Everyone, deep in their hearts, is waiting for the end of the world to come.
Haruki Murakami. 1Q84. 2010
Donderdag 13 oktober 2016 publiceerde de Latijns Amerikaanse televisiezender Telesur een artikel van de Amerikaanse vredesactiviste Cindy Sheehan, wier zoon als militair in 2004 in Irak omkwam. Zij schreef:
U.S. imperialism has been exporting disaster around the world for over a century now, but not since the ‘Cuban’ missile crisis in 1962, has the U.S. put the world on the brink of such a disaster as we are witnessing today.
What’s happening in Syria has been going on for over five years and it's not a civil war. The conflict began as a U.S.-funded effort to depose President Bashar Assad and install a puppet government in Damascus friendly to U.S. interests. I am sure there are some legitimate forces in Syria who oppose the government of Assad, but the U.S. does not care about democracy — after all Assad was elected by his people.
Also in Syria, approximately one dozen militias are not only trying to overthrow the Assad government but they are also fighting amongst themselves . The ranking Democrat on the U.S. Congressional House Intelligence Committee, über-Zionist Adam Schiff of California, said of the phenomena of CIA-funded militias fighting in places like Aleppo, ‘It’s part of the three-dimensional chess game.’ This chess game, played by empires for millennia, profit the wealthy and as always, the people pay the heavy price.
In Vrij Nederland van 9 maart 2010 schreef de 66-jarige Lex ter Braak, directeur van de Jan van Eyck Academie in Maastricht, over de strekking van het boek De barbaren van de Italiaanse auteur Alessandro Baricco, handelend over ‘de geleidelijke teloorgang van ons cultuurbesef’:
Ook de literatuur, het andere domein van kenners, is gedemocratiseerd. Zij is de opgewonden beweging van bestsellers en beoordelingssterren geworden, de massale hype van een gratis boek. De kwaliteit van een boek wordt voor de barbaren bepaald door zijn vermogen deel uit te maken van exploderende kettingreacties, zoals die van brede media-aandacht, omdat het geschreven is door een bekende persoonlijkheid of inspeelt op een actueel onderwerp. Het moet de taal van de wereld spreken, de taal van de film, de televisie, de reclame, de lichte muziek, de journalistiek.
Ik moest opeens denken aan de Victoriaanse studeerkamer. Bruine boekenkasten, rijen leren banden, eiken meubels en fluwelen gordijnen weerden roerloos het licht. Zoveel was zeker: hier, in deze schemerige ruimtes, huisde de ziel. Wie haar wilde ontdekken, moest de wereld achter zich laten en afdalen in het geheimzinnige schachten- en gangenstelsel van de wereldliteratuur. Voor de barbaar is het boek evenwel een wegwerppocket, de ziel niet meer dan verschietende lichtspatten op een deinend oppervlak.
Volgens Alessandro Baricco is de nieuwe barbaar een horizontale mens. Iemand die de omweg mijdt en recht op zijn doel afgaat. Hij jaagt ervaringen na die fundamenteel anders zijn dan die van de oude, romantische mens. Die geloofde nog dat ervaring, studie, verdieping en stilstand in elkaars verlengde liggen. De barbaar daarentegen zoekt de ruimte die versnelling genereert, hij duikt dan ook niet de diepte in maar flitst als een vis aan het oppervlak van de ene beweging naar de andere. Hij leeft in de ervaring van de doorgaande beweging, zoals die van het najagen van gebeurtenissen op internet. Wisselende schermen, korte teksten, links en clicks laten hem eindeloos doorschieten zonder ooit ergens aan te komen.
Volgens Ter Braak, die sinds 2011 trachtte de Jan van Eyck Academie te veranderen van een ‘gesloten bastion naar een open instituut,’ lijkt
Alessandro Baricco zich met ‘De barbaren’ te scharen in het eeuwenoude koor van critici die zich beklagen over de teloorgang van de cultuur. Voor deze mopperende somberaars is cultuur vaak het trefwoord voor hun eigen hooggestemde levensopvatting. Niet gehinderd door enig historisch besef noch verlicht door ook maar een spoortje van zelfrelativering kennen zij daar (lees: zichzelf) een absolute waarde aan toe. Voor hen is dat wat er zich van af beweegt verval, en verandering synoniem met devaluatie.
Naar mijn oordeel vergist de directeur van de Maastrichtse Academie zich, want ‘cultuur’ betreft veel meer dan de kunsten, het domein waarin meneer Ter Braak zich beweegt. De hedendaagse ‘cultuur’ is de massacultuur, de onverzadigbare platte consumptiecultuur, die de postmoderne mens elk moment van de dag kneedt en vormt. Of te wel: de cultuur van vermaak, van reclame en politieke propaganda, een ééndimensionale cultuur die inspeelt op ‘kicks,’ kortom de cultuur die door Baricco haarscherp wordt beschreven. Het is tevens de cultuur die niet van binnen uit opbloeit, maar van bovenaf wordt opgelegd door het proces van ‘Perception Management,’
another term used to describe the process of transforming public opinion to conform to a premeditated political agenda. Perception management establishes underlying trends and tendencies that drive the public perception of events in the direction of war. During war, perception management manipulates public opinion to accept the horrific nature of war crimes as merely nothing more than collateral damage, friendly fire and accidental mishaps that are inevitable consequences of the fog of war.
Tegenover de optimistische zienswijze van Lex ter Braak staat de volgende beschrijving van de westerse ‘cultuur’:
Social influence, perception management and a full range of persuasion techniques have permeated the American government and are now deeply embedded into the fabric of official culture – especially the US military… psychological warfare camouflages the most horrific war crimes and makes them seem to be acts of virtue and valor (moed. svh) that are absolutely essential for military, ‘Victory.’
Language lies at the heart of propaganda. The language of propaganda, psychological warfare and perception management is grounded in ancient principles that have been well known to leading sages, philosophers and intellectuals for thousands of years. Confucius believed that the disintegration of Chinese society in his time was directly attributable to a general deterioration of the language.
Confucius sought to improve language in order to improve the society and culture. He wrote,
‘The correct use of language leads to the correct behavior of people’
In the Mediaeval Era of Latin Europe, Dante realized the power of language to order society. Dante launched his quest for the perfect language to communicate the highest levels of understanding to the broadest number of people.
Dante Alighera (1265 – 1321)
Dante taught that the development of a common language could lead to the political unification of Italy, and he proposed the establishment of a world government predicated on smooth, fluent and deeply integrated communications through a more perfect language.
Niccolo Machiavelli (1469 – 1527)
In the Renaissance, Niccolo Machiavelli adapted his own theories on the political use of language to the high ideals of Confucius and Dante. Machiavelli wrote,
‘Every one admits how praiseworthy it is in a prince to keep faith, and to live with integrity and not with craft. Nevertheless our experience has been that those princes who have done great things have held good faith of little account, and have known how to circumvent the intellect of men by craft, and in the end have overcome those who have relied on their word.’
In order to give a vivid example of a prince who used language as craft, or spin or propaganda, Dante described the political machinations of Pope Alexander VI. He wrote,
‘One recent example I cannot pass over in silence. Pope Alexander VI did nothing else but deceive men, nor ever thought of doing otherwise, and he always found victims; for there never was a man who had greater power in asserting, or who with greater oaths would affirm a thing, yet would observe it less; nevertheless his deceits always succeeded according to his wishes, because he well understood this side of humanity.’
In the twentieth century, George Orwell emerged as one of the leading philosophers of the Machiavellian abuse of political language. Orwell wrote his classic dystopian novel, Nineteen Eighty-Four, and he introduced his theories of Doublethink and Newspeak. Orwell defined Doublethink as,
‘the power of holding two contradictory beliefs in one’s mind simultaneously, and accepting both of them… To tell deliberate lies while genuinely believing in them’
De waanzin waarbij iemand ‘opzettelijk leugens [vertelt], en tegelijkertijd er werkelijk in gelooft' is een kenmerkende element van de polderpers. Zo verklaarde opiniemaker Geert Mak op 29 april 2013 in een radio-uitzending dat ‘[e]r machten aan de gang [zijn] boven Europa, ik zeg echt bóven Europa, het klassieke woord grootkapitaal doet hier zijn intrede. Ik heb er nooit zo in geloofd, maar nu wel, die ons totaal ontglipt en waar je niks tegen kunt doen! En dat vind ik buitengewoon beklemmend,’ om vervolgens te benadrukken dat ‘iedereen die een beetje bij zinnen is moet nadenken over vormen waarmee je je daartegen kunt verweren,’ terwijl hij 5 maanden later, op 22 september, met evenveel gemak en met evenveel stelligheid precies het tegenovergestelde suggereert door een pleidooi te houden voor het neoliberale EU-bolwerk. Ditmaal merkte hij op dat:
de EU een markt [is] van bijna een half miljard mensen met de hoogste gemiddelde levensstandaard ter wereld. Alleen al voor Nederland is de Unie goed voor tweederde van onze totale export, eenvijfde van het nationale product. We hebben nu een open toegang tot die markt,
waardoor 'we' de 'deur' naar die 'markt' absoluut niet kunnen 'dichtgooien,' hoe desastreus het neoliberale marktdenken ook mag uitwerken voor mens en natuur. En niemand van zijn mainstream-collega’s ‘die een beetje bij zinnen’ was sprak hem aan op het feit dat hij ‘two contradictory beliefs’ erop na hield. De verklaring hiervoor is simpelweg dat zij allen ideologisch even schizofreen zijn als Mak. Een ander voorbeeld is de correspondent Charles Groenhuijsen, die in 2003 zijn Dagboek van Charles Groenhuijsen. Oorlog in Irak (2003) afsloot met de gedenkwaardige woorden dat na de gewelddadige Amerikaanse inval in Irak de ‘Irakezen niet meer bang [hoeven] te zijn voor de fatale klop op de deur, een dodelijk schot in het donker of de onverhoedse arrestatie in de nacht,’ en wel omdat het doel van ‘Operation Iraqi Freedom’ het ‘stimuleren van nieuwe democratieën’ was. Ook de propagandist Groenhuijsen bezit ‘the power of holding two contradictory beliefs,’ want in het maandblad HP/De Tijd van oktober 2016 weet hij te melden dat er in de VS sprake is van een ‘corrupt, vastgelopen politiek systeem,’ en de bevolking er ook nog eens leidt aan ‘een soort arrogantie en zelfingenomen botheid die ik stuitend vind.’ Met andere woorden: het land dat volgens hem ‘nieuwe democratieën’ sticht, is zelf geen democratie. Een mogelijk verklaring voor zijn mentale gespletenheid gaf hij mei 2016 toen hij over de Amerikaanse presidentsverkiezingen liet weten: ‘Als journalist wrijf ik me in de handen en benader ik de komende tijd als sportverslaggever: ik hoop op zestien rumoerige ronden, inclusief bloedspetters en een keiharde knock-out.’ Een opvatting die Eelco Bosch van Rosenthal deelt door te vertellen dat ‘Ik tegen aardbevingen [ben], maar het is prachtig om er verslag van te doen. Zo gaat het natuurlijk heel vaak.’ Deze gespleten mentaliteit demonstreert het journalistiek niveau van twee voormalige NOS-Journaal correspondenten in de VS. Het is ‘prachtig’ om als een ‘sportverslaggever’ te kijken naar ‘bloedspetters en een keiharde knock-out.’ Hoe meer geweld des te meer aandacht de journalist krijgt. Tegelijkertijd beseffen Charles Groenhuijsen en Eelco Bosch van Rosenthal, volgens eigen zeggen, dat de massamedia een ‘scheef beeld’ van ‘de wereld’ geven. Tegenover de HP merkte Groenhuijsen op dat de mainstream-journalistiek zich ‘stelselmatig [onttrekt] aan’ het nemen van
die verantwoordelijkheid. Wij journalisten zijn degenen die de spiegel bouwen waar die mensen in kijken. En als het stelselmatig zo fout is, moet je toch eens serieus andere keuzes gaan maken.
Het onderwerp waarover hij sprak was de overmatige aandacht die de commerciële massamedia besteden aan ‘het terrorisme.’ Bosch van Rosenthal beaamde Groenhuijsen’s opmerkingen door te bekennen ‘dat de bangmakerij niet in verhouding staat tot wat er gebeurt en dat de media daar een rol in spelen en Nieuwuur ook, is ongetwijfeld waar. Ik vind die discussie terecht hoor.’ Probleem alleen is dat er geen serieuze discussie hierover bestaat in kringen van de polderpers. Vandaar ook dat het erbarmelijk slechte boek Een Woord Een Woord (2016) van Frank Westerman over ‘het terrorisme’ zo bejubeld werd en mijn mainstream-collega’s zonder enige terughoudendheid Westerman’s bewering overnamen dat ‘wij’ zo ‘weerloos’ en ‘kwetsbaar zijn voor een aanslag.’ Wat ontbreekt aan de verslaggeving is de historische, politieke en psychologische context. Het gevolg is dat iemand als Groenhuijsen het nawoord van zijn boek Oorlog in Irak begint met het volgende citaat uit een ‘ingezonden brief’ in het Amerikaanse weekblad Time: ‘Als een oorlog gerechtvaardigd is doet het er niet toe hoeveel soldaten we verliezen. Het enige wat telt is winnen.’ Groenhuijsen verzwijgt hierbij het simpele feit dat de Amerikaanse Shock and Awe-inval in strijd was met het internationaal recht, en dat er sprake was van een ‘agressie-oorlog,’ een oorlogsmisdaad waarvoor de nazi-top na 1945 in Neurenberg ter dood werd veroordeeld, omdat, zoals de Amerikaanse hoofdaanklager Robert Jackson verklaarde: ‘To initiate a war of aggression... is not only an international crime; it is the supreme international crime differing only from other war crimes in that it contains within itself the accumulated evil of the whole.’ Het gevolg van de Amerikaanse agressieoorlog tegen de soevereine staat Irak is meer dan een miljoen doden, het uiteenvallen van Irak in etnisch gezuiverde regio’s, de opkomst van ISIS en een algehele chaos in het Midden-Oosten. Deze feiten steken schril af tegen Groenhuijsen’s propagandistische voorstelling van zaken. In zijn nawoord neemt hij ook nog de volgende reactie uit het weekblad Newsweek over: ‘Krijgsgevangene Jessica Lynch is een rolmodel voor onze kinderen. Vergeet alle filmsterren. We hebben Jessica Lynch!’ Saillant is dat de zaak Lynch een kenmerkend voorbeeld is van oorlogspropaganda, zoals uit het volgende blijkt:
How The Presstitutes Lie To America
Example: How The Press Has Become A Tool Of Our Government…
WASHINGTON - Pfc. Jessica Lynch, rescued Tuesday from an Iraqi hospital, fought fiercely and shot several enemy soldiers after Iraqi forces ambushed the Army's 507th Ordnance Maintenance company, firing her weapon until she ran out of ammunition, U.S. officials said yesterday.
Lynch, 19, a supply clerk, continued firing at the Iraqis even after she sustained multiple gunshot wounds and watched several other soldiers in her unit die in fighting 11 days ago, one official said. The ambush took place after a 507th convoy took a wrong turn in the southern city of Nasiriyah.
‘She was fighting to the death,’ the official said. ‘She did not want to be taken alive.’
Lynch was stabbed when Iraqi forces closed in on her position, the official said, noting that initial intelligence reports indicated that she had been stabbed to death.
The Reality was quite different as revealed in this report.
Rescued POW had no gunshot, knife wounds: father
WASHINGTON (AFP) Apr 03, 2003
The father of rescued POW Jessica Lynch said Thursday she suffered no gunshot or knife wounds at the hands of her Iraqi assailants, contrary to reports quoting a US official.
While the first article is clearly a complete fabrication attributed to ‘official sources’ it is convincing evidence of how our journalists have prostituted themselves and become a part of the propaganda machine, employed to lie and distort the truth.
Hoewel ‘The story of Jessica Lynch’s rescue was one of the most covered story lines during the war in Iraq,’ bleek de realiteit wezenlijk anders, en waren mentaal ‘embedded’ journalisten als Groenhuijsen niet in staat de werkelijkheid te traceren. Groenhuijsen heeft gelijk wanneer hij stelt dat het 'nieuwsbeelden... de oordeelsvorming nu nog sterk kleuren. In een wereld waarin het nieuws 24 uur per dag doordendert is gisteren al bijna geschiedenis. We worden steeds ongeduldiger. "Breaking news" regeert.’ Tegelijkertijd doet hijzelf het voorkomen dat de propagandaverhalen over Jessica Lynch juist zijn. Hoe gehersenspoeld deze collega van mij is blijkt tevens wanneer hij schrijft dat ‘de straatarme bevolking in de buurlanden... nu nog miljarden oliedollars ziet wegstromen naar de autoritaire regerende elite,’ zonder te beseffen dat Alan Greenspan,
The former head of the Federal Reserve writes in his memoir, The Age of Turbulence: Adventures in a New World, ‘I am saddened that it is politically inconvenient to acknowledge what everyone knows: the Iraq war is largely about oil.’ Greenspan even advised Bush that ‘taking Saddam Hussein out was essential’ to protect oil supplies.
Even lachwekkend is Groenhuijsen’s bewering in 2003 dat ‘Het oppermachtige Amerika probeert Syrië, Iran en Noord-Korea zonder “shock & awe” tot beter gedrag te bewegen.’ Een agressieoorlog in strijd met het internationaal recht beginnen om ‘beter gedrag’ af te dwingen. De polderpers realiseert zich niet hoe absurd haar propaganda is. Juni 2016 schreef de Italiaanse filosoof Franco Berardi in het voorwoord van de Nederlandse vertaling van zijn boek De dodelijke omhelzing van het kapitalisme:
Nu de maatschappelijke geest de laatste tijd wordt meegesleurd in een maalstroom van bipolaire stoornissen, nu een opeenvolging van euforie en droefheid tot de huidige seculiere stagnatie en een blijvende toestand van depressie heeft geleid, zijn de contouren van de maatschappelijke conventies weggevaagd en dringen ongefilterde stromen waanzin de ruimte van de maatschappelijke geest binnen en lokken de fragmentarische burgeroorlog uit die zich over de hele wereld aan het verspreiden is.
De onbelemmerde ‘waanzin’ vermenigvuldigt en versnelt zich, en sleept de mensheid met zich mee. Het is slechts een kwestie van tijd geworden voordat het geweld tot de vernietiging leidt van datgene wat ‘de beschaving’ wordt genoemd. En niets lijkt deze ontwikkeling te kunnen stoppen. Ondertussen weigeren de massamedia en de politici hun verantwoordelijkheid te nemen, en is de context verdwenen achter een ‘race to nowhere’ tussen winnaars en verliezers. Een halve eeuw geleden formuleerde Nobelprijswinnaar Literatuur 2016 Robert Allen Zimmerman als woordvoerder van mijn generatie het onbestemde gevoel van bedreiging en uitzichtloosheid dat vandaag de dag zo algemeen is geworden, door in Just Like Tom Thumb’s Blues (1965) te dichten:
When you're lost in the rain in Juarez
And it's Easter-time too
And your gravity fails
And negativity don't pull you through
Don't put on any airs
When you're down on Rue Morgue Avenue…
Up on Housing Project Hill
It’s either fortune or fame
You must pick up one or the other
Though neither of them are to be what they claim
If you’re looking to get silly
You better go back to from where you came
Because the cops don’t need you
Op het toppunt van het individualisme is het individu overtollig geworden, zodat ‘You better go back to from where you came,’ aangezien ‘the cops don’t need you.’ Degenen die dit niet begrijpen zullen nooit iets van hun eigen tijd snappen. Het probleem is dat ‘waar je vandaan kwam’ niet langer meer bestaat. Het is vernietigd door de kapitalistische drift die alleen de toekomst heiligt, ten koste van al het voorafgaande, waardoor zelfs ‘your gravity fails, and negativity don’t pull you through.’ Er is geen ontsnappen meer mogelijk aan de alles omringende ‘moloch,’ die door de mens zelf is gecreëerd, de illusie van de ‘Amerikaanse Droom,’ waarvoor Allen Ginsberg, de andere stem uit de jaren zestig, waarschuwde in zijn profetische bundel Howl:
What sphinx of cement and aluminum bashed open their skulls and ate up their brains and imagination?
Moloch! Solitude! Filth! Ugliness! Ashcans and unobtainable dollars! Children screaming under the stairways! Boys sobbing in armies! Old men weeping in the parks!
Moloch! Moloch! Nightmare of Moloch! Moloch the loveless! Mental Moloch! Moloch the heavy judger of men!
Moloch the incomprehensible prison! Moloch the crossbone soulless jailhouse and Congress of sorrows! Moloch whose buildings are judgment! Moloch the vast stone of war! Moloch the stunned governments!
Moloch whose mind is pure machinery! Moloch whose blood is running money! Moloch whose fingers are ten armies! Moloch whose breast is a cannibal dynamo! Moloch whose ear is a smoking tomb!
Moloch whose eyes are a thousand blind windows! Moloch whose skyscrapers stand in the long streets like endless Jehovahs! Moloch whose factories dream and croak in the fog! Moloch whose smoke-stacks and antennae crown the cities!
Moloch whose love is endless oil and stone! Moloch whose soul is electricity and banks! Moloch whose poverty is the specter of genius! Moloch whose fate is a cloud of sexless hydrogen! Moloch whose name is the Mind!
Moloch in whom I sit lonely! Moloch in whom I dream Angels! Crazy in Moloch! Cocksucker in Moloch! Lacklove and manless in Moloch!
Moloch who entered my soul early! Moloch in whom I am a consciousness without a body! Moloch who frightened me out of my natural ecstasy! Moloch whom I abandon! Wake up in Moloch! Light streaming out of the sky!
Moloch! Moloch! Robot apartments! invisible suburbs! skeleton treasuries! blind capitals! demonic industries! spectral nations! invincible madhouses! granite cocks! monstrous bombs!
They broke their backs lifting Moloch to Heaven! Pavements, trees, radios, tons! lifting the city to Heaven which exists and is everywhere about us!
Visions! omens! hallucinations! miracles! ecstasies! gone down the American river!
Dreams! adorations! illuminations! religions! the whole boatload of sensitive bullshit!
Breakthroughs! over the river! flips and crucifixions! gone down the flood! Highs! Epiphanies! Despairs! Ten years’ animal screams and suicides! Minds! New loves! Mad generation! down on the rocks of Time!
Real holy laughter in the river! They saw it all! the wild eyes! the holy yells! They bade farewell! They jumped off the roof! to solitude! waving! carrying flowers! Down to the river! into the street!
Maar tussen dit bewustzijn enerzijds en anderzijds de 5 tot 7.500 euro kostende simplistische babbels van Groenhuijsen over ‘Globalisering, Arbeidsmarkt (nationaal en internationaal,’ en zijn infantiele boodschap: ‘Het gaat goed met de wereld!,’ bestaat een culturele kloof die niet te overbruggen is. Aan de ene kant worstelt de mens die het onzegbare onder woorden probeert te brengen, aan de andere kant heerst de wereld van de ideologie. Tegenover het geschetter van de Groenhuijsen’s, de Makken en Bosch van Rosenthalen van de Nederlandse ‘politiek-literaire elite,’ staat het bezonken werk van bijvoorbeeld de Italiaanse intellectueel Alessandro Baricco, die in zijn essay De barbaren(2016), voorzichtig in de leegte rondtastend, schreef:
Als ik het moest samenvatten zou ik het zo zeggen: allemaal voelen we dat er een onbegrijpelijke apocalyps in de lucht hangt, en overal horen we die stem rondbazuinen: 'De barbaren komen eraan!' Ik zie ontwikkelde geesten naar de stofwolk van de invasie turen. hun ogen strak gericht op de horizon van de televisie. Vanaf hun katheder proberen knappe professoren in het stilzwijgen van hun studenten te peilen hoe hoog de puinhopen zijn die achtergebleven zijn nadat er een horde barbaren is langsgetrokken, zonder dat iemand die overigens heeft kunnen zien. En rondom de dingen die worden geschreven of verbeeld dobbert de verdwaasde blik van schriftverklaarders die ontzet vertellen over een land dat is geplunderd door rovers zonder enige cultuur noch geschiedenis.
De barbaren, daar heb je ze.
Er is een breuk ontstaan met de geschiedenis, maar de oudere generaties zijn niet in staat die breuk te benoemen, terwijl de jongere generaties zich er niet van bewust zijn. Volgens Baricco — die vanuit het jaar 2026 terugkijkt — zijn de oude normen en waarden
dingen waarvan we ons herinneren dat ze in de diepte stevig verankerd zaten aan onbetwistbare redenen en heiligheden die nu op niets gebaseerd blijken te zijn, en daardoor voelen we ons nog steeds gekwetst — of misschien beangstigd. Vandaar dat tegenwoordig elke simulatie van diepte overkomt als kitsch, en iedere concessie aan de nostalgie ons in wezen nogal goedkoop voorkomt. De diepte lijkt te zijn verworden tot een dumphandel voor bejaarden, voor de wat dommige en armere medemens.
De barbaren vertegenwoordigen de zwaartekracht van de massacultuur. Onder hen zijn ontwikkelde burgers die zich gedwee laten meevoeren, die zich absoluut niet willen verzetten, uit angst voor verandering in een wereld die steeds sneller verandert. Maar tegelijkertijd is er dat brandende verlangen naar beweging en sensatie. Daarom kan Eelco Bosch van Rosenthal stellen dat hij ‘tegen aardbevingen’ is, ‘maar’ dat het tegelijkertijd voor hem ‘prachtig is om er verslag van te doen.’ Zolang hijzelf maar buiten schot blijft, en datgene waarvan hij ‘verslag’ doet, geen negatieve consequenties voor hemzelf heeft. Die houding tekent de diepe vervreemding in het Westen. De postmoderne massamens is vervreemd van zijn omgeving én van zichzelf, en is daardoor ontheemd geraakt. In het postmoderne bewustzijn bestaat geen waarheid en geen werkelijkheid, maar een alles overheersend gevoel van onverschilligheid en onwetendheid. Een schitterend voorbeeld hiervan gaf mijn oude vriend Geert Mak toen hij op vrijdag 14 oktober 2016 optrad in het televisieprogramma College Tour om als ‘de chroniqueur van Amsterdam, Nederland, Europa en Amerika,’ te vertellen dat hij de nietszeggende televisiedebatten tussen Trump en Clinton op de voet volgt, ‘Ik zit er bovenop, omdat het ook woest belangrijk is.’ Zich tot het jeugdige studentenpubliek richtend, zei hij vervolgens met grote nadruk:
Ik zou bijna tegen jullie willen zeggen: als je vrienden hebt in Amerika, familie, geliefden, bindt ze op het hart om te stemmen en niet op een kleine, onafhankelijke, maar inderdaad, desnoods met een wasknijper op de neus, op Hillary Clinton omdat Trump echt een gigantisch gevaar voor ons allemaal is,
In het nieuws
Opnieuw meent Mak de toekomst te kunnen voorspellen, nog steeds beseft deze valse profeet niet dat hij zich als een een charlatan gedraagt. In 2004, drie jaar voor het begin van de desastreuze kredietcrisis die een nog steeds voortdurende economische crisis veroorzaakte, eindigde hij zijn bestseller In Europa met de conclusie dat:
Europa als vredesproces een eclatant succes [was]. Europa als economische eenheid is ook een eind op weg.
De Joegoslavische oorlogen waren Mak kennelijk ontgaan, evenals het feit dat ondanks de ontbinding van het Warschau Pact de NAVO druk doende was in ledenaantal te verdubbelen en bovendien haar militaire bases steeds verder oostwaarts uitbreidde. Met als resultaat dat de Russische Federatie vandaag de dag vanaf de Baltische staten via Oost-Europa en de Kaukasus helemaal tot aan Oezbekistan en Kirgizstan en zelfs door NAVO-lid Canada is omsingeld, hetgeen de spanningen met Rusland tot een buitengewoon gevaarlijk hoogtepunt heeft opgevoerd. Mak zwetst maar wat. Uit eigen ervaring weet ik dat hij doorgaans slecht geïnformeerd is, en als opportunist met elke wind meewaait. Als opiniemaker is hij een ongeleid projectiel wiens vaak ondoordachte meningen van het ene op het andere moment als een blad aan een boom kunnen omslaan. Opmerkelijk genoeg komt hij er telkens weer mee weg, wat andermaal demonstreert hoe onbenullig en autistisch de Nederlandse zogeheten ‘politiek-literaire elite’ is. Geheel in strijd met de werkelijkheid beweerde Mak in 2012 dat de schrijnende armoede 'onderhuids natuurlijk wel' degelijk een topic was bij de presidentsverkiezingen. ‘Bij Obama speelt het erg over het verdedigen van verworven rechten.' Geruststellend suggereerde Mak destijds dat de almaar breder wordende kloof tussen arm en rijk in de Verenigde Staten tijdens de tweede termijn van Obama kleiner zou worden. Hij voegde daar naderhand bij de EO-Radio aan toe dat ‘het beter voor Nederland en de internationale gemeenschap [is] dat Obama de verkiezingen wint.’ Ook dat was een leugen, gezien het aantal oorlogen dat Obama tegen zijn verkiezingsbeloftes in bleef voeren en de talloze drone-aanvallen met hun buitengerechtelijke ‘targeted killings’ in soevereine staten. Opnieuw, uit ervaring weet ik dat Geert Mak als een kameleon meebeweegt met degene die tegenover hem zit. Onthullend was dat hij de College Tour begon met de opmerking dat ‘ik een sterk ontwikkeld schuldgevoel [had],’ door zijn gereformeerde jeugd, ‘als je één keer gereformeerd bent geweest, laat dat je nooit meer los. Zo is het gewoon. Het is een stempel.’ Maar het opmerkelijke is juist dat hij ondanks zijn ‘gereformeerde’ signatuur nu geen enkel ‘schuldgevoel’ meer bezit, laat staan dat deze emotie bij hem ‘sterk ontwikkeld’ is. Zijn opportunistisch karakter heeft van hem een conformist gemaakt. En vandaar dat hij zich fel uitspreekt tegen Trump ten faveure van Hillary Clinton. In zijn simplistisch, populistisch jargon zei Mak:
Als zo’n man met zijn vingers aan de atoomknop gaat zitten, zijn we niet jarig, en er is onder de Hillary-aanhangers, zeker bij jongeren, een sterke neiging om te zeggen: Nou, laat het dan maar lopen, nou dan komt de grote kladderatsj maar. Je wilt niet weten wat er gebeurt als de grote kladderatsj komt.
Als die ‘grote kladderatsj komt’ dan zal dit mede dankzij de inzet van Mak’s held Obama mogelijk zijn gemaakt, want de huidige Amerikaanse president heeft een begin gemaakt van de algehele vernieuwing van het nucleaire arsenaal waarover de VS beschikt, met als totale kosten naar schatting één biljoen dollar, oftewel een miljoen keer een miljoen. Dit astronomisch hoge bedrag had natuurlijk door Obama beter besteedt kunnen worden aan de bittere armoede in een land waar in 2015 één op de vijf kinderen ‘in food-insecure households’ opgroeide. Ook onder ‘Obama’ werden ‘verworven rechten’ verder aangetast. Februari 2016 berichtte de Amerikaanse website CounterPunch: ‘What is perhaps most critical are the trends. These trends show that wealth has become more concentrated and more people are deemed by the government to be poor.’
Maar voor feiten is ‘de chroniqueur’ van het Westen niet gevoelig. Het gaat hem om het gevoel, het brede gebaar, maximale publieke aandacht die de oplages van zijn boeken omhoog jagen. Laten we daarom ‘met een wasknijper op de neus’ eens kijken of mevrouw Clinton met minder oorlogszuchtige vingers ‘aan de atoomknop gaat zitten.’ In het laatste hoofdstuk, getiteld ‘The War Party,’ van haar boek Queen of Chaos. The Misadventures of Hillary Clinton (2016) zet de Amerikaanse ‘veteran journalist’ Diana Johnstone uiteen dat
The American people are prisoners of the illusion of being ‘the exceptional nation’ called upon to ‘shape’ the world. This illusion is maintained by the political branch of the entertainment industry: politicians, mass media news coverage, defense intellectuals, commentators.The show is brought to us by their sponsors.
To know who those sponsors are, take a look at the list of Clinton Foundation donors who have contributed millions of dollars, supposedly for charity — the sort of charity that begins at home. These are philanthropists who give in order to get. Eight digit donors include: Saudi Arabia, the pro-Israel Ukrainian oligarch Victor Pinchuk, and the Saban family. Pinchuk has pledged millions to a branch of the Foundation, the Clinton Global Initiative, for a program to train future Ukrainian leaders according to ‘European values.’ Seven digit donors include: Kuwait, Exxon Mobil, ‘Friends of Saudi Arabia,’ James Murdoch, Qatar, Boeing, Dow, Goldman Sachs, Walmart and the United Arab Emirates. Cheapskates (schraalhanzen. svh) paying their dues to the Clintons with contributions above only half a million include: the Bank of America, Chevron, Monsanto, Citigroup and the inevitable Soros Foundation. What is it about the Clintons that the inevitable Soros Foundation. What is it about the Clintons that makes them so popular, particularly with Saudi Arabia?
With friends like that, you need enemies. And Hillary knows where to find them — in countries these friendly donors don't like.
In her driving ambition to be the First Woman President of the United States, Hillary Rodham Clinton has made herself a figment (verzinsel. svh) of the collective imagination by fitting herself into the role salesperson for the ruling oligarchy:
She has shifted her interest from children’s rights, a field with no big money backers, to promotion of military power (also known as known as ‘the only language they understand’).
She has spread the message that U.S. interference in other countries is motivated by the generous impulse to spread ‘our ideals’ to the dark corners of elsewhere.
She readily treats foreign heads of state with dehumanizing contempt, declaring that they have ‘no soul,’ or ‘no conscience,’ and dismissing them as lowly creatures that ‘must go.’
She ‘misspeaks,’ but sees nothing wrong with that. In politics, who doesn't ‘misspeak’? She is not there to tell the truth, but to tell her story.
She can still pose as a woman whose only aspiration is to ‘break the glass ceiling’ for the benefit of all women, who will now be able to fill all the top jobs in the country... thanks to Hillary!
In short, she has used all the stereotypical clichés of the ‘exceptional America’ narrative as rungs (treden. svh) in her ladder tot the top.
Hillary Clinton's performance as Secretary of State was a great success in one respect: it has made her the favorite candidate of the War Party. This appears to have been her primary objective.
But Hillary Clinton is far from being the whole problem. The fundamental problem is the War Party and its tight grip on U.S. policy.
One reason there is so little public resistance is that the wars started by the War Party hardly feel like real wars to the American people. Americans are seeing their homes blown up. The drone armada is removing the inconvenience of ‘boots on the ground' veterans coming home with post-traumatic stress syndrome. War from the air is increasingly safe, distant, invisible. For most Americans, U.S. wars are simply a branch of the entertainment industry, something to hear about on television but rarely seen. These wars give you a bit of serious entertainment in return for your tax dollars. But they are not really a matter of life and death.
In fact, it hardly seems to matter what happens in these wars. The United States no longer even makes war in order to win, but rather to make sure that the other side loses. Hillary Clinton accused Vladimir Putin, quite falsely, of adhering to a ‘zero-sum game in which, if someone is winning, then someone else has to be losing.’ The United States is playing something even worse: a ‘no win,’ or a ‘lose-lose,’ game in which the other side may lose, yet the United States cannot be called the winner. These are essentially spoiler (vernietigings. svh) wars, fought to get rid of real or imagined rivals; everyone is poorer as a result. Americans are being taught to grow accustomed to these negative wars, whose declared purpose is to get rid of something — a dictator, or terrorism, or human rights violations.
The United States is out to dominate the world by knocking out the other players.
‘Our ideals’ are part of the collateral damage. With its wartime crackdown on internal enemies and its Homeland Security and Patriot Acts, the United States is not only sacrificing its own freedom, it is undermining the very belief in progressive values: in democracy, in progress, in science and technology, in reason itself. By loudly identifying itself with these values, the United States is actually promoting their rejection. Such ideals increasingly resemble a mere camouflage for aggression. What is the use of democratic and liberal ideals when they are reduced to serving as pretexts for war?
And yet, opposition to the War Party is certainly shared by countless Americans. It is probably much greater than the pro-war establishment realizes. But those who are increasingly alarmed by the danger feel helpless to do anything about it. This is because the War Party is firmly in control of the two-party political system. In February 2015, Paul Craig Roberts wrote:
‘Jobs offshoring destroyed the American industrial and manufacturing unions. Their demise and the current attack on the public employee unions has left the Democratic Party financially dependent on the same organized private interest groups as the Republicans. Both parties now report to the same interest groups. Wall Street, the military/security complex, the Israel Lobby, agribusiness, and the extractive industries (oil, mining, timber) control the government regardless of the party in power. These powerful interests all have a stake in American hegemony. The message is that the constellation of forces precludes internal political change.’
And he concluded that: ‘Hegemony's Achilles' heel is the US economy.’
Belangrijk is te weten dat in tegenstelling tot de journalist Mak de academicus dr. Paul Craig Roberts een insider is, die de werking van de Amerikaanse macht van binnen uit kent, aangezien hij ‘Assistant Secretary of the Treasury for Economic Policy (staatssecretaris van Financiën onder president Reagan. svh) [was] and associate editor of the Wall Street Journal. He was columnist for Business Week, Scripps Howard News Service, and Creators Syndicate. He has had many university appointments. His internet columns have attracted a worldwide following. Roberts' latest books are The Failure of Laissez Faire Capitalism and Economic Dissolution of the West, How America Was Lost, and The Neoconservative Threat to World Order.’ En ook Diana Johnstone kent de macht uit directe ervaring. Zij was van 1990 tot 1996 de perswoordvoerder van ‘The Green Group in the European Parliament.’ Welnu, maandag 29 augustus 2016 waarschuwde Paul Craig Roberts voor het volgende gevaar:
Paul Wolfowitz and the lies that he told in the high government positions that he held are responsible for a massive number of deaths and massive destruction in seven countries. Wolfowitz has announced his vote for Hillary Clinton. Does this make you feel reassured?
The real surprise would have been Wolfowitz’s announcement in favor of Donald Trump. So why was what was expected news?
Trump has said that he doesn’t see any future in the conflict Washington has initiated with Russia, and Trump questions the point of NATO’s continuing existence. These peaceful attitudes make Trump into a ‘national security risk’ according to Wolfowitz. What Wolfowitz means is that a peace candidate is a threat to Wolfowitz’s doctrine of US world hegemony. In the crazed mind of Wolfowitz and the neoconservatives, America is not safe unless it rules the world.
Hillary is a warmonger, perhaps the ultimate and last one if she becomes president, as the combination of her hubris and incompetence is likely to result in World War 3…
Hillary is the one who brought zionist neocon Victoria Nuland into the State Department to oversee the US coup in Ukraine in order to create more propaganda against Russia and force Washington’s European vassals to impose sanctions and place military bases on Russia’s borders, thus provoking a nuclear power and raising dangerous tensions.
This fits in perfectly with Wolfowitz’s intention. As Wolfowitz is Hillary’s likely Secretary of Defense, the two together mean World War 3.
When the Soviet Union collapsed, Wolfowitz, then a high Pentagon official, penned the Wolfowitz doctrine. The doctrine states that the principal goal of US foreign policy is to prevent the rise of other countries that could serve as constraints on US unilateralism. This means Russia and China, The combination of Hillary with Wolfowitz should scare everyone in the entire world. The prospect of nuclear weapons being in such crazed hands as those of Hillary and Wolfowitz is the most alarming though imaginable.
The question is whether Hillary can be elected in the face of her violations of national security rules, for which she received a pass from corrupt Obama, and her heavily documented self-dealings that have produced a Clinton private fortune of $120 million and $1,600 million in their foundation. It is completely clear that the Clintons use public office for their private aggrandizement. Is this what Americans want? Two people who become even more rich as the world is led into nuclear war?
Hillary Clinton sluisde onder Obama neoconservatieven naar binnen. Dezelfde neoconservatieven die net als zij de illegale oorlog in Irak hadden voorgesteld en goed gekeurd. Mevrouw Nuland werd vooral bekend door tijdens de door de VS en de EU betaalde verdrijving van de democratisch gekozen Oekraïense regering te reageren met 'Fuck the EU,' zodat Washington en Wall Street konden bepalen wie in de nieuwe Oekraïense regering zou mogen plaatsnemen.
Kortom, gezien Hillary Clinton’s verleden is zij gevaarlijker voor de internationale gemeenschap dan Trump, en is Geert Mak’s oproep om op mevrouw Clinton te stemmen geen alternatief voor vrede, zoals ‘de populairste geschiedenisleraar van het land’ suggereert. Wat hierbij opvalt is dat Mak niets geleerd heeft van zijn eigen familiegeschiedenis. Zijn vader, dominee Catrinus Mak, meende in 1936 dat hij publiekelijk kon oordelen dat de Neurenberger Rassenwetten van de nazi’s, waarbij de joodse Duitsers uit de gemeenschap werden gestoten, ‘op staatsterrein tolerabel’ waren. Hier is sprake van het 'anarchisme' van de kleinburger die nergens in gelooft, zelfs de dominee gelooft niet in de geboden van zijn gereformeerde god, en verraadt voor een paar zilverlingen 'het uitverkoren volk.' Gelijk zijn vader meent ook Geert Mak al geruime tijd dat hij in staat is te beoordelen wat goed of kwaad is voor de mensheid. Op die manier weet hij, net als zijn vader in het interbellum, de meest gore politiek te rechtvaardigen. Moeiteloos kan mijn oude vriend dan ook in zijn boek Reizen zonder John. Op zoek naar Amerika (2012) stellen dat de VS na 1945 ‘decennialang als ordebewaker en politieagent [fungeerde],' zonder ook maar één woord te wijden aan de miljoenen doden, verminkten en gewonden die de Amerikaanse buitenlandse politiek heeft veroorzaakt. Net als zijn vader de geestelijke leidsman was voor zijn gereformeerde gemeente, zo is de —volgens eigen zeggen wedergeboren christen — Mak junior nu de politieke gids van het grote publiek. Het gevaar hier is dat Geert Mak als een aardige man overkomt, een vriendelijke kleinburger die de oer-Hollandse regel: ‘doe maar normaal dan doe je al gek genoeg,’ met de paplepel is ingegoten, en die derhalve elke controverse vermijdt, ervan uitgaand dat je in een klein land iedereen te vriend moet houden. Het gevolg is dat, zo weet ik uit mijn al 35 jaar durende contact met hem, dat hij geen diep doorleefde principes bezit. Daardoor is hij geknipt voor de mainstream-media, Geert vertelt precies welke opvatting op een bepaald moment in zwang is. Men kan met hem alle kanten op, hij dobbert met elke stroom mee, totdat hij, net als zijn vader, ‘veel later’ ontdekt dat hij al die tijd aan de verkeerde kant stond, en dan zal hij, net als zijn vader, zich ‘diep’ schamen voor wat Catrinus eufemistisch zijn ‘schuldige tijdgebondenheid’ noemde. Maar tot dat moment zal zoon Geert zich schaamteloos gedragen, omdat hij domweg niet anders kan. Mak overziet de consequenties niet van de nonsens, waarin hij zelf is gaan geloven. Waarom niet? Wel, hij wordt niet door altruïsme gedreven, maar door een combinatie van pathologische ijdelheid en een al even ziekelijke behoefte aan aandacht, aan bevestiging, die hij als ‘nakomertje,’ met zes oudere broers en zusters, kennelijk onvoldoende kreeg. Daarom is hij bereid zijn ziel te verkopen aan de hoogste bieder. Het is een oud en bekend verhaal, en het enige dat ik kan doen is het nog eens vertellen, maar meer ook niet. Gods wegen zijn ondoorgrondelijk en zelden aangenaam. In verband met de lengte stop ik hier. Later meer.
Links ijdeltuit Twan Huijs, rechts ijdeltuit Geert Mak. Achter hen, hun zwijgzame witte publiek. Er lijkt niets te veranderen in Nederland. De jaren vijftig revisited.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten