Zo kon het gespeculeer met niet bestaand geld oplopen tot een wereldwijde biljoenen luchtbel die in 2008 ontplofte, de armen en middenklasse gedupeerd achterlatend, terwijl de:
richest 0.1% of the world’s population have increased their combined wealth by as much as the poorest 50% — or 3.8 billion people — since 1980, according to a report detailing the widening gap between the very rich and poor.
The World Inequality Report, published on Thursday by French economist Thomas Piketty, warned that inequality had ballooned to ‘extreme levels’ in some countries and said the problem would only get worse unless governments took coordinated action to increase taxes and prevent tax avoidance.
The richest 0.1% of the world’s population have increased their combined wealth by as much as the poorest 50% — or 3.8 billion people — since 1980.
The report, which drew on the work of more than 100 researchers around the world, found that the richest 1% of the global population ‘captured’ 27% of the world’s wealth growth between 1980 and 2016. And the richest of the rich increased their wealth by even more. The top 0.1% gained 13% of the world’s wealth, and the top 0.001% — about 76,000 people — collected 4% of all the new wealth created since 1980.
‘The top 0.1% income group (about 7 million people) captured as much of the world’s growth since 1980 as the bottom half of the adult population,’ the report said. ‘Conversely, income growth has been sluggish or even nil for the population between the global bottom 50% and top 1%,’
aldus berichtte The Guardian op donderdag 14 december 2017. Dit is slechts één voorbeeld van de talloze wetenschappelijke onderzoeken die aantonen dat de kloof tussen de rijken en de rest van de mensheid almaar toeneemt.
Als gevolg van het onrechtvaardige beleid van zowel politiek rechts als -links is de situatie in de VS medio 2020:
40 million Americans filed for unemployment during the pandemic, but billionaires saw their net worth increase by half a trillion dollars.
This isn't the first time billionaires have seen gains while others dealt with loss, and it tends to tie back to two things. First, the government disproportionately gives more aid to larger companies.
Then, when the stock market bounces back, the unequal bailouts mean that the wealthy still have money on hand to invest and thus profit, while the middle and lower classes do not.
Wealth-friendly tax laws and loopholes then keep those billionaires at the top. Knowing all of this, some are advocating for policies to help level the playing field and create change.
‘National moral disgrace’: Over 1 in 5 US children on food stamps & living in poverty.
Het was de gerespecteerde Braziliaanse geleerde Paolo Freire die erop wees dat de machtigen altijd en overal belang hebben bij het ‘vernietigen van de menselijke kwaliteit om de wereld te kunnen “be-denken”.’ Daarom schept de macht een mythe, 'een schijnwereld' die 'tot doel heeft vervreemding en passiviteit te vergroten.' Vandaar ook al hun 'methoden die iedere voorstelling van de wereld als probleem uitsluiten en in plaats daarvan haar als een verstard gegeven laten zien — als iets waaraan mensen zich uitsluitend als toeschouwers moeten aanpassen.' Of zoals de sociaal-democratische voorman Joop den Uyl het noemde: 'de smalle marges van de democratie,’ terwijl zijn opvolger Wim Kok er rotsvast van overtuigd was dat er ‘geen alternatief’ bestond ‘voor de maatschappelijke constellatie die we nu hebben en dus heeft het geen enkele zin daar naar te streven.’ Dit neoliberale dogma ervoer de oud-vakbondsleider Wim Kok als ‘de bevrijdende werking van het afschudden van de ideologische veren.' Na zich van de sociaaldemocratische ideologie bevrijd te hebben, kon Kok, zonder enige politieke opschudding te veroorzaken, in 2003 enkele commissariaten, bij de ING Bank, TPG Post, Shell en de KLM aanvaarden.
Het neoliberalisme is de ideologische leer van ondermeer de invloedrijke Trilaterale Commissie (TLC), een ‘privé-organisatie opgericht in 1973 op initiatief van David Rockefeller,’ telg van de beruchte miljardairsdynastie. Samen met Zbigniew Brzeziński, de Nationale Veiligheidsadviseur onder president Carter, riep hij de eerste vergaderingen bijeen, die werden bijgewoond door leidinggevenden uit de zakenwereld, en politici van alle grote partijen. Samen met de Bilderberg-Conferentie en de reactionaire Council on Foreign Relations wordt de TLC gezien als de grote machtsdriehoek van de heersende kapitalistische elite. In haar rapport The Crisis of Democracy benadrukte de Trilaterale Commissie in 1975 dat:
Because they (citizens) press for more action to meet the problems they have to face, they require more social control. At the same time they resist any kind of social control that is associated with the hierarchical values they have learned to discard and reject. The problem may be worldwide.
Het is veelzeggend dat de mainstream-opiniemaker Ian Buruma in maart 2017 deelnam aan de meerdaagse Plenaire Vergadering van de TLC in het luxe THE RITZ CARLTON te Washington, in aanwezigheid van onder andere Henry Kissinger, die begin jaren zeventig als Nationale Veiligheidsadviseur erop toezag dat Washington in het geheim ‘een strategie van destabilisatie, ontvoering en moord,’ ontwikkelde ‘met als doel’ in Chili ‘een militaire staatsgreep uit te lokken,’ waarbij het democratisch gekozen bewind van president Allende met geweld uit de weg zou worden geruimd, zo blijkt uit ‘sanitized’ Amerikaanse documenten. Hoewel het een recht is van soevereine staten om hun eigen beleid te bepalen, instigeerde president Nixon een economische boycott nadat de regering Allende de kopermijnen had genationaliseerd. Toen bleek dat Nixon’s opdracht ‘make the economy scream’ niet onmiddellijk het gewenste resultaat had opgeleverd, adviseerde Kissinger de hele Chileense democratie te vernietigen, aangezien — in de woorden van Kissinger — ‘the issues are much too important for the Chilean voters to be left to decide for themselves.’ En zo vond op 11 september 1973, de dag dat de Senaat in de VS Kissinger’s benoeming als minister van Buitenlandse Zaken goedkeurde, een door de CIA voorbereide militaire staatsgreep plaats, waarna tenminste 3200 Chileense burgers werden geëxecuteerd, en in totaal zo’n 80.000 anderen gevangen werden gezet, terwijl tienduizenden Chilenen werden gemarteld.
Dit alles was onderdeel van het ‘dirty work’ dat al decennialang door Washington wordt georganiseerd en gecoördineerd, en dat over het algemeen door de westerse ‘corporate press’ wordt verzwegen of zelfs gesteund. Sindsdien is niets veranderd. Bijna drie decennia later, op 16 juli 2002, adviseerde mijn oude vriend Ian Buruma in The Guardian dat ‘we too’ in Europa ‘must do the dirty work, and take the risk of being held accountable,’ voor de daaruit voortvloeiende oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid. Zodoende zou Europa ‘onze NAVO-bondgenoot,’ de VS, kunnen ontlasten. Een fatsoenlijke burger mag Buruma’s advies dan wel weerzinwekkend vinden, maar daar heeft de neoliberale elite geen boodschap aan. Geheel in lijn met de noodzaak van een broodschrijver om de elite te behagen, werd zijn bellicose houding beloond met in Ian’s geval een hoogleraarschap en allerlei prestigieuze onderscheidingen, waaronder De Erasmusprijs in 2008. Dit alles demonstreert hoe hoerig een prominente opiniemaker in het huidige neoliberale bestel wel moet functioneren. Zolang men in de pas blijft lopen, en braaf de eisen van Washington en Wall Street opvolgt, heeft men niets te vrezen. Daarentegen moeten dissidenten in het ‘Vrije Westen’ goed oppassen niet volkomen gemarginaliseerd of gecriminaliseerd te worden. Die komen er overigens nog genadig van af vergeleken met dissidenten elders die voorgoed verdwijnen in één van de martelkampen die de CIA heeft opgezet in landen met een ‘weerspannige’ bevolking, zoals dit in de Newspeak van de ‘vrije pers’ eufemistisch heet.
http://trilateral.org/download/files/annual_meeting/2017%20Washington%20Program%2019E.pdf
Op 5 maart 2018 berichtte EuroNews onder de kop ‘NATO military spending continues to dwarf that of Russia’:
Military spending in NATO countries continues to dwarf equivalent spending in Russia and the gap widened in 2017, according to the latest report by the Stockholm International Peace Research Institute (SIPRI).
Data provided by the organization which studies conflict, weapons and arms control found that Russia slipped from third to fourth place in the table of states with the highest military expenditure. Moscow spent $66.3 billion in 2017, nearly three billion dollars less than the previous year.
Relative to the country’s economy, this represented a fall of a full percentage point: Russia spent 4.3% of its Gross Domestic Product (GDP) last year, compared to 5.3% in 2016.
In contrast, the United States spent nearly ten times as much: its reported figure of $610 billion is in line with US expenditure over the past few years.
Total military spending by all 29 NATO countries was $900 billion in 2017, accounting for 52% of world spending according to SIPRI.
Een eenvoudige deelsom toont aan dat de 29 NAVO-landen de afgelopen jaren gezamenlijk 10 tot 16 keer meer spendeerden aan het militair-industrieel complex dan de Russische Federatie. Uitgaande van de feiten bedreigt het Westen de Russische Federatie. Nogmaals EuroNews:
NATO reported three consecutive years of increased defence spending among countries in the North Atlantic alliance ‘for the first time in many years,’ after a significant period where expenditure had fallen.
SIPRI found that military expenditure in Central Europe rose by 12% in 2017, ‘driven by the perceived threat from Russia felt in many countries.’ This meant military spending had risen for four consecutive years, after six years in a row which had seen decreases… the International Institute for Strategic Studies (IISS) [said] in its Military Balance report for 2018. ‘Our figures indicate that in 2017, Europe was the fastest-growing region when it came to real-terms defence spending,’ it added, reporting annual growth of 3.6% last year.
https://www.euronews.com/2018/05/02/nato-military-spending-continues-to-dwarf-that-of-russia
Het gerenommeerde International Institute for Strategic Studies — dat ‘has helped to shape the strategic agenda for governments, businesses, the media and experts across the world’ — berichtte op 15 februari 2019 het volgende:
The nominal increase in US defense spending (US$44.5billion in 2018 dollars) was the largest increase in the world in 2018 — far above China, which was the second largest at US$16.7billion. It almost amounted to Germany’s total defence outlays in 2018. However, European nations also contributed to the global trend. After years of reduced spending after the end of the Cold War and in the wake of the financial crisis, NATO’s European member states increased their defense budgets by 4.2% in real-terms in 2018. Their total spending would — if the aggregate figure of US$264billion were considered on its own — amount to the second largest defense budget in the world. It would be equivalent to 1.5 times China’s official budget (US$168billion), and almost four times Russia’s estimated total military expenditure (US$63billion)…
A sign of European states’ commitments to taking their part in burden-sharing is the future €13billion (US$15.4billion) for defense they are looking to include in the next European Union budget. This will fund defense-research and joint defense-industrial projects. Amid continued calls from across the Atlantic for more spending ‘tout court,’ Europe’s smart response should begin with more efficient spending.
https://www.iiss.org/blogs/military-balance/2019/02/european-nato-defence-spending-up.
Het is geenszins overdreven te stellen dat de Nederlandse oorlogslobby in de polderpers misdadig is. Vooral nu de mensheid ook nog wordt bedreigd met de desastreuze gevolgen van de klimaatverandering, en de gigantische milieuvernietiging, de groeiende kloof tussen rijk en arm, de bevolkingsexplosie, de verregaande vervreemding, etc.
Hanno Wisse, een lezer van mijn weblog wees mij erop dat:
Het verschil tussen The Wealth of Nations van Adam Smith en het neoliberalisme, als vormgegeven door bijvoorbeeld Milton Friedman in Capitalism and Freedom, is dat Adam Smith een economisch model wilde verschaffen voor de opkomende stedelijke burgerklasse aan het einde van de feodale tijd. De introductie van het idee van de vrije markt heeft hier een emancipatoire doelstelling. Monopolies (bijvoorbeeld op land door de adel), waren in dat licht verkeerd, want blokkeerden de verwezenlijking van deze doelstelling.
In het neoliberale denken betekent vrije markt echter: vrij van staatsbemoeienis. Het draait hierin dus juist om monopolievorming. De doelstelling van dit gedachtegoed is daarom omgekeerd aan die van Smith, namelijk dat de markt zich niet opent, maar toesluit.
De voltooiing van het neoliberale denken is dan ook technocratie: een nieuwe feodaliteit en een nieuwe horigheid.
Karel B. werkt dus door de parallelle samenleving te interpreteren als neoliberale vrije markt hard mee aan de verwezenlijking van deze ramp.
Het was het tijdschrift Intermediair, ‘het work-life platform voor hoogopgeleiden’ dat jaren geleden een portret van Sauer publiceerde met feiten die de hoofdredacteur van De Andere Krant, Karel Beckman, nu niet durft te openbaren, zonder Sauer’s ‘wederhoor’ te vragen, terwijl mijn oude vriend Derk deze feiten al die tijd niet heeft weersproken. Het cynisme van het poldermodel, waarbij iedereen in dit kleine land die enigszins meetelt de ander kent, en dus niet kan bekritiseren omdat zij allen door dezelfde deuropening moeten om gezamenlijk uit dezelfde ruif te eten, dit cynisme is inmiddels grenzeloos, heeft alle lagen van de bevolking geïnfecteerd, waardoor de hoofdredacteur van De Andere Krant nog roomser dan de paus kan zijn, plus royaliste que le roi. Binnen deze context functioneert Beckman’s bewering dat ‘in onze democratie het socialisme heeft gezegevierd over het liberalisme’ als een propagandawapen in de virtuele werkelijkheid. Herhaal de nonsens vaak genoeg en hij wordt de waarheid. Nazi-minister van Propaganda, Joseph Goebbels, verwoordde dit als volgt: ‘het is niet de taak van propaganda intelligent te zijn, haar taak is om succes te bereiken,’ en dus geldt dat ‘wij [niet] spreken om iets te zeggen, maar om een bepaald effect te bereiken.’ Daarom is de vraag legitiem welk effect de huidige reactionairen denken te bereiken? Allereerst natuurlijk de macht over anderen, de macht dus die Beckman zegt uit de wereld te willen bannen. Het is de droom van de postmoderne kleinburger, die zich in een massamaatschappij verpletterd voelt, machteloos. Maar zijn illusie komt ook voort uit een andere geestesgesteldheid, die Nederland's grootste historicus Johan Huizinga een eeuw geleden als volgt toelichtte: ‘Een staat, opgebouwd uit welvarende burgerijen van matig grote steden en uit tamelijk tevreden boerengemeenten, is geen kweekbodem voor hetgeen men het heroïsche noemt.’ Uit deze ‘burgerlijke sfeer sproten onze weinig militaire geest, de overwegende handelsgeest,’ waardoor ‘Hypocrisie en farizeïsme hier individu en gemeenschap [belagen]!’ Huizinga wees er dan ook op dat: ‘het niet [valt] te ontkennen, dat de Nederlander, alweer in zekere burgerlijke gemoedelijkheid, een lichte graad van knoeierij of bevoorrechting van vriendjes zonder protest verdraagt.’
En zo blijft de Nederlander dag in dag uit in zijn eigen illusies rondcirkelen. In die werkelijkheid ontkomen de alternatieve media in Nederland niet aan de gecorrumpeerde mentaliteit die hier alom heerst, en kan de hoofdredacteur van de alternatieve De Andere Krant, zonder weerwoord te krijgen, elders verkondigen dat ‘in onze democratie het socialisme heeft gezegevierd over het liberalisme. De Broederschap heeft het gewonnen van De Vrijheid.’ Tegelijkertijd bewondert hij Ludwig von Mises, de reactionaire Oostenrijkse econoom en fanatiek ‘pleitbezorger’ van wat Karel Beckman in al zijn simplisme ‘de vrije markt’ noemt. Voor Beckman staat als een paal boven water dat een ieder die de samenleving wil beschermen tegen de ergste uitwassen van het neoliberale kapitalisme, de weg opent naar staatsterreur. Om dit nog eens te onderstrepen citeert hij de tweede Amerikaanse president, John Adams, die constateerde dat: ‘Democracy never lasts long. It soon wastes, exhausts, and murders itself. There is never a democracy that did not commit suicide.’ Maar ook hier weer heeft Beckman dit citaat uit zijn context gehaald. Adams schreef namelijk:
I might have exhibited as many millions of plebeians sacrificed by the pride, folly, and ambition of their fellow-plebeians and their own, in proportion to the extent and duration of their power. Remember, democracy never lasts long. It soon wastes, exhausts, and murders itself. There never was a democracy yet that did not commit suicide. It is in vain to say that democracy is less vain, less proud, less selfish, less ambitious, or less avaricious than aristocracy or monarchy. It is not true, in fact, and nowhere appears in history. Those passions are the same in all men, under all forms of simple government, and when unchecked, produce the same effects of fraud, violence, and cruelty. When clear prospects are opened before vanity, pride, avarice, or ambition, for their easy gratification, it is hard for the most considerate philosophers and the most conscientious moralists to resist the temptation.
Maar deze context verzwijgt de hoofdredacteur van De Andere Krant, waardoor hij opnieuw demagogie bedrijft, want volgens Adams ‘is het zinloos te zeggen dat democratie minder dwaas is, minder hoogmoedig, minder egoïstisch, minder ambitieus of minder hebzuchtig dan de aristocratie of de monarchie.’ Kortom, in werkelijkheid stelt Adams dus dat elke politieke ordening even slecht is als de ‘democratie,’ aangezien al deze ‘driften hetzelfde zijn in ieder mens, onder elke bestuursvorm, en wanneer ze ongehinderd blijven, produceren ze dezelfde gevolgen op het gebied van bedrog, geweld, en wreedheid.’ En ‘wanneer onbelemmerde mogelijkheden bestaan voor ijdelheid, hoogmoed, hebzucht, of ambitie, is het bijzonder moeilijk voor de meest toegewijde filosofen en de meest gewetensvolle moralisten om de verleiding te weerstaan.’ Ziedaar hoe Karel Beckman’s claim dat het ‘liberalisme’ tot meer ‘vrijheid’ leidt, het raam uitvliegt, evenals zijn bewering dat meer ‘democratie’ tot meer ingrijpen leidt van ‘de staat, die,’ volgens hem, ‘nu de totale economie onder haar hoede heeft.’ Van een soortgelijke vertekening is sprake wanneer Beckman en Karsten tegen het einde van hun boek Beyond Democracy. Why democracy does not lead to solidarity, prosperity and liberty but to social conflict, runaway spending and a tyrannical government (2013) het volgende citaat geven: ‘No man's life, liberty, or property are safe while the legislature is in session.’ De auteurs schrijven dit citaat toe aan Mark Twain, maar dit is niet zeker. Anderen zijn van oordeel dat dit een citaat is van de Amerikaanse rechter Gideon J. Tucker. Hoe dan ook, opnieuw zaaien de auteurs verwarring. Mark Twain was namelijk niet tegen de staat, maar tegen Washington’s imperialisme. In The New York Herald van 15 oktober 1900 liet hij weten dat:
I have seen that we do not intend to free, but to subjugate the people of the Philippines. We have gone to conquer, not to redeem… And so I am an anti-imperialist. I am opposed to having the [American] eagle put its talons on any other land.
Naar aanleiding van de Amerikaanse bloedbaden op de Filippijnen die honderdduizenden doden veroorzaakten, vroeg Mark Twain in zijn ‘anti-imperialistische’ essays zich spottend af of ‘het zo zou kunnen zijn dat er twee soort beschavingen bestaan — één voor binnenlandse consumptie en één voor de heidense markt?’ In februari 1901, schreef hij in de North American Review de volgende bittere woorden: ‘True, we have crushed a deceived and confiding people; we have turned against the weak and the friendless who trusted us; we have stamped out a just and intelligent and well-ordered republic… but each detail was for the best.’ Toen het gewelddadige Amerikaanse overzees imperialisme was begonnen, liet hij rond de eeuwwisseling weten de zelfbenoemde ‘vrijheidslievende’ libertaire bankmagnaten, zakenlieden en politici te verafschuwen. Enige achtergrondinformatie over de VS rond de eeuwwisseling:
Before he was elected president, William McKinley had said, 'We want a foreign market for our surplus goods.' Senator Albert Beveridge of Indiana spelled it out in 1897. He said:
'American factories are making more than the American people can use; American soil is producing more than they can consume. Fate has written our policy for us; the trade of the world must and shall be ours.'
These politicians and others believed that the United States had to open up other countries to American goods — even if those markets were not eager to buy. If factories and farms could sell their surplus production overseas, American companies would keep earning money, and the economy might avoid the crises that had sparked class war in the 1890s.
War was probably not a thought-out plan among most of the elite ruling classes. Instead, it grew naturally from two sources, capitalism and nationalism. Capitalism demanded more markets. Nationalism, the spirit of strong national pride, made people think that the United States had a right, or even a duty, to expand itself and to shape the affairs of other countries.
Stretching the United States' arm overseas was not a new idea. The war against Mexico had already carried the United States to the Pacific Ocean. Before that, in 1823, President James Monroe had produced the Monroe Doctrine. This statement made it clear that the United States claimed an interest in the politics of the entire Western Hemisphere — North, Central, and South America. It warned the nations of Europe not to meddle with countries in the America's.
The United States, however, didn't feel that it had to stay out of other countries' affairs. Between 1798 and 1895, the United States sent troops to other countries, or took an active role in their affairs, 103 times. In the 1850s, for example, the U.S. Navy used warships to force Japan to open its ports to American shipping.
At the end of the nineteenth century, many military men, politicians, and business men supported the idea of still more foreign involvement. A writer for the Washington Post said:
'A new consciousness seems to have come upon us — the consciousness of strength — and with it a new appetite, the yearning to show our strength… The taste of Empire is in the mouth of the people,’
aldus de Amerikaanse historicus Howard Zinn in zijn baanbrekende boek A Young People's History of the United States (2007). Op zijn beurt schreef de Amerikaanse socioloog en historicus James W. Loewen in zijn 'National Bestseller’ Lies My Teacher Told Me. Everything Your American History Book Got Wrong (1995) het volgende:
With hindsight we know that Wilson's (president Woodrow Wilson die beweerde de wereld ‘veilig te maken voor democratie.’ svh) interventions in Cuba, the Dominican Republic, Haiti, and Nicaragua set the stage for the dictators Batista, Trujillo, the Duvaliers, and Somozas, whose legacies still reverberate.
Wilson zond bovendien troepen naar Mexico om de investeringen van de Amerikaanse elite veilig te stellen. Piero Gleijesus, hoogleraar aan de prestigieuze Johns Hopkins University en deskundige op het gebied van Amerikaanse interventies in Latijns Amerika, benadrukte:
It is not that Wilson failed in his earnest efforts to bring democracy to these little countries. He never tried. He intervened to impose hegemony, not democracy.
Loewen:
The United States also attacked Haiti's proud tradition of individual ownership of small tracts of land, which dated back to the Haitian Revolution, in favor of the establishment of large plantations. American troops forced peasants in shackles to work on road construction crews. In 1919 Haitian citizens rose up and resisted U.S. occupation troops in a guerrilla war that cost more than 3,000 lives, most of them Haitian [...] George Barnett, a U.S. marine general, complained to his commander in Haiti: ‘practically indiscriminate killing of natives has gone on for some time,'
hetgeen de historicus James Loewen tot de conclusie voerde dat Wilson's politiek in de praktijk gebaseerd was op drie keiharde feiten: 'colonialism, racism, and anticommunism.' Het typerende aan deze drie fenomenen is dat die niet het product zijn van een democratisch bestel, maar juist van het tegenovergestelde, van een ‘oligarchy’ waarin, volgens oud president Jimmy Carter, ‘unlimited political bribery’ heeft gezorgd voor ‘a complete subversion of our political system as a payoff to major contributors.’ De VS is nooit een ware democratie geweest, en ook nooit als zodanig opgezet, het is een ‘oligarchie’ waarbij ‘de macht in handen is van een kleine groep mensen die behoren tot een bevoorrechte klasse of stand,’ in dit geval de schatrijken. En toch hebben Karel Beckman en de neoconservatieve Frank Karsten honderd pagina’s nodig om in Beyond Democracy te beweren dat ‘democratie niet leidt tot solidariteit, voorspoed, en vrijheid maar tot maatschappelijk conflict, uit de hand lopende uitgaven en een tiranniek bestuur.’
Gisteravond vroeg vernam ik dat Beckman de redactievergaderingen van De Andere Krant afgeschaft had, omdat, zijns inziens, redactieleden teveel van zijn tijd in beslag namen om hun voorstellen toe te lichten. Wat zou de krant werkelijk hebben bezield om juist deze man als hoofdredacteur aan te nemen? Meer daarover de volgende keer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten