maandag 14 april 2025

De Intellectuele Corruptie Van de Nederlandse 'politiek-literaire elite'

De joods Nederlandse vredesactiviste Anneke Jos Mouthaan krijgt door burgemeester Cohen in 2004 voor haar inzet, vooral voor haar opkomen voor de mensenrechten, een koninklijke onderscheiding: ze werd ridder in de orde van Oranje Nassau. En in 2005, toen ze afscheid nam als bestuurslid van Een Ander Joods Geluid was er een bijeenkomst waar, tot haar grote trots,  de nestor en grote voortrekker van de Israelische vredesbeweging, Uri Avnery, aan deelnam en een toespraak hield.

https://abu-pessoptimist.blogspot.com/2016/04/anneke-jos-mouthaan-1930-2016.html 

Er verschijnt weer een drukwerkje van de bestseller-auteur Geert Mak, en dus werd hij geïnterviewd bij de VPRO door een al even ongeïnformeerde Bram Vermeulen. De domineeszoon  Geert M. beweert opnieuw een serie halve waarheden en hele leugens, zoals: 

‘Je hebt als westerling de neiging, en ik ben me daar zeer van bewust om je blind te staren op het Westen. We hadden het net over Gaza wat daar allemaal, ik bedoel, wij bleven maar blind kiezen voor alleen het Israelisch standpunt en de eenzijdigheid maakte ons in het Westen moreel eigenlijk enorm kwetsbaar en de rest van de hele wereld keek daar naar.’

https://www.facebook.com/watch/?v=572087441953205 


Dit is precies de strekking van de waarschuwing die ik in 1990, 35 jaar geleden, aan mijn oude vriend Geert Mak gaf na mijn eerste reis door Gaza en de Westbank. Ik was destijds als kritische journalist uitgenodigd door twee bewonderenswaardig dappere joodse vrouwen van de vredesbeweging om tegenwicht te bieden tegen de tendentieuze hasbara van vooral Nederlandse correspondenten van joodse afkomst. Die hasbara gebruikt Israel als propaganda ‘in een poging om het verhaal van al haar acties te controleren, vorm te geven en te verdraaien.’ Eén van die vrouwen was Anneke Jos Mouthaan, 1930-2016, ‘oprichtster van SIVMO (Steuncomité Israelische Vredesgroepen en Mensenrechtenorganisaties), en mede-oprichtster van Een Ander Joods Geluid.’ De naam van de andere vrouw noem ik niet, aangezien zij als linkse, joodse activiste regelmatig werd lastig gevallen door Joods-Zionistische fascisten. Haar hele leven cirkelde om de strijd voor Palestijnse bevrijding, hetgeen toen al levensgevaarlijk kon zijn. Dat bleek al snel toen we alledrie in Gaza-stad uit een taxi stapten en naar een groepje lagere-school meisjes stapten. Meteen begonnen de overal aanwezige soldaten met scherp te schieten op de kinderen en ons, waarbij de kogels tegen de ijzeren rolluiken van de winkels weerkaatsten en we gered werden door een apotheker die zijn winkel nog aan het sluiten was. Sinds die eerste reis naar het vermeende ‘beloofde land’ heb ik elke keer weer gezien hoe zwaar bewapende Joodse soldaten Palestijnse kinderen vermoordden of verminkten, terwijl de Europese Unie sinds 2000 weigert de Associatieovereenkomst met Israel op te schorten tot de Joodse staat het internationaal recht en de democratie leert te respecteren. Inmiddels is de EU Israëls belangrijkste handelspartner. Maar toen  ik een kwarteeuw geleden Geert Mak, (‘Geen Jorwerd zonder Brussel’) hierop wees, bleek hij geen belangstelling te hebben, ‘zwijgen’ was voor hem de enige levensvatbare optie, hetgeen ik als verraad opvatte aan de veelvuldig geclaimde westerse waarden als democratie en mensenrechten. Wat dit betreft lijkt hij sprekend op zijn vader, de evangelisatie-prediker Catrinus Mak. 9 mei 2016 citeerde ik ondermeer het volgende:


'Roofstaat van Ewald Vanvugt


De besproken boeken in de Europaspecial

Vrijdag 6 mei 2016

 ·

Gisteren bespraken Adriaan van Dis en Geert Mak enkele boeken in onze Europaspecial. Wij hebben ze voor jou op een rijtje gezet.


