In the European Union (EU), a farm disappears every minute: for the majority of farmers, the current Common Agricultural policy (CAP) does not make it possible to earn their living with dignity from their work.
http://viacampesina.org/en/index.php/news-from-the-regions-mainmenu-29/583-for-fair-sustainable-and-mutually-supportive-agriculture-policies
http://viacampesina.org/en/index.php/news-from-the-regions-mainmenu-29/583-for-fair-sustainable-and-mutually-supportive-agriculture-policies
Tijdens zijn uitverkochte Abel Herzberg-lezing op zondag 22 september 2013 in de Oosterhuiszaal van De Rode Hoed riep opiniemaker Geert Mak het merendeels bejaarde publiek met klem op:
Erken de behoefte van mensen aan thuis!
Inmiddels de 65 gepasseerd had de mainstream auteur bij zichzelf het verlangen ontdekt naar 'thuis,' naar het geworteld zijn, naar het bij een gemeenschap behoren. Kennelijk begon hij op zijn oude dag de vervreemding, die inherent is aan het kapitalistische productie- en consumptiesysteem, als beklemmend te ervaren. Mak lichtte het als volgt toe:
Jarenlang was Amsterdam mijn stad, en Jorwerd was mijn dorp. In Amsterdam zal ik vermoedelijk altijd wel blijven, het is mijn grote liefde. Maar vorig jaar verkasten mijn vrouw en ik vanuit het Friese Jorwerd naar een andere plek. Op het oog leek dat een vrij technische operatie, maar wat een ingreep bleek die verhuizing te zijn.
Opeens wisten we niet meer wie op die trekker ver weg in het land aan het werk was, en waarom. Opeens kenden we de verhalen en de geschiedenis van onze buren niet meer.
Net als in zijn boeken schampt Mak hier langs de werkelijkheid. Essentiële informatie die een ander licht werpt op zijn verhaal, verzwijgt de bestseller-auteur in een poging zijn mythologisering van de realiteit kracht bij te zetten, een verdichting die in dezelfde lezing tenslotte kort werd samengevat met de leuze 'Geen Jorwerd zonder Brussel.' Mak ontweek namelijk de reden te vertellen waarom hij was vertrokken uit zijn geliefde, pastorale Jorwerd dat alleen nog kan overleven door de neoliberale Europese Unie, waarvoor Mak enthousiast propaganda maakt. Geert Mak en zijn vrouw Mietsie werden door de omstandigheden gedwongen uit te wijken naar een boerderij nabij het beroemde bruggetje van Bartlehiem. Het probleem was dat zijn buurboer, van wie hij 'de geschiedenis' zegt te kennen, moest uitbreiden om te voorkomen slachtoffer te worden van de kapitalistische landbouwpolitiek van de EU, waarbij blinde groei de enige overlevingskans biedt. Feit is namelijk dat uit cijfers van eind 2012 het volgende blijkt:
Steeds meer boeren houden het voor gezien. Elke dag weer trekken zeven agrariërs voorgoed de deur achter zich dicht. Sinds 2000 zijn al bijna 30.000 boerengezinnen gestopt. Dat blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek.
Nederland telde in 2000 97.389 landbouwbedrijven. Vorig jaar was dat aantal gedaald naar iets meer dan 70.000. Dit jaar staat de teller op minder dan 69.000. Dat betekent een daling van bijna 30 procent in twaalf jaar tijd.
Wil een boer overleven moet hij onderdeel zijn van het agro-industriële systeem, en aldus maakte de Europese schaalvergroting een einde aan het verblijf van Geert en Mietsie Mak nabij Jorwerd, het dorp waar de God van de christenen plaats maakte voor de Mammon van het geld. Het wonderlijke hierbij is dat juist de auteur van Hoe God verdween uit Jorwerd moet hebben beseft dat 'de stille revolutie,' zoals hij het noemde, al decennialang de stilte op het platteland verwoest. De kapitalistische onverzadigbaarheid laat niets ongeschonden. Het is het een of het ander. Als zoon van een evangelisatie-predikant weet hij dat dit aloude probleem zo helder beschreven staat in het Evangelie volgens Matteüs 6:24, dat de gelovigen vertelt:
Niemand kan twee heren dienen: hij zal de eerste haten en de tweede liefhebben, of hij zal juist toegewijd zijn aan de ene en de andere verachten. Jullie kunnen niet God dienen én de mammon.
Om de EU groot en machtig te kunnen maken moest Mak, net als God, uit Jorwerd verdwijnen. De idyllische rust rond zijn moderne landhuis moest verstoord worden, juist omdat er 'Geen Jorwerd zonder Brussel' meer mogelijk is, zoals hijzelf met grote stelligheid heeft verkondigd.
Steeds meer boeren houden het voor gezien. Elke dag weer trekken zeven agrariërs voorgoed de deur achter zich dicht. Sinds 2000 zijn al bijna 30.000 boerengezinnen gestopt. Dat blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek.
Elke dag weer stoppen 7 boeren in Nederland met het boerenbedrijf, en hetzelfde proces voltrekt zich in alle landen van de Europese Unie.
Ook grote Britse melkveehouders stoppen
In het Verenigd Koninkrijk stoppen meer melkveehouders met hun bedrijf dan verwacht. Uit een onderzoek bij 363 bedrijven blijkt 12,4% hiervan tijdens de afgelopen twee jaar de melkproductie gestaakt te hebben. Daaronder zijn ook grote efficiënte bedrijven, blijkt uit onderzoek van landbouweconoom David Colman voor DEFRA. Als deze uittocht zo doorgaat zal het Verenigd Koninkrijk in 2007/2008 1 miljard liter onder haar quotum van 14,4 miljard liter komen.
De lage melkprijzen en ingrepen vanuit de EU hebben veel Britse melkveehouders ertoe gebracht te stoppen. Sinds april 2003 volgde de onderzoeker 363 melkvee-bedrijven. Daarvan hebben er inmiddels 45 de melkproductie gestaakt. Daaronder waren 8 bedrijven met 100-149 melkkoeien en 5 bedrijven met meer dan 150 melkkoeien.
http://melkveehouders.nieuwsgrazer.nl/topic/40372/ Alleen de financieel sterkste boeren, d.w.z. degenen die het meest bij de banken kunnen lenen en daardoor in aanmerking komen voor subsidies, overleven de kaalslag. Maar niet alleen de Europese boeren zijn de dupe van de onstuitbare neoliberale 'rationalisering' van landbouw en veeteelt, ook de boeren in ontwikkelingslanden lijden eronder doordat de door de EU gesubsidieerde agrarische wereld zijn overschotten tegen afbraakprijzen dumpt in arme landen, die daardoor nog armer worden. Zelfs in het Kaukasische Georgië sprak ik in 2010 boeren die door de agrarische politiek van 'Brussel' werkloos waren geraakt. Daar zag ik opnieuw dat de 'vrije markt' niet kan bestaan wanneer de EU-overschotten tegen afbraakprijzen worden verkocht. Het is ook veelzeggend dat Geert Mak zweeg over de reden waarom hij Jorwerd ontvluchtte; ook hier weer blijkt zijn verhaal bij nadere beschouwing uiteindelijk een leugen te zijn. De geschiedenis van zijn buurman verschilt in wezen weinig van die van Mak zelf. Als bestseller-auteur moet ook hij zich richten naar de markt, naar de mainstream-opvattingen van zowel het geïndoctrineerde grote publiek als de economische en politieke macht. Dat feit werd opnieuw benadrukt door de Amerikaanse journaliste van The New Yorker, Jane Mayer, winnares van de 2013 I.F. Stone Medal for Journalistic Independence. Begin februari 2011 wees zij er nog eens op dat 'Government officials lie. They lie to reporters boldly and straight-faced.' Het betreft niet alleen de dagelijkse 'kleine leugens,' maar ook de levensgevaarlijke grote leugens 'like a government practically manufacturing a false rationale for a war,' zoals we het afgelopen decennium hebben kunnen zien. Desastreuze leugens die door de propagandistische mainstream pers worden verspreid. Leugens als Geert Mak's beweringen dat de VS 'decennialang als ordebewaker en politieagent' heeft gefungeerd, en dat 'het beter is voor Nederland en de internationale gemeenschap dat Obama de verkiezingen wint,' zoals hij voorafgaand aan diens herverkiezing zei. In tegenstelling tot Mak onderzocht de vooraanstaande Amerikaanse oorlogscorrespondent Jeremy Scahill de buitenlandse politiek van president Obama. Laat ik beginnen met hem te introduceren:
Scahill has won numerous awards, including the prestigious George Polk Award (twice), numerous Project Censored Awards, and the Izzy Award, named after the muckraking journalist I. F. Stone. He was among the few Western reporters to gain access to the Abu Ghraib prison when Saddam Hussein was in power and his story on the emptying of that prison won a 2003 Golden Reel Award from The National Federation of Community Broadcasters. In 2013, he was awarded the Windham–Campbell Literature Prize, one of the richest literary awards in the world.
Jeremy Scahill is
National Security Correspondent for The Nation magazine and author of the international bestseller Blackwater: The Rise of the World’s Most Powerful Mercenary Army, which won the George Polk Book Award. His newest book is Dirty Wars: The World Is a Battlefield, published by Nation Books on April 23, 2013. On June 8, 2013, the documentary film of the same name was released.
In de filmdocumentaire Dirty Wars. The World Is A Battlefield laat Scahill een Amerikaanse insider aan het woord over JSOC, The Joint Special Operations Command, een organisatie die alleen verantwoording schuldig is aan de Amerikaanse president, die via geheime operaties JSOC overal ter wereld laat opereren als een doodseskader. De insider vertelt dat JSOC
— handles all of the sensitive counterterrorism missions as the U.S. government directs. And over time that was perverted into doing things that are far outside of its mandate.
Scahill die in verschillende land de activiteiten van JSOC onderzocht en tot de ontdekking kwam dat daarbij gewone burgers, zwangere vrouwen kinderen, soms zelfs door de Amerikanen opgeleide politiefunctionarissen, zonder enige aanleiding vermoord werden, stelde de vraag wat JSOC in Yemen aan het doen was:
— Airstrikes, targeted killings. The world is a battlefield and we are at war, therefore the Joint Special Operations Command can go wherever they please and do whatever it is they want to do in order to achieve the national security objectives of whichever administration happens to be in power.
En als daarbij onschuldige slachtoffers vallen dan zijn die op het verkeerde moment op een verkeerde plaats, zoals een hoge Amerikaanse militair buiten dienst openlijk verklaart. Scahill vroeg de insider: 'Where there ways that JSOC was being used that you found objectionable?'
— I did. There was a lot of trepidation about what we were being asked to do and where and for what purpose. A lot of it was of questionable legality. And most of it was outside of any stated battlefield. Kinetic operations, whether it is capture or kill, in some cases to detain people as directed by the United States government. They launched their own internalized interrogation program without the knowledge of the conventional U.S. military forces or even the Central Intelligence Agency. Because of the extreme secrecy surrounding the program, there was a variety of abuses.
Scahill: Torture?
— I would say, yes. The president has made a political and military calculation to let the Joint Special Operations Command run wild.
Scahill: Do you think JSOC is able to hit harder under president Obama than they were under president Bush?
— Harder, faster, quicker with the full support of the White House,
en dit alles zonder medeweten en dus zonder goedkeuring van het Amerikaanse volksvertegenwoordigers in het Congres. JSOC zou men kunnen vergelijken met de Praetoriaanse garde in het Romeinse rijk:
De Praetoriaanse garde (of Praetoriaanse Wacht) was een speciale militaire eenheid gevormd door Romeinse militaire elite die de keizerlijke lijfwacht vormde… Niet alleen zou de keizer nu de garde als zijn privé-leger kunnen gebruiken, maar het zou eveneens een groot gevaar betekenen zodra hij de controle erover verliest.
Ook hier is sprake van een in wezen ongecontroleerd privé-leger dat overal kan worden ingezet tegen iedereen, zelfs tegen Amerikaanse burgers, zoals Scahill in zijn 642 pagina's tellende gedocumenteerde boek Dirty Wars aantoont. Het feit dat opiniemaker Geert Mak in 2012 via de EO-radio onweersproken kon beweren dat 'het beter is voor Nederland en de internationale gemeenschap dat Obama de verkiezingen wint,' getuigt van een misdadige onwetendheid, zowel bij Mak als bij de zogeheten 'politiek-literaire elite' in de polder. In het kleine Nederland waar iedereen elkaar kent kunnen dissidente stemmen moeiteloos uit de mainstream-pers worden geweerd, terwijl er te weinig tegenstemmen zijn om een bloeiende alternatieve pers mogelijk te maken. In een groot land als de VS, bestaat een echt 'vrije pers,' die buiten de mainstream om een eigen publiek heeft. Daar wordt de kritische pers dan ook het vuur aan de schenen gelegd. Jane Mayer:
Today, however, the threat isn’t just about being put out of business. It’s about being put in jail. The government’s growing prosecution of national security leakers under the Espionage Act is a watershed escalation of the longstanding tensions between the government and the Fourth Estate, blurring the distinction between journalism and espionage, and between dissent and treason.
I fear that vital coverage will be in peril if we allow this to become the new normal. The chill is already palpable. Several sources of mine have faced federal investigations. They’ve had to hire lawyers at draining personal expense. Just a few weeks ago, a new potential source asked whether his e-mails and phone calls were protected if he conversed with me. Even though I now know how to use an encrypted e-mail program, I couldn’t really reassure him totally, which of course impedes news-gathering.
http://www.nieman.harvard.edu/reports/article/103042/Access-Is-Overrated.aspx
Stap voor stap verandert de kapitalistische 'democratie' in een totalitaire staat, waar de uitvoerende macht in toenemende mate verregaande bevoegdheden naar zich toe heeft getrokken. Dit fenomeen is niet nieuw, maar gebeurt telkens wanneer de oorspronkelijke impuls, die een cultuur maakt tot wat het is, uitgeput raakt. Dit proces wordt vergemakkelijkt door de woordvoerder van de macht, de opiniemakers, de journalisten van het allooi Geert Mak. In The Unsettling of America. Culture & Agriculture beschreef de Amerikaanse auteur en cultuurcriticus Wendell Berry hoe het kleurloze midden het grote gevaar vormt voor de overleving van de soort, aangezien het niet in staat is zich aan te passen aan een radicaal veranderende situatie. Hij stelde vervolgens:
‘Like many another orthodoxy, it would rather die than change, and may change only by dying. This determination is enforced both from within and from without.’
Berry doelde op de leugens van de rechtzinnigen in de leer, die niet kunnen afwijken van de diepst gekoesterde en reeds overleefde dogma’s. Een duidelijk voorbeeld hiervan is de doctrine van de winst, waarbij de gelovigen ervan uitgaan dat concerns steeds meer winst moeten maken. Het bestrijden van dat dogma is een taboe in onze cultuur, het winstprincipe staat buiten discussie, dit onderwerp kan niet besproken worden door de massamedia, net zo min als de geestelijkheid in de middeleeuwen het bestaan van de judeo-christelijke god ter discussie kon stellen. Berry zelf geeft het volgende voorbeeld:
The pattern of orthodoxy in religion, because it is well known, gives us a useful paradigm. The encrusted religious structure is not changed by its institutional dependents – they are part of the crust. It is changed by one who goes alone to the wilderness, where he fasts and prays, and returns with cleansed vision. In going alone, he goes independent of institutions, forswearing orthodoxy ('right opinion'). In going to the wilderness he goes to the margin, where he is surrounded by the possibilities – by no means all good – that orthodoxy has excluded. By fasting he disengages his thoughts from the immediate issues of livelihood; his willing hunger takes his mind off the payroll, so to speak. And by praying he acknowledges ignorance; the orthodox presume to know, whereas the marginal person is trying to find out. He returns to the community, not necessarily with new truth, but with a new vision of the truth; he sees it more whole than before.
Dit laatste is een fundamenteel andere instelling dan die van bijvoorbeeld de televisiejournalist Chris Kijne die bereid is om -- in zijn woorden -- ‘de waarheid , niets dan de waarheid’ te verzwijgen in een poging ‘even een hoger belang’ te dienen, dat hij verder niet omschrijft maar dat in de praktijk neerkomt op het beschermen van de failliete ideologie van de orthodoxy, in dit geval de luchthandel van de bankiers.
Tegenover Vrij Nederland verklaarde Geert Mak:
De Amerikanen ook wel reden [hadden] om zichzelf de uitverkoren natie te vinden, het land was een paradijselijk land.
Deze bewering geeft een verkeerde voorstelling van zaken, want niet het 'paradijselijke land' zorgde ervoor dat 'de Amerikanen... zichzelf de uitverkoren natie' vonden, maar in eerste instantie het christendom, het feit dat de Europese binnendringers hun god superieur vonden, en dus ook zichzelf. En toen hun god begon te sterven vonden de blanken zich boven alles en iedereen verheven omdat ze zichzelf Verlicht en rationeel voelden, ware magiërs die de natuur naar hun hand konden zetten. Centraal in beide ideologieēn is de onverschilligheid, angst en daardoor haat tegen de natuur, met als gevolg dat de blanke civilisatie er niet in slaagde in 'de nieuwe wereld' te wortelen. De Indiaanse denker Luther Standing Bear verwees hiernaar toen hij schreef:
The American Indian is of the soil, whether it be the region of forests, plains, pueblos, or mesas. He fits into the landscape, for the hand that fashioned the continent also fashioned the man for his surroundings. He once grew as naturally as the wild sunflowers; he belongs just as the buffalo belonged.
Dit bewustzijn verschilt fundamenteel van die van de blanke imperium-bouwer. Die is altijd op weg, On the Road, op zoek naar goud, naar dat wat hij nog niet heeft. Voor hem biedt het land slechts een tijdelijk onderkomen, hij trekt weer verder zodra hij denkt dat elders meer te halen is. Of zoals de Zuid-Afrikaanse auteur J.M. Coetzee het in zijn roman Waiting for the Barbarians treffend verwoordde:
One thought alone preoccupies the submerged mind of Empire: how not to end, how not to die, how to prolong its era. By day it pursues its enemies. It is cunning and ruthless, it sends its bloodhounds everywhere. By night it feeds on images of disaster: the sack of cities, the rape of populations, pyramids of bones, acres of desolation.
Het kenmerkende verschil tussen beide vormen van bewustzijn schuilt in het Angel-Saksische begrip 'to belong,' dat is afgeleid van het middeleeuwse 'het op elke manier verbonden zijn met, en afhankelijk zijn van alles rondom.'
De Europese kolonisten en hun nakomelingen zijn er nooit echt in geslaagd om dit verbond met de aarde aan te gaan., om organisch en dus geweldloos op te gaan in 'alles rondom.' De christen beschouwde de materie als zondig, de verlichtingsaanhanger zag de natuur als iets dat geëxploiteerd moest worden. Beide doctrines zagen zich niet als natuurlijk onderdeel van de wereld. Cormac McCarthy, de Amerikaanse auteur van No Country for Old Men beschreef deze mentaliteit als volgt in zijn roman De Weg:
Hij had dit gevoel eerder gehad, de verdoving en doffe wanhoop voorbij. Het gevoel dat de wereld bezig was te verschrompelen rond een rauwe kern van ontleedbare eenheden. Dat de namen van dingen langzaam achter die dingen aan wegzonken in de vergetelheid. Kleuren. De namen van vogels. Dingen die je kon eten. Tenslotte de namen van dingen die men voor waar hield. Die brozer bleken dan hij gedacht had. Hoeveel was er al verdwenen? Het heilig idioom werd beroofd van zijn referenten en daarmee van zijn realiteit. Kromp ineen als iets wat warmte probeert vast te houden. Om na verloop van tijd voor eeuwig uit te doven.
Het is de houding van degene die vervreemd is, dat in de negentiende eeuw helder onder woorden werd gebracht door zowel Karl Marx als de Franse socioloog Émile Durkheim, het zich niet verbonden voelen, het ontheemd zijn. Het verloren zijn in een moderne wereld waarin men geen eigen plaats meer heeft en dat de Makkianen er vandaag de dag toe drijft om naar een 'thuis' te verlangen. Een 'thuis' dat met de opkomst vooruitgang wel moest verdwijnen. Wanneer Geert Mak met grote stelligheid bijvoorbeeld beweert dat president Theodore Roosevelt's 'liefde voor deze woeste natuur geen show' was, en dat hij 'een van de grondleggers [was] van het Amerikaanse natuurbehoud' dan is ook dit een romantisering van de werkelijkheid. Zodra namelijk 'deze woeste natuur' commercieel kon worden geëxploiteerd dan was deze overtuigde imperialist van mening dat ‘braakliggende ruimtes’ zeker niet ‘gereserveerd moeten worden voor het gebruik van verspreid levende primitieve stammen, wier leven slechts een paar graden minder betekenisloos, smerig, en meedogenloos is dan dat van de wilde beesten met wie ze het gebied delen.’ De oorspronkelijke bewoners moesten worden vermoord, verdreven dan wel onderdrukt zodat 'de blanke beschaving' de natuur naar haar hand kon zetten, of dat nu met geweld in de VS zelf was, Panama, of de Filipijnen, het maakte allemaal niet uit, niets was heilig. De Amerikaanse Nobelprijswinnar Literatuur John Steinbeck constateerde dan ook tegen het eind van zijn leven dat zijn landgenoten werden gedreven door een
nerveuze rusteloosheid, een honger, een dorst, een brandend verlangen naar iets onbekends – misschien wel moraliteit.
De meeste mensen bezitten een moraal, hoe rudimentair ook, ze kunnen die nooit helemaal afschudden. De Indiaanse auteur N. Scott Momaday, in 1969 winnaar van de Pulitzer prijs voor Fictie, omschreef het in zijn boek The Man Made of Words zo:
For the European who came from a community of congestion and confinement, the West was beyond dreaming; it must have inspired him to formulate an idea of the infinite. There he could walk through geologic time; he could see into eternity. He was surely bewildered, wary, afraid. The landscape was anomalously beautiful and hostile. It was desolate and unforgiving, and yet it was a world of paradisal possibility. Above all, it was wild, definitively wild. And it was inhabited by people who were to him altogether alien and inscrutable, who were essentially dangerous and deceptive, often invisible, who were savage and unholy -- and who were perfectly at home. This is a crucial point, then: the West was occupied. It was the home of peoples who had come upon the North American continent many thousands of years before, who had in the course of their habitation become the spirit and intelligence of the earth, who had died into the ground again and again and so made it sacred. Those Europeans who ventured into the West must have seen themselves in some way as latecomers and intruders. In spite of their narcissism, some aspect of their intrusion must have occurred to them as sacrilege, for they were in the unfortunate position of robbing the native peoples of their homeland and the land of its spiritual resources. By virtue of their culture and history -- a culture of acquisition and a history of conquest -- they were peculiarly prepared to commit sacrilege, the theft of the sacred.
En dat onderbewustzijn blijft knagen aan het zelfbeeld van de moderne mens in zijn van de natuur geïsoleerde bestaan. De mens voor wie niets heilig is, en alles buiten hem onbezield blijft, doodt daarmee een deel van zichzelf en daarvoor moet hij een prijs betalen. Wendell Berry:
The willingness to abuse other bodies is the willingness to abuse one's own. To damage the earth is to damage your children. To despise the ground is to despise its fruit; to despise the fruit is to despise its eaters. The wholeness of health is broken by despise. If competition is the correct relation of creatures to one another and to the earth, then we must ask why exploitation is not more successful than it is. Why, having lived so long at the expense of other creatures and the earth, are we not healthier and happier than we are? Why does modern society exist under constant threat of the same suffering, deprivation, spite, contempt, and obliteration that it has imposed on other people and other creatures? Why do the health of the body and the health of the earth decline together? And why, in consideration of this decline of our worldly flesh and household, our 'sinful earth,' are we not healthier in spirit?
Opmerkelijk is dat de discussie onder de intelligentsia van de VS veel diepgaander is dan is op te maken uit Mak's Reizen zonder John, dat telkens weer langs de realiteit schampt. Wendell Berry is slechts een van de vele voorbeelden van de wijze waarop de Amerikaanse intellectuelen analyseren:
Everything in the Creation is related to everything else and dependent on everything else. The creation is one; it is a uni-verse, a whole, the parts of which are all 'turned into one.' [...] If a culture is to hope for any considerable longevity, then the relationships within it must, in recognition of their interdependence, be predominantly cooperative rather than competitive. A people cannot live long at each other's expense or at the expense of their cultural birthright -- just as an agriculture cannot live long at the expense of its soil or its work force, and just as in a natural system the competitions among species must be limited if all are to survive.
Dit inzicht toont een heel ander soort 'liefde' voor de natuur, dan de 'liefde voor deze woeste natuur,' die Geert Mak claimt. 'Liefde' zonder respect is geen 'liefde,' en daarom is Mak's woordgebruik in het geval van Theodore Roosevelt onjuist. Zodra de grond geen directe economische waarde had, mocht het van de president een nationaal park worden dat via toerisme weer geëxploiteerd kon worden. Ondertussen werd zijn imperialistische beleid bepaald door economische belangen, waaraan de natuur en de mens respectloos werden onderworpen. Roosevelt's adagium daarbij was 'we do not admire the man of timid peace. We admire the man who embodies victorious effort.' Desalniettemin beweert Mak op pagina 295 van zijn reisboek dat als 'een van de grondleggers van het Amerikaanse natuurbehoud' Theodore Roosevelt
brak... met de Amerikaanse frontier-filosofie van grenzeloosheid en eeuwige overvloed, een ruimte die geen einde kende...
Deze bewering verraadt andermaal hoe weinig Mak van de continuïteit in de Amerikaanse geschiedenis weet, want de 'frontier' werd door Theodore Roosevelt eenvoudigweg verlegt naar buiten het continent, gezien het feit dat hij erop aandrong Hawaii te annexeren, er voor pleitte het verzet van de Filipijnse bevolking tegen de Amerikaanse bezetting met geweld te breken, en als president tenslotte Amerikaanse slagschepen twee jaar lang een wereldreis liet maken om andere volkeren te waarschuwen dat de VS geen tegenstand zou dulden bij de uitbreiding van zijn imperiale belangen. Mak zwijgt hierover. Hij laat zijn lezers weten dat 'Teddy Roosevelt' juist streefde naar 'orde, evenwicht tussen de verschillende machten, binnen Amerika en ook in de rest van de wereld.' In Mak's Reader's Digest-versie van de werkelijkheid is 'Teddy Roosevelt' absoluut 'een fenomeen,' die 'de belangen van het democratische Amerika' veilig stelde. En dan volgen weer de overbekende cliche's als 'de Amerikanen zaten, ook in de 19e eeuw, niet stil,' en 'de Amerikaanse vuist mocht ook wel eens vaker worden gevoeld,' en 'in 1887 kregen de Verenigde Staten van Hawaii het recht om Pearl Harbour als marinebasis in te richten,' en 'in 1898 ontstond een oorlog met Spanje over de zelfbeschikking van Cuba, waarbij de Amerikaanse marine de Spaanse vloot bij Manilla vernietigde en de Filipijnen binnen de Amerikaanse invloedssfeer bracht.' Dit alles zonder erbij te vermelden dat gepaard ging met honderdduizenden doden en massale onderdrukking. Mak komt niet verder dan bijvoorbeeld de opmerking dat 'Roosevelt [zelf] dapper mee[vocht] op Cuba,' maar verzwijgt het Platt Amendement dat het Amerikaanse Congres in 1901 in een gezamenlijke resolutie aannam en dat het zogeheten Teller Amendement buiten werking stelde, waarin vastgelegd werd:
That the United States hereby disclaims any disposition or intention to exercise sovereignty, jurisdiction, or control over said island, except for the pacification thereof, and asserts its determination, when that is accomplished to leave the government and control of the island to its people.
Daarentegen bepaalde het Platt Amendement dat de VS kon interveniëren in de binnenlandse aangelegenheden van Cuba wanneer het meende dat de economische belangen van de VS werden geschaad. Bovendien mocht Cuba geen verdragen sluiten met andere landen zonder goedkeuring van de VS. Washington dwong de Cubaanse overheid Guantanamo te leasen aan de VS. Het amendement was geschreven door Elihu Root, onder Theodore Roosevelt minister van Oorlog en later minister van Buitenlandse Zaken. Omdat de Cubanen geen alternatief waren ze gedwongen de bepalingen met de grootst mogelijke tegenzin te accepteren, zodat Washington niet alleen de begroting van Cuba kon gaan bepalen, maar tevens kon intervenieren zodra het de VS uitkwam. Tenslotte viel het eiland in handen van de Amerikaanse onderwereld, tot Fidel Castro de mafia en de VS in 1959 eruit werkte. De door Washington gesteunde dictator moest vluchten en dat was dat. Maar dit alles wordt door Mak kennelijk als irrelevant beschouwd voor zijn lezers. Het enige dat hij hen meldt is dat in 1960 'Fidel Castro uit Cuba -- alom genegeerd' werd in de VS. Ook het Amerikaanse bloedbad op de Filipijnen wordt door hem genegeerd. Mak's simplistische voorstelling van zaken waarbij 'in 1887 de Verenigde Staten van Hawaii het recht [kregen] om Pearl Harbour als marinebasis in te richten,' is zo simplistisch dat de werkelijke gang van zaken kort uiteen gezet moet worden:
By the time the United States got serious about looking beyond its own borders to conquer new lands, much of the world had already been claimed. Only a few distant territories in Africa and Asia and remote islands in the Pacific remained free from imperial grasp. Hawaii was one such plum. Led by a hereditary monarch, the inhabitants of the kingdom prevailed as an independent state. American expansionists looked with greed on the strategically located islands and waited patiently to plan their move.
The sugar growers, mostly white Americans, knew that if Hawaii were to be ANNEXED by the United States, the tariff problem would naturally disappear. At the same time, the Hawaiian throne was passed to QUEEN LILIUOKALANI, who determined that the root of Hawaii's problems was foreign interference. A great showdown was about to unfold.
Annexing Hawaii
In January 1893, the planters staged an uprising to overthrow the Queen. At the same time, they appealed to the United States armed forces for protection. Without Presidential approval, marines stormed the islands, and the American minister to the islands raised the stars and stripes in HONOLULU. The Queen was forced to abdicate, and the matter was left for Washington politicians to settle.... When war broke out with Spain in 1898, the military significance of Hawaiian naval bases as a way station to the SPANISH PHILIPPINES outweighed all other considerations. President William McKinley signed a joint resolution annexing the islands, much like the manner in which Texas joined the Union in 1845. Hawaii remained a territory until granted statehood as the fiftieth state in 1959.
Big Stick ideology, Big Stick diplomacy, or Big Stick policy refers to U.S. President Theodore Roosevelt’s foreign policy: 'speak softly, and carry a big stick.' Oftewel, in Mak's terminologie de VS als 'ordebewaker.'
De Amerikaanse Revolutie was niet zomaar een sprong van een koloniaal naar een democratisch systeem, het was een ontwikkelingsproces, een zoeken en tasten dat generaties zou duren.
En dat nu kennelijk voltooid is, als we tenminste afgaan op Mak's bewoordingen. Nooit zal hij zich de vraag stellen hoe het dan mogelijk is dat in dit 'democratisch systeem,' na 'een ontwikkelingsproces' van 236 jaar sinds de stichting van de staat, slechts 1 procent van de Amerikanen meer dan 40 procent van de rijkdommen van het land in handen heeft, en meer dan 40 procent van de Amerikaanse kiesgerechtigden sinds bijna een halve eeuw niet meer stemt tijdens de Amerikaanse presidentsverkiezingen. Over wat voor 'een zoeken en tasten dat generaties zou duren' heeft Mak het nu precies? Als men het hem zelf zou vragen dan heeft hij daar geen antwoord op, zoals ik uit eigen ervaring weet. Het is 'wishful thinking' om de 'hoop,' waarnaar hij zo verlangt, in stand te houden. Het zal nooit tot hem doordringen dat Bush senior het meende toen hij naar aanleiding van het neerschieten door de Amerikaanse marine van een Iraans verkeersvliegtuig, waarbij 290 burgers gedood werden, publiekelijk verklaarde:
I will never apologize for the United States of America - I don't care what the facts are.
Ook de volgende uitspraak van vooraanstaande 'Amerikanen,' die het hegemonistische denken aantoont, laat geen sporen achter in Mak's geest:
We have no honorable intentions in Vietnam. Our minimal expectation is to occupy it as an American colony and maintain social stability for our investments. This tells why American helicopters are being used against guerrillas in Colombia and Peru. Increasingly the role our nation has taken is the role of those who refuse to give up the privileges and pleasures that come from the immense profits of overseas investment.
-Martin Luther King, Jr. 'A Time to Break the Silence' speech given at Riverside Church New York City April 4, 1967
Up on Housing Project Hill
It’s either fortune or fame
You must pick one or the other
Though neither of them are what they claim
If you’re lookin’ to get silly
You better go back to from where you came
Because the cops don’t need you
And man they expect us to say
Zelfs wanneer iemand uit eigen ervaring spreekt dan nog vermijdt Mak hieruit conclusies te trekken:
Death squads have been created and used by the CIA around the world particularly the Third World - since the late 1940s, a fact ignored by the elite-owned media.
-Ralph McGehee [Former CIA analyst & Author] Deadly Deceits: My 25 years in the CIA
Of:
The U.S.A. has supplied arms, security equipment and training to governments and armed groups that have committed torture, political killings and other human rights abuses in countries around the world.
-Amnesty International 'United States of America - Rights for All'
October 1998
Het is een gebrek aan verbeeldingskracht waaraan Mak lijdt, en trouwens al die andere Hollanders die gewapend met cliché's ervan uitgaan geïnformeerd te zijn. Altijd weer zal de bestseller-auteur met een handvol eufemismen aankomen, met geruststellende anekdotes, met trivialiteiten die langs de ware problematiek ketsen, vooral ook omdat de wet van oorzaak en gevolg wordt verzwegen. Het is in Mak's beschrijving alsof alles spontaan gebeurt. Uit vrees de feiten te moeten noemen, verzwijgt hij ze of plaatst ze in een absurd perspectief. Tussen Mak's taalgebruik en de realiteit gaapt een groot gat. Het is de taal van 'de consensus, de wereld van de eensgezinden,' zoals Imre Kertész dit noemt. Het is het taalgebruik van de mens die elke frictie, elke controverse probeert te omzeilen, uit angst zijn publiek niet langer te kunnen behagen. Kertész, die als joodse Hongaar de heerschappij van de nazi's en de communisten doorstond en nu de neoliberale ideologie over zich heen krijgt, wees in dit verband op het volgende gevaar:
Een ding weet ik... zeker: een beschaving die haar verklaarde waarden laat vallen, gaat de weg op van het verval, van de aftakeling. Dan zullen anderen deze waarden uitspreken, en in de mond van die anderen zullen het geen waarden meer zijn maar evenzovele excuses voor onbeperkte macht en onbeperkte vernietiging.
Het is ook niet vreemd dat Geert Mak vandaag de dag ontdekt dat
Opeens kenden we de verhalen en de geschiedenis van onze buren niet meer.
Wat voor hem en zijn echtgenote 'opeens' duidelijk werd is het product van een vervreemdingsproces dat al sinds het begin van de industriële revolutie gaande is. Dat Mak al die jaren daarvoor blind is geweest, zegt meer over hemzelf dan over de vervreemding. Meer later.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten