maandag 4 januari 2021

Ian Buruma en The Deep State

Rome lived upon its principal till ruin stared it in the face. Industry is the only true source of wealth, and there was no industry in Rome. By day the Ostia road was crowded with carts and muleteers, carrying to the great city the silks and spices of the East, the marble of Asia Minor, the timber of the Atlas, the grain of Africa and Egypt; and the carts brought out nothing but loads of dung. That was their return cargo.

— The Martyrdom of Man by Winwood Reade (1871)



Zaterdag 2 januari 2020 berichtte de NRC:


Professor van de paranoia


Karel van Wolferen. Hij was een vermaard journalist en hoogleraar, maar inmiddels is Karel van Wolferen een inspiratiebron voor complotdenkers. Oud-collega’s herinneren zich zijn altijd al ‘tegendraadse blik.’

https://www.nrc.nl/nieuws/2021/01/02/professor-van-de-paranoia-a4025928 


Het avondblad tracht ‘een vermaard journalist en hoogleraar’ met een ‘tegendraadse blik,’ af te schilderen als een ‘professor van de paranoia,’ omdat hij een andere zienswijze erop nahoudt en kennelijk als concurrent wordt beschouwd bij het bepalen van de journalistieke 'waarheid.' Voor de huidige generatie conformistische journalisten geldt dat een dissidente opvatting, gebaseerd op doorgaans verzwegen feiten, gelijk staat aan ‘paranoia,’ dus ‘achtervolgingswaan’ of ‘overmatige achterdocht.’ Wat dit in de praktijk betekent weten alleen zielkundigen, én kennelijk de voltallige NRC-redactie. Journalisten van deze Vlaamse uitgeverij, eigenaar van onder andere De Telegraaf en NRC, keren zich al geruime tijd tegen wat zij betitelen als ‘samenzweringstheorieën.’ Lachwekkend genoeg, doen zij dit door, vaak zonder enig concreet bewijs, uit te gaan van hun eigen ‘samenzweringstheorieën,’ zoals dat ‘Poetin’ vanuit Moskou kritische sociale media in het Westen manipuleert. NRC’s handelwijze is ondermeer verklaarbaar vanuit de overlevingsdrang van een krant die, volgens eigen zeggen, ‘in 2019 minder winst [boekte] door reorganisaties en de overname van de Irish Independent,’ waardoor de ‘netto-schuld in 2019 met bijna 40 miljoen euro [is] toegenomen naar 201,2 miljoen euro,’ met als gevolg dat het Vlaamse ‘Mediahuis’ nog meer geld moet vrijmaken om alleen al de rente over zijn schuld te kunnen betalen. Dat is geen geringe opgave aangezien het aanbod van advertenties de afgelopen jaren fors is gedaald, waardoor ook het commerciële bedrijf de NRC vandaag de dag nog geen éénderde (28 procent) van zijn inkomsten uit reclamegeld haalt. En dit terwijl volgens de krant zelf ‘in 2018’ de Nederlandse ‘dagbladen’ in Nederland hun ‘inkomsten uit advertenties nog voor 76 procent uit hun papieren edities [haalden].’ Tegelijkertijd berichtte het avondblad dat het ‘aandeel digitale inkomsten’ in hetzelfde jaar toenam ‘van 20 procent in 2017 naar 24 procent in 2018.’ Hoewel ‘de jarenlange groei van de digitale advertentiemarkt door de crisis [corona svh]lijkt te zijn ‘gestopt,’ blijft voor de geschreven pers internet in toenemende mate een belangrijke uitlaatklep om te kunnen overleven, dat wil zeggen: genoeg winst te maken voor de aandeelhouders van de krant. Dit verklaart de aanval die de NRC heeft geopend op de sociale media en alternatieve publicaties als De Andere Krant (gratis en zonder hinderlijke advertenties) en het tweewekelijkse tijdschrift Gezond Verstand, dat in een oplage van 100.000 exemplaren zonder winstoogmerk verschijnt. 


Welnu, de NRC laat aan het begin van het artikel weten dat ‘[v]oormalig hoogleraar, schrijver, fotograaf, correspondent en NRC-coryfee Karel van Wolferen (79) tegenwoordig complotdenker van beroep’ is. Deze denigrerende opmerking is bedoeld om de lezer te overtuigen dat hij hier te maken heeft met een paranoïde ‘complotdenker,’ die door geen zinnig mens serieus genomen moet worden, terwijl, komisch genoeg, de zelfbenoemde kwaliteitskrant zelf de ‘NRC-coryfee’ dermate serieus neemt dat de krant een uitgebreid artikel van meer dan 2100 woorden aan hem wijdt. De stijl, of juist het gebrek eraan, levert beweringen op als deze: ‘Tijdens de coronacrisis is Van Wolferen uitgegroeid tot professor van complotdenkend Nederland.’ 


Volgens het tweetal journalisten die het ‘profiel’ schreven, bestaan er dus vandaag de dag twee Nederlanden: een ‘complotdenkend’ en een niet ‘complotdenkend’ deel. En aldus beschuldigen de ‘complotdenkers’ van de gevestigde orde, ditmaal minus Karel van Wolferen, de ‘complotdenkers’ van de onafhankelijke media, nu aangevuld met Karel van Wolferen, van ‘complotdenken.' Het doel van de hetze is om de winsten van de ‘corporate media’ te maximaliseren in een tijd dat de geloofwaardigheid van de politiek en pers bij het grote publiek almaar afneemt. De schrijvers van het artikel, Andreas Kouwenhoven Wilmer Heck, werpen de retorische vraag op:

Wat is er gebeurd met de ooit internationaal vermaarde journalist? Wie oude vrienden spreekt en zijn publicaties naast elkaar legt, ziet dat Karel van Wolferen altijd een voorliefde had voor complottheorieën — alleen werden die steeds onwaarschijnlijker,


althans in de ogen van Van Wolferen’s voormalige NRC-collega’s.


Toenmalige journalisten op de buitenlandredactie herinneren zich Van Wolferen nog goed. Vooral zijn ‘tegendraadse blik.’ Oud-hoofdredacteur Wout Woltz roemt zijn ‘wantrouwige instelling,’ een ‘goede eigenschap voor een journalist.’ Eigenwijs, alwetend — dat was hij ook. Woltz: ‘Als je met Karel van Wolferen sprak, kreeg je een lawine over je heen. Met een geweldige intensiteit wist hij te vertellen wat juist was. Met de onderliggende instructie: jij begrijpt er niets van — of eigenlijk: niemand begrijpt er iets van.’


Ik heb dezelfde ervaringen opgedaan met Karel van Wolferen als die Wout Woltz hier beschrijft. Karel heeft weinig geduld met mensen die zijn opvattingen niet delen, sterker nog, hij werd woedend toen ik eens zijn mening bestreed dat global warming een hoax zou zijn. Desondanks beschouw ik hem een  buitengewoon interessante collega. Ik verschil dan ook fundamenteel van mening met de op sensatie gerichte Kouwenhoven en Heck, de nieuwe generatie journalisten die juist deze ‘wantrouwige instelling’ ten opzichte van de macht missen. Om dit duidelijk te maken, citeer ik een langer fragment uit het artikel van dit duo:         


Zijn eigenzinnige kijk levert spraakmakende verhalen op. Zo schrijft Van Wolferen als een van de eersten over de keerzijde van de communistische regimes in Vietnam en Cambodja, in een tijd dat links Nederland die nog niet zag. Die kijk laat hij ook los op Japan, wat in 1989 leidt tot het boek The Enigma of Japanese Power. Van Wolferen verklaart daarin het economische succes van Japan én beschrijft wie de eigenlijke macht in het land heeft. Niet de keizer of premier, zoals westerse leiders denken, maar hoge ambtenaren en bedrijfsmanagers die niemand kent.


‘Hij ontwaarde in Japan een deep state,’ zegt toenmalige vriend en NRC-bureauredacteur Henri Beunders. ‘Het idee van machthebbers die zich in het duister hullen, heeft hem daarna niet meer losgelaten.’


Het boek wordt een wereldwijde bestseller. Van Wolferen gaat op tournee door de VS, waar hij wordt vereerd als een grootheid op het gebied van internationale betrekkingen. Japan geldt dan nog als toekomstige wereldmacht, dé grote uitdager van het Westen, en Van Wolferen is een van de weinigen die kan uitleggen hoe het er werkt. Hij wordt uitgenodigd voor de Bilderbergconferentie en is kind aan huis bij de voorman van de Democratische Partij Dick Gephardt (House Majority Leader from 1989 to 1995 and Minority Leader from 1995 to 2003. He ran unsuccessfully for the Democratic nomination for President of the United States in 1988 and 2004. Gephardt was mentioned as a possible vice presidential nominee in 1988, 1992, 2000, 2004, and 2008. svh).


In zijn omgeving geldt Van Wolferen op dat moment als een pro-Amerikaanse neoconservatief. Tegenover vrienden verdedigt hij bijvoorbeeld de Amerikaanse bemoeienis in Latijns-Amerika of de Golf. Henri Beunders zit tijdens de Golfoorlog in 1991 met hem in de auto. Op de radio wordt afgekondigd dat president Bush senior na het bevrijden van Koeweit niet doorstoot naar Bagdad. ‘Karel ontplofte van woede,’ vertelt Beunders. ‘Met zijn hand sloeg hij zo hard op mijn dashboard dat er een barst in kwam. “Wat een klootzak! Heeft-ie de mogelijkheid om de boel daar over te nemen, doet die slappe zak het niet!”’

https://www.nrc.nl/nieuws/2021/01/02/professor-van-de-paranoia-a4025928 



Juist dit laatste maakt Karel van Wolferen zo’n interessante journalist, een feit dat Kouwenhoven en Heck door hun manicheische, en typisch kleinburgerlijke Hollandse mentaliteit niet doorhebben. Het ontbreekt hen aan levenservaring, en het besef van hoe complex de werkelijkheid is. Ik beschouw Van Wolferen zo’n boeiende persoonlijkheid om dezelfde reden dat het NRC tweetal hem afwijst. In feite is Karel van Wolferen niet wezenlijk veranderd, in tegenstelling tot zijn oude NRC-vrienden en collega’s. Dit blijkt ondermeer uit hun constatering dat hij ‘altijd’ al ‘een voorliefde had voor complottheorieën,’ dus ook toen hij voor de NRC schreef. Maar toen betroffen die complottheorieën,’ nog het vermeende 'gevaar' van de Sovjet Unie, en het dreigende 'gevaar' van de Russische samenzweringen om het Westen ten val te brengen, kortom dezelfde ‘complottheorieën’ die de huidige NRC-redactie weer verspreidt. Nu de Koude Oorlog is hervat, is er geen belangstelling meer voor een vreedzame coëxistentie tussen twee nucleaire grootmachten. Waarom bestond na de Cuba Crisis bij de NRC langzaamaan wel begrip voor het vreedzaam naast elkaar bestaan van grootmachten en nu niet? Om dit te begrijpen dient de lezer te weten dat:


NRC Handelsblad bestaat sinds 1970, als resultaat van een fusie tussen twee oude kranten: het in Amsterdam gevestigde Algemeen Handelsblad (opgericht in 1828) en de Nieuwe Rotterdams(ch)e Courant (1844). Dat waren twee liberale kranten waarmee het in de jaren voor de fusie financieel slecht ging.

https://www.nrc.nl/de-geschiedenis-van-nrc/     


Hoewel de NRC suggereert van origine ‘liberaal’ te zijn, is dit slechts half waar. Zo is bekend dat de ‘de berichtgeving’ in de NRC ‘behoudender’ was ‘dan die van het Algemeen Handelsblad,’ dat de NRC tijdens de oorlog met de nazi-bezetter heulde, en vanwege ‘deze collaboratie’ na ‘de oorlog aanvankelijk niet onder de eigen naam [mocht] uitkomen.’ Maar dankzij de hervormingsgezinde jaren zestig en zeventig, én de liberale inbreng van het Amsterdamse Handelsblad kregen vrijzinnige journalisten toen de kans hun stempel te drukken op de berichtgeving van de NRC. In deze sfeer opereerden Karel van Wolferen en zijn hierboven genoemde NRC-collega’s. Het liberalisme stond in die jaren nog voor een ‘politiek-maatschappelijke stroming’ die was ontstaan ‘in de Verlichting van de 18e eeuw,’ en ‘waarin vrijheid centraal’ stond. Het was de ideologie van ‘de burger’ die ‘wilde emanciperen ten koste van het ancien régime,’ en die bovendien de staatsmacht wilde terug dringen. In het Nederland van de jaren zestig en zeventig betekende dit concreet het forceren van een breuk met de politiek van de generatie regenten die na de Tweede Wereldoorlog onmiddellijk het herstel mogelijk maakte van de benauwende vooroorlogse machtsverhoudingen, en waartegen de liberalen van D’66 en de NRC Handelsblad zich keerden, tezamen met de socialisten bij andere kranten. In deze vrijzinnige liberale sfeer werd weliswaar niet alles geaccepteerd, maar wel bijzonder veel getolereerd. Op één zaak bleef evenwel een taboe rusten, te weten het NRC-beginsel van de, doorgaans, onvoorwaardelijke steun aan het Atlantisch bondgenootschap. Daaraan kon niet getornd worden, en zolang Karel van Wolferen zich blind aan dit beginsel hield, bleef hij bevriend met zijn NRC-collega’s, zoals het zo jammerlijk gebarsten ‘dashboard’ van Henry Beunders’ auto aantoont. Karel’s ‘tegendraadse blik’ werd getolereerd en geaccepteerd zolang hij solidair bleef aan de NAVO en de Bilderberg-groep, kortom aan de macht in Washington en op Wall Street. Precies zoals Beunders opmerkt, ‘ontwaarde' Van Wolferen 'in Japan een deep state,’ en dat 'idee van machthebbers die zich in het duister hullen, heeft hem daarna niet meer losgelaten.’ Wat zijn vroegere NRC-vrienden achteraf ook mogen vinden, het is geenszins vreemd dat de dissident Van Wolferen, eenmaal terug in Nederland, zich begon te verdiepen in de werking van de westerse ‘deep state,’ daarbij gevoed door een schat aan informatie in buitenlandse publicaties die door de polderpers nog steeds wordt genegeerd. Een voorbeeld. De Amerikaanse historicus Mike Lofgren schreef het op eigen ervaringen gebaseerde, uiterst boeiende en rijkelijk gedocumenteerde boek The Deep State. The Fall Of The Constitution And Rise Of A Shadow Government (2016). Lofgren is niet de eerste de beste, maar ‘a former Republican U.S. Congressional aide,’ die ‘retired in May 2011 after 28 years as a Congressional staff member,’ en die in 1994, ‘a professional staff member of the Readiness Subcommittee of the House Armed Services Committee’ werd, en van 1995 tot 2004 ‘budget analyst for national security on the majority staff of the House Budget Committee. From 2005 until his retirement in 2011, Lofgren was the chief analyst for military spending on the Senate Budget Committee.’

http://en.wikipedia.org/wiki/Mike_Lofgren    


Terwijl de commerciële polderpers zich blijft opwinden over ‘uiterst gevaarlijke samenzweringstheoretici,’ omschreef de insider Mike Lofgren in een essay, gepubliceerd februari 2014, het fenomeen ‘Deep State’ in de Verenigde Staten als volgt: 


There is the visible government situated around the Mall in Washington, and then there is another, more shadowy, more indefinable government that is not explained in Civics 101 or observable to tourists at the White House or the Capitol. The former is traditional Washington partisan politics: the tip of the iceberg that a public watching C-SPAN sees daily and which is theoretically controllable via elections. The subsurface part of the iceberg I shall call the Deep State, which operates according to its own compass heading regardless of who is formally in power.


During the last five years, the news media has been flooded with pundits decrying the broken politics of Washington. The conventional wisdom has it that partisan gridlock and dysfunction have become the new normal. That is certainly the case, and I have been among the harshest critics of this development. But it is also imperative to acknowledge the limits of this critique as it applies to the American governmental system. On one level, the critique is self-evident: In the domain that the public can see, Congress is hopelessly deadlocked in the worst manner since the 1850s, the violently rancorous decade preceding the Civil War.

https://billmoyers.com/2014/02/21/anatomy-of-the-deep-state/ 


Desondanks, zo benadrukt Lofgren, bestaat er:


another government concealed behind the one that is visible at either end of Pennsylvania Avenue (waaraan het Witte Huis en het Congres liggen. svh), a hybrid entity of public and private institutions ruling the country according to consistent patterns in season and out, connected to, but only intermittently controlled by, the visible state whose leaders we choose. My analysis of this phenomenon is not an exposé of a secret, conspiratorial cabal; the state within a state is hiding mostly in plain sight, and its operators mainly act in the light of day. Nor can this other government be accurately termed an ‘establishment.’ All complex societies have an establishment, a social network committed to its own enrichment and perpetuation. In terms of its scope, financial resources and sheer global reach, the American hybrid state, the Deep State, is in a class by itself. 


In tegenstelling tot de praatjesmakers van de polderpers in het algemeen en die van de NRC in het bijzonder, kan de insider Mike Lofgren stellen:


As a congressional staff member for 28 years specializing in national security and possessing a top secret security clearance, I was at least on the fringes of the world I am describing, if neither totally in it by virtue of full membership nor of it by psychological disposition. But, like virtually every employed person, I became, to some extent, assimilated into the culture of the institution I worked for, and only by slow degrees, starting before the invasion of Iraq, did I begin fundamentally to question the reasons of state that motivate the people who are, to quote George W. Bush, ‘the deciders.’


De ‘Deep State’ — waarvan het bestaan door de ‘outsiders’ van de Nederlandse pers wordt ontkend, beschrijft Lofgren als volgt: 


The Deep State does not consist of the entire government. It is a hybrid of national security and law enforcement agencies: the Department of Defense, the Department of State, the Department of Homeland Security, the Central Intelligence Agency and the Justice Department. I also include the Department of the Treasury because of its jurisdiction over financial flows, its enforcement of international sanctions and its organic symbiosis with Wall Street. All these agencies are coordinated by the Executive Office of the President via the National Security Council. Certain key areas of the judiciary belong to the Deep State, such as the Foreign Intelligence Surveillance Court, whose actions are mysterious even to most members of Congress. Also included are a handful of vital federal trial courts, such as the Eastern District of Virginia and the Southern District of Manhattan, where sensitive proceedings in national security cases are conducted. The final government component (and possibly last in precedence among the formal branches of government established by the Constitution) is a kind of rump Congress consisting of the congressional leadership and some (but not all) of the members of the defense and intelligence committees. The rest of Congress, normally so fractious and partisan, is mostly only intermittently aware of the Deep State and when required usually submits to a few well-chosen words from the State’s emissaries.


Hoewel Lofgren’s op ervaringen gebaseerde visie van een machtige 'deep state' door de polderpers wordt afgedaan als een ordinaire ‘samenzweringstheorie,’ zet deze insider plausibel uiteen dat: 


Washington is the most important node (knooppunt. svh) of the Deep State that has taken over America, but it is not the only one. Invisible threads of money and ambition connect the town to other nodes. One is Wall Street, which supplies the cash that keeps the political machine quiescent and operating as a diversionary marionette theater. Should the politicians forget their lines and threaten the status quo, Wall Street floods the town with cash and lawyers to help the hired hands remember their own best interests. The executives of the financial giants even have de facto criminal immunity. On March 6, 2013, testifying before the Senate Judiciary Committee, Attorney General Eric Holder stated the following: ‘I am concerned that the size of some of these institutions becomes so large that it does become difficult for us to prosecute them when we are hit with indications that if you do prosecute, if you do bring a criminal charge, it will have a negative impact on the national economy, perhaps even the world economy.’ This, from the chief law enforcement officer of a justice system that has practically abolished the constitutional right to trial for poorer defendants charged with certain crimes. It is not too much to say that Wall Street may be the ultimate owner of the Deep State and its strategies, if for no other reason than that it has the money to reward government operatives with a second career that is lucrative beyond the dreams of avarice — certainly beyond the dreams of a salaried government employee. 


The corridor between Manhattan and Washington is a well trodden highway for the personalities we have all gotten to know in the period since the massive deregulation of Wall Street: Robert Rubin, Lawrence Summers, Henry Paulson, Timothy Geithner and many others. Not all the traffic involves persons connected with the purely financial operations of the government: In 2013, General David Petraeus joined KKR (formerly Kohlberg Kravis Roberts) of 9 West 57th Street, New York, a private equity firm with $62.3 billion in assets. KKR specializes in management buyouts and leveraged finance. General Petraeus’ expertise in these areas is unclear. His ability to peddle influence, however, is a known and valued commodity. Unlike Cincinnatus (Romeins veldheer. svh) the military commanders of the Deep State do not take up the plow once they lay down the sword. Petraeus also obtained a sinecure as a non-resident senior fellow at the Belfer Center for Science and International Affairs at Harvard. The Ivy League is, of course, the preferred bleaching tub and charm school of the American oligarchy.


Dat de NRC de bevindingen en inzichten van Mike Lofgren negeert, is vooral te verklaren uit het feit dat de krant als beginsel de steun van het Atlantisch bondgenootschap heeft. Daarentegen oordeelt Lofgren:


The Deep State is the big story of our time. It is the red thread that runs through the war on terrorism, the financialization and de-industrialization of the American economy, the rise of a plutocratic social structure and political dysfunction. Washington is the headquarters of the Deep State, and its time in the sun as a rival to Rome, Constantinople or London may be term-limited by its overweening (verwaand. svh) sense of self-importance and its habit, as Winwood Reade (Britse negentiende eeuwse historicus. svh) said of Rome, to ‘live upon its principal till ruin stared it in the face.’ ‘Living upon its principal,’ in this case, means that the Deep State has been extracting value from the American people in vampire-like fashion.


We are faced with two disagreeable implications. First, that the Deep State is so heavily entrenched, so well protected by surveillance, firepower, money and its ability to co-opt resistance that it is almost impervious to change. Second, that just as in so many previous empires, the Deep State is populated with those whose instinctive reaction to the failure of their policies is to double down (verdubbelen. svh) on those very policies in the future. Iraq was a failure briefly camouflaged by the wholly propagandistic success of the so-called surge; this legerdemain (gegoochel. svh) allowed for the surge in Afghanistan, which equally came to naught. Undeterred by that failure, the functionaries of the Deep State plunged into Libya; the smoking rubble of the Benghazi consulate, rather than discouraging further misadventure, seemed merely to incite the itch to bomb Syria. Will the Deep State ride on the back of the American people from failure to failure until the country itself, despite its huge reserves of human and material capital, is slowly exhausted? The dusty road of empire is strewn with the bones of former great powers that exhausted themselves in like manner.