Roofstaat behelst de geschiedenis van Nederland in 12 hoofdstukken. Van de roof- en kruistochten in de middeleeuwen tot de massa-executies in voormalig Nederlandsch-Indië ruimt zestig jaar geleden. Wat begon als een essay in de Playboy midden jaren tachtig is uitgegroeid tot het standaardwerk over de gruweldaden van Nederland door de jaren heen.

http://dewerelddraaitdoor.vara.nl/nieuws/de-besproken-boeken-in-de-europaspecial  


Opvallend is dat niet Geert Mak, maar Adriaan van Dis het magnum opus van mijn oude kennis Ewald Vanvugt besprak. Het 856 pagina’s tellende, uitvoerig gedocumenteerde  en geïllustreerde Roofstaat. Wat Iedere Nederlander Moet Weten (2016) is een historisch boek waaraan Vanvugt in feite zijn hele werkzame leven heeft gewerkt. Want in tegenstelling tot Mak die in een periode van nog geen decennium twee nu al gedateerde dikke boeken schreef, één over heel Europa en één over heel de VS, is dit een serieus werk dat ook door ons nageslacht zal worden geraadpleegd. 'Roofstaat' bevat een schat aan onthullende informatie die Geert Mak in De eeuw van mijn vader (1999) angstvallig verzweeg. Het misdadig regime, waaraan ook de gereformeerde evangelisatie-predikant Catrinus Mak gedachteloos deelnam, verdwijnt bij zijn zoon Geert  grotendeels achter stilzwijgen of vergoelijking. 


Over het enthousiasme van zijn vader voor het kolonialisme, dat hij als Gods afgezant op aarde zelfs tijdens de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd militair verdedigde toen de Nederlandse troepen op grote schaal oorlogsmisdaden pleegden, schreef zijn zoon Geert:


'Veel later, toen hij zijn herinneringen opschreef, sprak mijn vader van een ''schuldige tijdgebondenheid.'' Achteraf schaamde hij zich diep over deze periode.


Voor zover ik weet heeft Geert Mak’s publiek zich niet verwonderd over het begrip ‘schaamte’ dat  hier wordt misbruikt. En toch is het begrip ‘schaamte’ in dit verband typerend voor het poldermodel. Volgens de officiële definitie is: 'Schaamte een onaangename psychosociale emotie waarvoor de angst om door anderen misprezen of zelfs niet meer door de groep geaccepteerd te worden bepalend is. Schaamte is daarmee een sterk cultureel bepaald fenomeen, dat ongeveer de tegenpool van het eergevoel vormt.'


Met andere woorden: het is een emotie die wordt opgeroepen door het oordeel van anderen, vooral dat van de ‘peer group.’ Uit de beschrijvingen van zijn zoon Geert valt op te maken dat Mak senior leed aan een minderwaardigheidsgevoel, hetgeen aannemelijk maakt dat hij zich als burger voor zijn racistische opvattingen, waarop het kolonialisme was gebaseerd, uiteindelijk zal hebben geschaamd, dat wil zeggen: pas toen de tijdgeest ingrijpend leek te zijn veranderd en het ouderwetse kolonialisme onhoudbaar was gebleken. 


Dit is evenwel slechts de helft van het verhaal, want Catrinus Mak was zijn werkzame leven lang ook nog dominee, en dus een verspreider van de blijde boodschap van zijn 'Verlosser,' die voor de zonden van de mens aan het kruis was gestorven. Mak junior schildert zijn vader af als een man die ‘op zijn manier met God [wandelde], en dat gaf zijn leven een bepaalde zorgeloosheid waarmee hij zich soms afsloot voor zijn allernaasten.’ Dit verklaart ten dele waarom hij de onderdrukking, uitbuiting en zelfs het vermoorden van inheemsen kon accepteren. Gefocust op zijn zwijgzame God kon hij zich afsluiten voor De Ander, waardoor zelfs zijn echtgenote ‘de prijs voor het lichte leven van haar man betaalde -- zonder dat hij dat ooit zag,’ aldus de zoon die meldt dat zijn moeder, volgens eigen zeggen, ‘in Indië altijd bang was,’ ook voor ‘het vreemde en ondoorgrondelijke van dit immense land.’ Maar in plaats van een antwoord te zoeken op deze paradoxen, zwijgt Mak, daar waar Ewald Vanvugt blijft zoeken. Waarom zag juist Mak, die doorgaans desgevraagd over elk historisch werkje in de polder een positief oordeel uitspreekt, er vanaf om aandacht te besteden aan ‘Roofstaat’? Het handelt notabene ook over Sumatra en Medan, waar Catrinus Mak het woord van zijn ‘Heiland' verkondigde. 


Waar Ewald Vanvugt de Nederlandse misdaden en mentaliteit haarscherp in kaart brengt, biedt Geert Mak zichzelf en zijn Nederlandse lezers een  ontsnappingsroute door te zwijgen over de ware beweegredenen van zijn vader en moeder. Men hoeft bij Mak’s wijze van geschiedschrijving de eigen verantwoordelijkheid niet onder ogen te zien, er is altijd wel een excuus voor handen, maar bijna nooit een verklaring. Motieven blijven achter een mist van anekdotiek, eufemismen, en Makkiaanse paradoxen verborgen. Daardoor blijft de vraag: hoe kon dominee Catrinus Mak zich zo afsluiten voor de realiteit van de eeuw waarin hij samen met zijn gezin en zijn almachtige God leefde? Waarom was hij blind voor het menselijke leed om hem heen? Had het met zijn minderwaardigheidsgevoel te maken? Of met een existentiële, alles dominerende, angst? In dat geval is de vraag: wat betekent die ‘bepaalde zorgeloosheid’? Ik kan niet anders dan constateren dat we te maken hebben met iemand die een bepaalde affectie miste, aan een soort autisme leed, en zich daarom overeind hield met het geloven in een abstracte Godheid, die ver van de wereld de ene keer wraaklustig is, dan weer barmhartig. Mak senior is in dit opzicht vergelijkbaar met moderne toeristen die, beschermd door hun gecultiveerde onverschilligheid, volstrekt onaangedaan van een vakantie kunnen genieten in een luxueus resort temidden van bittere armoede. 


Maar dan nog, dit zijn slechts beschrijvingen. Hoe kan het dat een ontwikkeld mens niet beseft dat hij zichzelf vernedert en de leer van zijn God schendt wanneer hij ‘gevangen zit in de cultuur van onderdrukking,' zoals Mahatma Ghandi tijdens het kolonialisme duidelijk probeerde te maken? Waarom wond Catrinus Mak zich meer op over de mogelijke schending van de zondagsrust dan de ‘andere negen geboden -- Gij zult niet stelen. Gij zult niet begeren. Gij zult uw naasten liefhebben als uzelve,’? overigens, een vraag die hij zichzelf veel later wel stelde, maar geen antwoord op gaf. Waarom zwijgt zijn zoon hierover en komt hij niet verder dan te melden dat zijn vader dit toeschreef aan naïviteit, wat op zich geen plausibel antwoord is. ‘Naïviteit is een geesteshouding die gekenmerkt wordt door onbevangenheid, eenvoud, ongekunsteldheid en openhartigheid,’ maar daar was bij Mak senior geen sprake van. Daarvoor was hij te opportunistisch, zoals uit De eeuw van mijn vader tussen de regels door valt op te maken. Na één van de vele protestantse schisma’s stelde Mak senior in het interbellum 'zich voorzichtig op omdat hij niet uit de Gereformeerde Kerken wilde worden gezet zoals twee van zijn studievrienden was overkomen en vertrok hij daarom naar Nederlands-Indië.'


Dominee Catrinus Mak, vader Geert Mak, die het 'uitverkoren volk' verraadde.


Het getuigt niet van een ‘onbevangen geesteshouding’ wanneer een geestelijke zijn visie op Gods woord aanpast aan de doctrine van de macht. Juist het tegenovergestelde van 'onbevangen' is dan het geval, namelijk een doortrapte gewiekstheid. Mak senior vreesde de machtigen in zijn kerk, wist dat hij daar afhankelijk van was en dat ook de meerderheid der ‘kleine luyden’ hem zouden laten vallen als hij zijn eigen geloofsovertuiging volgde. En een dominee zonder kerk, is als een café zonder bier. Catrinus Mak realiseerde zich dit alles maar al te goed en veranderde met de souplesse van een kameleon van kleur. Daarentegen had hij van het kolonialisme helemaal niets te vrezen. Integendeel zelfs, het verschafte hem status en inkomen. De immoraliteit van het repressieve en uitbuitende kolonialisme was tot norm verheven, en opnieuw paste hij zich aan. Dat dit een grove schending van de wetten van zijn geloof betekende, nam hij op de koop toe. In feite verraadde hij zijn geloof, en toen hij zich dit veel later realiseerde, leidde dit niet tot berouw, maar onthullend genoeg tot 'schaamte.' Zelfs op zijn oude dag conformeerde Catrinus zich zodoende aan de opvattingen van het collectief en van de macht, ondanks alle schaamte daarover. Berouw is het persoonlijk besef van schuld, en daaraan gekoppeld een bepaalde droefheid daarover. Een dominee past geen schaamte, maar berouw, het oprechte besef dat men verkeerd heeft gehandeld. Berouw is bovendien eigen aan vooral het protestants-christelijk geloof. Schaamte heeft te maken met het verlies aan imago, berouw daarentegen met het besef van het eigen falen. Van schaamte kan men niet leren, van berouw wel. Maar omdat Catrinus Mak en zijn echtgenote Geertje door hun kleinburgerlijke achtergrond zeker tijdens hun langdurig verblijf in Nederlands-Indië in de greep leefden van talloze maatschappelijke angsten hebben ze  niet van hun ervaringen kunnen leren. Dat was het tragische element van hun leven. Maar hun zoon Geert verzwijgt dit.


Aangezien zijn ouders model staan voor de Nederlandse kleinburger, had Geert dit moeten uitwerken, zodat hun eenvoudig levensverhaal een universeel aspect had gekregen en zijn publiek daardoor een fundamenteel element van zichzelf had ontdekt. Elke geschiedschrijving is stichtend, en wel omdat ze de mens een plaats geeft in zijn tijd, en zijn absurditeiten toont, maar in De eeuw van mijn vadeblijft de beschrijving aan de oppervlakte, het is allemaal flinterdun, ‘voer voor debielen,’ kwalificeerde de recensent, wijlen Michaël Zeeman, deze bestseller, het best verkochte boek van Mak in Nederland. Treffender nog zou zijn als hij had gesteld dat Maks boeken ‘voer’ voor de mainstream Nederlanders is, dat gedachteloos kan worden geslikt. Vandaar dat Geert Mak uitgroeide tot een bestseller-auteur, de nationale ‘historicus,’ en ‘de chroniqueur van Europa’ die in de commerciële massa-media overal zijn zegje mag doen. Geert Mak geeft zijn publiek ‘hoop’ tegen beter weten in. Hij leert de ‘kleine luyden’ niets wezenlijks, maar stelt ze gerust, als journalist, auteur en opiniemaker wijst hij hen de weg om aan de eigen verantwoordelijkheid te ontsnappen. Door de wijze waarop hij het opportunisme en conformisme van zijn ouders beschrijft, geeft hij zijn Nederlands publiek een rechtvaardiging voor hun  eigen kleinburgerlijkheden met voorop hun  verraad. Nooit voelen zij zich werkelijk schuldig, schuldig is voor hen in feite alleen de tijd, ze lijden allen aan een ‘schuldige tijdgebondenheid.’ Diep in Geert Mak huist de veronderstelling dat als zijn ouders in een andere tijd hadden geleefd zij andere morele opvattingen hadden gekend. Moraliteit is voor hem niet tijdloos en universeel, maar even 'tijdgebonden' als het voor zijn vader was geweest. In dit mens- en wereldbeeld kan niemand iets leren, zelfs niet van de tien geboden, omdat tenslotte niemand zich persoonlijk aansprakelijk voelt en dus berouw kan hebben voor de eigen daden. Men kan zich hooguit vrijblijvend 'schamen.' In het universum van Geert Mak en zijn publiek bepaalt de macht de werkelijkheid, de gewone mens probeert alleen maar te overleven. 


Lijnrecht tegenover Mak’s zalvende benadering — het 'weke sentiment' in zijn werk, zoals Michaël Zeeman dit noemde — staat ‘Roofstaat’ van Ewald Vanvugt, ‘verplichte kost die Nederland niet lust,’ aldus prees Adriaan van Dis dit boek aan. ‘Eindelijk een naslagwerk voor alle Nederlanders, een helder en confronteren licht op onze geschiedenis. Een must have als aanvulling op het onderwijs,’ zo concludeerde De Typhoon, de krant die voortkomt uit het Zaans verzet. Geen woord teveel gezegd. Spoedt u naar de boekwinkel. ‘Roofstaat’ is een boek voor volwassen burgers.

https://stanvanhoucke.blogspot.com/search?q=geert+mak+catrinus+mak 

Zo mogelijk nog saillanter is het volgende voorbeeld van Catrinus Mak’s verraad: een paar jaar geleden vertelde Geert mij geschokt te zijn geweest door het feit dat ik de antisemitische houding van zijn vader,  Catrinus Mak, ter sprake had gebracht. Geert zelf had in zijn bestseller De eeuw van mijn vader (1999) vermeld dat zijn verwekker in 1936 in een krantenartikel  had meegedeeld het ‘staatkundig tolerabel’ te achten dat joodse Duitsers uit de samenleving werden verbannen. Zijn begrip voor de Neurenberger Rassenwetten liep tenslotte uit op de Holocaust. Ook voor Geert als zelfbenoemde wedergeboren Christen, blijven ‘Joden’ een héél ander volk, anders dan alle andere volkeren die ooit op aarde hebben bestaan of nog steeds bestaan. Het opmerkelijke is dat juist uit deze waanveronderstelling het anti-semitisme is ontstaan, zoals ook Geert zelf besefte toen hij in De eeuw van mijn vader schreef: 


Soms vraag ik me af: heeft bij de mannenbroeders van voor de oorlog, die zich zo graag ‘de kinderen Gods’ noemden, wellicht ook een onuitgesproken jaloezie meegespeeld? Jegens de enige echte ‘kinderen Israëls’? 


Mijn oude vriend was uitgekookt genoeg om zich te realiseren dat hij toch met een of andere verklaring moest komen voor de anti-semitische sentimenten van zijn ouders, maar hij was tegelijkertijd slim genoeg om die ‘uitgesproken jaloezie’ niet te kwalificeren voor wat zij in werkelijkheid is, namelijk kleinburgelijk anti-semitisme. Het was immers geenszins ‘staatkundig tolerabel’ dat joodse Duitsers, of joodse Fransen, of joodse Nederlanders, etcetera, landgenoten dus, uit de samenleving werden verbannen. Hoe gek Geert dit nog steeds mag vinden, joodse (kleine letter!) Nederlanders zijn allereerst en bovenal Nederlanders, en joodse (kleine letter!) Duitsers eenvoudigweg Duitsers, etcetera. Dat christenen joden als het ‘uitverkoren volk’ beschouwen heeft uiteindelijk geleid tot de Holocaust, omdat zij de ‘Jood’ (met hoofdletter), als ‘De Ander’ zagen, en dus ‘als bron van alle kwaad,’ want de eigen groep kan natuurlijk nooit het kwaad zelf vertegenwoordigen. 


Blijft over Mak's volgende laffe bewering:


‘Je hebt als westerling de neiging, en ik ben me daar zeer van bewust om je blind te staren op het Westen. We hadden het net over Gaza wat daar allemaal, ik bedoel, wij bleven maar blind kiezen voor alleen het Israelisch standpunt en de eenzijdigheid maakte ons in het Westen moreel eigenlijk enorm kwetsbaar en de rest van de hele wereld keek daar naar.’


Welnu Geert, hoewel je je er 'zeer van bewust' bent dat je je 'blind' staart 'op het Westen' blijf jij weigeren jouw bewustzijnsvernauwing aan te pakken, waardoor je de afgelopen veertig jaar jouw publiek telkens op het verkeerde been hebt gezet met 'Nep Nieuws'  Al die tijd heb je op een misdadige manier jouw lezers een rad voor ogen gedraaid. In  januari 2012 schreef jij mij:


Het probleem met jou is dat je verdomd vaak gelijk hebt, en dat het vaak geen prettige mededelingen zijn die je te melden hebt… Jij ziet veel dingen scherper en eerder, maar ik kan niet zonder hoop, Stan, dat klinkt misschien wat pathetisch, maar het is toch zo.


Kortom, het ‘probleem’ was ik, niet het feit dat ik ‘verdomd vaak gelijk’ heb, maar ‘dat het vaak geen prettige mededelingen zijn' die ik 'te melden heb,’ want Mak kan ‘niet zonder hoop,’ en die drijfveer was voor hem commercieel veel belangrijker dan dat een oude vriend van je ‘veel dingen scherper en eerder [ziet].’ Een betere omschrijving van de Nederlandse corruptie is nauwelijks denkbaar.  Meer over het poldermodel de volgende keer.








Geen opmerkingen:

It is important to call a genocide a genocide,

  419th Meeting (AM) GA/PAL/1473 31 October 2024 'It Is Important to Call a Genocide a Genocide,’ Consider Suspending Israel’s Credentia...