zaterdag 19 augustus 2023

De Onthullende Yoeri Albrecht Affaire 22


De Iraans-Amerikaanse hoogleraar Hamid Dabashi schreef in zijn fascinerende studie Europe and Its Shadows: Coloniality after Empire (2019) over Europa: 

Het imperialisme is misschien veranderd, maar het imperium handhaaft zijn machtsverhoudingen — met een uitgesproken Euro-Amerikaanse signatuur.


Hoe ziet een ontwikkelde buitenstaander Het Avondland?


Hier kijk ik naar Europa als een teken, een symbool, een allegorie. Het gaat mij veel meer om Europa als naam dan om wat het benoemt. Ik kijk in de eerste plaats naar het teken 'Europa' als een formalist — zoals een dichter die naar een brug kijkt, in plaats van een ingenieur die naar dezelfde brug kijkt. Ik ben veel meer bezig met de vorm van het ding dan met het ding zelf — waar het vandaan kwam of waar het naartoe gaat. Ik denk niet dat Europa een ding op zich is. Europa is een teken — zoals een rood licht of een kruis — en ik wil dit teken lezen door middel van zijn signalen, zijn affecten, effecten, affecties, echo's, reflecties, resonanties, tinten en schaduwen.


Hoe eurocentrisch de Europese opiniemakers over hun continent ook mogen spreken, nooit zullen zij hun werelddeel zien via de ogen van een niet-Europeaan als professor Dabashi:  


Wij postkoloniale mensen over de hele wereld zijn zowel slachtoffers als overwinnaars van dit ding dat zichzelf Europa noemt. We houden ervan en we haten het — we zijn intieme vijanden. We bezitten het en zijn erdoor bezeten. Wij spelen ermee en het speelt met ons. Het maakt ons onbruikbaar en het stelt ons in staat. We schakelen het in en uit. Door Europa zijn we de werelden kwijtgeraakt die we als de onze kenden. Vanwege Europa verlangen we ernaar onze eigen werelden terug te vinden. En dankzij Europa schommelen we tussen de wereld die Europa mogelijk heeft gemaakt en de wereld die we na Europa mogelijk willen maken.


Jawel, Europa betekent imperialisme, kolonialisme, militarisme, verovering en racisme. Jawel, Europa betekent wetenschap, technologie, kunst, architectuur, literatuur en poëzie, allemaal samengaand met die afschuwelijke trajecten. Europa is goed; Europa is slecht. Europa is het vreemde geval van Dr. Jekyll en Mr. Hyde,


maar allereerst is


Europa nooit alleen zichzelf geweest. Europa leeft en bloeit en verschuilt zich en duikt weer op in zijn schaduwen — ergens tussen 'Europa en niet-Europa,’ tussen 'het Westen en de Rest.’ Het Europees kolonialisme mag dan hier en daar geëindigd zijn, maar de koloniale mentaliteit gaat door — niet alleen economisch, maar ook cultureel, wetenschappelijk, moreel, in de verbeelding. Het imperialisme is misschien veranderd, maar het imperium handhaaft zijn machtsverhoudingen — met een uitgesproken Euro-Amerikaanse signatuur. Nietzsche beschouwde wat hij ressentiment noemde als de oorsprong van de christelijke moraal. In zijn aantekening over Nietzsche ging Max Scheler in tegen die karakterisering en stelde ressentiment voor, niet als de kern van het christendom, maar als de wortels van de burgerlijke moraal die, volgens Scheler, vorm begon te krijgen vanaf de dertiende eeuw. 


Maar de staat van kolonisatie die het Europese kolonialisme bijna in dezelfde tijd voortbracht, was altijd al transnationaal, mondiaal, planetair. Nietzsche noch Scheler vonden dit onderdeel het overwegen waard. Of het nu de christelijke of de burgerlijke moraal betreft, of de transmutatie van de ene in de andere, en of deze nu wereldwijd werd verspreid via de missionarissen van de eerste of de koloniale veroveringen van de laatste, ressentiment werd 'Umwertung aller Werte,’ zoals Nietzsche het noemde. en dit bracht het morele weefsel in kaart van een burgerlijk christelijk imperialisme waarin 'goede christenen' de wereld rondgingen en verschrikkelijke dingen deden, twaalf indianen ophingen om ondersteboven te verbranden, zoals Bartolomé de las Casas ons vertelt in A Short Account of the Destruction van Indië (1542–1552), ter ere van de twaalf apostelen van Jezus Christus. De Bergrede zei op zulke momenten niet veel voor hen — en die christelijke burgerlijke massamoordenaars wachtten ook niet tot Nietzsche en Scheler hun ressentiment psychopathologiseerden. De schaduw van het christendom, of de schaduw van de burgerlijke moraal aan de wortels van Europese imperiums, zonder medeweten van beide Europese filosofen, zette dat ressentiment op zijn kop, waar de macht van de Romeinse keizer niet langer werd begeerd en dus getransvalueerd, maar waar een nog donkerdere kracht geconfronteerd werd met de macht van de keizer. Wij postkolonialen merkten geen viering van zwakte, geen gevoel van ressentiment, geen herwaardering van waarden op van onze christelijke veroveraars, en we zijn allemaal geboren en getogen in de schaduw en de tinten van die duisternis.


Laat ik het duidelijk zeggen: Europa heeft altijd over onze schouders meegekeken als we schrijven. In dit boek ga ik over de schouder van Europa meekijken en terugschrijven. Eeuwenlang heeft Europa ons aangestaard — in zijn onmenselijke antropologie van onze vreemdheid. Het was al lang geleden dat we begonnen terug te staren naar Europa en op Europa neer keken — zowel op zichzelf als in zijn transmutaties in de rest van de wereld. In dit boek probeer ik ook de wereld buiten Europa te bedenken, na Europa, niet egen Europa, maar ondanks Europa.


Kort samengevat: Europa is, voor de ontwikkelde niet-Europeaan een complexe leugen en tegelijkertijd een simplistische waarheid. En juist op dit aspect, de zwarte kant van Europa, rust een taboe. De Europeaan, zowel de overgrote meerderheid van de zelfbenoemde intelligentsia als het overtuigde kleinburgerdom, is niet bij machte de waarheid van miljarden gekleurde slachtoffers onder ogen te zien. Het zou zijn/haar psychische ondergang betekenen. Hun eurocentrisme is niets anders dan een overlevingsstrategie, die allereerst en bovenal de angst moet wegnemen dat alles toch anders is dan men zichzelf altijd heeft wijsgemaakt. Het is een reflex, zoals Geert Mak op 7 januari 2015 demonstreerde toen mijn oude vriend, als mainstream-opiniemaker, zonder enige terughoudendheid onmiddellijk een oordeel kon vellen over de terroristische aanslag in Parijs op het kantoor van het satirische weekblad Charlie Hebdo. Een journalist van de Vlaamse zakenkrant De Tijd schreef: 


Het nieuws van de aanslag tegen het Franse satirisch weekblad raakt enkele minuten voor onze interview-afspraak in Amsterdam bekend. Mak komt net van de trein en heeft de berichten nog niet gehoord. ‘Misselijk van woede,’ reageert hij geschokt. Hij moet even bekomen, zich herpakken. Maar het duurt niet lang voor hij het bredere plaatje begint te schetsen. Mak is de man van het grote verhaal, de verbanden, de historische context. ‘De kracht van onze westerse samenleving is onze democratie, onze variatie in ideeën, onze tolerantie, onze openheid tegenover andere culturen. Maar dat is tegelijk onze kwetsbaarheid, blijkt nu ook weer.’

https://www.tijd.be/dossier/europareeks/geert-mak-veenbrand-woedt-onder-europa/9587187.html     


Dit is één van de huichelachtigste westerse leugens. De werkelijkheid is precies tegenovergesteld, zoals de gezaghebbende Amerikaanse neoconservatieve politicoloog Samuel Huntington nog eens als volgt benadrukte in zijn bestseller The Clash of Civilizations and the Remaking of World Order (1996) ‘the West won the world not by the superiority of its ideas or values or religion, but rather by its superiority in applying organized violence. Westerners often forget this fact, non-Westerners never do.’ En ook ik heb aan de hand van talloze voorbeelden mijn oude vriend Geert Mak decennialang duidelijk proberen te maken dat zijn illusies onhoudbaar zijn. Het feit dat ‘het Westen de wereld niet [heeft] veroverd door de superioriteit van zijn ideeën of waarden of religie, maar veeleer door zijn superioriteit in het toepassen van georganiseerd geweld. Westerlingen vergeten dit vaak, niet-westerse nooit’ kan de wedergeboren christen Geert -- zoon van een evangelisatie predikant in ‘ons’ vooroorlogse ‘koloniale Indië’ -- domweg niet accepteren. En dus bedriegt hij de lezers van zijn bestsellers, en laten zijn fans zich graag door hem met leugens opzadelen, of zoals de historicus Johan Huizinga een eeuw geleden schreef: ‘Hypocrisie en farizeïsme belagen hier individu en gemeenschap!’ Behorend tot de brigade van Bekende Nederlanders kan Mak niets anders dan zijn publiek voortdurend te behagen. In tegenstelling tot Hamid Dabashi is de hier zo populaire Geert geen intellectueel, niet breed geschoold, uitgekookt maar niet echt intelligent. Voor hem is Europa een economisch gegeven, cultuur speelt daarin geen enkele betekenisvolle rol. En dus beweerde hij als profeet van het neoliberale en neoconservatieve tijdperk in 2013 ‘de EU is een markt van bijna een half miljard mensen met de hoogste gemiddelde levensstandaard ter wereld. Alleen al voor Nederland is de Unie goed voor tweederde van onze totale export, eenvijfde van het nationale product. We hebben nu een open toegang tot die markt. Gaan we die deur echt dichtgooien?’


Met het oog op de neoliberale globalisering stelde hij de retorische vraag: 'Is de wereld niet zelf allang de nationale verbanden ontgroeid?’ Die vraag was natuurlijk niet gericht aan de miljoenen slachtoffers van het gewelddadig westers expansionisme onder leiding van Washington en Wall Street. Nee, Mak deed met zijn kneuterige beeldspraak een beroep op het ‘onheroïsch’ egoïsme dat, aldus Huizinga, zo kenmerkend is voor de Nederlandse volksaard.  


Vier jaar nadat de bestsellerauteur had beweerd dat ‘Europa als economische eenheid een eind op weg,’ was, brak in 2008 de kredietcrisis in volle hevigheid uit waarop een diepe economische crisis volgde. Nadat ik mijn oude vriend Geert begin 2012 weer eens had proberen uit te leggen wat er zich in werkelijkheid vóór zijn ogen voltrok, kreeg ik enkele dagen later een email van hem met ondermeer de volgende opmerking ‘Het probleem met jou is dat je verdomd vaak gelijk hebt, en dat het vaak geen prettige mededelingen zijn die je te melden hebt… Jij ziet veel dingen scherper en eerder, maar’ zo vervolgde Mak ‘Ik kan niet zonder hoop, Stan, dat klinkt misschien wat pathetisch, maar het is toch zo.’ Het was dit pathetische verlangen naar verlossing dat de domineeszoon blind maakte voor de realiteit. Ik meld dit aangezien Geert Mak naderhand opnieuw een zegetocht langs de Nederlandstalige corporate media maakte vanwege het verschijnen van zijn nieuwe, onverbiddelijke bestseller, getiteld ‘Grote verwachtingen.’ Uitgeverij atlas contact kondigt dit boek als volgt aan: 


In ‘Grote verwachtingen’ vertelt en duidt Geert Mak de recente geschiedenis zoals alleen hij dat kan. Het is het vervolg op het immens succesvolle ‘In Europa’ dat vijftien jaar geleden verscheen. Enkele jaren later volgde de 35-delige tv-serie met de schrijver in de hoofdrol. In Europa ging over de twintigste eeuw en hoe die in veel opzichten gruwelijke periode getekend door twee wereldoorlogen, ons heeft gevormd. ‘Grote verwachtingen’ gaat over de eerste twee decennia van de eenentwintigste eeuw. Het neemt de draad op waar ‘In Europa’ eindigde, in 1999. Mak schetst de sfeer en stemming tijdens de eeuwwisseling, het optimisme dat toen hoogtij vierde maar dat gaandeweg verdween, de gevoelens rond de invoering van de euro, de gevolgen van de aanslag op de Twin Towers, de toestand in Oost-Europa en Rusland, de bankencrisis, de Verenigde Staten, Noord- versus Zuid-Europa, en de vluchtelingen. 

https://www.atlascontact.nl/boek/grote-verwachtingen-1/


Hier wordt het mainstream-publiek opnieuw bedrogen. Geert Mak’s ‘optimisme’ berustte op een combinatie van onvermogen de werkelijkheid te zien en gebrek aan kennis. Omdat het neoliberalisme ‘optimisme’ moet uitstralen, luisterde Mak niet naar mensen die‘verdomd vaak gelijk’ hebben, en die ‘vaak geen prettige mededelingen’ verspreiden, die ‘veel dingen scherper en eerder’zien dan hij en zijn collega-opiniemakers. En nu heb ik het niet over mijzelf, maar over de talloze vooraanstaande denkers in de wereld die al vanaf het begin van de twintigste eeuw waarschuwden voor de zwarte kant van het modernisme. Zoals het lezerspubliek van mijn weblog en van mijn boeken weten, geef ik als journalist informatie door van specialisten op cultureel, politiek en sociaal gebied. Ik bedenk het niet allemaal zelf. Geert Mak wist al jaren dat het neoliberalisme in ‘Europa als economische eenheid’ weliswaar ‘een eind op weg,’was, maar dat alleen de rijken daarvan profiteerden, terwijl de rest erop achteruit ging, waardoor de kloof tussen arm en rijk bleef toenemen, en op dit moment 26 individuen evenveel bezitten als de helft van de hele mensheid tezamen. De schaamteloosheid en doortraptheid van de aankondiging dat ‘Grote verwachtingen’ de ‘draad op[neemt] waar “In Europa” eindigde,’ alsof er een breuk met de geschiedenis was ontstaan, is oplichterij. De ‘eerste twee decennia van de eenentwintigste eeuw’ zijn het logisch gevolg geweest van de laatste twee decennia van de twintigste eeuw. ‘Europa als vredesproces was’ geen ‘eclatant succes,’ en ook ‘Europa als economische eenheid’ was geenszins ‘een eind op weg.’ Het feit dat NAVO-landen niet in verzet kwamen tegen het massale geweld van het Amerikaans militair-industrieel complex in Afghanistan, Irak, Libië, Syrië, en zelfs deelnamen aan de terreur die ontelbare doden en verminkten veroorzaakte en het Midden Oosten in chaos onderdompelde, is tekenend voor het feit dat ook ‘Europa als vredesproces’ juist geen ‘eclatant succes’ was. Maar dit alles is voor de polderpers geen aanleiding geweest om niet opnieuw uitbundig aandacht te besteden aan Geert Mak’s nieuwe boek. Op de voorpagina van Vrij Nederland op 22 oktober 2019 staat onder het portret van beminnelijk kijkende Mak ditmaal:


Geert Mak. ‘We moeten terug naar een kern-Europa. 

Geert Mak schreef een bijsluiter bij het nieuws. 


Hoewel mijn oude vriend ‘niet zonder hoop' kon, beantwoordde hij in Vrij Nederland de vraag of de ‘kracht onder de EU nu [is] verdwenen?' met: ‘Ja, dat is totaal weg.’ De interviewster vraagt daarop: ‘Is dat de reden dat u nu minder hoopvol bent dan in 2004?’ waarop een typisch Makkiaans antwoord volgt: 


'Was ik hoopvol in 2004? Ja. Nou, ja…' Hij leunt achterover, vouwt zijn handen gekruist onder zijn ellebogen als om zijn bovenarmen te dragen. ‘Oké, redelijk hoopvol.’ 


Ziehier, de man die zich graag uitgeeft voor historicus die inmiddels vergeten lijkt te zijn wat hij vijftien jaar geleden schreef, en nu met moeite toegeeft dat hij in 2004 ‘hoopvol’ was. Maar omdat alles zwart op wit staat, ziet hij zich tenslotte toch genoodzaakt half toe te geven. ‘Oké, redelijk hoopvol.’ Ook dit is een manifestatie van de corrumpering van het poldermodel. De interviewster had hier moeten doorvragen, want de kern van de zaak is dat Geert Mak zijn publiek belazerde met zijn bestseller In Europa, om nu in ‘Grote verwachtingen’ te bevestigen dat destijds 'mijn' visie juist was geweest. Maar omdat hij het problematisch achtte dat sceptici ‘verdomd vaak gelijk’ hebben, aangezien zij ‘vaak geen prettige mededelingen’ verspreiden, kon hij toch ‘niet zonder hoop,’ en moest hij wel de kluit belazeren. En de mainstream-media slikken nu wederom de lucratieve profetieën van een bejaarde vlerk, hoewel mijn mainstream-collega's weten dat de gemarginaliseerden ‘veel dingen scherper en eerder,’ zien.

Ik vrees dat Geert Mak niet begrijpt wat Europa is, hij kan zich namelijk niet verplaatsen in de positie van de niet-Europeaan. Je kent jezelf pas goed als je in staat bent jezelf te zien via de ogen van De Ander. Het gebrek aan een serieus zelfbeeld blijkt wanneer Mak van mening is dat wij witte, christelijke Europeanen humaner zijn tegenover de eigen 'doorsnee bevolking' dan niet-Europeanen. Mak: ‘We vinden het héél belangrijk dat ook de doorsnee bevolking een redelijk goede levenskwaliteit heeft. In andere continenten denkt men daar héél anders over.’ Hoeveel subtieler en wijzer is de zwarte Franse dichter en essayist Aimé Césaire die op het volgende wees: 


De kolonisator, die om zijn geweten te sussen de gewoonte aanneemt om de andere mens als een beest te zien, er aan gewend raakt hem als een beest te behandelen, en geneigd is zichzelf objectief in een beest te veranderen... dacht dat hij alleen maar Indiërs aan het afslachten was, of hindoes, of Zuidzee-eilandbewoners, of Afrikanen. Ze hebben in feite de een na de ander de wallen omvergeworpen waarachter de Europese beschaving zich vrij had kunnen ontwikkelen.


Wij Europeanen, en onze erfgenamen in de VS, zitten met ons eigen racisme opgescheept en uit die leegte zou humanisme moeten ontstaan. Maar zolang mainstream-opiniemakers als Mak de lessen uit de geschiedenis niet durven te trekken, zal dit een onmogelijke opgave blijken te zijn. De Makkianen zullen eerst hun illusies moeten doorprikken en hun eigenwaan onder ogen moeten zien. Men zal in de allereerste plaats de terreur van de eigen Europese geschiedenis moeten zien voor wat het is, om te voorkomen dat Europa en de VS ermee doorgaan. De Zweedse  hoogleraar en auteur Sven Lindqvist benadrukte deze noodzaak aan het eind van zijn boek Exterminate All the Brutes: One Man's Odyssey into the Heart of Darkness and the Origins of European Genocide (1997) door te concluderen dat ‘Auschwitz de moderne industriële toepassing [was] van een uitroeiingspolitiek waarop de Europese overheersing van de wereld […] lang heeft gesteund.’ De titel van zijn boek verwijst naar de woorden in Joseph Conrads Heart of Darkness (1899) ’verdelg al het gespuis.’ Lindqvist vraagt zich af waarom de westerse protagonist ‘Kurtz zijn rapport over de beschavingstaak van de blanke man in Afrika met deze woorden eindigt.’ Hij schrijft vervolgens: 


Ik las Conrad als een profetische auteur die alle gruwelijkheden die in het verschiet lagen, voorzien had. Hannah Arendt wist beter. Zij zag dat Conrad over de genocides van zijn eigen tijd schreef. In haar eigen boek The Origens of Totalitarianism (1951), toonde ze aan hoe imperialisme racisme noodzakelijk maakte als het enig mogelijke excuus voor zijn daden… Haar these dat nazisme en communisme van dezelfde stam komen is algemeen bekend. Maar velen vergeten dat zij ook de 'verschrikkelijke slachtpartijen' en het 'barbaarse moorden' van Europese imperialisten verantwoordelijk hield voor 'de zegevierende introductie van dergelijke pacificatiemiddelen in de alledaagse, respectabele buitenlandse politiek, daarmee totalitarisme en zijn genocides producerend.’ 


Lindqvist ontdekte gaandeweg dat de ‘Europese vernietiging van de “inferieure rassen” van vier continenten de grond voorbereidde voor Hitlers vernietiging van zes miljoen joden in Europa… Het Europese expansionisme, vergezeld als het was door een schaamteloze verdediging van het uitroeien, schiep manieren van denken en politieke precedenten die de weg baanden voor nieuwe wandaden… En toen hetgeen was gebeurd in het hart der duisternis werd herhaald in het hart van Europa, herkende niemand het. Niemand wilde toegeven wat iedereen wist.’


En nog steeds weigert Geert Mak en zijn publiek met hun racistisch eurocentrisme de lessen uit de geschiedenis te trekken. Zij weigeren de werkelijkheid te zien. Uit angst. 2000 jaar christendom heeft de westerling verstijfd van schrik. In een beestachtige wereld dient de mens zich als beest op te stellen, om te voorkomen door 'een wolf' te worden opgegeten, zo leert zelfs Donald Duck's relaas van de drie biggetjes en het sprookje van Roodkapje. De mens op aarde is in dit christelijke wereldbeeld domweg verdoemd. De Indiaans Amerikaanse milieu-activiste Charlotte Black Elk, een 'Oglala Lakota' en 'the great-granddaughter of the holy man Nicholas Black Elk,' wees in dit verband op het volgende:


Look at the origin legends of the judeo-christian people. You have an origin legend that says that Adam and Eve were banished onto earth and earth is an enemy. And you have native people, and Lakota people in particular, who say the earth is my mother and we all have to live together as a family. Those are very, very opposed viewpoints from one who says: this is my mother and the other who says: this is a place of banishment and you don’t really have to care for it because someday you are going back to paradise when you complete your banishment. And I think those attitudes are what came into play when you had western encroachment and the wars of the 1800s, the whole uprooting of native people.


De uiterst cynische en nihilistische veronderstelling dat de mens verdoemd is, heeft eeuwenlang gediend als rechtvaardiging voor het gewelddadig westers expansionisme, waarbij in naam van God de wereld werd veroverd. In zijn boek Een reis door niemandsland. Hoe de Aboriginals Australië verloren (2007), over de geëmigreerde of verbannen christelijke Europeanen die de inheemse bevolking van Australië één voor één uitmoordden, schreef Sven Lindqvist:


De meeste blanken waren ervan overtuigd dat de mensen die vermoord waren toch tot een lager ras behoorden, dat tot de ondergang gedoemd was. Hierbij konden ze zich beroepen op de indertijd hoogste autoriteit op het gebied van de biologie: Charles Darwin. Hij beweert in de hoofdstukken 5 en 6 van The Descent of Man (1871) dat de uitroeiing van inheemse volken een natuurlijk evolutionair proces is. Diersoorten hebben elkaar altijd uitgemoord, wilde volken hebben elkaar altijd uitgeroeid, en nu er geciviliseerde volkeren zijn zullen de wilde volken voorgoed worden uitgeroeid: 


'Overal waar de geciviliseerde naties met barbaren in contact komen zal de strijd van korte duur zijn, behalve daar waar een dodelijk klimaat het inheemse ras bijstaat.' Maar zelfs daar kan de inheemse bevolking zich niet zeker voelen van haar zaak: 'In een toekomst, die gerekend in eeuwen niet eens zo erg ver weg is, zullen de geciviliseerde rassen vrijwel zeker overal ter wereld de wilde rassen uitroeien en vervangen.' 


Darwin was hier persoonlijk getuige van geweest — in Argentinië, Tasmanië, Australië — en hij keerde zich hier fel tegen. Maar een onderdeel van zijn ontwikkelingsleer was ook dat men de uitroeiing van inheemse volken niet langer als een misdrijf moest beschouwen maar veeleer als het onvermijdelijke gevolg van natuurlijke processen en zelfs als een voorwaarde voor verdere vooruitgang. Na Darwin was uitroeiing iets waar je je schouders over kon ophalen. Mensen die hier met afschuw op reageerden gaven alleen maar blijk van hun gebrek aan scholing.


'Niets is onwetenschappelijker,' schreef George Chatterton Hill in Heredity and Selection (1907)'niets getuigt van een diepere onkunde van de fundamentele wetten van de maatschappelijke ontwikkeling dan de absurde, voor het Britse ras typerende acties tegen de eliminatie van lagere rassen.' De waarheid is dat de Britten 'vanwege hun expliciete expansiedrift genoodzaakt zijn alle lagere rassen die hun in de weg staan te elimineren. Ieder superieur ras uit het verleden heeft dit gedaan of was gedwongen hetzelfde te doen.'


'Indien arbeidskrachten in een kolonie niet zodanig kunnen worden gedisciplineerd dat ze de winsten opbrengen die het moederland mag verwachten,' zo schreef Henry C. Morris in zijn History of Colonisation (1900)'dan moeten de inboorlingen worden uitgeroeid dan wel gereduceerd tot een aantal dat zich gemakkelijk laat controleren.’


Inboorlingen die blijven leven zijn toch alleen maar tot last, schreef de antropoloog George H.L.F. Pitt-Rivers in zijn boek The Clash of Cultures (1927)'Het inboorlingenprobleem’ zou je net zo goed kunnen omschrijven als het probleem dat ontstaat als inheemse mensen niet worden uitgeroeid door de 'zegeningen van de civilisatie' maar overleven met nakomelingen van gemengde afkomst. In Tasmanië is er geen inboorlingenprobleem en in Australië is dat probleem voor de Europese bevolking te verwaarlozen, vanwege de logische verklaring dat er geen Tasmaniërs meer in leven zijn die nog voor problemen kunnen zorgen, en dat de Australische Aborigines hard bezig zijn hen te volgen op weg naar uitsterving.'


Mannen als William Willshire (sheriff van Alice Springs, leefde van 1852-1925. svh) brachten in de praktijk wat deze theoretici verdedigden of zelfs bepleitten. Sinds 1949 noemen we dit 'genocide.' 


Dit is slechts één voorbeeld van de ontelbare genocidale praktijken van de 'witte' veroveraars die overal ter wereld de lakens uitdeelden en nog steeds uitdelen. Daarover later meer.

Geen opmerkingen: