'De zionistische collectieve herinnering bestaat zowel in ons culturele als fysieke landschap, maar de zware prijs die de Palestijnen betaalden – in levens, in de vernietiging van honderden dorpen, en in de voortdurende hopeloze situatie van de Palestijnse vluchtelingen – krijgt weinig publieke erkenning. De Nakba is onzichtbaar gemaakt in het onderwijsprogramma, in de meeste geschiedenis- en geografie-boeken, en zelfs op de kaart van het land, aangezien Palestijnse plaatsen verwijderd zijn of een andere naam hebben gekregen. Zelfs vandaag de dag bestaat er geen officiële Israëlische erkenning of herdenking van de Nakba. Zochrot spant zich in om de geschiedenis van de Nakba toegankelijk te maken voor het Israëlische publiek, om zodoende Joden en Palestijnen te laten deelnemen aan een open en uitvoerige beschrijving van onze pijnlijke gemeenschappelijke geschiedenis.'
Juist vanwege het laatste herdenken de Duitsers het verdrijven en vermoorden van de joden in Europa. Zij noemen dit proces Vergangenheitsbewältigung, een samengesteld Duits woord, waarmee de worsteling wordt aangeduid om in het reine te komen met het (nationaalsocialistische) verleden. (Vergangenheit = verleden; Bewältigung = overmeestering).
An Israeli NGO launched a smartphone app on Monday that allows users to find the remains of Palestinian villages that now lie inside modern-day Israel.
Vergangenheitsbewältigung is de poging om het verleden te analyseren, te verwerken, en om met dat verleden te leren leven. Het gaat daarbij om pijnlijke zaken uit dat verleden, zoals de Holocaust. Het doel van het actieve verwerkingsproces is vooral de toekomstige vermijding van de misstappen uit het verleden. In debatten tussen geleerden wordt de term specifiek gebruikt met betrekking tot de misdaden die begaan zijn onder verantwoordelijkheid van Adolf Hitler en met betrekking tot bestaande en historische connecties tussen Duitse culturele, godsdienstige en politieke instellingen en het nationaalsocialisme. De term heeft dus betrekking op zowel de verantwoordelijkheden en legitimiteit van de huidige Duitse staat (die rechtsopvolger is van het Derde Rijk) als op de verantwoordelijkheden van individuele Duitsers tijdens de nationaalsocialistische machtsontplooiing. Na de val van de Berlijnse Muur, wordt de term Vergangenheitsbewältigung ook gebruikt in de voormalige DDR om de verwerking van de communistische misdaden aan te duiden. Zochrot hoopt daarmee'een kwalitatieve verandering aan te brengen in de politieke dialoog van deze regio. Erkenning van het verleden is de eerste stap in het verantwoording nemen voor zijn gevolgen. Erkenning moet gelijke rechten opleveren voor alle volkeren van dit land, met inbegrip van het recht van de Palestijnen om naar hun huizen terug te keren.' Eitan Bronstein voegt daaraan toe: 'Het oprichten van herdenkingstekens op de ruïnes van Palestijnse dorpen is een wezenlijk onderdeel van het cultiveren van civiele en nationale gelijkheid, en is een uitdaging aan de geschreven geschiedenis die in het landschap is gegraveerd. Het zichtbaar maken van de vernietigde dorpen is een uitdrukking van menselijkheid, het schept openheid en betekent het nemen van verantwoordelijkheid, en het begint het proces van catharsis binnen de Joodse gemeenschap.' Norma Musih, een Joodse onderwijzeres uit Jaffa die betrokken is bij het werk van Zochrot schrijft: 'Reizend door Israël kan men wegwijzers zien, markeringen en herdenkingstekens die het joods-Israëlische verhaal creëren en ondersteunen. Joods-Israëlische gebeurtenissen die meer dan 2000 jaar geleden plaatsvonden worden door deze herdenkingstekens gehuldigd, terwijl nergens Palestijnse herdenkingstekens te zien zijn. Bovendien wordt getracht deze herinnering weg te vagen uit het collectieve bewustzijn en uit het landschap. Wij, de Israëli’s, leren op onze scholen dat de Joden naar Israël kwamen om de woestijn te veranderen in een bloeiend vaderland, omdat wij een “volk zonder een land” waren die terugkeerden naar een ''land zonder volk.'''
Last May, activists around the world stood with us as we faced yet another massacre in besieged Gaza, resisted ethnic cleansing in Jerusalem and the Jordan Valley, and stood in unity against Israeli settler-colonial and apartheid attacks in our cities in historic Palestine. Yet, Western governments offered only condemnation at best, and at worst - complete inaction.
Apartheid Israel’s colonial violence and naked aggression have never stopped. But neither has Palestinian resilience and sumud (steadfastness). In Sheikh Jarrah, Silwan, Al-Naqab and Masafer Yatta and across historic Palestine, Palestinians stand united against ongoing ethnic cleansing. In scenes eerily similar to last May, Palestinians are once again facing and resisting apartheid Israel’s violent aggression and desecration of our holy sites. Israel’s brutality towards Palestinians has been ongoing for over 74 years, yet, during the month of Ramadan Israel escalated its violent suppression of our rights in our occupied city of Jerusalem and beyond.
During April, apartheid Israel murdered at least 23 Palestinians, including 3 women and 2 children; violently suppressed demonstrations; desecrated the Al-Aqsa Mosque and assaulted Palestinians as they worshipped. It also embarked on a campaign of mass arrest, including the arrest of more than 500 Palestinians in and around the Al-Aqsa compound, and once again it bombed the Palestinian population of besieged Gaza.
Our Nakba did not end in 1948.
https://bdsmovement.net/news/commemorating-74-years-ongoing-nakba
Norma Musih legt uit dat de organisatie de Nakba een plaats wil geven in het Joods-Israëlische bewustzijn: ‘om een alternatieve herinnering te promoten tegenover de hegemonistische zionistische herinnering. De Nakba is de ramp van het Palestijnse volk: de verwoesting van de dorpen en steden, het moorden, de verdrijving, de vernietiging van de Palestijnse cultuur. Maar ik geloof dat de Nakba ook ons verhaal is, het verhaal van de Joden die in Israël leven, die profiteren van de privileges van de winnaars.' Eén van de elementaire uitgangspunten van ons werk is dat de Nakba de "ground zero'' is van het Israëlisch-Palestijnse conflict, de plaats die een einde maakte aan al het voorafgaande. Bewustwording en erkenning van de Nakba door het Joods-Israëlische volk, en het nemen van verantwoordelijkheid voor deze tragedie, zijn essentieel om de strijd te eindigen en om een verzoeningsproces te kunnen beginnen tussen de twee volkeren van Palestina-Israël. Wat bedoel ik met het nemen van verantwoordelijkheid? Ik bedoel daarmee de erkenning en het diepe begrip van de tragedie die plaatsvond, en het verantwoording nemen voor ons deel van deze tragedie. Erkenning van het individuele en collectieve recht op terugkeer voor elke vluchteling die verdreven werd, en de hoop op de implementering van dit recht, of door het teruggeven van het in beslag genomen land, het betalen van compensatie of de terugkeer daadwerkelijk toe te laten. Kennis van de Nakba is de essentiële stap tot verzoening. Het toestaan van het recht op terugkeer zal de demografische balans in Israël veranderen en de Israëlische staat zou in zijn huidige vorm niet langer meer bestaan. Ik ben van mening dat het leven in de nieuwe staat beter zal zijn voor zowel Palestijnen als Israëli’s die in dit land leven.’ Door hun eigen geschiedenis te aanvaarden krijgen de Joden in Israel de kans zich te bevrijden van hun kwade geweten en hun trauma's daarover, net zoals de nazi's dit de afgelopen driekwart eeuw hebben gedaan of op zijn minst hebben geprobeerd. Hoe moeilijk dit ook mag zijn, in elk geval geeft het een mogelijkheid om de de langdurige reeks misdaden te verwerken. Dit is in een notendop de kern van het hele verhaal. Eitan Bronstein:
'In Tel Aviv zijn nog restanten van een Palestijns dorp, ze liggen niet zo ver van ons kantoor. Als je daar de Joodse bewoners vraagt waar ze precies leven, weten ze nog wel dat ze in het voormalige dorp Summeil wonen. Maar verder weten ze niets over de voormalige bewoners, over wat er met hen is gebeurd, over waar ze nu zijn of over wat ze deden voor hun levensonderhoud. Niets weten ze erover. Zelfs niet wanneer ze in de huizen leven van de verdreven Palestijnen. Ook al wonen ze te midden van herinneringen toch zullen de joods-Israëli’s niets doen om dat verleden te achterhalen.
In augustus 2005 kwam Summeil in het nieuws nadat Joodse en Palestijnse Israëli’s hadden geprotesteerd tegen het feit dat de gemeente Tel Aviv de oude Palestijnse huizen wilde laten slopen om ruimte te maken voor woon- en kantoortorens. Onder andere Michael Jacobson en Sima Tzafoni van de Faculteit Architectuur van de Bezalel Academie waren fel tegen de plannen. Terwijl veel goedwillende mensen, onder wie ik, opgevoed zijn met de opvatting dat Tel Aviv een stad was, ontstaan op zand, is het verbazingwekkend om te ontdekken dat de stad een aantal plaatsen kent die tot het uitbreken van de Onafhankelijkheidsoorlog de locatie waren van Arabische dorpen. Tel Aviv was niet "op zand geboren," was niet "uit de zee ontstaan," en ''liep'' zeker niet door "de velden." Tel Aviv is niet alleen Herzl, Jabotinsky, Arlosorov, en Ben Goerion, het is ook de verlaten Arabische dorpen -- Sheikh Muwannis, Jammusin, Salame en Summeil. Nurit Moskovitch van de Faculteit Architectuur van de Universiteit van Tel Aviv verklaarde in 2005: "De universiteit staat op het punt haar grond op het vernietigde Palestijnse dorp Sheikh Muwannis uit te breiden. Met grote ironie is ze van plan daar een nieuw gebouw neer te zetten voor de Faculteit Archeologie." Met de hulp van Zochrot schreef Moskovitch een voorstel om in de uitbreiding van de campus het dorp te herdenken door middel van "leegte gebieden," greppels van drie meter diep die de leegte zouden creëren, die het verdwenen dorp heeft opgeroepen. De Universiteit van Tel Aviv was mordicus tegen. In het verleden heeft het universiteitsbestuur zelfs geweigerd om een bord te laten plaatsen waarop vermeld werd dat de campus "grotendeels was gebouwd op het land van het Palestijnse dorp Sheikh Muwannis." Tijdens een conferentie over dit onderwerp, georganiseerd door Zochrot, steunde professor Moshe Zuckerman het verzoek om het dorp te herdenken:
"Als we niet symbolisch rekenschap geven van het feit dat wij wetenschap en cultuur en onderwijs bedrijven zonder het besef dat wij een cultuur vernietigden, leven vernietigden, onderwijs vernietigden, en dat vernietigden wat er stond – dan worden onze cultuur en onze wetenschap voornamelijk iets ideologisch. De herinnering is niet slechts een zaak van morele reiniging, maar van een principe dat, als het niet wordt toegepast, van ons allen barbaren maakt, en degenen die geen barbaren willen worden kunnen beter beginnen met zich te herinneren," aldus Zuckermann, die tevens het hoofd is van het Instituut voor Duitse Geschiedenis van de Universiteit van Tel Aviv.
'Wij Joden in Israël leven hier niet echt, wij zijn niet geworteld in dit land. De grondleggers kwamen uit Europa en daar wilden we op lijken. De regio waarin we leven interesseert ons niet. Wanneer wij naar het buitenland gaan, gaan we naar het Westen of naar India, nooit naar Jordanië of Egypte. De band met Israël is een ideologische, metafysische band, is gebaseerd op geloof of een bepaalde politieke visie op de geschiedenis. Ik denk daarom dat de sleutel voor de oplossing het recht op terugkeer is. Zodra we dit recht voor de Palestijnen zullen erkennen, erkennen we tegelijk dat wij een onderdeel zijn van deze regio en dat we hier in vrede met onze buren willen leven en met de cultuur en de geschiedenis van het Midden-Oosten. Het gaat dus niet alleen om hun recht, maar ook om onze mogelijkheid hier geworteld te raken, vrede te sluiten met het land zelf, met de grond waarop we leven en daarom vooral ook met onszelf. Wij laten dan weten dat we werkelijk hier, op deze plaats willen leven, en niet op een stuk grond dat een vooruitgeschoven post van de westerse wereld is. Het zal ons mogelijk maken onszelf te accepteren als inwoners van deze regio. Daarom zullen we onze verantwoordelijkheid voor de Nakba moeten erkennen. Maar we staan pas aan het begin van dat proces. Een paar weken geleden was er ineens een fel debat in Israël over het feit dat voor het eerst in een Israëlisch lesboek van het ministerie van Onderwijs, geschreven voor Arabische lagere scholen, enkele regels over de Nakba stond. Het was alleen nog maar in het Arabisch. Desondanks ontstond er een enorme commotie onder de Joden in Israël, terwijl er alleen maar heel feitelijk stond dat de Palestijnen waren gevlucht in 1948 en dat deze gebeurtenis voor hen bekendstaat als de Nakba. Verder niets. De meeste reacties waren in de trant van: als we dit erkennen geven we ze een wapen in handen, ze hebben dan argumenten om geen gehoorzame burgers van Israël meer te zijn en bovendien kunnen de Palestijnse vluchtelingen dit gebruiken om aanvallen op ons te legitimeren. Duidelijk is geworden dat een aanzienlijk aantal joods-Israëli’s wel degelijk weet dat er grootschalige misdaden den zijn gepleegd. Dat wordt ook niet betwist. Het gaat er niet om dat ze toen gebeurd zijn, maar om de consequenties ervan heden ten dage. Men weet van de terreur, maar dat weten zit op een laag niveau. Het is verdrongen kennis. Of op zijn minst weet men dat er iets is dat een kwaad geweten kan oproepen.'
Zonder rekenschap te geven van de eigen misdaden is de mens niet in staat mentaal te groeien. Hetzelfe geldt voor het land en de cultuur waarin hij leeft. Hij of zij snijdt zichzelf af van de wereld en vervreemd op die manier steeds meer van zichzelf. Bronstein: 'Er zijn genoeg mensen die ervan afweten. Niet alleen van plan D, het draaiboek van de etnische zuivering, maar ook van de talloze slachtpartijen die werden aangericht. Er komt nu steeds meer boven water, door bijvoorbeeld getuigenverklaringen. Zo verscheen er in 2006 een uitstekende filmdocumentaire met als titel "De Dagboeken van Yossef Nachmani." Nachmani was een zionist die in Galilea land aankocht voor het Joods Nationaal Fonds. Van 1935 tot 1965 hield hij een dagboek bij, waarin hij melding maakte van Joodse wreedheden. Nachmani was een gematigd man, die Arabisch sprak en zijn Palestijnse buren respecteerde, iemand die van mening was dat beide volkeren samen konden leven. De documentaire behandelt de wreedheden die de Hagana, de zionistische militie, en later de IDF, de officiële Israëlische strijdkrachten, rond 1948 begingen, inclusief de bloedbaden, de gewelddadige verdrijving van de Palestijnen en de daaropvolgende verwoesting van hun huizen om te voorkomen dat de vluchtelingen zouden terugkeren. De documentaire richt zich op de gebeurtenissen in Tiberias, de plaats waar Nachmani woonde, de eerste gemeenschap waar Palestijnen en Joden harmonieus samenleefden. Hoewel de Palestijnen in Tiberias het Verdelingsplan van de Verenigde Naties hadden geaccepteerd, waren zij toch de eersten die -- nog voor de oprichting van de staat -- uit hun huizen werden verdreven. Dit werd de start van de wijdverspreide etnische zuivering van het land. Nachmani was een man vol tegenstrijdigheden. Hij wees de terreur tegen de Palestijnen af, maar bleef toch als overtuigd zionist de Joodse staat steunen. Bronstein: 'Nachmani was een gecompliceerd mens, hij kocht land voor het Joods Nationaal Fonds en verdreef zo de boeren die er de grond bewerkten van rijke landeigenaren, die in veel gevallen hier niet eens woonden. Maar hoewel hij de boeren van hun land afzette, had hij gelijkertijd medelijden met hen. Hij zag hoe op een bepaald moment Joden de Palestijnen provoceerden om gevechten tussen de plaatselijke bevolking uit te lokken. Ten slotte slaagden deze provocateurs erin de Palestijnse inwoners te verdrijven. Dat geweld was hartverscheurend. Hij schreef over de talloze bloedbaden die onder de Palestijnen werden aangericht, bijna in elk dorp dat de Joden binnendrongen werden misdaden gepleegd tegen de Palestijnse burgerbevolking. En daar gaat de documentaire van Delia Karpel over. Dus de kennis is er wel, ze bestaat ergens en als je zoekt vind je de informatie ook, maar je moet er moeite voor doen.’
About the film:
This film presents a portrait of the complex and contradictory personality of the man largely responsible for the Zionist enterprise in the Galilee during the 1930s and 40s.
Nachmani, who was director of the Jewish National Fund office in the Galilee, set himself the goal of acquiring as much land from Arabs as possible and establishing Jewish settlements upon it.
Nachmani left behind a fascinating series of diaries that shed new light upon events in the Galilee during those years. Through these diaries, the film examines the critical years of Zionism and the beginning of the Jewish-Arab conflict from the unique perspective of a man displayed determination and persistence on the one hand, fear and doubt on the other. This is also the story of the city of Tiberius, the first mixed city whose Arab inhabitants were expelled during the course of the War of Independence.
Director: Dalia Karpel
D.O.P: Shai Goldman
Editor: Anat Lubarsky
Een redacteur van Haaretz schreef over deze documentaire: ‘Fascinerend! Een subtiele balans tussen feiten en ideologie, die het verleden belicht door het prisma van het heden.’ Eitan Bronstein: ‘De documentaire werd op kanaal 1 hier getoond, het belangrijkste kanaal van de publieke omroep.’ Ook dit toont de schizofrenie van de Israëlische samenleving aan. Een documentaire over de etnische zuivering wordt getoond en geprezen, maar de samenleving kan er niet over praten en slaagt er al helemaal niet in er consequenties uit trekken. Zochrot probeert nu op verschillende manieren Joods Israëli’s te confronteren met dit verleden. De organisatie heeft een goed gedocumenteerde website, de vrijwilligers organiseren workshops, lezingen en ontmoetingen tussen Palestijnse vluchtelingen en Joods-Israëli’s die op hun land wonen. Bovendien organiseert Zochrot tochten naar dorpen die met de grond zijn gelijkgemaakt, en worden boekjes gepubliceerd met verhalen, foto’s, documenten over het bewust onzichtbaar gemaakte verleden, in het Hebreeuws, Arabisch en sommige gedeelten in het Engels. Bronstein laat ons een brief zien van het hoofd van een Israëlische bibliotheek die schrijft dat hij de boekjes van Zochrot niet wenst te ontvangen en de al opgestuurde boekjes heeft weggegooid. Hij wil weten wat de mensen die dit materiaal hebben samengesteld, bezielt om ‘zulke giftige woorden te schrijven’ over de oorlog van 1948, die ‘ons opgedrongen werd.’ Hij beschuldigt de Joodse organisatie van 'antisemitisme.' Eitan Bronstein moet er hartelijk om lachen. ‘Het bekende argument antisemitisme komt weer om de hoek kijken. En het slachtofferisme. Wij Joden zijn niet de daders, maar de slachtoffers. wezenlijke probleem van het slachtofferisme is dat het een dader de confrontatie belet met zijn diep verborgen schaamte over het onrecht dat hij anderen aandoet. Het gevolg is dat de Israëli’s niet toekomen aan het noodzakelijke proces van erkenning.’ Net als in elk totalitair systeem geldt ook in de zionistische heilstaat dat hoe moediger de dissidenten zich er gedragen des te weerzinwekkender worden de propagandisten van het zionistisch regime. Centraal in deze reactie staat het feit dat de zionisten hun decennialang gecultiveerde slachtofferschap niet kunnen laten vallen omdat die de essentie vormt van hun Joods-Zionitische identiteit. Zonder het slachtofferrisme bestaan ze domweg niet meer, dat wil zeggen: dat zij zich dan gedwongen zullen voelen te erkennen dat de Joods Israeli's vandaag de dag de nazi's van het heden zijn geworden. Zij zijn in dat geval niet langer meer bij machte zich te verschuilen achter zes miljoen vermoorde joden. Nahum Goldman, 12 jaar lang president van de World Zionist Organisation, waarschuwde hier al in 1981 toen hij over het Joods-Israelisch slachtofferisme verklaarde:
We zullen moeten begrijpen dat het joodse lijden tijdens de Holocaust niet langer meer als verdediging zal dienen, en we zullen zeker moeten nalaten de Holocaust als argument te gebruiken om gelijk wat we ook mogen doen te rechtvaardigen. De Holocaust gebruiken als een excuus voor het bombarderen… is een soort 'ontheiliging,' een banalisering van de onschendbare tragedie van de Holocaust, die niet misbruikt moet worden om een politiek twijfelachtig en moreel onverdedigbaar beleid te rechtvaardigen.
Over de context van het werk van Zochrot staat in hun kleine brochure: ‘De zionistische collectieve herinnering bestaat zowel in ons culturele als fysieke landschap, maar de zware prijs die de Palestijnen betaalden – in levens, in de vernietiging van honderden dorpen, en in de voortdurende hopeloze situatie van de Palestijnse vluchtelingen – krijgt weinig publieke erkenning. De Nakba is afwezig in het onderwijsprogramma, in de meeste geschiedenis- en geografieboeken, en zelfs op de kaart van het land, aangezien Palestijnse plaatsen verwijderd zijn en een ander naam hebben gekregen. Zelfs vandaag de dag bestaat er geen officiële Israëlische erkenning of herdenking van de Nakba. Zochrot spant zich in om de geschiedenis van de Nakba toegankelijk te maken voor het Israëlische publiek, om zodoende Joden en Palestijnen te laten deelnemen aan een open en uitvoerige beschrijving van onze pijnlijke gemeenschappelijke geschiedenis.’ Zochrot hoopt daarmee ‘een kwalitatieve verandering aan te brengen in de politieke dialoog van deze regio. Erkenning van het verleden is de eerste stap in het verantwoording nemen voor zijn gevolgen. Erkenning moet gelijke rechten opleveren voor alle volkeren van dit land, met inbegrip van het recht van de Palestijnen om naar hun huizen terug te keren.’ Eitan Bronstein voegt daaraan toe: ‘Het oprichten van herdenkingstekens op de ruïnes van Palestijnse dorpen is een wezenlijk onderdeel van het cultiveren van civiele en nationale gelijkheid, en is een uitdaging aan de geschreven geschiedenis die in het landschap is gegraveerd. Het zichtbaar maken van de vernietigde dorpen is een uitdrukking van menselijkheid, het schept openheid en betekent het nemen van verantwoordelijkheid, en het begint het proces van catharsis binnen de Joodse gemeenschap.’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten