupules, terwijl hij of zij degene is die consensus kan kweken voor oorlogen en andere levensbedreigende politieke beslissingen?
Ter illustratie een aardig voorbeeld uit de Volkskrant van 9 september 2002 door Leo Kwarten: 'Irak werkt samen met Osama bin Laden'. Hij prees daarin een boek van Laurie Mylroie, die beweerde dat Saddam Hoessein persoonlijk achter 9/11 zat, maar ook achter de (eerdere) bomaanslagen op het World Trade Center, Kenia, Tanzania, ja zelfs die van Oklahoma. Hij reageert:
"Moeten we Mylroie's beweringen serieus nemen?
Het antwoord is ja.
Laurie Mylroie is niet de eerste de beste. Zij is een autoriteit op het gebied van Irak en heeft verschillende boeken op haar naam staan. Study of Revenge is niet meer dan het is: een studie van feiten en bewijsmateriaal gecombineerd met een gezonde dosis logica. Op slechts weinig plaatsen in het boek kan Mylroie beticht worden van speculatie.
Zij veegt de vloer aan met het beleid van de regering-Clinton, die de theorie heeft verzonnen dat losse netwerken van irrationele moslimfanaten zouden opereren zonder de steun van onfrisse regimes. 'Deze theorie heeft de Amerikanen kwetsbaar gemaakt voor toekomstige terreurdaden, die in het slechtste geval aanvallen met chemische of biologische middelen kunnen inhouden', stelt Mylroie.
Iemand die een dergelijke uitspraak al vóór 11 september deed, dient zeer serieus te worden genomen."
En Leo Kwarten is niet eens een journalist, maar een zakenman, die met zijn Middle East Consultancy o.a. Shell helpt met haar business in het Midden Oosten. Toch vond de Volkrant dit de moeite waard. Toch vond zij het de moeite waard om consensus te kweken bij de argeloze lezer, zoals ik, voor een aanval op Irak. Zodoende heeft Kwarten bloed aan zijn handen, én de Volkskrant. Laat ik de zaak maar eens 'durven benoemen'. De oorlog met Irak heeft al een miljoen overleden patienten opgeleverd. Alex Burghoorn, die bijklust voor het CIDI, doet in die krant hetzelfde: de Israëlische terreur negeren dan wel goedpraten.
Sorry voor de lengte, maar ik wilde hiermee het belang van de journalistiek onderstrepen, voor burgers zoals ik, die onder meer stemrecht hebben.
Stan,
Prima reactie! Je raakt al je spijkers vol op de kop! Het journaal maakt zich keer op keer schuldig aan leugens der omissie. Het siert van Hoorn zeker dat hij reageert maar hoe goed zijn bedoelingen ook mogen zijn, uiteindelijk draagt hij eraan bij dat kijkers nooit het echte verhaal te horen krijgen. Terwijl (zoals jij terecht zegt) de feiten het uitschrééuwen, dat Israel met Westerse goedkeuring en steun de Palestijnen van hun land blijft verdrijven.
Huub Wijfjes, mediahistoricus, schreef op De Nieuwe Reporter een recensie over het nieuwste boek van Mark Deuze, mediawetenschapper. Wijfjes vond het abstractieniveau wat te hoog, en als 'oudere en sceptische redacteur' verwijt hij Deuze dat deze 'buiten de realiteit van alledag staat.' Want, schrijft Wijfjes: 'wat heeft een verslaggever in Groningen eraan die het interactieve publiek in Appingedam probeert te voorzien van een betrouwbaar bericht over de staking van het openbaar vervoer?'
Hierin zit 'em de clou, want Wijfjes gaat uit van 1 realiteit van alledag, terwijl de realiteit van alledag voor iedereen anders is.
Wat ik hier beschrijf is de kennisleer epistomologie; de wereld zou er anders uitzien als dat het uitgangspunt van de journalistiek zou zijn.
beste anoniem
ik begrijp niet helemaal of misschien wel helemaal niet wat je bedoelt. probeer het me uit te leggen.
stan
'De realiteit van alledag', van een buschauffeur uit Appingedam is een andere als 'de realiteit van alledag' van Wijfjes, is een andere als 'de realiteit van alledag' van de Palestijnen, is een andere als 'de realiteit van alledag' van Stan van Houcke, is een andere als 'de realiteit van alledag' van Sander van Hoorn, is een andere als 'de realiteit van alledag' van Israelies.
Als je uitgaat van (theoretische danwel praktische) concepten sluit je mensen uit die buiten dat (een) conceptueel kader vallen. Waar het om gaat is juist wat er in het gebied tússen (theoretische en/of praktische) concepten gebeurt. Als de journalistiek dáár over berichten zou, zag de wereld er anders uit: mensen zouden elkaar gaan begrijpen.
mvrgrt. anonieme Lia
Het gaat niet alleen om wat er gebeurt, maar ook om hoe dit ervaren wordt (ten diepste, in de kern). Wat, als het uitgangspunt van de journalistiek zou zijn dat dat voor ieder levend wezen geldt.
Ik kan de term 'realiteit van alledag' nergens terug vinden op Stan's weblog? Ook denk ik niet dat een krantlezer zo geïnteresseerd is in de realiteit van alledag van een journalist. Maar vraagt een journalist aan een Palestijn wat zijn realiteit is, en hij vraagt het vervolgens aan een andere Palestijn, dan zullen die realiteiten weinig verschillen. En daar verslag van doen, dat is naar mijn mening nu net waar het om draait.
En vraagt hij het aan een Israeli, dan verschilt het wel. En verslag doen over en van die verschillen, dat is naar mijn mening nu net waar de journalistiek over zou moeten gaan.
De 'realiteit van alledag' is voor iedereen inderdaad anders, maar alleen in subjectieve zin. Om de hele kwestie, waarover filosofen (epistemologen) natuurlijk bibliotheken over vol geschreven hebben en blijven schrijven, kort te sluiten kunnen we kijken naar de situatie van de rechter die de feiten van een zaak probeert te achterhalen aan de hand van getuigenissen. Geen van de betrokkenen zal in die situatie ook maar enig geduld hebben met vertogen over de onkenbare realiteit maar keihard op zoek zijn naar de feiten van de zaak. Dat lijkt me ook de situatie van de journalist waarop Wijfjes doelt.
[Mooie film over de onkenbaarheid van alledaagse realiteit, ongetwijfeld bekend: Rashomon van Kurasawa.]
ik ben altijd huiverig voor te ver doorgevoerd getheoretiseer over de werkelijkheid. ik geef een voorbeeld van de werkelijkheid: een moeder die haar kind verliest is ontroostbaar. zelfs in het dierenrijk. een man die elke dag vernederd wordt zal op den duur breken. een kind dat in angst opgroeit zal getraumatiseerd raken. dat is de werkelijkheid. net zoals de werkelijkheid van elke bezetting dagelijkse terreur is. het probleem van het postmodernisme is dat het in elk feit een ervaring ziet, waardoor op den duur geen feiten meer bestaan, maar alleen gevoelens of meningen. maar de werkelijkheid bestaat wel degelijk zodra men bijvoorbeeld bedreigd wordt in zijn voortbestaan.
stan
Ik zou ervoor willen pleiten dat journalistiek meer uitgaat voor het neutraal waarnemen in plaats van het objectief waarnemen. Objectief (1 zich bepalend tot de feiten, niet beïnvloed door eigen gevoel of door vooroordelen) impliceert dat je zonder referentiekader kunt kijken, en dit is niet mogelijk want iedereen heeft een referentiekader, de journalist maar ook degene over wie hij verhaalt. Wil hij objectief waarnemen, dan moet hij eerst niet alleen zijn eigen referentiekader helder hebben, om te weten waar hij zich al dan niet zou kunnen laten beinvloeden, maar moet hij voor hij verhaalt ook het referentiekader helder krijgen van degene over wie hij verhaalt. Neutraal (1 onpartijdig
2 geen sterk sprekende waarde hebbend of tonend => onopvallend)
waarnemen is meer valide wat mij betreft. Is dit voor jullie ook zo?
waarnemen bestaat wel. De kunst is erachter te komen wat je referentiekader is, zodat je weet waar je gekleurd
dit moet zijn: "uitgaat van het neutraal waarnemen"
lia
je kijkt als journalist naar een moeder van wie het kind net is gedood. dan bericht je vanuit een diepe betrokkenheid met menselijk leed, je mede-lijden wordt in je verslaggeving weerspiegelt. en zo gaat het met alle verslaggeving over de wereld, tenzij de journalist vanuit een ideologie bericht geeft, maar dan werkt het ook als propaganda en is het geen journalistiek meer. you cannot be neutral on a moving train, zei de amerikaanse historicus howard zinn eens. en hij heeft gelijk.
stan
Even voor alle duidelijkheid, ik ben het zonder meer met je eens dat er teveel, veel te veel, onrecht in de wereld is, dat er niets ergers is, in welke cultuur dan ook, dan je kind verliezen en als dat door domme, onnozele machtspolitiek (en dus angst voor het verlies daarvan) gebeurt dit nog veel en veel moeilijker te accepteren is. Er zijn mensen op deze wereld die het belangrijker vinden om verantwoordelijkheid te nemen voor hun machtspositie dan de verantwoordelijkheid te nemen voor het leven van de mens in het algemeen. Ik vind dat schandelijk, en ik zoek dus naar wegen om mensen er bewust van te maken dat verantwoordelijkheid nemen voor je gevoel belangrijker is dan verantwoordelijkheid nemen voor je positie, en dat je gevoel nooit mag zijn dat macht voor leven gaat. Bij jou antwoord kan ik me dus alles voorstellen. Echter, betekent jou antwoord niet tegelijkertijd dat het gevoel van degene(n) die macht boven leven stellen, nooit zo belicht wordt als het gevoel van de moeder die haar kind verloor. En ik vraag me af of je niet juist door het verhaal van degene(n) die macht boven leven stellen te negeren, hun actiebereidheid doet toenemen. Ik hoop dat duidelijk is wat ik probeer te zeggen.
mvrgrt.
Mensn die 'macht boven leven stellen' schitteren juist in een gebrek aan gevoel - anders zouden ze terstond depressief raken.
Daar komt nog bij: in de commerciële massamedia is gevoel verboden, net als in de politiek en net als in het zakenleven. Dus wat blijft erover?
In het Israël/Palestijnen conflict, waarin nog niemand geslaagd is om 'neutraal' in te zijn, dus laat staan in 1.33 minuut, kun je niet spreken van: ja maar zij vuren raketten af, en de tegenpartij: ja maar zij bombarderen. Dus zeg dan wat zinnigs...
Objectief, neutraal, zal wel. Ik blijf bij 'onafhankelijk' en 'verslag doen van'.
De slotconclusie in het artikel 'Het is nu eenmaal zo dat sommige mensen het onrecht niet kunnen zien. Dat is een stoornis die jij en ik niet kunnen verhelpen.', zegt het wat mij betreft allemaal. Uiteindelijk draait het niet om objectiviteit of onafhankelijkheid; als je op de grenzen stuit van je eigen fatsoen, is het een eindeloos regres.
Respect voor Sander van Hoorn. Iemand die de moeite neemt om zijn standpunten uiteen te zetten i.p.v. de opgeblazen schreeuwers of stiekeme zwijgers! Verder vind ik het wel makkelijk gezegd w.b. "meedoen of eruit stappen omdat je moet doen wat de baas zegt". Ik weet niet hoe groot de financiele conseguenties waren/zijn voor Sonja en Stan, maar ik begrijp dat jullie niet regelmatig op de koffie komen bij de soos en het merendeel van de mensheid is nu eenmaal afhankelijk van een baas. En of dat zo bevrijdend werkt als je eruit stapt met studerende kinderen en daarbij allerlei andere financiele verplichtingen? Sander probeert tenminste wat, hoe zit het met die andere journalisten?
Anzi
anzi
het antwoord is simpel, zoals ik al eerder heb geschreven ben ik financieel afhankelijk van niemand, dat maakt mijn positie ook uniek. en daar ben ik ook altijd eerlijk over geweest. overigens, toen ik nog wel financieel afhankelijk was, heb ik toch altijd mijn mond opengedaan. ik heb daarvoor altijd erg veel kritiek gekregen. kijk, of je wilt journalist worden of propagandist, uiteindelijk is er geen tussenweg, zo weet ik uit ervaring.
groet
stan
Hallo Stan
Dat vind ik knap van je dat je je mond opendeed,ondanks de vele kritiek! Ik weet uit ervaring dat dat de werksfeer nou niet bepaald verhoogt! Ik wil niet vervelend doen, maar misschien ben jij ook pas weggegaan toen je je schaapjes op het droge had? En niet iedereen is het gegeven om in je eentje tegen de stroom op (of is het in) te kunnen roeien!
groet
Anzi
nee, anzi, het is geen kwestie van schaapjes op het droge, ieder mens moet op een bepaald moment in zijn/haar leven een morele keuze maken. en daar moet je je aan houden. los van het inkomen is het statusverlies voor vele journalisten een heikel punt. ik zelf ben al in een vrij vroegtijdig stadium gemarginaliseerd. dat werd erger toen ik aan het eind van de jaren zeventig, het begin van de jaren tachtig krakers life op de radio aan het woord liet horen. dat was nooit eerder gebeurd. alleen autoriteiten mochten toen iets zeggen.
men hoeft van mij niet tegen de stroom in te roeien, maar men moet niet verwachten dat ik toch respect voor hun praatjes heb. dat heb ik niet.
Nee, Stan, ik verwachtte ook niet dat je respect voor hun praatjes zou hebben, maar ik denk dat ik ietwat gevoeliger ben aangaande bepaalde zaken.
Ik waardeerde het dat Sander van Hoorn in ieder geval zijn standpunten uiteen wilde zetten ondanks de niet malse kritiek op hem. Iets wat je bv. niet kan zeggen over de zeer stille Soetendorp (misschien met pensioen en geen voorvechter v.d. mensenrechten meer in ieder geval niet voor Gaza?) of de flauwekul van Meens! Neemt niet weg dat de kritiek ook zeer terecht is! Ik denk dat Sander ook wel menig slapeloze nacht zal hebben! Ook denk ik dat de echte onverschilligen (immorelen) aan de mediatop zitten! Wie zijn dat in Nederland, waarom handelen zij zo zoals zij doen, door wie worden zij beinvloed en welke connecties hebben zij?
Misschien wil je daar nog eens een stuk over schrijven?
Verder heb ik wel een groot respect voor jou, vooral door het feit dat je veel mensen de ogen opent en dat je niet uit de weg gaat voor zaken die gevoelig liggen!
groet,
Anzi
Een reactie posten