woensdag 14 april 2021

Geert Mak's Populistische Geschiedschrijving


Geert Mak:

Het kamp had van hem, zelf vroeger ook een brave gereformeerde, redelijk dogmatische, koloniale dominee, een ander mens gemaakt. En dat gold, en geldt, denk ik ook voor veel van zijn kameraden. Het brave, tevreden leventje van Tempo Doeloe was voor hen allemaal voorgoed voorbij…

In Medan had hij volop meegedaan aan het blanke koloniale leven, in het kamp had hij de ongekende kwaliteiten — zeker op overlevingsgebied — van zijn Indische kameraden volop leren kennen en waarderen. Rare koloniale praatjes zou je sindsdien nooit meer in ons gezin horen, en mede op basis daarvan ontstond er na de oorlog al snel, misschien geen steun, maar wel volop begrip voor het Indonesische onafhankelijkheidsstreven. Het kamp, met al zijn prikkeldraad, had zijn geestelijke horizon enorm verruimd…


En het kamp gaf, vreemd genoeg, na de oorlog ook kracht. Ik ben opgegroeid in een gezin dat door vreselijkste dingen was heengegaan, dat hier en daar forse butsen en wonden had opgelopen, maar dat in de jaren daarna tegelijk vervuld was van een enorme energie: we hebben het overleefd, we hebben het gehaald, we hebben de Japanner en de dood getrotseerd, en we laten ons door niemand meer de les lezen. Geen macht, geen politicus en geen dominee pakt ons dat ooit nog af. Vrijheid was bij ons geen slogan en geen goedkoop praatje, en dat gold zeker ook voor de vrijheid van meningsuiting. Het was, soms letterlijk, door mijn ouders, broers en zusjes doorleefd en bevochten.

https://www.geertmak.nl/nl/biografie/essays/181/de-indische-kampen-een-paar-losse-gedachten-van-een-nakomertje.html 


Ook hier schampt mijn oude vriend Geert langs de geschiedenis; ook hier is weer sprake van een leugen wanneer hij schrijft ‘Vrijheid was bij ons geen slogan en geen goedkoop praatje, en dat gold zeker ook voor de vrijheid van meningsuiting.’ In werkelijkheid was Catrinus Mak kort na de oorlog als militair betrokken bij de strijd tegen de Indonesiers, die na vier eeuwen onder het juk van de Blanda’s te hebben geleefd nu eindelijk eens vrij en onafhankelijk wilden zijn. Dat we hier te maken hebben met Geert Mak’s dikdoenerij blijkt uit zijn boek De eeuw van mijn vader (1999), waarin hij stelt dat:


Veel later, toen hij zijn herinneringen opschreef, sprak mijn vader van een ‘schuldige tijdgebondenheid.’ Achteraf schaamde hij zich diep over deze periode. Ik maakte me, schreef hij, enkel druk over de handhaving van het sabbatsgebod. De andere negen geboden – ‘Gij zult niet stelen. Gij zult niet begeren. Gij zult uw naaste liefhebben als uzelve’ – leken niet te bestaan ten aanzien van de Indiërs  ‘Hebben wij — de kerkenraad en onze gemeenteleden — ons solidair verklaard met hen, die vochten voor vrijmaking van onze koloniale overheersing? Ik moet eerlijk bekennen: nee, geen sprake van.’ Bij excessen ergerde men zich, zeker, ‘maar voor de rest hadden we met de maatschappelijke structuur geen moeite.’ ‘Was er bij ons enige pijnlijke gedachte of ongerustheid, dat wij ondanks de zegeningen van ons bewind, in feite hun overheersers waren en vaak hun uitbuiters? In het minst niet!’ Vlak na de oorlog vonden bijna alle Nederlanders het nog vanzelfsprekend dat de oude posities zonder slag of stoot weer zouden worden ingenomen. ‘Zelf was ik ook zo naïef.’ Pas daarna zou hij wakker worden.


Met andere woorden: Mak junior’s bewering dat ‘Het kamp, met al zijn prikkeldraad,’ de ‘geestelijke horizon’ van zijn vader ‘enorm [had] verruimd,’ wordt weersproken door Mak senior’s eigen woorden: 


Was er bij ons enige pijnlijke gedachte of ongerustheid, dat wij ondanks de zegeningen van ons bewind, in feite hun overheersers waren en vaak hun uitbuiters? In het minst niet! […] Zelf was ik ook zo naïef.’


Geert Mak’s leugenachtigheid is typisch Hollands. Niet voor niets schreef de grote historicus Johan Huizinga een eeuw geleden dat ‘hypocrisie en farizeïsme hier individu en gemeenschap [belagen]!’ Volgens Huizinga viel het ‘niet te ontkennen, dat de Nederlander, alweer in zekere burgerlijke gemoedelijkheid, een lichte graad van knoeierij of bevoorrechting van vriendjes zonder protest verdraagt.’ Dit verklaart tevens waarom Geert Mak in Nederland gezien wordt als een betrouwbare chroniqueur, terwijl hij dit geenszins is. Zijn populariteit heeft hij vooral te danken aan het feit dat hij juist langs de geschiedenis schampt en zelden man en paard noemt, maar al te graag de kleinburgerlijke lulligheid van de Hollander vergoelijkt of verzwijgt, dan wel vertekent weergeeft. In plaats van dat het ‘kamp, met al zijn prikkeldraad, zijn geestelijke horizon enorm [had] verruimd,’ wilden destijds zijn vader en de overgrote meerderheid van de Nederlanders de oude, koloniale verhoudingen onmiddellijk weer terug. Eén van de zeer weinige landgenoten die daadwerkelijk begreep wat 'vrijheid' betekende, was de socialist Johan Cornelis (bijnaam: Poncke) Princen, die als ‘dienstplichtige in 1948 deserteerde’ omdat hij walgde van zowel de Nederlandse oorlogsmisdaden als de eeuwige koloniale repressie, en daarom dienst nam ‘bij de Indonesische republikeinse troepen.’ In plaats van dat na vijf jaar bezetting de Nederlanders de koloniale oorlog fel afwezen, werd juist Poncke Princen vele decennialang collectief als een landverrader beschouwd, omdat hij de Indonesische vrijheidsstrijd had gesteund, en niet als bijvoorbeeld dominee Catrinus Mak gedisciplineerd de Haagse bevelen was blijven opvolgen, zonder last van zijn geweten te krijgen.   

https://nl.wikipedia.org/wiki/Poncke_Princen 


Wanneer de lezer iets wil leren van de wijze waarop vandaag de dag wordt gedacht over het kolonialisme dan moet men Mak’s verzinsels voorgoed terzijde schuiven en niet langer de lectuur negeren van niet-westerse intellectuelen. Eén van hen is de Indiase auteur Pankaj Mishra, die in zijn boek Age of Anger. The History of the Planet (2017) ondermeer het volgende uiteenzet:


In the late nineteenth century, European and Japanese ruling classes began to respond to the damage and disruptions of the world market by exhorting unity in the face of internal and external threats, creating new fables of ethnic and religious solidarity, and deploying militaristic nationalism in what they claimed was a struggle for existence. In the first half of the twentieth century it wasn’t just Nazi’s and Fascists who embraced, while frenziedly modernizing, the theories of Social Darwinism. Support for them extended across Europe and America, and among the educated and aspiring classes of Turkey, India and China. 


By the 1940s, competitive nationalisms in Europe stood implicated in the most barbaric wars and crimes against religious and ethnic minorities witnessed in human history, it was only after the Second World War that European countries were forced, largely by American economic and military power, to imagine less antagonistic political and economic relations, which eventually resulted in decolonization and the European Union.


Yet only on the rarest of occasions in recent decades has it been acknowledged that the history of modernization is largely one of carnage and bedlam rather than peaceful convergence, and that the politics of violence, hysteria and despair was by no means unique to Nazi Germany, Fascist Italy or Communist Russia. Europe’s exceptional post-1945 experience of sustained economic growth with social democracy helped obscure deeper disruptions and longer traumas. The sanitized histories celebrating how the Enlightenment or Great Britain or the West made the modern world put the two world wars in a separate, quarantined box, and isolated Stalinism, Fascism and Nazism within the mainstream of European history as monstrous aberrations.


‘Totalitarianism' with its tens of millions of victims was identified as a malevolent reaction to a benevolent Enlightenment tradition of rationalism, humanism, universalism and liberal democracy — a tradition seen as an unproblematic norm. It was clearly too disconcerting to acknowledge that totalitarian politics crystallized the ideological currents (scientific racism, jingoistic nationalism, imperialism, technicism, aestheticized politics, utopianism, social engineering and the violent struggle for existence) flowing through all of Europe in the late nineteenth century. 


