maandag 21 september 2020

Natascha van Weezel's Hypocrisie 4

Onder de kop ‘Israël is een koloniale macht en niemand ligt er wakker van,’ schreef begin juni 2017 de mainstream-journalist Harm Ede Botje in Vrij Nederland:


De uitgezette NRC-correspondent Derk Walters en Ha’aretz-verslaggever Amira Hass spraken afgelopen week in een bomvol Nieuwspoort over pers en persvrijheid in Israël. ‘De leugens, de propaganda, het ging maar door.’


‘Israël is een koloniserende staat.’

‘Israël heeft een apartheidsregime.’

‘Gaza is een gigantisch concentratiekamp.’

‘Op de Westbank zijn Bantustans ontstaan.‘

‘We moeten aanvaarden dat Israël een koloniale staat is, waarbij de oorspronkelijke bevolking wordt verjaagd en een nieuwe groep haar plaats inneemt.’


Bovenstaande uitspraken zijn niet afkomstig van een Arabische Israël-hater of een linkse activist, maar van Amira Hass, sterverslaggever van de Israëlische kwaliteitskrant Ha’aretz. Al twintig jaar woont ze in de Palestijnse stad Ramallah op de Westbank, van waaruit ze verslag doet van de ‘misdaden die dag in dag uit’ worden gepleegd door het Israëlische leger. Deze week was ze te gast in Nederland.


In de Nederlandse media is het Israëlisch-Palestijnse conflict zo goed als van de agenda verdwenen, óók bij Vrij Nederland. Het is steeds meer van hetzelfde, het is een uitzichtloos conflict. Stichting Een Ander Joods Geluid wil het onderwerp op de agenda houden en organiseerde aflopen week het Enough = Enough-festival. Ze vroegen mij een avond te leiden waarin Amira Hass (welbespraakt, vol met verhalen, fel) en de NRC-correspondent Derk Walters (bedachtzaam, bescheiden) in een bomvol Nieuwspoort met elkaar in gesprek gingen.


Dat Walters er was, is bijzonder. Hij is de eerste Nederlandse journalist ooit die door de Israëlische autoriteiten de deur werd gewezen: hij moest uiterlijk 1 juli 2017 het land verlaten. Walters werd gevraagd bij Pauw en andere talkshows maar hield alles af. Nu kijkt hij voor het eerst publiekelijk terug op de turbulente gebeurtenissen. 

https://www.vn.nl/walters-hass-pers-israel/ 




Wanneer Harm Ede Botje stelt dat vandaag de dag 'niemand er wakker van’ ligt dat ‘Israel een koloniale macht’ is, dan heeft hij gedeeltelijk gelijk. Hij heeft gelijk dat niemand in kringen van de mainstream-pers zich met dit onrecht nog serieus bezighoudt. De ‘corporate press’ focust zich nu eenmaal op de waan van de dag, en niet op zaken die een bredere context behoeven. Dat achten mijn collega’s te moeilijk voor hun publiek. Bovendien is daar geen geld en geen tijd voor, en misschien wel het allerbelangrijkst: de carrière journalist is veel te bang om voor antisemiet te worden uitgemaakt door de joodse en christelijke pro-Israel lobby. Alles moet in hap-klare, snel te verteren brokken geserveerd worden, waarbij vooropstaat dat goed en kwaad duidelijk gescheiden zijn. Dit gebrek is geenszins vreemd, aangezien Vrij Nederland er in het verleden nooit wakker heeft gelegen van het lot van Palestijnse burgers. Daarop zagen twee voormalige VN-journalisten, Max van Weezel en Leonard Ornstein, op toe. Beide verbeten joodse zionisten voorkwamen jarenlang dat er in Vrij Nederland structureel kritisch werd bericht over hun ‘beloofde land,’ zoals dit in joods-christelijke mythologie heet. 


Hoe fanatiek Ornstein zich opstelt zodra het Israel aangaat, bleek weer eens in 2007 toen hij, volgens de uitnodiging tenminste, ‘samen met het publiek in gesprek’ zou ‘gaan met Mearsheimer en Walt,’ twee prominente Amerikaanse hoogleraren van wie het opzienbarende boek The Israel Lobby and U.S. Foreign Policy was verschenen, ‘waarin zij een kritische analyse geven van de invloed van de Israëllobby in de Verenigde Staten.’ In dituitgebreid gedocumenteerde werk beschrijven de twee vooraanstaande Amerikaanse intellectuelen hoe ‘deze lobby’ opereert ‘als een belangengroepering van joden en niet-joden die in de VS opkomt voor de Israëlische zaak en probeert de Amerikaanse buitenlandse politiek te beïnvloeden ten gunste van Israël.’ Om hun ook in het Nederlands verschenen boek, waren Mearsheimer en Walt enkele dagen in Amsterdam, waar tijdens een speciaal georganiseerde bijeenkomst ‘Leonard Ornstein samen met het publiek in gesprek’ zouden gaan met de auteurs van dit baanbrekende boek. De keuze van de uitgever van de Nederlandse uitgave voor Ornstein als vragensteller was verstandig omdat daarmee de Nederlandse pro-Israel lobby de wind uit de zeilen werd genomen, en het publiek getuige kon zijn van hoe deze zionistische propagandist zich zou vergalopperen, waardoor het werk van Mearsheimer en Walt alleen maar aan geloofwaardigheid zou winnen.    


Even ter verduidelijking: om Leonard Ornstein’s houding te belichten met betrekking tot ‘het respect voor de mensenrechten en democratische beginselen.’ Maart 2013 verscheen het rapport ‘Tussen Woord en Daad. Perspectieven op Duurzame Vrede in het Midden Oosten’ van de Adviescommissie Internationale Vraagstukken (AIV), het  ‘adviescollege voor regering en parlement op het gebied van buitenlands beleid.’ De AIV stelde dat ook de Nederlandse overheid zich aan het internationaal recht dient te houden wat betreft het beleid ten aanzien van Israel, een bevriende natie die voortdurend het internationaal recht schendt. De AIV, destijds onder voorzitterschap van oud VVD-minister, mr. F. Korthals Altes, betoogde het volgende:


Referentiepunt voor de AIV in dit verband is de Advisory Opinion van het Internationaal Gerechtshof (IGH) uit 2004. Weliswaar is de aanleiding van het advies in eerste aanleg de vraag naar de rechtmatigheid van de bouw door Israël van de scheidingsmuur (voor een groot deel op Palestijns gebied), maar het oordeel van het IGH strekt zich uit tot nagenoeg de gehele juridische stand van zaken met betrekking tot het conflict. Het Hof betrekt onder andere ook de Israëlische nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever in zijn oordeelsvorming. Het komt tot de conclusie dat Israël zich met zijn bezettingspolitiek schuldig maakt aan schendingen van het internationale recht. Deze betreffen onder meer het recht op zelfbeschikking van het Palestijnse volk, de bewegingsvrijheid van alle inwoners in de bezette gebieden, het recht op werk, gezondheidszorg en onderwijs. Verder leveren, naar de mening van het IGH, de muur en de nederzettingen schendingen op van de Vierde Geneefse Conventie (inzake de bescherming van burgers in oorlogstijd) en van desbetreffende resoluties van de Veiligheidsraad, omdat zij bijdragen aan het veranderen van de demografische samenstelling van de bezette gebieden. Er kan geen twijfel bestaan over de toepasselijkheid van de bewuste Conventie op deze gebieden. Aangezien de AIV – zoals hieronder wordt aangegeven – een actieve opstelling van de EU in het conflict van wezenlijke betekenis vindt, wijst hij ook op het belang van de bepaling in de Associatieovereenkomsten (artikel 2), met zowel Israël als de Palestijnen, waarin wordt gesproken over ‘het respect voor de mensenrechten en democratische beginselen.’


Van linksaf: Mearsheimer, Walt en Ornstein

Tijdens de presentatie van het rapport had tot verbazing van de aanwezigen Leonard Ornstein op hoge toon als journalist laten weten dat volgens hem de onafhankelijke AIV ver buiten zijn boekje was gegaan door af te wijken van de tot dan toe gevolgde politieke koers. en Ornstein liet voorts voorzitter Korthals Altes weten dat hij als VVD-er in strijd met de politiek van zijn partij handelde door ervoor te pleiten dat ook Nederland zich aan het internationaal recht zou houden. Nadat Ornstein rustig van repliek was gediend, beende hij woedend weg. Het probleem met deze lobbyisten in de rol van journalist is dat ze lange tijd de discussie in Nederland ten aanzien van Israel hebben gedomineerd, dat wil zeggen: onmogelijk hebben gemaakt. Met allerlei anekdotiek en het verzwijgen van oorzaak en gevolg, het weglaten van de context van de Israelische onderdrukking, hebben zij meegewerkt aan de opbouw van een stupide ‘mediacratie,’ waarbij dissidente informatie onmogelijk werd gemaakt. Nadat ik eens in de Volkskrant Anet Bleich had bekritiseerd, kreeg ik ‘s avonds een telefoontje van haar echtgenoot Max van Weezel die met een van woede verstikte stem verklaarde dat een kritisch artikel van mij over de verslaggeving van de Nederlandse correspondenten in Israel niet geplaatst zou worden in Vrij Nederland. ‘Wij hebben besloten het niet te plaatsen, je hebt vanochtend je ei al gelegd in de Volkskrant,’ aldus Van Weezel, die toen nog adjunct-hoofdredacteur van VN was. Uiteindelijk werd hij door de hoofdredactrice terug gefloten en werd het artikel wel geplaatst. Het was één van de vele voorbeelden van de wijze waarop de mainstream journalistiek met de pro-Israel lobby voorop censuur uitoefent en een onafhankelijke berichtgeving in de mainstream media saboteert. 


Ook tijdens de bijeenkomst met Mearsheimer en Walt probeerde Ornstein vergeefs zijn stempel te drukken op hun feitelijke verslag. Over zijn lachwekkende optreden tijdens de publieke bijeenkomst met de Amerikaanse hoogleraren Mearsheimer en Walt schreef ik destijds: 


De Amerikaanse hoogleraren Mearsheimer en Walt, auteurs van De Israel Lobby, gezeten naast de pro-Israel lobbyist Leonard Ornstein die afgelopen zaterdag een bijeenkomst van HappyChaos voorzat die speciaal gewijd was aan de verschijning van de Nederlandse vertaling van het boek.


Gaandeweg de avond begon Ornstein zich steeds meer op te vreten. Hij ergerde zich paars aan de opeenstapeling van feiten die hijzelf als journalist altijd nauwlettend verzwegen had. Ik heb vandaag de geluidsopname van die avond nog eens afgeluisterd. Je hoort Ornstein’s woedde aan zijn stem, die steeds vaker omhoog schiet. Op een bepaald moment zegt Mearsheimer over de Israelische houding ten opzichte van het VN-Verdelingsplan uit 1947:


‘The Israeli's rhetorically accepted it, and the Palestinians rejected it. We now know that the Israeli's had in 1937 and 1947 no intention of partitioning Palestine…'


Ornstein op hoge toon: 'How do you know? How do you know!’


Mearsheimer: Because there has been an extensive documentation…


Ornstein: You have the documents?


Mearsheimer: 'Yes, and…’


Ornstein onderbreekt opnieuw op bevelende toon: ‘Explain!'


Gelach in de zaal om zoveel woede en onkunde.


Mearsheimer: 'This is dangerous for Leonard to ask us to go into it. I would suggest that anybody who has any doubts about this should get a book by Avi Shlaim, who teaches at Oxford. Avi Shlaim.' Vervolgens spelt Mearsheimer Shlaim’s naam, zodat zeker Ornstein zich nader zou kunnen informeren. 'His book is called Collusion across the Jordan. And all you have to do is spend 20 minutes thumbing through it.'


Maar zelfs dat doorbladeren van documentatie doen de lobbyende pro-Israel journalisten niet. Israel is voor hen ideologie, en, zoals bekend, spelen feiten veelal geen rol in een ideologische wereldbeschouwing. Uitgebreid gedocumenteerde feiten, aangedragen door onder andere vooraanstaande joods-Israelische historici die de archieven van de Israelische Strijdkrachten naplozen, kennen ze niet. En toch zien we elke keer weer in Nederland Leonard Ornstein opduiken zodra het over Israel gaat. Het gruwelijke is dat hun propaganda voor henzelf consequentieloos is, maar niet voor alle slachtoffers van de propaganda, de gedode kinderen, burgers, vrouwen, bejaarden. Ondertussen gaan Leonard Ornstein en zijn Nederlandse zionistische lobbyisten ervan uit dat zij als joodse Nederlanders meer recht hebben op Israel en het bezette gebied dan een Palestijnse ingezetene van dit gebied. Zij claimen het recht op terugkeer die etnisch gezuiverde Palestijnen niet bezitten. Voor deze joodse Nederlanders geldt datgene wat de joods-Israelische hoogleraar Benjamin Beit Hallahmi over joodse Amerikanen schreef: ‘In ruil voor de onbeperkte politieke steun aan Israël hebben de Amerikaanse joden gekregen waaraan het ze het meest ontbreekt: een ideologische inhoud om de leegte van hun identiteit te vullen.’ Om zichzelf een identiteit te verschaffen zijn ze bereid om een leugen te verspreiden. Veel oprechter was David Ben-Goerion, de grondlegger van de staat Israel, die in alle eerlijkheid het probleem aldus samenvatte:


Iedereen kan de ernst van de problemen in de relaties tussen Arabieren en Joden zien. Maar niemand ziet dat er voor deze problemen geen oplossing is. Er is geen oplossing! Hier is een afgrond, en niets kan de twee kanten met elkaar verbinden… Wij, als volk willen dat dit land van ons is; de Arabieren als volk willen dat dit land van hun is.


Het citaat is uit het Amerikaanse tijdschrift Time van 24 juli 2006. Het internationaal recht schrijft voor dat Israel geen recht heeft op de Westbank. Dat is de kern van het hele probleem, maar ondertussen sympathiseren Bleich en Ornstein met de koloniale staat, of zoals Beit Hallahmi tegenover mij verklaarde: ‘Hoewel overal in de moderne wereld het kolonialisme verworpen is, is Israël nog steeds een koloniale garnizoensstaat.’ Als hoogleraar psychologie aan de Universiteit van Haifa, die in de VS, Engeland en Frankrijk doceerde, en als auteur van talloze boeken waaronder Original Sins. Reflections on the History of Zionism and Israël (1998) stelt hij:


Het lijden van de joden door de eeuwen heen, en speciaal tijdens de Holocaust, is gebruikt om het ontzeggen van Palestijnse rechten te rationaliseren en te rechtvaardigen. Dit is zo doeltreffend gebeurd dat de Palestijnen beschouwd worden als de agressors in het Israëlisch-Palestijnse conflict, dat gezien wordt als een simpele voortzetting van de eeuwenlange joodse vervolging.


En: 


Diep (of niet zo diep) is iedere zionist zich bewust van de fundamentele immoraliteit van de manier waarop het zionisme de oorspronkelijke bewoners heeft behandeld.

https://stanvanhoucke.blogspot.com/2013/12/de-mainstream-pers-1.html 


Een dag na de publieke bijeenkomst met Mearsheimer en Walt, vroegen beide hoogleraren mij wie toch precies die opgewonden man was geweest, die zich als een inquisiteur had opgesteld. Zoiets hadden zij zelfs in de VS nooit meegemaakt, waar Mearsheimer hoogleraar Politieke Wetenschappen aan de Universiteit van Chicago is, wiens artikelen in onder andere The New York Times en The Atlantic Monthly verschijnen. Walt is hoogleraar Internationale Betrekkingen aan de prestigieuze Harvard Universiteit. Ik probeerde beiden uit te leggen dat het verschijnsel Ornstein in Nederland nooit door de polderpers wordt terug gefloten, waardoor het niveau van wetenschappelijk- en journalistiek onderzoek doorgaans benauwend laag is. 


Ik kwam Ornstein een keer in de vertrekhal van het  Ben-Gurion vliegveld tegen waar hij mij opgetogen wist te melden dat op de WC van Arafat een fotootje van Hillary Clinton hing. 'Echt waar, we hebben het zelf gezien.' En die 'we' was hij en zijn collega Max van Weezel. Dat was overigens de eerste keer dat het koppel in Palestijns gebied was geweest. Een rondreis hadden ze er nooit gemaakt. Desondanks waren ze destijds bezig met het schrijven van een boek dat als ondertitel kreeg: 'Achter de schermen van het Vredesproces.' Omdat ik net terug was van een rondreis door de Westbank en Gaza probeerde ik mijn collega's voorzichtig aan het verstand te brengen dat er in de praktijk geen enkele sprake was van een 'Vredesproces.' Dat kon ook niet omdat — in de woorden van de gezaghebbende Joods-Israeli Shlomo Ben-Ami — de Oslo Akkoorden: ‘were founded on a new colonialist basis, on a life of dependence of one on the other, forever.’ Ben-Ami was de voormalige minister van Buitenlandse Zaken en één van de belangrijkste Israëlische onderhandelaars tijdens de Camp David-besprekingen met de Palestijnse delegatie. Maar van wat er daadwerkelijk in de bezette gebieden gebeurde, wisten Van Weezel en Ornstein werkelijk niets. Behalve Arafat hadden ze gesproken met Israelische politici, en die laatsten vertelden hen iets héél anders. Toen later bleek hoe erg ze zich door de Israelische propaganda in de luren hadden laten leggen, waren ze volgens eigen zeggen ‘verbijsterd’ geweest.


Toen ik in 2000 voor Vrij Nederland een artikel had geschreven, waarin ik de onafhankelijkheid in twijfel trok van veel joodse correspondenten in het heilige land die voor de Nederlandse commerciële massamedia, inclusief het NOS-Journaal werkten, werd Ornstein naar voren geschoven om in VN met suggestieve opmerkingen mijn betoog niet eens te bestrijden, maar verdacht te maken, het bekende reflex van journalisten zonder argumenten. Een weerwoord werd me niet gegund. Het was nog in de tijd dat Van Weezel en Ornstein erop toe konden zien dat in hun weekblad een Israelische moordaanslag, waarbij onschuldige burgers om het leven waren gekomen, 'een knappe surgical action' werd betiteld. Om de Joods-zionistische moordpartijen nog eens te prijzen gebruikten Leonard en Max een tautologie, aangezien een ‘surgical action’ per definitie ‘knap’ is. Het feit dat bij deze ‘knappe chirurgische actie’ twee Palestijnse moeders om het leven kwamen, maakte deze moordpartij voor hen niet minder ‘knap’ of minder ‘chirurgisch,’ hetgeen nog eens verraadde hoe racistisch hun zienswijze was. Als een Palestijns-Nederlandse journalist ooit hetzelfde had gesteld na een Palestijnse aanslag waarbij twee Joodse vrouwen om het leven waren gekomen, dan was hij ogenblikkelijk ontslagen. Daarentegen herdacht de voltallige Tweede Kamer de gevierde zionistische journalist Max van Weezel. 




Ook de moeder van Natascha van Weezel, de journaliste Anet Bleich, die zichzelf een ‘linkse jodin’ noemt, kent geen nuanceringen zodra het handelt over de zelfbenoemde ‘Joodse staat.’  Zo schreef Bleich op in haar Volkskrant-column van 1 november 2000:


Blijft over haar retorische vraag aan Mient Jan Faber: 'Hoe haalt u het in uw hoofd (…) om Israël te decreteren dat het miljoenen Palestijnen moet opnemen?' Ook hier is het antwoord simpel: etnisch zuiveren is in strijd met het internationaal recht. Dat naar schatting 760 duizend Palestijnen van 1947 tot 1949 verdreven zijn, is gedocumenteerd beschreven door de Israëlische historicus Benny Morris. Net zoals in het geval van voormalig Joegoslavië, kan Israël dit onrecht niet langer meer negeren, zal het dit feit onder ogen moeten zien en een politieke oplossing hiervoor moeten aanbieden.

https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/palestijnse-jongeren-hebben-geen-voorlichting-nodig~b6c3fd83/ 


Aangezien haar dochter Natascha van Weezel zich ‘gesterkt’ voelt door wat haar vader zei, namelijk ‘als twee extreme kanten boos op je zijn, dan doe je het precies goed,’ alsof de waarheid altijd en overal ergens in het midden ligt, leg ik haar nu het volgende voor: de etnische zuivering van een groot deel van het oude Britse mandaatgebied Palestina is uitgebreid beschreven in gedegen historisch onderzoek van gerespecteerde Joods-Israelische historici als Simha Flapan, Ilan Pappe, Tom Segev, Avi Shlaim en Benny Morris. De gewelddadige verdrijving van naar schatting 75 procent van de Palestijnse bevolking begon al in 1947, dus vóór de stichting van de staat Israel, een feit dat volgens Benny Morris: 


is based on many documents... most of them from the Israel Defense Forces Archives. What the new material shows is that there were far more Israeli acts of massacre than I had previously thought. To my surprise, there were also many cases of rape. In the months of April-May 1948, units of the Haganah [the pre-state defense force that was the precursor of the IDF] were given operational orders that stated explicitly that they were to uproot the villagers, expel them and destroy the villages themselves.


En:


From April 1948, Ben-Gurion is projecting a message of transfer. There is no explicit order of his in writing, there is no orderly comprehensive policy, but there is an atmosphere of [population] transfer. The transfer idea is in the air. The entire leadership understands that this is the idea. The officer corps understands what is required of them. Under Ben-Gurion, a consensus of transfer is created... Ben-Gurion was a transferist. He understood that there could be no Jewish state with a large and hostile Arab minority in its midst. There would be no such state. It would not be able to exist.


Het begrip 'transfer' is een eufemisme voor wat vandaag de dag ‘etnische zuivering’ heet, het met grootscheeps geweld en terreur verdrijven van een ieder die, in dit geval, in etnisch opzicht afwijkt van de Joden in Israel. Deze meedogenloze zionistische politiek is de oorzaak van het almaar voortdurende conflict. Morris stelt dat er weliswaar ‘no justification [is] for acts of rape. There is no justification for acts of massacre. Those are war crimes,’ waaraan Joodse militairen zich toen stelselmatig schuldig maakten, maar dat:


under certain conditions, expulsion is not a war crime. I don't think that the expulsions of 1948 were war crimes. You can't make an omelet without breaking eggs. You have to dirty your hands.


Deze doorgaans onuitgesproken, irrationele opvatting wordt genoeg gedeeld door een aanzienlijk deel van de joodse zionisten buiten en Joden in Israel. Op zich is dit merkwaardig omdat dit een ‘rechtvaardiging’ betekent van terrorisme. Het is evident dat men ‘geen omelet kan maken zonder eieren te breken,’ maar dit kan natuurlijk nooit terrorisme legitimeren. De vergelijking gaat domweg niet op. Dat blijkt tevens uit hetgeen Morris naderhand verklaarde:


Ik denk dat [Ben-Goerion] in 1948 een ernstige historische fout maakte. Hoewel hij het demografische vraagstuk begreep en de noodzaak van het vestigen van een joodse straat zonder een grote Arabische minderheid, werd hij tijdens de oorlog bang. Op het laatst aarzelde hij… Ik weet dat dit de Arabieren en de ruim-denkenden en de politiek correcte types verbijsterd. Maar mijn gevoel is dat deze plaats rustiger zou zijn en minder lijden zou kennen wanneer de zaak eens en voor altijd opgelost was geweest… Als het eind van het liedje mistroostig blijkt te zijn voor de joden dan zal dit zijn omdat Ben Goerion de transfer in 1948 niet voltooide. Omdat hij een groot en veranderlijke demografische reserve op de Westbank en Gaza en binnen Israël zelf achterliet.





Toen hem door de Israelische kwaliteitskrant Haaretz de vraag werd gesteld: What you are saying is hard to listen to and hard to digest. You sound hard-hearted,’ antwoordde Benny Morris:


I feel sympathy for the Palestinian people, which truly underwent a hard tragedy. I feel sympathy for the refugees themselves. But if the desire to establish a Jewish state here is legitimate, there was no other choice. It was impossible to leave a large fifth column in the country.


Nadat de interviewer de vraag had gesteld: ‘You do not condemn them morally?’ antwoordde de historicus Morris:


‘No.’


They perpetrated ethnic cleansing.


‘There are circumstances in history that justify ethnic cleansing. I know that this term is completely negative in the discourse of the 21st century, but when the choice is between ethnic cleansing and genocide — the annihilation of your people — I prefer ethnic cleansing.’


And that was the situation in 1948?


‘That was the situation. That is what Zionism faced. A Jewish state would not have come into being without the uprooting of 700,000 Palestinians. Therefore it was necessary to uproot them. There was no choice but to expel that population. It was necessary to cleanse the hinterland and cleanse the border areas and cleanse the main roads. It was necessary to cleanse the villages from which our convoys and our settlements were fired on.’


The term ‘to cleanse' is terrible.


‘I know it doesn't sound nice but that's the term they used at the time. I adopted it from all the 1948 documents in which I am immersed.’


What you are saying is hard to listen to and hard to digest. You sound hard-hearted.


‘I feel sympathy for the Palestinian people, which truly underwent a hard tragedy. I feel sympathy for the refugees themselves. But if the desire to establish a Jewish state here is legitimate, there was no other choice. It was impossible to leave a large fifth column in the country.’

http://www.haaretz.com/survival-of-the-fittest-cont-1.61341 



Na honderden gesprekken met Joods-Israeli’s en westerse joden weet ik dat de meerderheid van hen beseft dat de Palestijnse bevolking groot leed is toegebracht, en dat zij de prijs betalen voor de westerse, christelijke vervolging van joden die uiteindelijk culmineerde in de holocaust. Daarom is het zo intens weerzinwekkend wat het CIDI en zionisten als Anet Bleich beweren. Omdat ook haar dochter Natascha van Weezel weigert het onrecht te benoemen en zich probeert te verschuilen achter het waanidee dat de waarheid altijd ergens in het midden ligt, herhaal ik de volgende uitspraak van Benny Morris: 


Een Joodse staat zou nooit zijn ontstaan zonder de  verdrijving van 700.000 Palestijnen.


Meer hoeft men eigenlijk niet te weten. In tegenstelling tot de joodse Europeanen die de Shoah overleefden, zijn de Palestijnse burgers die de Nakba overleefden nooit gecompenseerd voor het verlies aan alles dat zij bezaten. Zoals Morris na jarenlange bestudering van de zionistische bronnen bevestigde: de Palestijnse bevolking ‘truly underwent a hard tragedy.’ De joodse zionisten in het Westen die nog steeds deze ‘meedogenloze tragedie’ proberen te rechtvaardigen met beweringen dat de waarheid ergens in het midden ligt, en zich daarbij beroepen op hun gecultiveerd slachtofferschap zullen nooit in staat zijn de eigen verantwoordelijkheid te nemen, en zo zal de geschiedenis zich herhalen. Het is een les voor de generatie kinderen van Bleich en Van Weezel en mijn kinderen en kleinkinderen. Natascha van Weezel zou er goed aan doen te beseffen dat:

  1. de Palestijnen, net als de joden, niet zomaar uit de geschiedenis zullen verdwijnen. 

2.  De psychotherapeuten Martine Groen en Justine van Lawick in hun geprezen studie Intieme Oorlog (2007) dat een chronisch conflict alleen dan kan worden opgelost als er een ontwikkeling doorlopen wordt 


van schaamte naar schuld, naar bekennen en vervolgens naar boete, vergelding, vergeving en eventueel verzoening. De eerste stap is het benoemen van de vernederingen en de kwetsuren en de schaamte die daarmee gepaard gaat [...] Als dit is uitgesproken, helpt een schuldbekentenis om de schaamte te verminderen.


Groen en Van Lawick constateren in hun herhaaldelijk herdrukte boek: 


Schaamte dient […] uitdrukkelijk aan de orde te komen om de spiraal van geweld te kunnen doorbreken […] Bij geweld in de relatie is er sprake van een voortdurende grensoverschrijding […] waarbij de mishandeling gepaard gaat met dreiging, intimidatie, vernederen, treiteren en ander emotioneel gedrag. Het geweld is ingebed in een patroon van machtsuitoefening waarin vaak een afwisseling te zien is tussen gewelddadig en relatief rustig gedrag […] In de pauze na de uitbarsting van geweld ervaren beide partners de schaamte. 


En die schaamte manifesteert zich weer in woede en agressie, in een onvermijdelijke spiraal naar beneden tot in het uiterste geval de dood erop volgt. De dader wordt als het ware gegijzeld door zijn eigen onvermogen de schaamte onder ogen te zien. Op die manier komt de dader ook niet aan de schuldvraag toe en dat is met name zo problematisch omdat ‘schuld is goed te maken,’ maar: 


bij schaamte is dat veel moeilijker. Bij deze emotie is sprake van een fundamenteel tekortschieten, en dat geeft een gevoel van falen, van niet toereikend zijn […] Het zelfbeeld wordt geschonden. Bij schaamte staat het zelf centraal dat veroordeeld wordt, bij schuld is het niet het zelf maar een daad die negatief beoordeeld wordt.


En dit laatste is veel makkelijker te accepteren. Hoewel deze psychotherapeuten huiselijk geweld beschrijven, is hun analyse ook direct van toepassing op het Israëlisch-Palestijnse conflict, waarbij de oppermachtige Israëli’s de rol van de agressieve man spelen en de bezette Palestijnen die van de onderdrukte vrouw, die moet buigen voor het 'disproportionele' geweld van de sterkere partij. Dit fenomeen is tevens geanalyseerd door de Indiase socioloog Ashis Nandy in The Intimate Enemy. Loss and Recovery of Self Under Colonialism (2009) Hij zet het volgende uiteen: 


Sinds ongeveer de 17e eeuw, hebben de hypermannelijke en over-gesocialiseerde aspecten van de Europese persoonlijkheid stap voor stap de culturele eigenschappen verdrongen die werden vereenzelvigd met vrouwelijkheid, kinderjaren, en naderhand met ‘primitivisme.’ Als onderdelen van een natuurfilosofie van boeren waren deze karaktereigenschappen gewaardeerde aspecten geweest van een cultuur die niet gekoppeld was aan prestatie en productiviteit. Van toen af aan werden ze afgewezen als strijdig met de heersende stroming van de Europese beschaving en toegeschreven aan de ‘lage culturen’ van Europa en de nieuwe culturen waarmee de Europese beschaving geconfronteerd werd. Het was onderdeel van dit proces dat de koloniën geleidelijk aan gezien werden als de leefomgeving van volkeren die enerzijds kinderlijk en onschuldig waren, en anderzijds sluw, verwijfd en passief-agressief. 


Het gevolg van dit westerse wereldbeeld is allereerst dat 


de kolonisator, die om zijn geweten te sussen de gewoonte heeft de andere mens als een beest te zien, zichzelf eraan went om hem als een beest te behandelen, en de neiging heeft om zichzelf in een beest te veranderen […] Ze dachten dat ze alleen maar Indianen, of Hindoes, of bewoners van Zuidzee eilanden of Afrikanen aan het afslachten waren. Maar in feite hebben ze één voor één de verdedigingswallen vernietigd waarachter de Europese beschaving vrij had kunnen ontwikkelen, 


aldus de zwarte dichter Aimé Césaire. De Zweedse hoogleraar en auteur Sven Lindqvist benadrukt dit proces nog eens aan het eind van zijn boek Exterminate all the Brutes, wanneer hij concludeert dat ‘Auschwitz de moderne industriële toepassing [was] van een uitroeiingspolitiek waarop de Europese overheersing van de wereld […] lang heeft gesteund.’ De titel van zijn boek verwijst naar de zin uit Joseph Conrads Heart of Darkness (1899), ‘verdelg al het gespuis.’ Lindqvist vraagt zich af waarom de westerse protagonist: ‘Kurtz zijn rapport over de beschavingstaak van de blanke man in Afrika met deze woorden eindigt?’ Hij schrijft dan: 


Ik las Conrad als een profetische auteur die alle gruwelijkheden die in het verschiet lagen, voorzien had. Hannah Arendt wist beter. Zij zag dat Conrad over de genocides van zijn eigen tijd schreef. In haar eigen boek The Origens of Totalitarianism (1951), toonde ze hoe imperialisme racisme noodzakelijk maakte als het enig mogelijke excuus voor zijn daden […] Haar these dat nazisme en communisme van dezelfde stam komen is algemeen bekend. Maar velen vergeten dat zij ook de ‘verschrikkelijke slachtpartijen’ en het ‘barbaarse moorden’ van Europese imperialisten verantwoordelijk hield voor ‘de zegevierende introductie van dergelijke pacificatie-middelen in de alledaagse, respectabele buitenlandse politiek,’ daarmee totalitarisme en zijn genocides producerend. 


Lindqvist ontdekt gaandeweg dat de: 


Europese vernietiging van de ‘inferieure rassen’ van vier continenten de grond voorbereidde voor Hitlers vernietiging van zes miljoen joden in Europa […] Het Europese expansionisme, vergezeld als het was door een schaamteloze verdediging van het uitroeien, schiep manieren van denken en politieke precedenten die de weg baanden voor nieuwe wandaden, die uiteindelijk culmineerden in de gruwelijkste van alle: de Holocaust […] En toen hetgeen was gebeurd in het hart der duisternis werd herhaald in het hart van Europa, herkende niemand het. Niemand wilde toegeven wat iedereen wist. Overal in de wereld waar kennis wordt onderdrukt, kennis die als ze bekend zou worden gemaakt ons beeld van de wereld aan gruzelementen zou slaan en ons zou dwingen om onszelf ter discussie te stellen — daar wordt overal het Hart der Duisternis opgevoerd. U weet dat al. Net als ik. Het is geen kennis die ons ontbreekt. Wat gemist wordt is de moed om te begrijpen wat we weten en daaruit conclusies te trekken. 


In zijn A History of Bombing (1999) beantwoordt Sven Lindqvist de volgende vraag kort maar krachtig: ‘Wat is toegestaan in oorlogen tegen wilden en barbaren? Antwoord: alles.’ Ook in laatstgenoemde boek toont hij aan dat de barbarij eerst op gekleurde volkeren werd uitgeprobeerd voordat de westerlingen het op hun eigen blanke bevolkingen gingen toepassen. Het eerste bombardement op een ongewapende burgerbevolking vond ook niet plaats in 1937 op het Spaanse Guernica, maar 12 jaar eerder op de Marokkaanse stad Chechaouen, niet door nazipiloten, maar door Amerikaanse piloten, die in dienst van de Fransen deze onverdedigde stad vernietigden, waarbij volgens Walter Harris, toenmalige correspondent van de Londense Times, ‘weerloze vrouwen en kinderen afgeslacht werden en vele anderen verminkt en blind raakten.’ Het is helaas nog steeds zo dat ‘alles’ is 'toegestaan in oorlogen tegen wilden en barbaren.’ In dit opzicht is er geen verschil tussen Duitse Nazi’s en gewelddadige zionistische Israeli’s. Elke ideologie, Natascha van Weezel, leidt onvermijdelijk tot moord. 



1948. Palestijnse vluchtelingen, in zee gedreven door de terreur van Joodse milities, om ruimte te maken voor westerse joden. 



 




Geen opmerkingen:

Pankaj Mishra: Misschien is Israël de toekomst van een failliete en uitgeputte wereld.

Dat het Duitse naziregime en zijn Europese collaborateurs zes miljoen Joden hadden vermoord, was na 1945 algemeen bekend. Maar jarenlang had...