Producenten militair materieel draaien overuren door leveranties aan Oekraïne
Terwijl het ene wapenarsenaal en wapensysteem na het andere wordt gedoneerd aan Oekraïne en NAVO-landen hun defensiebudgetten ophogen, loopt de wapenindustrie al warm. Want daar wordt het geld straks uitgeven. Maar de vraag is: kunnen ze die toenemende vraag wel aan?
Zo ziet bijvoorbeeld het Duitse wapenbedrijf voor munitie en granaten Rheinmetall dat de orders in 2022 met 100 tot 150 procent zijn gestegen, en dat daar in 2023 nog eens ruim 30 procent bijkomt.
Nederlandse bedrijven hebben sinds de oorlog ook ineens de wind mee. Het internationale bedrijf Thales, met een fabriek in Hengelo, maakt radarapparatuur en vuurgeleidingssystemen voor de landmacht, luchtmacht en marine. Sinds de oorlog in Oekraïne staan de delegaties er in de rij. Over de stijging van het aantal orders kan het bedrijf niets zeggen. "We zijn een beursgenoteerd bedrijf."
Wel is duidelijk dat Thales flink wat mensen heeft moeten aannemen. "We hebben inmiddels al zo'n 2800 mensen werken voor Thales. Alleen vorig jaar al hebben we 400 mensen aangenomen. We hebben grote opdrachten gewonnen, zowel in Nederland, Duitsland en Engeland. Om dat op tijd af te krijgen, hebben we gewoon extra capaciteit aan mensen nodig", zegt Rene de Jongh, directeur strategie van Thales Nederland.
Ook bij Defenture in Tiel, dat militaire voertuigen maakt voor onder andere Nederland en Duitsland, floreren de zaken. "Zolang de oorlog in Oekraïne doorgaat, zullen de zaken goed lopen", zegt directeur Henk van der Scheer. "Voorheen durfde ik op een feestje niet altijd te zeggen dat wij voertuigen maken voor Defensie. Maar als ik het nu vertel, begrijpt iedereen dat het nodig is."
Maar ondanks dat landen sneller materieel willen kopen, is 'vandaag besteld, morgen in huis' niet altijd mogelijk. "We leveren niet uit voorraad", zegt Thales. "Dat is te kostbaar", zegt Defenture. De Jongh: "Het zijn zulke complexe systemen, die produceren we alleen op aanvraag. Het is economisch niet haalbaar om die uit voorraad leverbaar te hebben. De kosten voor de voorraad worden dan te hoog. Daarom wachten we op klanten."
Voorheen durfde ik op een feestje niet altijd te zeggen dat wij voertuigen maken voor Defensie. Maar als ik het nu vertel, begrijpt iedereen dat het nodig is.
Versneld munitie
Maar met alle donaties van munitie en materiaal aan Oekraïne, raken de planken van Defensie langzaamaan leeg. "Natuurlijk moeten we soms zeggen: we hebben die even niet", zegt Vice-admiraal Arie Jan de Waard, directeur Defensie Materieel Organisatie. Het is zijn organisatie die in een oververhitte markt zaken moet doen met leveranciers van wapens, munitie en voertuigen. Hoe leeg die plank is, wordt niet verteld, want "daar zijn anderen ook in geïnteresseerd".
"Als je ziet wat wij jarenlang gedaan hebben, bezuinigen op Defensie, en als je ziet wat we moeten aanvullen, dan varieert dat van munitie tot wapensystemen die je niet zomaar even bij de bakker om de hoek koopt. Dat vergt lange voorbereidingstijden en schakelen met de industrie."
En die industrie kan de vraag nu al niet bijbenen. Zo heeft het ministerie van Defensie vorig jaar voor honderden miljoenen euro's "versneld munitie aangeschaft". De eerste levering is binnen, maar de volledige bestelling is pas volgend jaar helemaal geleverd. Zo kunnen de snelle munitie-aanvullingen "niet op korte termijn worden gerealiseerd", aldus het ministerie.
Tijdsduur
Jeroen Klomp, hoogleraar Arms Export Control van de Defensieacademie, ziet nog andere problemen. "Ze zitten ook met een chiptekort en dat stamt al uit de covidperiode. Daarnaast zijn bedrijven op zoek naar heel veel personeel, met name hoger opgeleid technisch personeel." Ook de aanbesteding van jaren noemt Klomp een probleem. "Defensiebedrijven willen dat het ministerie in Nederland die tijdsduur verkort."
Nu is de grens voor projecten waarover de Tweede Kamer wordt geïnformeerd 25 miljoen euro. Die grens wil Defensie ophogen naar 50 miljoen. Maar dat is niet zonder risico's. "Dat er minder transparantie is en dat je moet nagaan of het geld wel doelmatig wordt besteed. Ook bij andere industrie of sectoren waar in één keer heel veel geld bij komt, is de vraag 'waar besteden we dat aan en is dat wel doelmatig'", zegt Klomp.
De Waard: "We hebben in de bedrijfsvoering een mooi principe en dat heet: just in time. Dat betekent: je bestelt het pas op het moment dat je het nodig hebt. Dat klinkt mooi, als alles werkt en alle aanvoeringslijnen het doen. Tot het moment dat het spannend wordt in de wereld. En dat zien we nu."
Geen opmerkingen:
Een reactie posten