Dr. John Clauser, Nobelprijswinnaar fysica 2022, deed recentelijk een opmerkelijke uitspraak: het klimaatdiscours is een gevaarlijke corruptie van de wetenschap die de wereldeconomie en het welzijn van miljarden mensen bedreigt. Mijn borst opende zich en vulde zich met frisse opluchting bij het lezen van deze woorden.
Dat is niet zozeer omdat ik vind dat we ongeremd moeten verdergaan met het ons wentelen in comfort en luxe, en naar Barcelona vliegen om ons haar te laten knippen. De stilte van de natuur is me meer waard dan een Bugatti. Ik hou meer van de frisse berglucht dan van het meest delicate parfum; meer van het wemelende licht van de avondschemering dan van de glitter en glorie van alle wereldsteden samen.
Het is ook niet dat ik niet weet dat er tegenover elke John Clauser duizend andere wetenschappers staan. Nobelprijswinnaar of niet, John Clauser is een uitzondering. Tegenover hem staat de consensus van de academische gemeenschap.
Maar wat is die consensus eigenlijk waard? Is hij het product van een oprechte passie om te weten? Of is hij eerder het product van de onder academici welig tierende massavorming, angst voor stigmatisatie (‘klimaatontkenner’), de zucht naar onderzoeksmiddelen en misschien zelfs een zeker genot in het brengen van de onheilsboodschap?
Naast deze fenomenen speelt zonder twijfel ook de ideologische dominantie van globalistische instituten als de Verenigde Naties. Het klimaatverhaal is in grote mate een product van de propaganda waarmee deze instituten hun technocratische agenda willen doordrukken. Geholpen door hun legertje ‘digital first responders’ censureren de VN elke stem die hun ideologische programma bekritiseert.
De academische consensus komt uiteindelijk ongeveer als volgt tot stand: iedereen die het dominante verhaal niet onderschrijft, wordt van de lijst van wetenschappers geschrapt en vervolgens stelt men dat alle wetenschappers het dominante verhaal onderschrijven.
Wat heeft dit soort schijnconsensus ons al allemaal voorgespiegeld de laatste jaren? Onder andere dat het coronavirus tegen eind mei 2020 meer dan 80.000 doden zou maken in Zweden als het land niet in lockdown ging en dat het vaccin de transmissie van het virus zou tegenhouden. En als het woke discours nog aan kracht wint, zal er straks ook consensus zijn dat er geen biologisch verschil is tussen een man en een vrouw.
Echte wetenschap komt voort uit de moed van een enkeling om de consensus te doorbreken, niet uit een soort vals respect voor ‘de consensus’. John Clauser stelde de hoogste politieke act die een mens kan stellen: zich aan het risico van sociale uitsluiting blootstellen door oprecht te spreken in de publieke ruimte. En effectief, het cancelen begon ook direct na zijn spreken.
Afwijkende meningen worden gemakkelijk afgedaan met overwegingen als ‘de meeste wetenschappers gaan akkoord dat het zus of zo is, waarom zou die eenzame uitzondering gelijk hebben?’. Maar men kan evengoed andersom redeneren: enkel waarheidsliefde geeft de moed om tegen de groepsdruk in te gaan en zijn ganse sociaal aanzien op het spel te zetten.
Wat zich als ‘klimaatwetenschap’ voordoet, neemt bovendien steeds openlijker de vorm van propaganda aan. Ik frons in alle opzichten mijn wenkbrauwen bij mediaberichten die elk stijgen van de zon aan de horizon als een klimaatapocalyps voorstellen, en door de mens aangestoken bosbranden en zelfs het plotse stijgen van miskramen en bloedklonters als het gevolg van klimaatopwarming zien.
Aan de hogeschool van Amsterdam kan je vanaf volgend jaar zelfs een master in ‘klimaatpsychologie’ volgen. Je zal daar leren hoe je de bevolking meekrijgt in het klimaatverhaal. Ik kan de logica van waaruit de meesten zich engageren voor die opleiding natuurlijk ergens wel begrijpen: in haar eindeloze zucht naar comfort en luxe zal de massa de wereld recht naar de ondergang brengen; er is dus geen andere mogelijkheid dan de massa te manipuleren om hen terug op het goede pad te zetten.
De keuze voor propaganda is dus in zekere zin begrijpelijk, maar niettemin uiterst problematisch omwille van een aantal redenen. Ten eerste is het buitensporige gebruik ervan om de mensheid te redden intern contradictorisch. De ruggengraat van het menselijke wezen, de vezel van het sociale weefsel, is een betrouwbaar, oprecht spreken. Een samenleving gebaseerd op propaganda is per definitie het einde van de mens(elijk)heid.
Ten tweede zijn degenen die de massa menen te moeten manipuleren er in moreel opzicht zeker niet beter aan toe dan de massa zelf. Herinner je de privézwembaden en privéjets van klimaatprofeet Al Gore; denk aan de vliegvelden vol privéjets op de congressen waar oplossingen worden gezocht voor het klimaatprobleem.
Ten derde is de ecomodernistische oplossing voor ‘het klimaatprobleem’ die je overal in het ruimere discours van de VN voelt, niet de oplossing voor het probleem- ze is er veeleer de oorzaak van. De mensheid concentreren in uniforme woonunits in 15-minutensteden, nitraatbommen laten ontploffen in de stratosfeer om zonlicht af te remmen, boeren verbannen om de natuur te redden, overschakelen op insectenmeel en in laboratoria geprint voedsel, kunstmatige bomen neerzetten om CO2 uit de lucht te filteren,… Dat klinkt gevaarlijker dan het eten van een biefstuk en het rijden met een dieselauto. In zoverre er reële problemen zijn met de natuur, is deze rationalistische hoogmoed met haar streven naar een zo kunstmatig mogelijke wereld er de oorzaak van in plaats van de oplossing ervoor.
Dan maar gewoon voortdoen zoals we bezig zijn? Zoals hogerop gesteld: ik denk wél dat we ons zorgen moeten maken over de gevolgen van onze levensstijl voor de natuur. Ik geloof bijvoorbeeld dat het probleem van microplastics en plasticsoep in de oceanen reëel is, dat onze manier van aan landbouw doen de bodem kapot maakt en dat onze moderne vistechnieken het leven in de oceanen bedreigt. En als ik in Afrika op de steppe een sacrale stilte tastbaar in de lucht voel hangen, overvalt er me een verscheurend besef dat we tijdens onze ‘vooruitgang’ de essentie van het leven verloren zijn.
Dit is de werkelijke opdracht waar we voor staan: valse van echte problemen onderscheiden en voorbij het ecomodernisme echte oplossingen vinden voor de echte problemen. Dat is de beste manier om propaganda krachteloos te maken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten