Op de vraag of The Wolf of Wall Street volgens DiCaprio immoreel is, antwoordt de acteur:
‘Die bijna mystieke drang
tot consumeren van Belfort zit in de menselijke natuur. Ik wil dat niet
veroordelen. Opportunisme en hebzucht zijn overlevingsmechanismen. Maar als wij
straks met acht, negen miljard mensen op de wereld zijn, leidt grenzeloze
consumptie met de dollar als enige god niet echt tot een zonnige toekomst.’
The Wolf of Wall Street is ‘een misdaadfilm,’ aldus de NRC, en ‘is gebaseerd op de memoires van aandelenhandelaar Jordan Belfort, gespeeld
door DiCaprio.’
Jordan R. Belfort (born July 9,
1962) is an American motivational speaker and former stockbroker. He was
convicted of fraud
crimes related to stock market
manipulation and running a penny stock boiler room
for which he spent 22 months in prison… Jordan was raised in a Jewish home and
remains Jewish… Belfort started his career as a broker at L.F. Rothschild.
In business, the term boiler room refers to an outbound call centre selling
questionable investments by telephone.
before he went to prison, Belfort had become a kind of
neurotic, Long Island version of Scarface. “I was in the midst of a
cocaine-induced paranoia that was so deep I’d actually taken a few potshots at
the milkman with a twelve-gauge shotgun,” he writes in his first book. After that,
he nearly killed himself. ‘It looked beautiful, a purple pyramid,’ he writes of
morphine pills piled up in his hand. ‘I threw them back and started chewing.’
The drugs. The greed. That always empty feeling.
Met andere woorden, over deze gewetenloze
misdadiger, die tot ’22 maanden gevangenisstraf’ werd veroordeeld wegens fraude en
oplichting, is een film gemaakt, waarover ‘Time Magazine reports that almost all of the far-fetched appearing
escapades depicted in the movie were in fact true.’
Nu de vraag: waarom stelde NRC’s
filmredacteur Coen van Zwol, die ‘in 1999 de prijs voor de dagbladjournalistiek [won],’ aan DiCaprio de
vraag of hij Belfort ‘immoreel’ vond? Wat is de
relevantie van die vraag voor de mainstream NRC-lezer?
Had hij verwacht dat DiCaprio onmiddellijk had geantwoord dat fraude en
oplichting morele handelingen zijn? Of zou men zich niet mogen uitspreken over
Belfort’s misdaden omdat hij van joodse huize is? Zo nee, wat is dan de reden
van de vraag of misdaad immoreel is? Kennelijk is de neoliberale-cultuur
inmiddels zo diep in het bewustzijn van de yuppen verankerd, dat zij niet meer
weten wat moreel onaanvaardbaar is, en wat dat betreft is ook Coen van Zwol een
illustrerend voorbeeld van het postmoderne relativisme, waarbij er geen enkele
waarheid meer bestaat, behalve dan materiële rijkdom. Al eerder heb ik me over Coen
van Zwol verbaasd, zoals u hier kunt lezen.
De
NRC-filmredacteur schreef onder de kop ‘Verloedering op epische schaal’:
In Scorseses The Wolf of Wall
Street speelt DiCaprio aandelenzwendelaar Jordan Belfort, wiens
quasi-respectabele bedrijf Stratton Oakmont beleggers in de jaren negentig ruim
200 miljoen dollar ontfutselde. Belfort, die op zijn 26ste naar eigen
zeggen al 49 miljoen dollar verdiende, investeerde dat in callgirls, Ferrari’s,
pillen en bergen cocaïne. Uiteindelijk leverde dat hem slechts 22 maanden
celstraf op – Belfort verraadde namelijk al even gemakkelijk al zijn oude
zakenpartners.
slachtoffers van Belfort, die nog maar 11,6 miljoen terugzagen van de 110
miljoen dollar die Belfort hun nog schuldig is…
Wat trok u in Belforts verhaal? U hebt zes jaar met het script geleurd.
DiCaprio: ‘Ik vond het script geweldig. Ik kon me nauwelijks voorstellen
dat zo’n schaamteloos narcistisch persoon echt bestond. Belforts
motivatiespeeches voor de werknemers van Stratton Oakmont: Braveheart in dienst
van de hebzucht! Zoiets had ik nog nooit gelezen. Ik moest er ook wel 100
procent achter staan. Anders hadden we nooit, nooit, nooit zo’n groot budget
gekregen voor een film met al die louche personages en een moderne Caligula in
de hoofdrol.’ […]
‘Belfort zocht continu naar mazen en gaten in de wet, maar binnen een
financieel systeem dat aanmoedigt daar maximaal profijt van te trekken.’ […]
‘Weet u, alles komt echt uit Belforts leven. Hij is grenzeloos egoïstisch
en hedonistisch en kent geen schaamte. Kwam hij tot inkeer? Ik betwijfel het,
maar we laten dat in het midden. Ik denk ook dat hij genoot van de aanbidding
van zijn werknemers. Er zit iets van een sekteleider in hem.
Films verplaatsen ons zo vaak naar de duistere kant van de mens. Daar
worden we zelf niet beter van, maar we gaan er misschien wel door nadenken.’
Kennelijk
begrijpt de interviewer de strekking van het antwoord niet, want onmiddellijk na DiCaprio's opmerking 'we gaan er misschien wel door nadenken,’ stelt Coen van Zwol de vraag: ‘Vindt u The Wolf of Wall Street immoreel?’ Het 'nadenken' lukt de gediplomeerde mainstream journalist niet.
Drs. Van Zwol studeerde van 1982
tot 1988 geschiedenis
aan de Rijksuniversiteit
Groningen. Vervolgens volgde hij een jaar postdoctoraal
journalistiek aan de Erasmus
Universiteit Rotterdam. Hij begon zijn carrière als freelance
journalist. Sedert 1992 werkt Van Zwol voor het dagblad NRC Handelsblad
‘The drugs. The greed. That always empty feeling,’ het comazuipen ‘een soort trend
die recent in Duitsland, Nederland en Engeland opkwam, bij groepjes jongeren.
Bijzonder verontrustend is het feit dat het fenomeen soms ook blijkt aan te
slaan bij jonge tieners.’ Dat ‘eeuwige lege gevoel.’ Het moet Coen
van Zwol kennelijk allemaal zijn ontgaan. Of misschien vindt hij het normaal,
is ‘verloedering
op epische schaal’ de norm geworden, louter spannend en zelfs ‘komisch.’
Hoewel de vervreemding, de leegte van de westerse consumptiecultuur, in
grote landen uitvoerig is bestudeerd lukt het de Nederlandse ‘politiek-literaire
elite’ niet om achter de façade te kijken, en moet ze alles letterlijk
uitgespeld krijgen. In De eeuw van mijn vader schreef Geert Mak over het begin
van de massaproductie en dus de kapitalistische noodzaak van massa-consumptie in de
jaren twintig van de twintigste eeuw:
Voor de jeugd zelf, en zeker de ongeschoolde
arbeidersjeugd, betekende dit alles voornamelijk: meer geld, meer vrije tijd,
meer pret. Hun café- en bioscoopbezoek – in onze tijd volstrekt normaal – gaf
aanleiding tot heftige polemieken. Zo waarschuwde de voorman van de
socialistische Arbeiders Jeugd Centrale (AJC), Koos Vorrink: ‘Hoe leeg en arm
is het leven van de jonge arbeiders of arbeidsters, wier geestelijk voedsel
bestaat uit filmmoorden, detectieve romans, voetbalopwinding en dergelijke,
wier ontspanningsbehoeften niet verder reiken dan een pot bier, een doos
sigaretten en een stuk kwatta.’
Ook de mannenbroeders begonnen op deze
verschijnselen te reageren, op hun eigen manier. Gewone blijdschap, een beetje
gewichtloos geluk, daarvoor was in de gereformeerde leer nooit veel ruimte
geweest, maar nu werden de duimschroeven extra aangedraaid. Het ernstigste was
altijd het beste, en hoe meer er ‘geworsteld’ werd, en er ‘offers’ werden
gebracht, des te beter was het.
Ik geloof het onmiddellijk, al was het maar omdat
Geert Mak uit ervaring spreekt, hijzelf is afkomstig uit een dergelijk milieu, en zijn schijnbaar rechtzinnige
vader zag in het interbellum de mensen op zondag liever ‘de kerk’ binnengaan
dan een ‘sociëteit’ om daar ‘een beetje gewichtloos geluk’ na te
jagen. De vraag is nu wat zijn zoon’s begrip ‘pret’ inhoudt. Is het
consumentisme werkelijk het beleven van ‘vreugde, lol, plezier, vrolijkheid’?
Zo ja, hoe is het dan te verklaren dat het summum van ‘gewichtloos geluk’ vandaag
de dag maar al te vaak eindigt in ‘The drugs. The greed. That always empty feeling,’ het comazuipen?
En alles gekenmerkt door eenzelfde massaliteit als sportevenementen. Als Geert
Mak The Great Gatsby had gelezen, het
meesterwerk F. Scott Fitzgerald dat in 1925 verscheen, dan had hij geweten dat
de illusie van een ‘beetje gewichtloos geluk,’ door de grote Amerikaanse auteur
toen al op een scherpzinnige manier werd doorgeprikt.
In 1924 schreef F.
Scott Fitzgerald vlak voor de publicatie dat The Great Gatsby ‘a
new thinking out [is] of the idea of illusion.’ Zijn boek dat door Amerikaanse
literatuurcritici tot één van de grootste romans van de twintigste eeuw wordt beoordeeld, is een afrekening met de illusie van de 'American Dream,' dat
voornamelijk gebaseerd is op het materialisme van de consumptiecultuur. The Great Gatsby
portretteert de jaren 20 niet als de ‘Roaring
Twenties,' zoals de massamedia tot vervelens toe doen, maar
als ‘a time of illness and disease,’ waaraan Fitzgerald aan
toevoegde dat desondanks die droom ‘our dream too’ is. Het in
wezen tragische streven een materialistische 'droom’ te verwezenlijken, werd tot norm verheven. De Amerikaanse humorist George Carlin verklaarde
eens dat het de ‘Amerikaanse Droom’ wordt genoemd, ‘because
you have to be asleep to believe it.’ Die droom kan natuurlijk nooit werkelijkheid worden en wel omdat de begeerte onverzadigbaar is, en het kapitalisme, zeker in zijn neoliberale vorm, alleen maar kan overleven door het scheppen van onverzadigbare begeerten.
In Critical Essays
on Fitzgerald’s The Great Gatsby stelt een Amerikaanse intellectueel:
‘Gatsby, divided
between power and dream, comes inevitably to stand for American itself. Ours is
the only nation that prides itself upon a dream,’
aldus Lionel Trilling,
de gerespecteerde literatuurcriticus die Scott Fitzgerald ‘the spokesman
and symbol’ noemde van ‘his own restless generation.’
Iemand die The Great Gatsby niet heeft gelezen, een roman ‘we have
to deal with ever afterward,’ kan moeilijk de Amerikaanse en de
Europese consumptie-cultuur van de twintigste eeuw doorgronden, en dat is dan
ook één van de redenen waarom Geert Mak’s Reizen
zonder John en De eeuw van mijn vader
de noodzakelijke diepte missen.
Wijlen Norman Holmes
Pearson, een prominente Amerikaanse intellectueel, merkte in dezelfde Critical
Essays het volgende op over de rijke parasieten en hun aanhang die The
Great Gatsby bevolken:
The stimulation of
these people who dance their lives comes from outside rather than inside of
themselves, as though will did not count but only the helpless stimulation of
the senses as they are played upon by the winds of the band. This is not the Gay
Twenties, when youth was free, but a time of illness and disease,
een narcistische tijd
waarin het moderne reclamejargon al snel versleten raakte door het misbruik van
de taal, en waarin Gatsby
the uncontrolled
romantic [is], his is the American Dream of succes. Into his ambition, he has
absorbed what a man like Benjamin Franklin, through his Autobiography, has come
to stand for as an image: that a man can be what he makes himself to be,
iemand die met geld
een nieuwe ‘identiteit’ kan kopen, aldus Holmes Pearson.
Tegelijkertijd wees Ross Posnock, hoogleraar Engels aan de prestigieuze
Columbia University in dit verband erop dat Fitzgerald
was not glibly
posturing when he stated late in life that his outlook was ‘essentially Marxian,’
wat ondermeer duidelijk
wordt wanneer Marx’s uiteenzetting over ‘commodity fetishism’ wordt getoetst aan Gatsby’s wereld, met die aantekening dat Fitzgerald
‘does not share their
abhorrence of capitalism. Fitzgerald’s notorious ambivalence toward the rich
was vital to his artistic power, for his double consciousness permitted him not
to expose the hidden corruption of their society but to reveal the seductive
allure of what he indicted.’
In 1924 verklaarde de
auteur dat hij een ‘pessimist [en] een communist’ was ‘with
Nietzschean overtones.’ De uit een bankiersgezin stammende marxistische
filosoof George Lukacs wees erop dat tegenstrijdigheden een onlosmakelijk
onderdeel zijn ‘to the nature of capitalism,’ en het besef dat
die bestaan is geen ‘sign of imperfect understanding of society,’ maar juist de
cruciale stap om de ‘illusions, enveloping all phenomena in capitalist
society,’ te kunnen doorgronden. Ross Posnock voegt hieraan toe:
Strikingly,
Fitzgerald’s conflicting images of the individual suggested in his 1924 statement
recall a central contradiction that Lukacs finds in capitalism:
‘the fact that the
bourgeoisie endowed the individual with an unprecedented importance, but at the
same time that same individuality was annihilated by the economic conditions to
which it was subjected by the reification created by commodity production… The
novel’s account of man’s relation to society… profoundly agrees with Marx’s
great discovery that it is social reality rather than individual consciousness
that determines man’s existence.’
Deze visie laat zien
hoe ‘leeg
en arm’ niet alleen de geest van de rijke is in een kapitalistische
samenleving, maar ook die van de ‘ongeschoolde arbeidersjeugd,’ toen
al was, en hoe hun streven naar ‘een beetje gewichtloos geluk,’ als
compensatie diende voor een kleurloos en geestdodend arbeidsbestaan, waarin ‘een
pot bier, een doos sigaretten en een stuk kwatta,’ in de woorden van
Mak junior, ‘gewone blijdschap’ moest opleveren.
Maar in deze context plaatst
de bestseller-auteur de eeuw van zijn vader niet. De kapitalistische massamaatschappij
zoals die in de jaren twintig zijn definitieve vorm kreeg wordt door Mak niet geanalyseerd, evenmin als de rol van het individu in een samenleving die het
individualisme verheerlijkt en tegelijkertijd het conformisme afdwingt.
Massapsychologie speelt in De eeuw van
mijn vader geen rol van betekenis. En omdat hij ook F. Scott Fitzgerald’s
werk niet heeft gelezen beseft hij niet hoe belangrijk dit is om de moderne
maatschappij te kunnen begrijpen, niet alleen in het land waarvoor Mak ‘een
geheime liefde’ koestert, maar ook in het Europa van ‘Geen
Jorwerd zonder Brussel’ dat dezelfde weg opging. Ross Posnock:
Far from trivial,
commodities are ‘mystical,’ because they originate as ‘the products of men’s
hands,’ yet ‘appear as independent beings endowed with life,’ Marx maintains.
‘This I call the Fetishim which attaches itself to the products of labor, so
soon as they are produced as commodities, and which is therefore inseperable
from the production of commodities.’ Capitalism, since it is founded on
commodity exchange and production, forces the worker himself to become a thing
to be bought and used. Yet not only the worker, Marx insists, but ‘everything…
is sold as objects of exhange… everything had been transformed into a
commercial commodity.’
Vandaar de moderne
vervreemding die in The Great Gatsby verder wordt uitgewerkt, en één van
de belangrijkste kenmerken is geworden van onze, in de VS, ontwikkelde consumptiemaatschappij.
De markt bepaalt nu het wezen van de mens. Ross Posnock:
Inevitably, then, in
capitalism social relations acquire a commodified character, as people become
objects for each other, sized up as commodities to be bought or sold. This
condition Lukacs calls reification: Marx alienation designates the more general
phenomenon of dehumanization. Crucial in understanding reification is to
recognize it as a process if mystification invisible to the individual, who
acts under the illusion of being a wholly free and autonomous subject, while in
fact existing more as a manipulated object of larger economic and commercial
powers. Instead of seeming abnormal and dehumanized, reification always appears
natural, absolutely objective, and thus conceals the historic specific form of
capitalist social relations. In short, the condition of reification imposes a
‘blanket ignorance upon anyone trying to understand capitalism.’ Bourgeois
society enforces a veil over all contradictions in an effort to maintain the
illusion that capitalism is ‘eternally valid… predestined to eternal survival
by the eternal laws of nature and reason. Thus the task of philosophy, according
to Marx, is to demystify, to ‘unmask human self-alienation’ endemic to
capitalism… And in the realm of fiction no American novelist, with the exception of Henry James, has dramatized more vividly and subtly than Fitzgerald the insidious
extent to which money deforms human life.’
Scott Fitzgerald
schreef voor een geschoold publiek dat de vervreemding uit eigen ervaring
kende, en nog steeds niet helemaal vergiftigd was door het materialisme als
enige concretisering van de ‘American Dream.’ De ‘droom’
die de Amerikaanse schrijfster Mary McCarthy in 1962 als volgt omschreef:
The inalienable rights
to life, liberty, and the pursuit of happiness appear, in practice, to have
become the inalienable rights to a bathtub, a flush toilet, and a can of Spam.
Maar ook Mary McCarthy
is door Mak niet gelezen en de bewering van Vrij Nederland dat ‘Reizen
zonder John een combinatie’ is van onder andere ‘een reis door de
literatuur’ is volstrekt bezijden de waarheid. Had Mak The Great Gatsby gelezen dan zou hij hebben
begrepen welke magische rol geld op elk niveau van de Amerikaanse samenleving
speelt. Professor Ross Posnock:
Money, says Marx, ‘since it has the property of purchasing everything… is
the object par excellence.’ Money is the most mystifying, fantastic commodity
of all. Describing its magical powers, Marx, in the 1844 manuscripts, provides
a most relevant frame of reference for understanding the ‘purposeless
splendor’ and ‘foul dust’ of Gatsby’s world. One brief example from Marx’s exuberant
catalog of instances must suffice. ‘I am ugly, but I can buy the most beautiful
woman for myself. Consequently, I am not ugly, for the effect of my ugliness,
its power to repel, is annulled by money… Does not my money, therefore,
transform all my incapacities into their opposites?’ This power to transform
and invert is precisely what is terrifying for Marx, and a source of the
incoherence of capitalist social reality. Because money ‘exchanges every
quality and object for every other, even though they are contradictory, it
forces contraries to embrace’: ‘It confounds and exchanges everything, it is
universal confusion and transposition of all things, the inverted world, the
confusion and transposition of all natural and human qualities.’ The moral, emotional, and spiritual chaos unleashed by
money is at the center of The Great Gatsby.
Meer over Mak’s ‘gewichtloos geluk’ later.
3 opmerkingen:
'Met andere woorden, over deze gewetenloze misdadiger, die tot ’22 maanden gevangenisstraf’ werd veroordeeld wegens fraude en oplichting, is een film gemaakt, waarover ‘Time Magazine reports that almost all of the far-fetched appearing escapades depicted in the movie were in fact true.’ Nu de vraag: waarom stelde NRC’s filmredacteur Coen van Zwol, die ‘in 1999 de prijs voor de dagbladjournalistiek [won],’ aan DiCaprio de vraag of hij Belfort ‘immoreel’ vond? Wat is de relevantie van die vraag voor de mainstream NRC-lezer?'
Laten we vooral snel de praktijken onze corrupte VVD bestuurders vergeten en overgaan tot de orde van de dag.
2013 was een top crimineel jaar!
Hoofdrolspelers:
Teeven VVD (Staatssecretaris Veiligheid en Justitie)
Opstelten VVD (Minister Veiligheid en Justitie)
Van Rey VVD (Senator, lid Provinciale Staten, Wethouder Roermond)
Offermans VVD (burgemeester Roermond)
Heel toevallig 3 personen van dezelfde partij in betrokken.
De telefoon taps van gesprekken tussen 2 van hen zijn zoekgeraakt. Wie weet nog waar Watergate over ging?... Storing? Wissen!
http://nos.nl/artikel/587683-storing-tap-van-rey-niet-gemeld.html In 2012 was een ander telefoongesprek tussen Van Reij en toenmalig Burgemeester Offermanns van de VVD al onderwerp van gerechtelijk onderzoek. De gemeenteraad wees Offermanns in de week van de telefoongesprekken aan tot burgemeester. Maar voordat zijn aanstelling formeel bekrachtigd werd, maakte Justitie via een persbericht de benoeming ‘stuk’.
Corruptie is on Nederlands dat gebeurt alleen in Italië met politici als Berlusconi.
En dan vrijwel meteen daarna in 2013 de enorme fraude van Hooijmaijers van de VVD
http://www.ftm.nl/fraude-ton-hooijmaijers/ Hij heeft 3 jaar gekregen is zelf meteen in beroep gegaan en het OM ook, de rechtbank in Haarlem besloot dat hij in afwachting van de voortzetting van het proces de uitspraak thuis mag afwachten. Compensatie imagoschade is uiteraard ook erg relevant!
Via het collaborateurs discussie/nieuwsplatform van de PVDA is er nog nèt wat achterhaalbaar op internet http://www.joop.nl/politiek/detail/artikel/24539_om_in_beroep_in_strafzaken_tegen_hooijmaijers/
Wat kostte ons dat? Met 3 jaar € 330.000 wachtgeld kun je wel een advocaat betalen natuurlijk. Het is nauwelijks te bevatten zo astronomisch zijn de bedragen.
Maar dan in vergelijk deze week dit nieuwe kabinetsplan van VVD'er Ivo Opstelten!
Gedetineerden, tbs'ers en ouders van minderjarigen die veroordeeld zijn moeten gaan betalen voor hun detentie. Hij heeft bedacht dat het € 16 p/dag moet gaat kosten met een maximum van 2 jaar... Lees verder... http://www.nu.nl/politiek/3674123/celstraf-moet-16-euro-per-dag-gaan-kosten.html
Austerity? Er is heus wel ergens geld, je moet alleen weten waar het vandaan te halen. Bij immorele misdadigers toch?
Wanneer je onze mainstream media volgt, het fabeltjeskrant journaal kijkt, blijf je op de hoogte.
Corruptie bestaat immers niet in Nederland! Wij zijn gewoon democratisch.
Fucking selectieve repressie die de witte boordencriminelen uit eigen gelederen, die onvergelijkbare grotere maatschappelijke kosten met zich meebrengen, ongemoeid laten! Het zal wel weer uitsluitend gaan gelden, voor nieuwe gevallen, waar het hen straks betreft maar ach, 16 euro, peuleschil.
Lekkere partijen hè en lekker kabinet, met de hulp van D'66, CU en SGP. Even in herinnering brengen wanneer in Maart weer gestemd moet worden? De VVD Zeker nu! Duidelijkheid! Inderdaad, duidelijker kan het niet.
Ter afsluiting de prestaties van Stef Blok de 'Spock' van de VVD. Minister voor wonen gemaakt door de PVDA.
Menselijke gevoelens zijn hem vreemd als Vulcan van een andere planeet. En dat komt goed uit!
De netto huur van vrijgekomen sociale huurwoningen is in drie jaar tijd met bijna een kwart gestegen van € 448 naar € 556. Dit blijkt uit een onderzoek van woningbemiddelaar WoningNet in drie regio’s: Amsterdam, Utrecht en stedendriehoek (Apeldoorn, Deventer, Zutphen).
Het onderzoek bevestigt daarmee de bevinding van de Woonbond uit december 2012 dat corporaties de huren bij verhuizingen fors optrekken.
Het grootst is de stijging in de regio Utrecht (31 procent), gevolgd door stadsregio Amsterdam (22 procent) en Stedendriehoek (20 procent). Tegenover de forse huurstijging staat een daling van de inkomens van nieuwe huurders met gemiddeld 6 procent. Als gevolg van beide ontwikkelingen is de netto huurquote – het aandeel van het huishoudinkomen dat opgaat aan huur – gestegen van 30 naar 37 procent.
WoningNet waarschuwt dat ‘hierdoor de financiële druk op huurders steeds hoger wordt. Voor corporaties betekent dit dat de zo gewenste doorstroming nog verder in gevaar komt. Het woningaanbod dat betaalbaar is voor de doelgroep van corporaties neemt bovendien af.’
Alleenstaanden meest kwetsbaar
De huurstijging treft niet alle groepen nieuwe huurders even hard. Voor gezinnen is de stijging relatief het laagst (14 procent), behalve voor éénoudergezinnen (21 procent). Voor tweepersoonshuishoudens bedroeg de stijging 23 procent en voor alleenwonenden zelfs 27 procent. WoningNet beveelt corporaties aan om ‘te onderzoeken wat u kunt doen om de financiële kwetsbaarheid van éénoudergezinnen en alleenstaanden te verminderen.’
Bron: http://www.woonbond.nl/nieuws/3365
Een prettig 2014 voor berovers en een maximale compensatie voor schuldenaren met 'n eigen huis. Chapeau!
De Illustraties hier spreken boekdelen. De jaren 80 zijn niets vergeleken bij de woonellende van vandaag. https://twitter.com/Bubbelonia/media
Een reactie posten