zaterdag 11 december 2010

Uri Rosenthal. Een Nederlandse Minister

Meneer Uri Rosenthal, als burger van de Nederlandse staat spreek ik u aan als burger van de Nederlandse staat. U met de macht te bepalen hoe de Nederlandse buitenlandse politiek dient te zijn en ik met de 'macht' om te bepalen wat de moraliteit dient te zijn. Ik kreeg deze reactie vanochtend:


Sonja heeft een nieuwe reactie op uw bericht "Israel as a Rogue State 151" achtergelaten:

BREAKING!
Minister Rosenthal: Kabinet wil 'Israël-bashing' bestrijden

Het kabinet van VVD en CDA met gedoogsteun van PVV wil het verschijnsel 'Israël-bashing' - het voortdurend negatief bejegenen van de Joodse staat - zoveel als mogelijk tegengaan.
Rosenthal: Israël-bashing tegengaan
Dat zegt minister Uri
Rosenthal (VVD, Buitenlandse Zaken) zaterdag in een interview met de Volkskrant.

Thuis
'Ik vind het van groot belang dat Israël in het Midden-Oosten de enige democratische rechtsstaat is, met alle kritiek die je op sommige punten kunt hebben,' zegt hij.
Rosenthal, zelf van Joodse afkomst, zegt dat hij zich 'thuis voelt' bij de warme woorden die in het Regeerakkoord staan opgenomen over Israël. 'Wij willen weerstand bieden aan Israël-bashing, we willen investeren in de relatie met Israël.' 



Aldus deze reactie. Welnu, meneer Rosenthal, voordat ik mijn kritiek op uw beleid ga formuleren verzoek ik u een interview te lezen van mij met een vooraanstaande Joods-Israelische hoogleraar. Ik heb het opgenomen in mijn boek De oneindige oorlog. De naam van de geinterviewde is Benjamin Beit Hallahmi. Hij constateert ondermeer het volgende:


‘Hoewel overal in de moderne wereld het kolonialisme verworpen is, is Israël nog steeds een koloniale garnizoensstaat.’


Benjamin Beit-Hallahmi is hoogleraar psychologie aan de Universiteit van Haifa, doceerde in de VS, Engeland en Frankrijk, is auteur van talloze boeken waaronder Original Sins. Reflections on the History of Zionism and Israël. Ik interviewde hem begin maart 2008.

 Fragmenten uit Original Sins: ‘Het lijden van de joden door de eeuwen heen, en speciaal tijdens de Holocaust, is gebruikt om het ontzeggen van Palestijnse rechten te rationaliseren en te rechtvaardigen. Dit is zo doeltreffend gebeurd dat de Palestijnen beschouwd worden als de agressors in het Israëlisch-Palestijnse conflict, dat gezien wordt als een simpele voortzetting van de eeuwenlange joodse vervolging.’


‘Diep (of niet zo diep) is iedere zionist zich bewust van de fundamentele immoraliteit van de manier waarop het zionisme de oorspronkelijke bewoners heeft behandeld.’


In ruil voor de onbeperkte politieke steun aan Israël hebben de Amerikaanse joden gekregen waaraan het ze het meest ontbreekt: een ideologische inhoud om de leegte van hun identiteit te vullen.’


Benjamin Beit-Hallahmi: ‘Al ten tijde van Napoleon waren zowel de Fransen en eerder nog de Russen voor het vestigen van een westerse kolonie in Arabisch gebied. Op hun beurt beloofden de Engelsen de zionisten in 1917 een deel van Palestina, zelfs nog voordat ze het gebied in bezit hadden. De Britse overheid schond daarmee duidelijk het natuurlijke recht van de inheemse bevolking, de joden vormden er op dat moment minder dan 10 procent van de bevolking. De reden van die Europese gulheid was dat van de zionisten verwacht werd een koloniale rol te gaan spelen die de westerse belangen veilig stelden. De zionistische leiders waren daar ten volle van doordrongen. Max Nordau, die samen met Theodor Herzl de Zionistische Wereld Organisatie had opgericht, verklaarde al in 1919 in aanwezigheid van Britse politici als minister van Buitenlandse Zaken Balfour en premier Lloyd George: “Wij weten wat u van ons verwacht. Wij zullen de bewakers moeten zijn van het Suezkanaal. Wij zullen de schildwachten moeten zijn voor uw weg naar India via het Nabije Oosten. Wij zijn bereid deze moeilijke militaire opdracht te vervullen, maar het is dan van wezenlijk belang ons toe te staan een macht te worden om ons zo in staat te stellen onze taak te doen.” Om dit mogelijk te maken werd de befaamde Balfour Declaration, waarbij de Joden een deel van Palestina kregen, opgenomen in de mandaatovereenkomst. In die overeenkomst was geregeld dat de Britse overheid Palestina “onder een zodanig politiek, administratief, en economisch bestel” zou plaatsen dat het “de vestiging van het Joodse Nationaal Tehuis veilig zal stellen”. Een van de manieren om dit initiatief te verkopen aan antisemitische Europese mogendheden als het tsaristische Rusland en de Franse republiek was te stellen dat het zogeheten ‘joodse vraagstuk’ opgelost zou worden door het naar Midden-Oosten te exporteren. Het zionisme paste naadloos in de aloude traditie om Europese problemen door expansie op te lossen. Het is ook niet verbazingwekkend dat de latere premier van Israël, Moshe Sharett, destijds directeur van de politieke afdeling van het Joods Agentschap, nog in 1942 verklaarde dat de Palestijnen niet hoefden te worden geraadpleegd om een overeenkomst over Palestina te sluiten, aangezien niet zij het laatste woord zouden hebben, maar de Britten en Amerikanen. Dat waren nu eenmaal de spelregels van het kolonialisme en dus reageerden de zionisten op de Palestijnen zoals de Europese kolonisten reageerden op de Amerikaanse indianen. Zij moesten buitenspel worden gezet, goedschiks dan wel kwaadschiks. Niemand had hen nodig, net zomin als de blanke Europeanen de Aboriginals in Australië en de Maori’s in Nieuw-Zeeland nodig hadden. Al deze inheemse volkeren stonden alleen maar in de weg. De Palestijnen moesten wel worden verdreven of vermoord omdat de zionisten een onbevolkt gebied nodig hadden om hun plannen te verwezenlijken. En hoewel overal in de moderne wereld het kolonialisme verworpen is, is Israël nog steeds een koloniale garnizoensstaat. Op het moment dat bijvoorbeeld een joodse Argentijn in Israël uit het vliegveld stapt heeft hij meer rechten dan een niet-jood die hier geboren is. De Palestijn wordt door “de Joodse staat” als vreemdeling gedefinieerd, iemand met minder rechten, die hier eigenlijk helemaal niet hoort, en dat is een koloniale politiek. Die discriminatie dringt overal in door; zo bestaan er verschillende schoolsystemen voor Arabisch sprekende studenten en voor Hebreeuws sprekende studenten. In 1986 liet de toenmalige premier van Israël weten dat het bedrag dat elke Palestijnse Israëli van de staat kreeg 30 procent was van het bedrag dat een joods-Israëli ontving. Het land behoort toe aan een buitenterritoriale gemeenschap en niet aan zijn inwoners. Het is dus niet van de Palestijnse bewoners, maar wel van joodse Amerikanen en joodse Europeanen. Dat is een duidelijke schending van democratische grondbeginselen. In een democratie kan er geen sprake zijn van twee soorten burgers, die voor de wet niet gelijk zijn. Het zionistische ethos en de democratische idealen staan lijnrecht tegenover elkaar. Gelijkheid leidt onvermijdelijk tot de ondergang van elke kolonialistische structuur. Zodra een deel van de bevolking als vijand wordt beschouwd is democratie niet mogelijk. Politiek links en rechts zijn beide van mening dat Israël de staat van de Joden moet zijn en dat anderen dus niet welkom zijn. Het enige verschil tussen hen is dat rechts openlijk expansionistisch is en links meer in het geheim. Ben-Goerion en de rest van het linkse leiderschap leken altijd gematigd en redelijk, zij ontkenden zowel dat er sprake was van een conflict met de Arabieren als dat ze streefden naar een exclusief Joodse staat. Dit alles was niet meer dan een briljante truc, een grote tactische pose, waarachter men zich kon verschuilen. Ben-Goerion wist maar al te goed dat geweld de enige manier was waarop de zionisten hun zin konden doordrukken. Alleen met een leger kon hij de Palestijnen verdrijven en terwijl de rechtse leiders vurige toespraken hielden over de noodzaak van een grote Joodse krijgsmacht, was hij al vanaf 1925 in alle rust bezig met de opbouw van een professioneel leger.


De overtuiging dat Israël een Joodse staat moet zijn, is een van de belangrijkste redenen dat rechts in Israël heeft gewonnen, een marxistisch kolonialisme kan niet lang bestaan, dat spreekt voor zich. De poging van de eerste generatie Israëli’s om een linkse staat te creëren is dan ook faliekant mislukt. Het was ook absurd; men kan geen gelijkheid verwachten in een overduidelijk discriminerend systeem. Het was onvermijdelijk dat deze ongerijmdheid niet verborgen bleef. De eerlijkheid van rechts over de kolonialistische werkelijkheid is vanzelfsprekend attractiever voor kiezers. Zeker na al die jaren zionistische scholing kunnen de Palestijnen alleen nog maar gezien worden als ongewenste gasten en als vijanden. Een politiek gebaseerd op etnische zuivering om het gebied Joods te kunnen maken, kan natuurlijk niet links, humaan, vooruitstrevend en democratisch zijn. Als men eenmaal het principe aanvaardt dat de staat Joods moet zijn, zijn de reactionaire consequenties een natuurlijk gevolg, en dat proces versterkt zichzelf. Vandaar dat de kiezers steeds meer rechts gingen stemmen. Het zionisme kan uit principe niet toestaan dat de Palestijnen hun politieke rechten uitoefenen omdat dit het einde van de zionistische onderneming zou betekenen. Het ware kwaad is de beroving van de inheemse bevolking en het creëren van een gebied waar die oorspronkelijke bewoners niet meer bestaan, óf nog wel bestaan, maar dan zonder dezelfde rechten als de Joden. Dat is kort gezegd het hele systeem hier. Zonder dit massale onrecht zou een joodse staat niet mogelijk zijn geweest en over dat feit bestaat in Israël geen verschil van mening. Hetzelfde geldt voor de indianen in Amerika, en de Zuidzeevolkeren in Australië en Nieuw-Zeeland, hun rechten moesten worden genegeerd om het gebied te kunnen koloniseren. Natuurlijk verzinnen ook de Israëli’s allerlei rechtvaardigingen om het onrecht voor zichzelf acceptabel te maken. Een illustratief voorbeeld geeft de historicus Benny Morris, die redeneert dat ook de laatste 150.000 Palestijnen die in 1948 wisten te blijven, verdreven hadden moeten worden, dan zouden we volgens hem van het hele probleem zijn af geweest. Zijn opvatting is dat de Palestijnen weliswaar een groot onrecht is aangedaan, maar dat dit onrecht wordt opgeheven omdat het rechtvaardigheid voor de Joden betekende. En rechtvaardigheid voor de Joden is belangrijker dan onrecht voor de Palestijnen. Veel Joden in Israël, ook onder de intellectuelen, delen dit standpunt. Met andere woorden: Joden hoeven zich niet druk te maken om andere mensen. Wij hebben zo veel geleden dat we het recht hebben anderen onrecht aan te doen. Wij moeten alleen voor onszelf opkomen. Dat is de gedachtegang. Maar in de praktijk werkt deze rechtvaardiging zelfs niet in Israël. Als men een halve eeuw geleden een opinie-onderzoek had verricht over de vraag of de Palestijnen dezelfde rechten zouden moeten krijgen als de Joden, dan was de reactie geweest: “Wie zijn de Palestijnen?” De term Palestijnen bestond toen niet, werd althans niet gebruikt, en nu wordt die permanent en overal gebruikt. Dat is de grote overwinning van de Palestijnse nationale beweging. Kortom, de laatste vijftig jaar wordt in toenemende mate niet alleen het onrecht tegen de Palestijnen erkend, maar ook de noodzaak dat ze hun rechten kunnen uitoefenen. En dat is een enorme omslag. Vandaag de dag zijn er andere stemmen te horen die twijfel verwoorden over de rechtschapenheid van het zionisme of die erkennen dat de Palestijnen een niet te rechtvaardigen onrecht is aangedaan. Een Israëlische biljonair, Idan Ofer, die het halve land bezit verklaart publiekelijk dat wij herstelbetalingen aan de Palestijnen moeten verstrekken, net zoals de Duitsers herstelbetalingen aan ons gaven vanwege de Holocaust. Dat is een voorbeeld van wat er nu in Israël wordt gezegd. Probeert u zich eens voor te stellen wat voor oproer er was ontstaan als hij dit in New York had gezegd. Het opmerkelijke is dat hij een vergelijking maakte met de Holocaust, zonder meteen te zeggen dat die twee hetzelfde zijn, maar hij zei wel dat wij de Palestijnen een groot onrecht hebben aangedaan. Langzaam maar zeker beginnen mensen anders te denken, om de situatie te kunnen veranderen. En dat is een radicale breuk met het verleden. Idan Ofer zei niet voor niets: “Wij moeten betalen. Wíj!” Dus niet anderen, zoals tot nu toe het geval is. Joods-Israëli’s gaan er namelijk onmiddellijk van uit dat Europa wel zal betalen om de problemen van de Palestijnse vluchtelingen op te lossen. Nee, stelt Ofer, wij zullen ditmaal een offer moeten brengen, als we de realiteit willen veranderen. En het gaat niet alleen om geld, als wij het conflict echt willen oplossen zullen we ook anders met macht moeten omgaan. Israël moet niet langer meer naar alleenheerschappij streven, als men een werkelijke verandering wil, dan zullen de zionisten de macht moeten delen met onder andere de Palestijnen.’


Fragmenten uit Original Sins: ‘In de beginfase leken de Palestijnen hooguit lastposten te zijn, en niet een uitdaging of een probleem te vormen. Toen zij een serieus probleem werden, werd dat probleem gezien als vorm van crimineel geweld. Inheems verzet werd altijd gekarakteriseerd als illegaal. Palestijnse strijders werden altijd als gangsters, rovers en vandalen beschreven… Op een bepaald moment werden de oorspronkelijke bewoners gekenschetst als indringers en agressors.’

 

‘Het zionisme, zoals het generaties lang in Palestina in praktijk werd gebracht en nog steeds in Israël van vandaag de dag wordt gepraktiseerd, is kolonialisme omdat het de inheemse bevolking als vreemdelingen definieert, en de echte vreemdelingen privileges geeft die de oorspronkelijke bewoners niet krijgen.’


‘De overwinnaars wilden geen echte genocide plegen, maar ze wilden wel de herinnering en de identiteit van hun slachtoffers uitwissen. Het grote succes van het zionisme heeft noodzakelijkerwijs betekend dat de Palestijnen onzichtbaar, gezichtsloos en zonder stem werden gemaakt, ‘‘vluchtelingen’’ van nergens, verwijderd uit het actieve bewustzijn van de wereld.’


“De Israëlische definitie van nationaliteit en burgerschap maakt vreemdelingen van de diaspora-joden overal in de wereld in het land waar ze leven behalve in Israël; tegelijkertijd maakt het van Palestijnen die in Israël leven, vreemdelingen in hun geboorteland.’


Arabieren in Israël zijn per definitie vreemdelingen… Zij zijn inheemse buitenstaanders, louter en alleen door hun geboorte. Maar zij zijn niet alleen vreemdelingen; zij zijn de vijand, en dit feit wordt dag na dag steeds duidelijker. Zij verpesten de droom – alleen al door hun aanwezigheid. Alleen al hun bestaan is het probleem. Dit geldt in het geval ze ingezetenen van Israël zijn alswel bewoners van de West Bank onder bezetting.’


Benjamin Beit-Hallahmi: ‘Ik verwacht van iedereen, en zeker van de Europeanen dat ze de situatie in deze regio serieus analyseren. Ze zullen niet anders kunnen constateren dan dat er in Israël sprake is van een groot onrecht. Dat onrecht is onaanvaardbaar en moet dus gestopt worden. De Europeanen zijn betrokken bij dit kolonialisme, ze hebben het uitgevonden. Het kolonialisme hier is een wezenlijk onderdeel van de Europese geschiedenis, het is geïnitieerd door de Europeanen en daarom is Europa nog steeds medeverantwoordelijk ervoor. Europa heeft namelijk niet alleen een geschiedenis vol wreedheid, het heeft ons ook de Verlichtingsidealen gegeven, de parlementaire democratie en het principe van de gelijkwaardigheid. Op vele manieren is Europa een model voor ons en we verwachten van de Europeanen dat ze net als ieder mens onrecht herkennen zodra ze het zien. Israël is een westerse buitenpost, het is een bondgenoot en bovendien is er het Europese schuldgevoel over het antisemitisme en de Holocaust, die in belangrijke mate geleid hebben tot de stichting van de staat. Er zijn dus vele banden tussen ons. Europa beschouwt Israël als een project dat verdedigd moet worden en de Joden in Israël maken daar op een buitengewoon cynische manier gebruik van. De gedachte is dat die Europeanen gedwongen moeten worden om te betalen en dat wij daar zo veel mogelijk profijt van moeten trekken. Tot nu toe is dat ook altijd het geval geweest, het land wordt op allerlei manieren gesteund. Tegelijkertijd maken de joods-Israëli’s zich erg ongerust, want hoewel de Europeanen Israël zien als een Joods Utopia zijn ze niet zo volgzaam als de Amerikanen. Natuurlijk beweert Israël dat dit een teken is van het aloude antisemitisme, maar dat is niet meer dan politieke chantage, de overheid is er zich permanent van bewust dat de Europese houding bedreigend kan worden voor haar expansionistische politiek.’


Fragmenten uit Original Sins: ‘De Palestijnse tragedie is een ander voorbeeld geworden van Europees kolonialisme, dat de grootste ramp blijkt te zijn in de geschiedenis van de inheemse bevolking. Het Israëlisch-Palestijnse conflict is onderdeel van een wereldwijde oorlog tussen de eerste en de derde wereld, of van de Noord-Zuidstrijd.’


‘Wanneer we erop terugkijken, lijkt het ongelofelijk. Hoe kon ook maar iemand verwachten dat de geschiedenis ons niet zou inhalen? Hoe dachten ze dat ze ermee weg zouden komen? Vandaag de dag lijkt dit bizar, maar we moeten ons herinneren dat het kolonialisme grotendeels succesvol was. De zwakheid van gemakkelijk onderling te verdelen en te overwinnen inheemse bewoners, zo hulpeloos en ongeorganiseerd, leidde in 1948 en zelfs daarvoor tot het gevoel dat ze zouden verdwijnen uit de werkelijkheid en uit de herinnering, dat ze voor altijd uit het bewustzijn van de wereld gewist konden worden. Tussen 1948 en 1967 waren ze bijna verdwenen.’


Benjamin Beit-Hallahmi: ‘Wat de zionisten niet voorzagen was het dekolonisatieproces, waardoor zelfs in het Westen de mensen zich realiseerden dat de inheemse volkeren ook nog onvervreemdbare rechten bezaten. Daardoor spelen de Palestijnen weer een rol van betekenis in de zionistische werkelijkheid. Ze verdwenen niet in het niets, ze zijn meer aanwezig dan ooit te voren, met als gevolg dat het zionisme geconfronteerd is met het nooit eindigende verzet van de onderdrukte en verdreven burgers. Ondertussen herhaalt zich het wrede proces van verdrijving en onteigening. Het is alsof de zionisten niets geleerd hebben van het feit dat de Palestijnen zich blijven verzetten. Ze zijn een nachtmerrie geworden in de zionistische droom. En dat was onvermijdelijk. De Franse geleerde Maxime Rodinson wees er al lang geleden terecht op dat een zo zuiver mogelijke Joodse staat in het Arabische Palestina alleen zou kunnen door kolonialisme en de ontwikkeling “van een racistische mentaliteit”, die uiteindelijk zou leiden tot een gewelddadige confrontatie tussen twee etnische groeperingen. Sommige buitenstaanders verbazen zich over het voortdurende expansionisme. Maar dat expansionisme op de West Bank is het logische gevolg van de klassieke zionistische logica. Als de Joden in 1948 het recht namen om onder andere Galilea te veroveren, dat de Verenigde Naties voor een groot deel aan de Palestijnen had toegewezen, waarom zou men dan vandaag de dag niet de West Bank in beslag kunnen nemen? Er is tussen beide geen enkel verschil. Sinds 1967 is het voor iedereen die serieus kijkt duidelijk dat dit een koloniale strijd is tussen twee volkeren die in hetzelfde gebied leven. Al veertig jaar lang overheerst het ene volk met geweld het andere. Zo simpel is het. En dat heeft een reactionaire mentaliteit gekweekt, die rechts aan de macht heeft geholpen. Jonge mensen houden niet van de hypocrisie van ouderen die de mond vol hebben over democratie maar die ondertussen voor iedereen zichtbaar kolonialisme in stand houden. Ze begrijpen ook dat een ware democratie het einde zal betekenen van het zionisme. Het zijn de Palestijnen die door hun bestaan en hun verzet de toekomst van Israël bepalen, hun schaduw valt overal. Israël is de laatste ouderwetse kolonie in Azië en de jongeren die het kolonialistische systeem hebben geërfd,  hebben het gevoel dat ze geen kant op kunnen; de Palestijnen zijn er nog steeds en het onrecht dat ze hen aandoen wordt steeds zichtbaarder. Toen het zionisme nog een succes leek sprak bijna geen Jood over het morele gehalte ervan, maar niemand kan daar nu nog over zwijgen. De immoraliteit van de bezetting en onteigening gaapt allen iedere dag weer aan. Ze kunnen het kwaad niet langer meer negeren, de Joden in Israël moeten het op een of andere manier rechtvaardigen. Een Joodse bewoner van Sasa, een kibboets vlak bij de Libanese grens, die in 1949 werd opgericht op de plaats van het gelijknamige Palestijnse dorp dat een jaar eerder etnisch werd gezuiverd en grotendeels verwoest, schreef ooit eens: “Wat geeft ons het recht om het fruit te oogsten van bomen die wij zelf niet geplant hebben, om onderdak te zoeken in huizen die we zelf niet gebouwd hebben… Op welke morele grond staan we als wij onszelf voor het gerecht zouden dagen?” Hij was een enkeling destijds, de meeste anderen verdrongen die vragen, maar nu kan dit niet langer. Het probleem is alleen dat bepaalde fundamentele vragen niet openlijk kunnen worden bediscussieerd in Israël. Zodra ze aan de orde komen, is het antwoord stilte. Het belichten van onze immoraliteit kan tot grote verontwaardiging leiden, of in totaal cynisme eindigen. De vraag is: wat kunnen de Joden in Israël en de buitenlandse supporters van het zionisme zeggen wanneer hen gevraagd wordt om dit onrecht te verklaren en te rechtvaardigen? Ze geven liever geen antwoord, en juist daarom moeten ze met deze vragen geconfronteerd worden, anders komt er geen einde aan het onrecht. Het enige dat de joden doorgaans doen is over het antisemitisme te beginnen of over de Holocaust. Zonder al te cynisch te zijn kan men zelfs spreken over een Holocaustindustrie. Maar het gruwelijke lot van zes miljoen joden kan natuurlijk geen rechtvaardiging zijn voor de onderdrukking en verdrijving van de Palestijnen. Het gebruiken van de Holocaust is dan ook geen rechtvaardiging en zelfs niet een verdediging, maar een vaak succesvolle poging om elke rationele discussie te beëindigen. Het perverse is dat de slachtoffers van de Holocaust de staat Israël nooit gemachtigd hebben om voor hen te spreken, en ook niet degenen die wisten te overleven en van wie de meesten niet naar Israël zijn uitgeweken hebben Israël het mandaat gegeven. Wat we zien is dat de schuld voor de erfzonden van de christelijke wereld zijn afgewenteld op de Palestijnen. Niet de Europeanen moesten de prijs betalen voor tweeduizend jaar joodse vervolging, maar de bewoners van Palestina. Zij werden het slachtoffer van de kolossale wraakgevoelens, terwijl zij de joden niet in getto’s hadden gestopt of gedwongen hadden een gele ster te dragen of naar de gaskamers hadden gedeporteerd. De Palestijnen hadden maar één fout: ze waren zwak en weerloos tegen de militaire overmacht, en dus waren zij de perfecte slachtoffers van de diep gewortelde rancune over het eeuwenlange onrecht de joden aangedaan in de christelijke wereld. De Palestijnen werden de vertegenwoordigers van de hele niet-joodse wereld, die door hun zwakte gestraft konden worden voor 2000 jaar antisemitisme. Maar dit gevoel kan, hoe verklaarbaar ook, geen leidraad zijn voor politiek handelen. De moderne wereld accepteert dat niet en met dit feit wordt het zionisme in toenemende mate geconfronteerd. Op dit moment zien we hoe het zionisme steeds immoreler wordt en steeds minder te rechtvaardigen. Alle rechtvaardigingen voor het zionistische verleden en de zionistische praktijk zijn op excuses gaan lijken, die een beschamende werkelijkheid moeten verhullen.’


Citaten uit Original Sins: ‘Israël is het enige land ter wereld waarvan de economie en het welzijn gebaseerd zijn op het importeren van kapitaal zonder kapitaalopbrengst, dat wil zeggen: op schenkingen. Het heeft een ongelooflijke hoeveelheid financiële steun van de eerste wereld gekregen – en alleen door de omvang van deze steun is het in staat geweest te overleven… Tussen 1948 en 1952 heeft de Verenigde Staten dertien miljard dollar in West-Europa gestoken in het kader van het Marshallplan. Gerekend naar de huidige koersen heeft Israël meer dan het equivalent van de Marshallhulp ontvangen, voor een land met vier miljoen inwoners… Sinds de Juni Oorlog in 1967 zijn de bezette gebieden een andere belangrijke factor geweest in de Israëlische economie, ze werden beheerd als klassieke koloniën – dat wil zeggen, als open markt voor export én als bron van goedkope arbeidskrachten. Honderdduizenden Palestijnen hebben een royaal aandeel gehad in de Israëlische economische voorspoed door lage lonen te accepteren voor zwaar en vuil werk… Kijkend naar de economische geschiedenis van Israël kunnen we concluderen dat het altijd een westerse buitenpost is gebleven in het Midden-Oosten, in een relatieve luxe in stand gehouden vergeleken met zijn omgeving. Het is een militaire kolonie, met een enorm hoog percentage aan werknemers direct in dienst van de staatsbureaucratie. Deze economische en militaire realiteit bepaalt veel van Israëls politieke retoriek.’


 ‘De joden in de wereld hebben nu drie opties om met hun joodsheid om te gaan. Het zijn dezelfde opties die in de 19e eeuw werden gedefinieerd: zionisme, in de praktijk de minste populaire; orthodoxie, net zo onpopulair; en assimilatie. Herzl was realistisch toen hij zei dat het zionisme alleen voor diegenen was ontworpen die niet kunnen of willen assimileren. Vandaag de dag kan en zal de meerderheid dit wel doen. Emancipatie zal haar definitieve triomf in de diaspora vieren, en op een dag zullen de laatste tweehonderd jaar gezien worden als een omleiding op de weg naar de totale integratie van joden in de samenlevingen die hen als gast opnamen. Het is deze omleiding die Israël heeft gecreëerd.’


Benjamin Beit-Hallahmi: ‘Het zionisme heeft het Joodse volk de mogelijkheid gegeven om nieuwe Joden te worden en sommigen zijn dat ook geworden. Ikzelf ben daar een voorbeeld van, en ik heb er veel profijt van gehad. Tegelijkertijd zijn veel Joden in Israël in hoge mate geglobaliseerd. De zionisten zijn daar buitengewoon ontsteld over omdat het betekent dat deze mensen de joodse traditie van migratie in stand houden, het zoeken naar betere perspectieven elders en doortrekken. Precies zoals de diaspora-joden doen. Nu de Israëlische diaspora groeit, lijkt het alsof de zionistische oplossing voor de joden niet werkt. Het is net alsof jonge joods-Israëli’s de diaspora in vluchten op zoek naar normaliteit, nadat de Israëlische poging tot normalisering gefaald heeft. Gaandeweg zijn er joden die de Israëlische claim op superioriteit aanvechten, zoals de joods-Amerikaanse geleerde Jacob Neusner, die schrijft dat “het tijd wordt om te zeggen dat Amerika een betere plaats is om jood te zijn dan Jeruzalem. Als er ooit een Beloofd Land is geweest, dan leven wij joods-Amerikanen er in. Hier zijn de joden tot volledige ontplooiing gekomen, niet alleen in de politiek en de economie, maar ook in de kunst, de cultuur en in de wetenschap… Amerika, de meest vrije en open samenleving die joden ooit hebben gekend, is voor de joden niet alleen goed, maar zelfs beter dan de staat Israël.” De Israëlische diaspora heeft Israël dus niet nodig om als volk of als individuen te kunnen bestaan. Daarentegen ontlenen talloze joden in de diaspora wel veel psychologische steun aan het bestaan van Israël als Joodse staat, het is zelfs een centraal onderdeel geworden van de identiteit van de meeste joden op aarde en dat komt doordat de joden zich nog altijd onzeker voelen. Het antisemitisme is nog steeds overal een realiteit als gevolg van het feit dat het een onderdeel vormt van de christelijke cultuur. Zolang het christendom bestaat, zal er antisemitisme zijn. De religie is een probleem en het antisemitisme is een probleem en die veroorzaken onzekere, bange joden en het verlangen naar een schuilplaats zodra het weer fout gaat. Ze weten dat ze altijd naar Israël kunnen uitwijken. Op dit moment zullen ze dat zeker niet doen, maar niemand kent de toekomst. Bovendien zijn de geseculariseerde joden onzeker over hun joodsheid. Wat maakt hen nog tot jood? Ze zijn daarom heel blij met de nieuwe Jood, die ze zien als volstrekt anders dan de diaspora-jood. De nieuwe Jood is een soldaat, een krijger, een atleet, stoer, dapper, iemand die betrokken is bij talloze zaken die de joden in de diaspora niet kennen, het vult een bepaalde leegte in hun persoonlijkheid, het voldoet aan een psychische behoefte. En nu kunnen ze zeggen: “Kijk maar, we kunnen anders zijn, de nieuwe Joden worden niet als abnormaal beschouwd, als mensen zonder wortels, als nomaden. Zij hebben een andere werkelijkheid gecreëerd.” Het is immers nog steeds een realiteit dat joden in de diaspora tot op zekere hoogte als afwijkend worden gezien omdat ze niet aan een bepaalde plaats gebonden zijn. Toen rond 2000 een grote economische crisis in Argentinië uitbrak vertrokken veel joden, en nadat de economie zich wat had hersteld gingen ze weer terug. Dit vermogen tot mobiliteit kennen maar weinig volkeren en ook daardoor voelen joden zich anders en ook daarom is Israël voor hen zo belangrijk. Wanneer verschillende gemeenschappen bij elkaar wonen dan veroorzaakt elk contact met een andere identiteit enige onzekerheid, dat is een bekend fenomeen, en de joden voelen ook dat ze anders zijn, dat is hun psychologische werkelijkheid, en Israël lijkt hen paradoxaal genoeg in contact te brengen met normaliteit. Herzl heeft altijd gesteld dat de joden die in de diaspora bleven uiteindelijk zouden assimileren. Het zal enige tijd duren, maar het ligt in de aard der zaak dat dit gebeurt. Wij allen worden door de moderniteit geassimileerd, door de globalisering raken we geïntegreerd in een wereldwijd netwerk. U treft nu talrijke mensen uit de hele wereld aan in Amsterdam, New York, Londen, Tel Aviv, terwijl nog geen halve eeuw geleden de overgrote meerderheid van de mensen binnen zijn eigen gemeenschap bleef. Die ontwikkeling kan het zionisme niet tegenhouden. De assimilatie zet door en de joodse identiteit verdwijnt simpelweg in de grote smeltpot. Ook de Israëli’s zullen als de wandelende jood ten slotte integreren. De huidige realiteit ondermijnt de logica en rechtvaardiging van het zionisme. Het zionisme is niet het antwoord geworden op de diaspora. En de joden worden niet langer meer vervolgd omdat ze joden zijn. De joods-Israëli’s zijn in oorlog met de Arabische wereld doordat zij de zonde van het kolonialisme hebben begaan, en niet om het feit dat ze joden zijn.’


Fragmenten uit Original Sins: ‘Het zonder taboes analyseren van het zionisme betekent de harde realiteit zien van de overheersing en onderdrukking dat het gecreëerd heeft. Uit de erfzonden van de wereld tegen de joden groeiden de erfzonden van het zionisme tegen de Palestijnen… Israëli’s lijken te worden achtervolgd door een vloek. Het is de vloek van de erfzonde tegen de inheemse Arabieren. Hoe kan Israël worden bediscussieerd zonder de onteigening en uitsluiting van de niet-joden in herinnering te brengen? Dit is het meest fundamentele feit over Israël, en geen enkel begrip van de Israëlische realiteit is mogelijk zonder dit feit te kennen. De erfzonde achtervolgt en kwelt de Israëli’s; het tekent alles en bezoedelt iedereen. De herinnering eraan vergiftigt het bloed en kleurt elk moment van het bestaan.’


‘De meeste Israëli’s van vandaag, geboren na 1950, kunnen niet verantwoordelijk worden gesteld voor de onrechtvaardigheden van de vroegere zionisten. Wel kunnen en moeten ze verantwoordelijk worden gesteld voor de huidige onrechtvaardige werkelijkheid, die een directe voortzetting is van de vroege zionistische principes. Alle Israëli’s zijn de erfzonden van het zionisme tegen de Palestijnen gaan erkennen. Het verschrikkelijke geheim van het onrecht kent iedereen, maar het kan niet openlijk worden behandeld. Het zich bewust zijn van de gruwelijke onrechtvaardigheid die werd begaan om de staat te kunnen scheppen, en de druk tegen het openlijk bespreken ervan, vervormt elke poging om een morele discussie te voeren in Israël.’


Benjamin Beit-Hallahmi: ‘Als de Joden in Israël een levensvatbare toekomst willen, dan kan dat alleen door een verzoening met de Palestijnen. Vrede kan alleen tot stand komen door een drastische verandering in het Joodse zelfbeeld. De Joden zullen moeten beseffen dat zij niet langer het slachtoffer zijn van een misdaad, maar dat ze de daders zijn geworden van een misdaad. Ze zullen boete moeten doen voor de zonde van het kolonialisme. Maar het ziet het er nog steeds niet naar uit dat ze dit zullen doen. Integendeel, de brede zionistische consensus kan als volgt geformuleerd worden: nee tegen een levensvatbare Palestijnse staat, nee tegen het Palestijnse zelfbeschikkingsrecht en nee tegen het terugtrekken achter de grenzen van 1967. Hierover bestaat tussen links en rechts geen verschil van mening.  Nogmaals, als Israël werkelijk vrede wil zal het een radicale herverdeling van macht en rijkdom mogelijk moeten maken, precies zoals Idan Ofer voorstelt. Wij zullen moeten betalen voor onze misdrijven, de Palestijnen schadeloos moeten stellen. En wat betreft het recht op terugkeer van de Palestijnen: het siert dit volk dat het zestig jaar na de etnische zuivering nog steeds over dit fundamentele recht spreekt en zeker, het onvervreemdbare recht op terugkeer zal op de een of andere manier door Israël moeten worden erkend. Net als bij de herstelbetalingen dient het recht op terugkeer met veel geld en verbeeldingskracht worden opgelost. Ik zelf heb geen kant en klare oplossing voorhanden, waar het mij om gaat is een bewustzijnsverandering. Die moet er eerst komen. Het grootste obstakel voor een rechtvaardige vrede is dat Israël geen vergiffenis wil vragen aan de slachtoffers. Het bekennen van het grote onrecht dat de Palestijnen is aangedaan is zo angstaanjagend voor de joods-Israëli’s dat ze dit tegen elke prijs willen vermijden. Het is alsof ze liever oorlog voeren dan boete doen. Ze zijn doodsbang dat het toegeven van hun misdrijven de morele rechtvaardiging van hun verblijf in Israël vernietigt. Ze vrezen hun verblijfsrecht te verspelen, maar beseffen niet dat niet alleen de slachtoffers maar ook de kinderen van het kolonialisme wel degelijk rechten bezitten, vooral ook als ze nergens anders naartoe kunnen. Dat dringt niet tot hen door. Ze willen de Palestijnse werkelijkheid niet zien, ze willen dat die onzichtbaar blijft. Hoe meer ze de slachtoffers zien, des te bewuster ze zijn van het onrecht. Dat is de vicieuze cirkel waarin we zitten. Laat ik u een illustratief verhaaltje vertellen. Er is een stadje niet ver van Tel Aviv waarvan de nieuwe burgemeester besloot om een nieuwe architectuur te introduceren. Net als alle politici wilde hij zijn stempel op de omgeving drukken en dus stuurde hij een architect helemaal naar Spanje om er de mediterrane architectuur te bestuderen, inspiratie op te doen, nietwaar? Een journalist hoorde hiervan en schreef er een artikel over waarin hij de burgemeester erop wees dat hij een idioot was om iemand naar Spanje te sturen, terwijl hij boven op de inspiratiebron zat van vele generaties bouwers. Zijn stadje stond op de plek van een Palestijns dorp. Het enige dat u hoeft te doen is de oude Palestijnse architectuur hier in Israël te bestuderen, schreef hij. Een beproefde architectuur, aangepast aan het klimaat en de geografie van Israël. Dit is nu weer een voorbeeld van hoe onzichtbaar de Palestijnen en hun cultuur hier zijn en tegelijkertijd hoe we toch steeds meer bewust worden van hun vroegere en huidige aanwezigheid. We zullen de Palestijnen in ons bewustzijn moeten toelaten. Het toegeven van het onrecht vernietigt niet de rechten van de Joden hier, het dwingt ons alleen om verantwoordelijkheid te nemen voor het heden en de toekomst, en het betekent ook dat we bepaalde privileges moeten inleveren. Europa zal daarbij moeten helpen, het is verantwoordelijk geweest voor het creëren van het probleem. Het zionisme wilde een eind maken aan het lijden van de joden en veroorzaakte zo het lijden van de Palestijnen en nu ook dat van de Joden in Israël. De Israëli’s hebben het gevoel in een vreemde en onmogelijke situatie gevangen te zitten. Elke concessie aan de Palestijnen lijkt het hele zionistische project op losse schroeven te zetten. En ondanks hun militaire superioriteit voelen ze zich intens onzeker. Wanneer men met joods-Israëli’s langer over hun verblijf hier praat, dan blijkt dat ze bang zijn dat de geschiedenis van de kruisvaarders zich zal herhalen. De Europeanen wisten hier toen 200 jaar te overleven, maar ten slotte bleek hun militaire kracht onvoldoende om het verzet van de inheemse bevolking voorgoed te breken.’


 De laatste zin van Original Sins is: ‘Israël is nu een probleem en een valstrik aangezien het Israëlische vraagstuk erfgenaam is geworden van het Joodse vraagstuk.’


Benjamin Beit-Hallahmi: ‘Ik bedoel daarmee dat Israël de oplossing had moeten zijn voor het Joodse lijden en dat is het helemaal niet. Het is een onvoorstelbaar grote tragedie. Mensen droomden van een prachtig Utopia waar ze net als iedereen elders een normaal leven konden opbouwen in hun eigen land, zonder vervolging. Die droom was ontstaan doordat het Europese antisemitisme in de 19e  en 20e eeuw de integratie en assimilatie van de joden volkomen onmogelijk gemaakt had. Ondanks de belofte van de Verlichting bleek uit de Dreyfus-affaire in Frankrijk en de pogroms in Rusland dat de joden gehaat bleven. Een eeuw later blijkt nu ook de zionistische droom niet uit te komen, volstrekt niet zelfs. Het leven in Israël is buitengewoon benauwend, mensen zijn ongerust, uiterst pessimistisch, enorm cynisch en absoluut wanhopig over de toekomst.’


‘De oude deugd van gematigdheid, om binnen grenzen te blijven, is inderdaad een van de politieke deugden bij uitstek, net zoals politieke verleiding inderdaad bij uitstek hybris is.’ Hannah Arendt, The Human Condition, 1958


Precies tien jaar eerder schreef Arendt in Vrede of Wapenstilstand in het Midden Oosten: ‘Het Biltmore-programma van 1942 formuleerde voor het eerst officieel de Joodse politieke doelen – een Joodse eenheidsstaat in Palestina met de bepaling van zekere minderheidsrechten voor de Palestijnse Arabieren die toen nog de meerderheid van de bevolking in Palestina vormden. Tegelijkertijd werd in de zionistische beweging de overplaatsing (etnische zuivering, SvH) van Palestijnse Arabieren naar buurlanden overwogen en openlijk besproken… De Joden zijn ervan overtuigd, en hebben dat veelvuldig verklaard, dat de wereld – of de geschiedenis of een hoger ethisch beginsel – hun genoegdoening verschuldigd is voor tweeduizend jaar onrecht, meer in het bijzonder geldt dit voor de catastrofe van het Europese jodendom, die naar hun mening niet simpelweg een misdaad van nazi-Duitsland was, maar van de gehele beschaafde wereld. De Arabieren van hun kant antwoorden dat het ene onrecht niet het andere teniet kan doen en dat ‘’geen morele code kan rechtvaardigen dat het ene volk vervolgd wordt in een poging de vervolging van het andere volk te verlichten”.'


Meer hierover in een volgend stuk.



1 opmerking:

Lucas zei

Buitenlandse politiek:

Kissinger told Nixon it wouldn't be U.S. concern if U.S.S.R sent Jews to gas chambers, tapes show.

Former U.S. Secretary of State Henry Kissinger told President Richard Nixon that if the Soviet Union sent its Jews to the gas chambers, this would not be an American concern, the New York Times reported Saturday.

The 1973 conversation, recorded on a newly released batch of White House tapes from the final months before Nixon's presidency became consumed by the Watergate affair, took place shortly after the U.S. president had met with Israeli Prime Minister Golda Meir.

Meir had apparently raised the issue of the oppression of Soviet Jewry and the possibility that the Americans would press the Soviet Union to allow the Jews to emigrate. Kissinger, the Times reported, can be heard saying: "The emigration of Jews from the Soviet Union is not an objective of American foreign policy. And if they put Jews into gas chambers in the Soviet Union, it is not an American concern. Maybe a humanitarian concern."

Nixon, according to the report, replied: "I know. We can't blow up the world because of it."
http://www.haaretz.com/print-edition/news/kissinger-told-nixon-it-wouldn-t-be-u-s-concern-if-u-s-s-r-sent-jews-to-gas-chambers-tapes-show-1.330106?localLinksEnabled=false