This bizarre indifference to a multifaceted past, the Cold War fixation with totalitarianism, and more West-versus-the-Rest thinking since 9/11 explains why our age of anger has provoked some absurdly extreme fear and bewilderment, summed up by the anonymous contributor to The New York Review of Books, who is convinced that the West cannot 'ever develop sufficient knowledge, rigor, imagination, and humility to grasp the phenomenon of ISIS.' 


The malfunctioning of democratic institutions, economic crises, and the goading (opstoken. svh) of aggrieved and fearful citizens into racist politics in Western Europe and America have now revealed how precarious and rare their post-1945 equilibrium was. It has also become clearer how the schemes of human expansion and fulfillment offered by the left, right, or ‘centrist' liberals and technocrats rarely considered such constraining factors as finite geographical space, degradable natural resources and fragile ecosystems. Until recently, policymakers did not take seriously, or even consider, such constraints, let alone foresee such an outcome of industrial growth and intensified consumerism as global warming. 


Not surprisingly, the modern religions of secular salvation have undermined their own main assumption: that the future would be materially superior to the present. Nothing less than this sense of expectation, central to modern political and economic thinking, has gone missing today, especially among those who have themselves never had it so good. History suddenly seems dizzyingly open-ended, just as Henry James (Amerikaanse auteur. 1843-1916. svh) experienced it when war broke out in 1914 and he confronted the possibility that the much-vaunted progress of the nineteenth century was a malign illusion — 'the tide that bore us along was all the while moving to this as its grand Niagara,’  


zoals anno 2021 de ‘kwaadaardige’ neoliberale ‘illusie,’ waarin de postmoderne mens gevangen zit, hem naar een nieuwe en finale wereldoorlog voert, want van de geschiedenis hebben de de naoorlogse generaties uiteindelijk niets concreets geleerd. Met de mond wordt van alles beleden, van mensenrechten en democratie tot normen en waarden, maar in de praktijk blijft daar doorgaans niets van over. Henry James, die als Amerikaanse romanschrijver naar Europa was uitgeweken en later zelfs de Britse nationaliteit aanvroeg en kreeg, schreef in de begindagen van de Eerste Wereldoorlog verbijsterd over ‘the plunge of civilization into this abyss of blood and darkness,’ en dat hij zich ‘unbearably overdarkened’ voelde ‘by this crash of our civilization.’ In een brief aan de schrijfster Rhoda Broughton verwoordde hij het gevoel onder geschoolden:


Black and hideous to me is the tragedy that gathers, and I’m sick beyond cure to have lived on to see it. You and I, the ornaments of our generation, should have been spared this wreck of our belief that through the long years we had seen civilization grow and the worst become impossible. The tide that bore us along was then all the while moving to this grand Niagara — yet what a blessing we didn’t know it. It seems to me to undo everything, everything that was ours, in the most horrible retroactive way,

zoals het nu een wrange ‘blessing’ is voor de Geert Mak en de Makkianen in de politiek en de mainstream-media om niet bewust te zijn van het feit dat zij de geest van hun publiek rijp maken voor ‘the tragedy that gathers,’ wanneer ze keer op keer Rusland demoniseren, en het ‘in alle opzichten superieure Amerika’ steunen, de nucleaire grootmacht waarvan, aldus Geert Mak, de 'soft power' nog ‘altijd sterk aanwezig' is, waarbij hij het begrip als volgt toelicht:


Soft power is, in de kern, de overtuigingskracht van een staat, de kracht om het debat naar zich toe te trekken, om de agenda van de wereldpolitiek te bepalen,


zonder erbij te vermelden dat de 'soft power' van de VS begeleid wordt door de ‘big stick ideology,’ die ruim een eeuw geleden door president Theodore Roosevelt als volgt werd geformuleerd:‘speak softly and carry a big stick.’ Dit verklaart waarom de VS het zwaarst bewapende land in de geschiedenis van de mensheid is, 93 procent van zijn bestaan in oorlog is geweest, en anno 2021 te kennen geeft bereid te zijn ‘to go to war against Russia over Ukraine.’ Onder deze kop vatte de Amerikaanse onderzoeksjournalist Rick Rozoff de huidige stand van zaken als volgt samen:


Recent press releases from the White House, the Defense Department and the North Atlantic Treaty Organization uniformly communicate the message that the U.S. and NATO are willing, and perhaps are preparing, to enter into armed conflict with Russia over their joint client regime in Ukraine.


On April 1 U.S. Defense Secretary Lloyd Austin held a phone conversation with his Ukrainian counterpart, Defense Minister Andrii Taran, in which he ‘reaffirmed unwavering U.S. support for Ukraine’s sovereignty, territorial integrity, and Euro-Atlantic aspirations.’ The last expression means joining NATO, first, and the European Union, second (as has occurred with all thirteen NATO members inducted since 1999 that also joined the EU.) In the words of the Pentagon’s readout of the conversation, Austin also ‘condemned recent escalations of Russian aggressive and provocative actions in eastern Ukraine…’ The defense chief also ‘reiterated the U.S. commitment to building the capacity of Ukraine’s forces to defend more effectively against Russian aggression.’


Austin recalled that the U.S. has provided Ukraine with over $2 billion in military and security assistance since the American-engineered violent uprising in the nation seven years ago that resulted in the ouster of the legally-elected and internationally-recognized government of Viktor Yanukovych and war in the Donbas region. Austin also confirmed a recent $125 million package from the Pentagon to ‘enhance the lethality, command and control, and situational awareness of Ukraine’s Armed Forces.’


When the head of the mightiest military organization in the world, one which outspends Russia on defense more than ten times, speaks of a key political and military client regime — and one in a nation moreover that has enriched the family of the current U.S. president — as the victim of military aggression, the inevitable corollaries of his pronouncement are not hard to divine.


The following day President Joe Biden (or so it was reported) spoke with Ukrainian President Volodymyr Zelenskyy and ‘affirmed the United States’ unwavering support for Ukraine’s sovereignty and territorial integrity in the face of Russia’s ongoing aggression in the Donbas and Crimea.’ Biden reportedly spoke of intensifying the strategic partnership between the two states and spoke of reforms — to repeat, Biden spoke of reforms in Ukraine — that are ‘central to Ukraine’s Euro-Atlantic aspirations.’ That is, to becoming a full member of NATO.


The same day Ukrainian Foreign Minister Dmytro Kuleba called for an ‘urgent American involvement in the de-occupation of (Donbas) and Crimea’ in a newspaper interview.


On April 1 NATO itself joined the chorus of Western denunciations of Russia, with an alliance official stating, ‘Russia’s destabilizing actions undermine efforts to de-escalate tensions,’ in the Donbas, adding, ‘Allies shared their concerns about Russia’s recent large scale military activities in and around Ukraine.’ The ‘in Ukraine’ reference was no doubt concerning Crimea, and the ‘around Ukraine’ one relating to Russian troop movements within Russia itself. Given the fact that the Ukrainian government has been waging war for seven years in Donetsk and Lugansk, which border Russia, and that Russian citizens have been killed and wounded by Ukrainian shelling across the border into Russia, would seem to justify Russian troop movements given the recent escalation of hostilities in the region.


U.S. European Command (EUCOM) has raised its alert status to the highest level. EUCOM is one of six geographical unified (Army, Marine Corps, Navy, Air Force, Space Force and Coast Guard) combatant commands the Pentagon employs to divide up the surface of the world. It shares its top commander with NATO.


In a recent Ukrainian television interview the commander-in-chief of the Ukrainian army, Ruslan Khomchak, affirmed that the nation’s armed forces are fully operational for a possible war, able to ‘protect the territorial integrity and independence of our state.’


That’s true of any army, of course, but Khomchak was more specific: ‘To accomplish this task, we must be ready to act both offensively and defensively and to carry out maneuvers. Of course we are preparing for the offensive… We have experience in warfare in eastern Ukraine.’ Seven years of it in fact.


On February 8, President Zelensky approved a plan to admit foreign troops into Ukraine in 2021 to take part in several multinational military exercises led by the U.S. and other NATO nations, including the U.S.-led exercises Rapid Trident 2021 and Sea Breeze 2021, the British-Ukrainian Cossack Mace 2021 and Warrior Watcher 2021 exercises, the Romanian-Ukrainian Riverine 2021 exercise, and the Polish-Ukrainian Three Swords 2021 and Silver Sabre 2021 war games.


He also recently approved Ukraine’s new military strategy, which not surprisingly emphasizes the subjugation of Donetsk and Lugansk and even Crimea. All-out assaults against the first two would probably provoke a war with Russia; an attack on the third would make it inevitable.


NATO is mentioned 19 times in the document, which speaks of an impending war with Donetsk and Lugansk, and by inference with Russia, in which Ukraine would be provided ‘the help of the international community on terms favorable to Ukraine.’


More pointedly it mentions depending on ‘the political, economic and military support of Ukraine by the international community in its geopolitical confrontation with the Russian Federation.’ The new military strategy also speaks of Ukraine becoming involved in a war between NATO and Russia in which Ukraine ‘will be drawn into an international armed conflict, especially between nuclear-armed states.’


The Euro-Atlantic integration of Ukraine advocated by Biden and Austin would make Ukraine’s participation in a war between the world’s two major nuclear powers inevitable. It might also make Ukraine the main battleground in such a war.

https://antibellum679354512.wordpress.com/2021/04/02/biden-pentagon-nato-signal-readiness-to-go-to-war-against-russia-over-ukraine/? utm_source=FFF+Daily&utm_campaign=d49ee2be4d-FFF+Daily+04-06-2021&utm_medium=email&utm_term=0_1139d80dff-d49ee2be4d-318076493  


Ondertussen blijft ‘hypocrisie en farizeïsme hier individu en gemeenschap [belagen],’ zoals Huizinga na de Eerste Wereldoorlog schreef. Daarom is het geenszins verbazingwekkend dat Geert Mak die volgens eigen zeggen in ‘een milde, liefdevolle God’ gelooft, en dat je Gods 'genade overbrengt op je medemensen,' aangezien 'je deel uitmaakt van een gemeenschap die de hele wereld omvat,’ tegelijkertijd met evenveel stelligheid kan beweren dat:


Russia is on the move again. After the collapse of the Soviet Empire it wants to start history once more, and how! Old myths about Russian greatness and the Russian soul are being dusted off. Borders are being redrawn, spheres of influence determined by force — it's as if we're back in the nineteenth century, complete with rigid and short-sighted tsarism. Russians have a sense that the Western world, including Western values and Western ways of thinking, are no longer paramount,


om vervolgens de angst voor het Grote Kwaad in de wereld, Rusland, flink aan te wakkeren door een serie onwaarheden te verspreiden, zoals:


In this new situation, Europe is vulnerable, at least in the short term. Defence has been neglected since the end of the Cold War; NATO has expanded its territory without strengthening its own armed forces; most European countries have implemented severe cutbacks and a common European defense policy remains a distant prospect. After decades of peace, America’s traditional allies represent a serious security problem,


terwijl, zo loog hij, ‘over recent years America’s military capacity has been reduced to a historically low level.’  In werkelijkheid steeg het Amerikaanse militaire budget van 330 miljard dollar in 2001 tot 705 miljard dollar in 2021, meer dan een verdubbeling dus in twintig jaar tijd, en ‘the Biden administration is proposing $753 billion in defense spending for 2022,’ waarbij vermeld moet worden dat de:


Estimated U.S. military spending is $934 billion. It covers the period October 1, 2020, through September 30, 2021...


This figure is more than the $705 billion outlined by the Department of Defense alone. The United States has many departments that support its defense. All these departments must be included to get an accurate picture of how much America spends on its military operations,


waardoor 'Military spending has been increasing both the current U.S. debt and budget deficits.’

https://www.thebalance.com/u-s-military-budget-components-challenges-growth-3306320 


Alleen een gehersenspoelde zal volhouden dat Geert Mak de ‘genade’ van zijn Hemel-God ‘overbrengt op’ zijn ‘medemensen,’ en dat hij werkelijk gelooft ‘deel’ uit te maken ‘van een gemeenschap die de hele wereld omvat.’ Daarvoor spelen bij hem teveel ressentimenten een rol van betekenis. Net als zijn vader, dominee Catrinus Mak Gods ‘uitverkoren volk,’ in het interbellum verraadde, zo verraadt zijn zoon Geert op dit moment zijn God en zijn publiek. Het is alsof bij hem en zijn vader het verraad biologisch overgedragen is. De één werd dominee, de ander het orakel van Jorwerd. Het opmerkelijke is dat beiden ook nog een andere karaktertrek gemeen hebben, namelijk dat zij de overtuiging bezaten over een belangrijke boodschap te beschikken voor de hele gemeenschap, die desnoods met geweld moet worden verspreid. Het zijn juist deze mensen die het gevaarlijkst zijn, zoals de geschiedenis telkens weer demonstreert. 



Amsterdam: De cijfers? Binnen de eerste 24 uur na de ontploffing zullen er volgens een schatting van Nukemap 150.000 doden en 214.000 gewonden vallen.




Geen opmerkingen: