In de revolutionaire jaren zestig schreef de enige echt radicale beweging die Nederland gekend heeft, te weten Provo, in haar beginselverklaring:
‘Provo ziet zich voor de keus gesteld: desperaat verzet of lijdzame ondergang. Provo roept op tot verzet waar het kan. Provo ziet in dat het de uiteindelijke verliezer zal zijn, maar de kans deze maatschappij nog eenmaal hartgrondig te provoceren, wil het zich niet laten ontgaan.’
‘In Nederland heerst een hardnekkig waardeoordeel: realisme is diep en echt, verbeelding is oppervlakkig en fake,’ aldus regisseur, scenarioschrijver en producent Elbert van Strien in 1999 tegen de Filmkrant. In datzelfde jaar stelde hij samen met een aantal collega’s, verenigd onder de naam De Fantasten, Het Manifest voor de Verbeelding op: een pleidooi voor meer verbeelding in de Nederlandse film, wat zoveel inhield als weg-bewegen van het ‘drooggekookt realisme’ in de Nederlandse cinema.’
Wij, 'beschaafde westerlingen' hebben iets toegelaten en zelfs gesteund dat twee jaar geleden onmogelijk leek te zijn. Wij hebben na Auschwitz en Hiroshima geaccepteerd dat Auschwitz en Hiroshima tolerabele strijdmethoden zijn om de genocide in Gaza mogelijk te maken. Wij westerlingen en de zionistische oorlogsmisdadigers hebben het ondenkbare opnieuw denkbaar gemaakt, en wij allen zullen daar binnen afzienbare tijd een hoge rekening voor gaan betalen. Gaza is namelijk de weerzinwekkende smoel van de Derde Wereld oorlog, waarin alle westerlingen zullen worden meegetrokken door de NAVO. Al meer dan 15 maanden kijken wij westerlingen naar de Hel van Gaza, zonder dat het echt doordringt tot de postmoderne massamens, die op de eerste rang zittend elke dag weer getuige is van onvoorstelbare gruwelen, zonder dat de rechtschapen burgers hier massaal tegen in opstand komen. Naar aanleiding van de Auschwitzherdenking schreef de joodse Parool-columniste Natascha van Weezel onder de wonderlijke kop ‘Wél de verhalen, niet de angsten,’ zeker ‘nu er steeds minder overlevenden zijn, moeten we manieren zoeken om de verhalen wél levend te houden,’ om vervolgens een paar regels verder te stellen: ‘Sinds ik moeder ben, denk ik vaak na over wat ik de volgende generatie wil meegeven. Wél de verhalen, niet de angsten.’ Dus niet ‘het gevoel dat je steeds weer naar Auschwitz moet om te analyseren wat daar precies gebeurd is — en terugkomen met nog veel meer vragen.’
Dit mag dan wel gelden voor Natascha van Weezel, maar zeker niet voor de grote joods-Duitse politiek filosofe Hannah Arendt. In het essay Het Zionisme Bij Nader Inzien schreef Hannah Arendt in oktober 1945: ‘Het eindresultaat van vijftig jaar zionistische politiek is belichaamd in de recente resolutie van de grootste en invloedrijkste afdeling van de Zionistische Wereldorganisatie.
‘Tijdens de laatste jaarlijkse conventie in Atlantic City in oktober 1944 namen Amerikaanse zionisten van links tot rechts unaniem de eis aan voor een “vrije en democratische joodse staat… [die] geheel Palestina zal omvatten, onverdeeld en onverminderd.” Dit is een keerpunt in de zionistische geschiedenis, want het betekent dat het revisionistische programma, zo lang en bitter verworpen, uiteindelijk gewonnen heeft.
