Steffie van Gils
Freelance journalist, communicatiemedewerker & tekstschrijver
OLIJFBOMENCAMPAGNE JUNI 2013
De olijfbomen in het dal zijn onbereikbaar geworden
De Nederlandse journalist Stan van Houcke schrijft al jarenlang over Palestina. Begin juni bezocht hij de Westelijke Jordaanoever met zijn zoon, die internationaal recht studeert in Londen. In Bethlehem ontmoette hij de Nederlandse coördinator van de Olijfbomencampagne. Samen spraken ze met de Palestijnse Abu Nidal (66), wiens land geconfisqueerd werd voor de bouw van de Israëlische muur.
door Steffie van Gils
Nog geen vijfhonderd meter van Abu Nidals huis stopt de taxi plotseling. Een groot metalen hek blokkeert de toegangsweg naar het dorp. Een hek dat er enkele weken geleden nog niet stond. Vlak voor het hek ligt een oprit naar een hoger gelegen weg. Aan het donkere asfalt te zien, is de weg gloednieuw. De taxichauffeur rijdt de oprit in, behoedzaam. “Nee nee, ga terug!” roept de coördinator geschrokken. “Dit is een militaire patrouilleweg. Als ze ons hier zien, schieten ze.”
Welkom in Al Walaja, een dorp ten westen van de stad Bethlehem in de Westelijke Jordaanoever. Gesticht in 1948, nadat de inwoners tijdens de oorlog uit het oorspronkelijke Al Walaja werden verdreven. Het oude dorp lag een heuveltop verderop, op de plek waar nu wijken van het Israëlische West-Jeruzalem worden gebouwd. Abu Nidal ontvangt zijn gasten in zijn zonovergoten achtertuin, vol fruitbomen en een uitzicht op het dal tussen West-Jeruzalem en zijn dorp. Het land van zijn familie reikte tot enkele jaren geleden tot halverwege de tegenovergelegen heuveltop. De Olijfbomencampagne plantte er in totaal 500 olijfbomen, onder meer gesponsord door Nederlanders. “Dat deed me ontzettend goed”, zegt Abu Nidal. “Het gaf me het gevoel dat ik er niet alleen voor sta.”
Olijfbomen vernield
In mei 2010 werden 120 van de aangeplante olijfbomen vernield door het Israëlische leger. Bovendien kan Abu Nidal een groot deel van de overige bomen niet langer verzorgen, en hun vruchten niet oogsten. De militaire patrouilleweg en de fundering voor wat een metershoge betonnen muur gaat vormen, snijden zijn land in tweeën. Slechts één vierkante kilometer land kan hij bewerken. De overige drie vierkante kilometer zijn verboden gebied geworden voor Abu Nidal en zijn familie. Jarenlang streed hij in Israëlische rechtbanken voor het behouden van zijn land. Zonder resultaat. De enige concessie die hij via de rechter voor elkaar heeft gekregen, is een tunnel die onder de muur door loopt naar de kleine familiebegraafplaats waar zijn ouders en grootmoeder begraven zijn. De rest van zijn land blijft verboden terrein.
In mei 2010 werden 120 van de aangeplante olijfbomen vernield door het Israëlische leger. Bovendien kan Abu Nidal een groot deel van de overige bomen niet langer verzorgen, en hun vruchten niet oogsten. De militaire patrouilleweg en de fundering voor wat een metershoge betonnen muur gaat vormen, snijden zijn land in tweeën. Slechts één vierkante kilometer land kan hij bewerken. De overige drie vierkante kilometer zijn verboden gebied geworden voor Abu Nidal en zijn familie. Jarenlang streed hij in Israëlische rechtbanken voor het behouden van zijn land. Zonder resultaat. De enige concessie die hij via de rechter voor elkaar heeft gekregen, is een tunnel die onder de muur door loopt naar de kleine familiebegraafplaats waar zijn ouders en grootmoeder begraven zijn. De rest van zijn land blijft verboden terrein.
Spookstad
“Ze zeggen dat de muur om veiligheidsredenen vlak langs het dorp moet lopen”, zegt Abu Nidal. “Maar dat houdt geen steek: de eerste huizen van West-Jeruzalem liggen achter de volgende heuveltop. Dat is hier een paar kilometer vandaan.” Naar de ware reden voor de route van de muur kan Abu Nidal alleen raden. “Maar volgens mij gebeurt hier hetzelfde als op zoveel andere plaatsen in de Westelijke Jordaanoever: Israël wil zoveel mogelijk lege grond, zonder de Palestijnen die in de bijbehorende dorpen wonen.”
“Ze zeggen dat de muur om veiligheidsredenen vlak langs het dorp moet lopen”, zegt Abu Nidal. “Maar dat houdt geen steek: de eerste huizen van West-Jeruzalem liggen achter de volgende heuveltop. Dat is hier een paar kilometer vandaan.” Naar de ware reden voor de route van de muur kan Abu Nidal alleen raden. “Maar volgens mij gebeurt hier hetzelfde als op zoveel andere plaatsen in de Westelijke Jordaanoever: Israël wil zoveel mogelijk lege grond, zonder de Palestijnen die in de bijbehorende dorpen wonen.”
Wanneer de muur af is, is Al Walaja slechts via één militair checkpoint te bereiken. Alleen inwoners mogen dan nog in en uit. Hun familie, vrienden en kennissen van buiten het dorp zijn niet meer welkom. Al Walaja zal veranderen in een spookstad, denkt Abu Nidal, zoals vele andere dorpen die zich in deze zogeheten seam zone tussen de Groene Lijn en de muur bevinden. Alleen oude mannen, kinderen en vrouwen blijven achter. Iedereen die buiten het dorp werkt, trekt weg naar de dichtstbijzijnde stad. Twee van Abu Nidals kinderen vertrokken onlangs naar Europa. Zij zagen hier geen toekomst voor zichzelf en zijn kleinkinderen.
Hoop voor de toekomstZijn land is hem afgepakt, zijn bewegingsvrijheid sterk ingeperkt, en er verrijst een metershoge, betonnen muur op slechts enkele meters afstand van zijn huis. Toch weigert Abu Nidal de moed op te geven. “Frustratie en boosheid werken destructief”, zegt hij. “Als ik de hoop opgeef, hebben zij gewonnen.” Hij denkt dat Israël de bezetting van de Palestijnse gebieden op termijn niet kan volhouden. “Israël graaft zijn eigen graf. Intern is het enorm verdeeld. Het enige dat de bevolking bijeen houdt, is het conflict met de Palestijnen. Dat is uiteindelijk niet genoeg.” Bovenal gelooft Abu Nidal dat het goede zal overwinnen. “Deze situatie kan niet blijven voortbestaan, want het is simpelweg niet juist.”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten