De
Amerikaanse soft power is dan ook, hoewel aangetast, nog altijd sterk aanwezig.
En daarmee bedoel ik niet alleen de affiniteit die miljarden wereldburgers
koesteren met de Amerikaanse muziek, literatuur en andere culturele uitingen,
en ook niet enkel de aantrekkingskracht van de Amerikaanse consumptiemaatschappij.
Soft power is, in de kern, de overtuigingskracht van een staat, de kracht om
het debat naar zich toe te trekken, om de agenda van de wereldpolitiek te
bepalen.
Geert
Mak. Pagina’s 522 en 523. Reizen zonder
John.
Nu de
werkelijkheid. Beperk ik me tot Mak zelf dan blijkt uit de literatuurlijst van
zijn reisboek dat het tegenvalt wat betreft zijn ‘affiniteit‘ met ‘de
Amerikaanse… literatuur.’ Er staan opmerkelijk weinig Amerikaanse literaire werken in vermeld. En wat betreft
zijn bewering dat ‘miljarden wereldburgers’ ‘affiniteit…voelen’ met ‘de
Amerikaanse… literatuur,’ ook dat is in al zijn stelligheid een onjuiste
bewering, al was het maar omdat de helft van de ‘wereldbewoners’ van rond
de twee dollar per dag ieder moet zien te overleven en dus geen geld voor Amerikaanse literatuur heeft, en dat degenen die er wel geld voor hebben in een beeldcultuur leven waar
sprake is van ‘ontlezing.’ Daarentegen zien ‘miljarden
wereldburgers’ wel de melige Amerikaanse soaps en platte
televisieseries met veel geweld, maar juist die vermeldt Mak niet. Zonder overdrijving kan men stellen dat ‘de
echte doorsnee Amerikaan,’ waar Mak het over heeft, opgroeit met
geweld. De volgende feiten:
The
average American watches more than 4 hours of TV each day (or 28 hours/week, or
2 months of nonstop TV-watching per year). In a 65-year life, that person will
have spent 9 years glued to the tube.
Number of murders seen on TV by
the time an average child finishes elementary school: 8,000
Number of violent acts seen on
TV by age 18: 200,000
Percentage of Americans who
believe TV violence helps precipitate real life mayhem: 79
Number of 30-second TV
commercials seen in a year by an average child: 20,000
Number of TV commercials seen
by the average person by age 65: 2 million
Percentage of survey
participants (1993) who said that TV commercials
aimed at
children make them too materialistic: 92
Eveneens
zonder overdrijven kan men stellen dat de ‘de echte doorsnee Amerikaan’ is gehersenspoeld zodra hij de adolescentie heeft bereikt, want de reclame
verkoopt niet in de eerste plaats een product maar een illusie, een mens- en wereldbeeld,
een model hoe de consument zich dient te gedragen, net zoals het zogeheten
amusement dit doet, van soaps tot politieseries. Vandaar dat ook presidenten en
oorlogen via dezelfde reclametechnieken worden verkocht, met kleine,
inhoudsloze, vaak onderling tegenstrijdige soundbites. Daarom voelde Reagan zich
als een vis in het water. De oud-filmster kon met evenveel gemak verklaren dat het zijn ‘highest
priority’ was ‘to deter and prevent’ een nucleaire
oorlog, als het met flair voeren van een campagne voor de extreem rechtse Barry Goldwater die pleitte voor ‘defoliation
of the forests [in Vietnam] by low-yield atomic weapons.’ En dat
natuurlijk met ‘God On Our Side’ en ‘God Bless America.’ Wat dat betreft
handelde ook George Bush junior in een traditie toen hij op 30 januari 2002 tijdens zijn eerste State
of the Union Address het Congres en het Amerikaanse volk liet weten dat ‘God
is near,’ en dat er weliswaar sprake was van ‘our nation’s grand story’
maar dat ‘We are not this story’s author, who fills time and eternity with his
purpose… And the angel still rides in the whirlwind and directs this storm.’ Dit geloof is zo diep geworteld dat ‘de echte doosnee Amerikaan’ deze
doctrine klakkeloos aanneemt en ook niet verbaast opkeek toen Bush junior het volgende opmerkte over de speciale ‘missie’ die hun land
zou hebben:
+ The Inaugural Address, January 20, 2001
After the
Declaration of Independence was signed, Virginia statesman John Page wrote to
Thomas Jefferson: 'We know
the race is not to the swift nor the battle to the strong. Do you not think an
angel rides in the whirlwind and directs this storm?' This work continues. This story goes on.
+ Speech to Joint Session of Congress and theCountry, September 20, 2001.
The course
of this conflict is not known, yet its outcome is certain. Freedom and fear,
justice and cruelty, have always been at war, and we know that God is not
neutral between them.
+ President's Remarks to the Nation, September 11, 2002
We cannot
know all that lies ahead. Yet, we do know that God had placed us together in
this moment, to grieve together, to stand together, to serve each other and our
country. And the duty we have been given -- defending America and our freedom
-- is also a privilege we share.
+ The State of the Union Address, January 28, 2003
As our
nation moves troops and builds alliances to make our world safer, we must also
remember our calling as a blessed country is to make this world better.
+ State of the Union Address, January 20, 2004
America is
a nation with a mission, and that mission comes from our most basic beliefs. We
have no desire to dominate, no ambitions of empire. Our aim is a democratic
peace -- a peace founded upon the dignity and rights of every man and woman.
America acts in this cause with friends and allies at our side, yet we
understand our special calling: This great republic will lead the cause of
freedom.
Toen hij
door zijn partij voor de tweede maal werd voorgedragen als presidenteskandidaat
verklaarde Bush junior dat ‘America is called to lead the cause of
freedom’ omdat vrijheid ‘is the Almightry God’s gift to every man
and women in the world,’ en bovendien bezat de VS ‘a calling from beyond the stars
to stand for freedom,’ een boodschap die met intstemming werd ontvangen.
Net als zijn voorgangers was Bush er van doordrongen dat ‘We’ve been called to
a unique role in human events.’ En de illegale meedogenloze bezetting van Irak werd
verdedigd met de bewering dat ‘The advance of freedom is calling our time…
It is the calling of our country.’ Het messianisme is nooit verdwenen, het
is de basis waarop het militair industrieel complex rust en de Amerikaanse
buitenlandse politiek zo onevenwichtig en gevaarlijk maakt. The Chosen Peoples:
George
W. Bush might have been original in the extravagance of his certitude, in the
extremity of his doctrine, and in the clumsiness of his articulation of it –
not to mention his execution – but he was not original in the general contours
of his idea of America’s divinely inspired passion. America was founded with a
messianic mission it can neither free itself from nor comfortably settle into.
Sometimes the mission has been construed as divinely granted; sometimes it has
been framed as a secular myth; sometimes it has dangled in ideological space,
without definite provenance. Sometimes it has emphasized freedom, sometimes
prosperity. But the power of the idea throughout all its variants may be
measured by its endurance – a tribute to its success in binding together a
nation of disparate origins, unrepentant individualism, and clashing ideals.
The mission’s partisans and antagonists alike have agreed that only forward
momentum in some common direction could keep the disparate elements from flying
apart in centrifugal motion. For much of American history, that common
direction has been outward – into the wilderness, against enemies.
Het
Amerikaans messianisme dient inderdaad als de rechtvaardiging van het expansionisme, het veiligstellen van markten en een greep houden op de noodzakelijke
grondstoffen daarvoor. In The Tragedy of
American Diplomacy eindigde de grote Amerikaanse historicus William Appleman
Williams in 1972 met de volgende conclusie:
After
fifty years of the Open Door Policy, twenty five years of the Good Neighbor
Policy, and more than a decade of a crusade against communism, conditions
throughout most of the free world did not verify either the assumptions,
arguments, or promises of the policy of the open door.
Dat gebrek leidt er toe dat een Nederlandse opiniemaker die doorgaat voor ‘Amerika-deskundige’
vandaag de dag nog het volgende kan beweren:
Amerika [zal]
in de loop van deze eeuw van een dominante wereldmacht weer het ‘gewone’ land
moeten worden dat het tot 1940 was.
Geert Mak in Vrij Nederland van 3
november 2012.
Ondanks
al zijn stelligheid kent Mak, getuige onder andere het bovenstaande citaat, de werkelijkheid
niet zoals die beschreven wordt door breed georienteerde Amerikaanse wetenschappers
als William Aplleman Williams:
On the
one hand, the United States relies, in its own thinking as well in practice
upon a great imbalance in its economic relations with poorer and weaker
countries to achieve that standard of living. Even then, moreover, there are
great extremes of wealth and power within American society. And, on the other
hand, American foreign policy has not produced either the kind or the degree of
military security that policy-makers have asserted to be desirable and
necessary. The basic question raised by these failures is not, as so often
asserted, one of how to implement the existing policy more efficiently, but is
instead whether or not the policy can – because of its inherent nature – ever
produce its avowed objectives. The evidence indicates it cannot.
The Open
Door Policy has failed because, while it has built an American empire, it has
not initiated and sustained the balanced and equitable development of the areas
into which America expanded. When it increased the gross national product of an
area, for example, it did so under conditions which immediately removed much of
the added wealth… Little of what remained was invested in the development of
the political economy, let alone distributed among the population. Finally, the
basic change that occurred over the period of American penetration was an
intensification of the tensions and conflicts within the other society.
De ‘Open
Door Policy,’ die tegenwoordig ‘het globalisme’ wordt genoemd of de
politiek van de zogeheten ‘vrije markt,’ voert William
Appleman Williams tot de conclusie dat
It is time
to stop defining trade as the control of markets for our surplus products and
control of raw materials for our factories. It is time to stop depending so
narrowly – in our thinking as well as in our practice – upon an informal empire
for our wellbeing and welfare.
It is
time to ask ourselves if we are really so unimaginative that we have to have a
frontier in the form of an informal empire in order to have democracy and
prosperity at home. It is time to say that we can make American society
function even better on the basis of equitable relationships with other people.
It is
time to stop defining trade as a weapon against other people with whom we have
disagreements. It is time to start thinking of trade as a means to moderate and
alleviate those tensions – and to improve the life of the other people.
It is
time to stop trying to expand our exports on the grounds that such a campaign
will make foreigners foot the bill for our military security. It is time
instead to concern ourselves with
a concerted effort to halt and then cancel the armaments race.
Dit
advies werd veertig jaar geleden geschreven door een vooraanstaande Amerikaanse
intellectueel. We merken vandaag de dag hoe profetisch zijn woorden waren en
hoe simplistisch het is te denken dat een eenvoudige terugkeer naar het “‘gewone’
land… dat het tot 1940” zou zijn geweest. een oplossing zal bieden. De westerse mainstream gaat
ervan uit dat de wereld volledig maakbaar is en dat een historisch gegroeide
cultuur als het consumentisme op relatief korte termijn te veranderen is. Nog afgezien van het feit dat de
gevestigde orde alles zal doen om een dergeljke omslag mogelijk te maken, begrijpen naieve opiniemakers als Mak niet hoe ingrijpend
en langdurig een dergelijke omschakeling vooral psychologisch en cultureel zal
zijn. Een beschaving verzint niet in een handomdraai een nieuwe mythe, een
nieuwe zingeving, een nieuwe orde. Bovendien zal er allereerst een fundamentele
kritiek in de publieke discussie mogelijk moeten zijn, en kritiek wordt nu
juist in elk totailitair systeem, en dus ook in het consumentistische cultuur, onmiddellijk
gemarginaliseerd. In het geval van de VS zouden de inwoners van dat imperium
zich moeten realiseren dat hun eeuwenoude expansionisme en daarmee de vernietiging van de indianen en
alle anderen die in de weg staan de rode draad in hun geschiedenis is. Het Amerikaanse volk zou eerst moeten beseffen wie het werkelijk is.
William Appleman Williams:
Having
structured a creative response to the issue of democracy and prosperity at home,
the United States could again devote a greater share of its attention an energy
to the world scene. Its revamped foreign policy would be geared to helping
other peoples achieve their own aspirations in their own way. The essence of
such a foreign policy would be an open door for revolutions. Having come to terms
with themselves – having achieved maturity – Americans could exhibit the
self-discipline necessary to let other peoples come to terms with themselves.
Having realized that ‘self-righteousness
is the hallmark of inner guilt,’ Americans would no longer find it necessary
to embark upon crusades to save others.
Zolang Amerikaanse presidenten als Obama
blijven denken ‘that America must play its role in ushering in a new era
of peace,’ terwijl onder zijn eerste termijn als president de militaire
uitgaven bleven toenemen is niet te verwachten dat er iets wezenlijks zal veranderen aan het superioriteitsgevoel van de Amerikaanse elite.
Al in 1966 uitte senator William Fulbright, de langst zittende voorzitter van
de Senate Foreign Relations Committee scherpe kritiek op het Amerikaanse gewelddadig
streven naar hegemonie in de wereld door op te merken dat ‘we cannot face up to
this arrogant sense of our own superiority, this assumption that it is our
God-given role to be the dominmant power in the world.’ Verwijzend naar het
almaar uitdijend militair industrieel complex waar president Eisenhower vijf
jaar eerder al voor had gewaarschuwd constateerde Fulbright dat ‘violence
had become the nation’s leading industry.’ Hij drong erop aan de
Amerikaanse rethoriek over ‘a city on the hill,’ en ‘beacon
light,’ en ‘the self-evident truths of man’ achterwege te
laten omdat ze alleen getuigen van ‘a superiority complex.’ Vergeefs, zoals we nu weten. De dynamiek
van dit systeem was te krachtig geworden om te beheersen en om een nieuwe koers mogelijk te maken. Het was en is slechts een enkeling in de Amerikaanse politiek
die ’Verlichtingsidealen’ in de praktijk nastreeft.
Meer daarover maandag.
1 opmerking:
Wanneer je je in de VS "on-Amerikaans" opstelt ef gedraagt, dan krijg je nooit met Mak's "soft power" te maken - omdat die in Amerika niet bestaat. Die "on-Amerikaanse" mensen kennen de "overtuigingskracht van de staat" alleen als geweld en bureaucratische culturele repressie. En dat 'debat naar zich toetrekken' een soft power is, is een belachelijke bewering van iemand die op zijn minst de helft van de Amerikaanse cultuur overslaat. Amerika is volgens mij het enige land ter wereld dat voortdurend ergens anders op de wereld een of meerdere oorlogen voert. De Amerikaanse Heilige Drie-eenheid is Intelligence, Military en Police, alledrie geen soft powers, en daaronder kan er alleen bestaan omdat het gedoogd wordt, door de genoemde drie. En iets dat alleen kan bestaan omdat het gedoogd wordt is geen "power" maar een exponent van dat systeem. Het is in Amerika uitstekend toeven, maar alleen als je geld hebt.
Een reactie posten