En terwijl twee NRC-tekkels de ruimte krijgen om hun simplistische zwart-wit mens- en wereldbeeld te ontvouwen, wordt de volgende waarschuwing van een deskundige als Mike Lofgren door de ‘kwaliteitskrant’ volkomen genegeerd:    


When the contradictions within a ruling ideology are pushed too far, factionalism appears and that ideology begins slowly to crumble. Corporate oligarchs such as the Koch brothers are no longer entirely happy with the faux-populist political front group they helped fund and groom. Silicon Valley, for all the Ayn Rand-like tendencies of its major players, its offshoring strategies and its further exacerbation of income inequality, is now lobbying Congress to restrain the NSA, a core component of the Deep State. Some tech firms are moving to encrypt their data. High tech corporations and governments alike seek dominance over people through collection of personal data, but the corporations are jumping ship now that adverse public reaction to the NSA scandals threatens their profits.


The outcome of all these developments is uncertain. The Deep State, based on the twin pillars of national security imperative and corporate hegemony, has until recently seemed unshakable and the latest events may only be a temporary perturbation in its trajectory. But history has a way of toppling the altars of the mighty. While the two great materialist and determinist ideologies of the twentieth century, Marxism and the Washington Consensus, successively decreed that the dictatorship of the proletariat and the dictatorship of the market were inevitable, the future is actually indeterminate. It may be that deep economic and social currents create the framework of history, but those currents can be channeled, eddied, or even reversed by circumstance, chance and human agency. We have only to reflect upon defunct glacial despotisms such as the USSR or East Germany to realize that nothing is forever.


In zijn essay The ‘Deep State’ — How Much Does It Explain? komt Lofgren tot de slotsom dat:


Throughout history, state systems with outsized pretensions to power have reacted to their environments in two ways. The first strategy, reflecting the ossification of its ruling elites, consists of repeating that nothing is wrong, that the status quo reflects the nation’s unique good fortune in being favored by God and that those calling for change are merely subversive troublemakers. As the French ancien régime, the Romanov dynasty and the Habsburg emperors discovered, the strategy works splendidly for a while, particularly if one has a talent for dismissing unpleasant facts. The final results, however, are likely to be thoroughly disappointing.


The second strategy is one embraced to varying degrees and with differing goals, by figures of such contrasting personalities as Mustafa Kemal Atatürk, Franklin D. Roosevelt, Charles de Gaulle and Deng Xiaoping. They were certainly not revolutionaries by temperament; if anything, their natures were conservative. But they understood that the political cultures in which they lived were fossilized and incapable of adapting to the times. In their drive to reform and modernize the political systems they inherited, their first obstacles to overcome were the outworn myths that encrusted the thinking of the elites of their time.

http://www.truth-out.org/opinion/item/22075-anatomy-of-the-deep-state  


In plaats van dat  Andreas Kouwenhoven Wilmer Heck zich verdiepten in het feit dat ‘een vermaard journalist en hoogleraar,’ auteur van ‘een wereldwijde bestseller,’ die gold ‘als een pro-Amerikaanse neoconservatief,’ op latere leeftijd tot de ontdekking kwam dat ook het Westen geen democratie is, maar — in de woorden van Jimmy Carter — een ‘oligarchie,’ bijeengehouden door ‘unlimited political bribery,’ probeert het tweetal hem te portretteren als een ‘professor van de paranoia.’ Ik beschouw het als onafhankelijke journalist bewonderenswaardig dat iemand van naam die doorging voor een neoconservatieve 'NRC-coryfee' zijn kijk op de wereld fundamenteel kon herzien. Maar door een gebrek aan intellectuele diepgang komt de NRC niet verder dan de vorm, terwijl juist nu, in crisistijd, de inhoud van doorslaggevend belang is geworden. Over NRC's dubieuze motief de volgende keer meer.  





1 opmerking:

Mvk zei

Prima onderbouwing van het complot dat nog niet door kouwenhoven en heck zelf als complotdenken is weggezet, namelijk dat beide gekochte journalisten zijn, gekocht door de aivd en mivd. Vanwaar ander al die gekleurde berichtgeving over mh17 kun je je afvragen ...? http://johnhelmer.net/now-that-john-le-carre-is-dead-its-time-to-remember-eric-ambler/#more-45676