‘De resolutie van Atlantic City gaat zelfs een stap verder dan het Biltmore Programma (1942), waarin de joodse minderheid minderheidsrechten had toegekend aan de Arabische meerderheid. Ditmaal werden de Arabieren in de resolutie simpelweg niet genoemd, wat hun — dat moge duidelijk zijn — de keuze laat tussen vrijwillige emigratie of tweederangs burgerschap… Deze doelen blijken nu volledig identiek te zijn aan die van de extremisten wat betreft de toekomstige politieke inrichting van Palestina. Het is de doodsklap voor die joodse groeperingen in Palestina, zelfs die onvermoeibaar hebben gepleit voor een vergelijk tussen de Arabische en de joodse bevolking.’
Deze tekst van oktober 1945 was een waarschuwing voor de dreigende verpaupering van Israël. De jaren van zowel de linkse Ben-Goerion als de rechtse Menachem Begin, Ariel Sharon en Benjamin Netanyahu blijken de opmaat te zijn geweest voor het Zionistisch Fascisme, waar Hannah Arendt acht decennia geleden op wees.
https://nl.wikipedia.org/wiki/Fascisme
Een aantal van deze kenmerken hebben zich vanaf 1948 steeds duidelijker gemanifesteerd in het huidige Israël:
‘Het fascisme vereert machtsvertoon en het gebruik van geweld, voor zover dat is gericht op de omverwerping van de bestaande maatschappelijke orde.
‘Het fascisme kent een autoritaire structuur met aan het hoofd daarvan een leider aan wie charismatische eigenschappen worden toegeschreven.
‘Het fascisme streeft naar de instelling van een politieke dictatuur.
‘Het fascisme streeft naar een totalitaire staat — de volledige controle over het maatschappelijk leven en de sociale en culturele organisaties.
‘Het fascisme is extreem nationalistisch.
‘Het fascisme pleit voor een continue strijd om de eigen natie te kunnen doen overleven te midden van andere staten.
‘Het fascisme berust in hoofdzaak op de maatschappelijke middenklasse.
‘Het fascisme streeft naar sociale eenheid en de opheffing van alle bestaande klassen- en belangentegenstellingen.
‘Voor vrijheid van meningsuiting, privacy en een aantal andere vrijheden is meestal geen plaats. Mediacensuur en willekeurig optreden van de overheid zijn niet slechts aan de orde van de dag, maar worden gewoon acceptabel gevonden.
‘Het fascisme beschouwt het internationaal recht als niet van toepassing. Deze ontwikkeling is buitengewoon zorgelijk. Het maakt van Israël, voor zover het dat al niet is, een paria binnen de internationale gemeenschap. Dat is op zich al zorgelijk, maar een opleving van het antisemitisme ligt daarmee eveneens op de loer.’
Natascha van Weezel’s bewering ‘het gevoel’ te hebben ‘dat je steeds weer naar Auschwitz moet om te analyseren wat daar precies gebeurd is — en terugkomen met nog veel meer vragen’ is allang weerlegd door joodse denkers. Wij weten maar al te goed wat daar ‘precies gebeurd is’ en waarom. Elk volk dat zich superieur voelt en zich om wat voor reden dan ook ‘uitverkoren’ voelt, heeft de eerste en belangrijkste stap gezet op de weg naar een fascistische staat. Joodse Israeli’s die de Nakba en de genocide in Gaza hebben voorbereid en uitgevoerd zijn fascisten. Hetzelfde geldt voor joodse Nederlanders die achter het genocidale regime van Netanyahu staan. Van Weezel maakt een wonderlijke denkfout te menen dat ‘nu er steeds minder overlevenden zijn, we manieren [moeten] zoeken om de verhalen wél levend te houden,’ want als er één feit de afgelopen 15 maanden een feit is geworden dan is het wel dat juist door het gecultiveerd Joods slachtofferschap, de haat en het superioriteitsdenken onder een aanzienlijk aantal joden in en buiten Israel, tot een fascistische mentaliteit heeft geleid die de moorden en verwoestingen mogelijk heeft gemaakt. Over het ontbreken van empathie onder zich superieur voelende Joden de volgende keer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten