maandag 21 augustus 2023

De Onthullende Yoeri Albrecht Affaire 24

Enkele jaren vóór zijn presidentschap vatte de racistische Woodrow Wilson begin twintigste eeuw het Amerikaans buitenlands beleid onder zowel Democraten als Republikeinen nog eens kort samen met de woorden dat zodra ‘de fabrikant erop staat de hele wereld als een markt te hebben, de vlag van deze natie hem moet volgen, en de deuren van naties die voor hem gesloten zijn moeten worden ingebeukt. Concessies verkregen door financiers moeten worden beschermd door de ministers van Buitenlandse Zaken, zelfs wanneer de soevereiniteit van onwillige naties daarbij geschonden wordt.’ Gezien de consequenties van deze extremistische politiek die keer op keer het internationaal recht schendt, is het veelbetekenend dat sinds begin van de 21ste eeuw de Europese Unie en de Europese NAVO-lidstaten de onvermijdelijke terreur van de politiek van Washington en Wall Street enthousiast steunen ten koste van de eigen Europese bevolking.  Een voorbeeld uit 2015 dat inmiddels door het Westen gecensureerd wordt:

Former US Secretary of State Henry Kissinger hit out at American and European Ukraine policy, saying it ignores Russia’s relationship with its neighbor, and has called for cooperation between the White House and the Kremlin on the issue.


‘Breaking Russia has become an objective [for US officials] the long-range purpose should be to integrate it,’ the 92-year-old told The National Interest in a lengthy interview for the policy magazine’s anniversary that touched on most of the world’s most pertinent international issues. ‘If we treat Russia seriously as a great power, we need at an early stage to determine whether their concerns can be reconciled with our necessities.’


The diplomat, who is most famous for serving in the Nixon administration, and controversially being awarded the 1973 Nobel Peace Prize, for negotiating the Vietnam ceasefire, accused the West of failing to recognize the historical context in which the fallout occurred between Moscow and Kiev.


‘The relationship between Ukraine and Russia will always have a special character in the Russian mind. It can never be limited to a relationship of two traditional sovereign states, not from the Russian point of view, maybe not even from Ukraine’s. So, what happens in Ukraine cannot be put into a simple formula of applying principles that worked in Western Europe.’


Kissinger lays the blame for sparking the conflict at the door of the EU, which proposed a trade deal in 2013, without considering how it would alienate Moscow, and divide the Ukrainian people.


‘The first mistake was the inadvertent conduct of the European Union. They did not understand the implications of some of their own conditions. Ukrainian domestic politics made it look impossible for [former Ukrainian president Viktor] Yanukovych to accept the EU terms and be reelected or for Russia to view them as purely economic,’ said Kissinger.


Kissinger ging destijds al in op het feit dat:


the wheels of the stand-off between Moscow and the West were already set in motion during the subsequent Maidan street protests — heartily endorsed by the West  — which demanded the toppling of the pro-Russian Yanukovich, an aim that was eventually achieved.


'While Ukraine slid into the Maidan uprising right in the middle of what Putin had spent ten years building as a recognition of Russia’s status. No doubt in Moscow this looked as if the West was exploiting what had been conceived as a Russian festival to move Ukraine out of the Russian orbit.’


With the armed conflict in Ukraine still showing no signs of resolution, Kissinger repeated his previous proposal for Ukraine to become a buffer, or mediator state between Russia and the West.


‘We should explore the possibilities of a status of nonmilitary grouping on the territory between Russia and the existing frontiers of NATO,' he told The National Interest. ‘The West hesitates to take on the economic recovery of Greece; it’s surely not going to take on Ukraine as a unilateral project. So one should at least examine the possibility of some cooperation between the West and Russia in a militarily nonaligned Ukraine.’ […]


‘The Ukraine crisis is turning into a tragedy because it is confusing the long-range interests of global order with the immediate need of restoring Ukrainian identity,’ summed up the veteran diplomat.

https://nationalinterest.org/feature/the-interview-henry-kissinger-13615?page=2,0

Kenmerkend is dat de westerse mainstream-pers collectief Kissinger’s waarschuwingen verzweeg, terwijl hij toch al decennialang gezien wordt als één van de best geïnformeerde geopolitieke deskundigen. Bovendien demonstreren de recente ontwikkelingen nog steeds de juistheid van Woodrow Wilson’s woorden van een eeuw geleden dat ‘zelfs de soevereiniteit van onwillige naties’ geschonden moeten worden om de voor het Westen onmisbare grondstoffen en markten ‘veilig te stellen.’ De machtsverhoudingen in de wereld zijn de laatste vier decennia dermate ingrijpend veranderd dat Azië in slechts één generatie tijd ten koste van het Westen een opkomende wereldmacht is geworden. Medio oktober 2020 bekende ‘EU foreign-policy chief Josep Borrell’ dat ‘the West’s neoliberal economic model was “based on cheap energy coming from Russia,” en “access to the big China market,” and low-paid Chinese workers.’ Nu Europa niet langer daarover kan beschikken verkeert het Avondland in een crisis, ondermeer omdat 70 procent van alle noodzakelijke grondstoffen uit Azië afkomstig is, waar ook nog eens bijna driekwart van de mensheid leeft. Vandaar de door de VS uitgelokte ‘proxy war’ in Oekraïne, als een geplande generatieslange oorlog tegen nucleaire Aziatische grootmachten. Net zoals de ‘proxy war’ in Afghanistan erop gericht was de Sovjet Unie uiteen te laten vallen, zoals ‘in 1998 de voormalige Nationale Veiligheidsadviseur van president Carter, Zbigniew Brzezinski bekende,’ toen hij tegenover het Franse kwaliteitsweekblad Le Nouvel Observateur verklaarde dat de Verenigde Staten vóór 1980 de voormalige Sovjet Unie bewust had geprovoceerd om Afghanistan binnen te vallen door in het geheim islamitische extremisten financieel en militair te steunen, waardoor ze een gewapende strijd tegen de toenmalige hervormingsgezinde Afghaanse regering konden beginnen. Op de vraag of hij daar achteraf geen spijt van had, antwoordde Brzezinski:


Spijt waarover? Die geheime operatie was een uitstekend idee. Het had als resultaat dat de Russen in de Afghaanse val trapten en wil je dat ik dat betreur? De dag dat de Sovjets officieel de grens waren overgestoken, schreef ik aan president Carter, in essentie: ‘We hebben nu de gelegenheid om de USSR zijn eigen Vietnam-Oorlog te geven.’ 


Amerika's geopolitieke strategie kostte een miljoen Afghanen het leven, maakte drieënhalf miljoen Afghanen tot vluchteling en verwoeste de infrastructuur van het land. Zij vormden slechts de bekende ‘collateraal damage’ die voor Brzezinski geen rol van betekenis waren, want:


Indeed, for ten years Moscow had to conduct a war that was intolerable for the regime, a conflict which involved the demoralization and finally the breakup of the Soviet Empire. 


Le Nouvel Observateur: And also, don't you regret having helped future terrorists, having given them weapons and advice?


Zbigniew Brzezinski: What is most important for world history? The Taliban or the fall of the Soviet Empire? Some Islamic hotheads or the liberation of Central Europe and the end of the cold war? 


Le Nouvel Observateur: ‘Some hotheads?’ But it has been said time and time again: today Islamic fundamentalism represents a world-wide threat.


Zbigniew Brzezinski: Rubbish! It's said that the West has a global policy regarding Islam. That's hogwash (nonsens. svh): there is no global Islam.

Nog geen twee decennia nadat de alom in het Westen gerespecteerde adviseur van Amerika’s belangrijkste beleidsbepalers had beweerd dat ‘enkele islamitische heethoofden’ een te verwaarlozen element waren in het geopolitieke machtspel, bekende dezelfde Brzezinski dat mede als gevolg van het geweld van ‘islamitische heethoofden’ de Amerikaanse elite in Washington en op Wall Street inmiddels genoodzaakt was de werkelijkheid onder ogen te zien, namelijk dat ‘the emerging redistribution of global political power and the violent political awakening in the Middle East are signaling the coming of a new global realignment,’ waarbij de VS ‘no longer the globally imperial power’ zou zijn. Was deze constatering in 1998 volgens hem nog ‘nonsens,’ in 2016 bezwoer Brzezinski de westerse beleidsbepalers dat dit absoluut geen onzin was. Veelzeggend is dat Brzezinski veiligheidsadviseur was van de extreme havik John McCain toen die in 2000 Republikeinse presidentskandidaat wilde worden. Brzezinski was bovendien ‘acht jaar later, in 2008,’ de ‘buitenland adviseur van de nieuwe Amerikaanse president,’ te weten, ‘de Democraat Barack Obama, die het in de verkiezingen opnam tegen dezelfde John McCain.’ 

https://nl.wikipedia.org/wiki/Zbigniew_Brzeziński    


Tot welk resultaat het beleid van Democraten en Republikeinen heeft geleid, werd in 2015 onder woorden gebracht door oud president Jimmy Carter, die opmerkte dat de VS tegenwoordig geleid wordt door een ‘oligarchy with unlimited political bribery,’ een feit dat in mindere of meerdere mate altijd al het geval was geweest, en in de nabije toekomst zo zal blijven, maar sinds de Tweede Wereldoorlog nooit publiekelijk werd toegegeven door Amerikaanse autoriteiten. 

http://russia-insider.com/en/zbigniew-brzezinsky-downsizes-imperial-ambitions/ri14037   


Nu  de VS ‘no longer the globally imperial power,’ is, spreekt het voor zich dat de vraag urgent is geworden wat de westerse elite gaat doen om haar almaar slinkende macht op z'n minst te vertragen. In het gezaghebbende tijdschrift Foreign Affairs — gepubliceerd door de invloedrijke Council of Foreign Affairs -- dat als spreekbuis functioneert van ‘the world’s foremost policymakers, business leaders and public intellectuals to discuss the most important global, regional and industry developments of our day. Each event and conference draws on our unique network of experts who shape opinion, influence policy and move markets,’ betoogde Brzezinski in 1996 onder de kop 'A Geostrategy for Eurasia’ het volgende:


America's emergence as the sole global superpower now makes an integrated and comprehensive strategy for Eurasia imperative.


Eurasia is home to most of the world's politically assertive and dynamic states. All the historical pretenders to global power originated in Eurasia. The world's most populous aspirants to regional hegemony, China and India, are in Eurasia, as are all the potential political or economic challengers to American primacy. After the United States, the next six largest economies and military spenders are there, as are all but one of the world's overt nuclear powers, and all but one of the covert ones. Eurasia accounts for 75 percent of the world's population, 60 percent of its GNP, and 75 percent of its energy resources. Collectively, Eurasia's potential power overshadows even America’s.


Eurasia is the world's axial supercontinent. A power that dominated Eurasia would exercise decisive influence over two of the world's three most economically productive regions, Western Europe and East Asia. A glance at the map also suggests that a country dominant in Eurasia would almost automatically control the Middle East and Africa. With Eurasia now serving as the decisive geopolitical chessboard, it no longer suffices to fashion one policy for Europe and another for Asia. What happens with the distribution of power on the Eurasian landmass will be of decisive importance to America's global primacy and historical legacy.

http://www.foreignaffairs.com/articles/53392/zbigniew-brzezinski/a-geostrategy-for-eurasia   


18 jaar later, in 2016, verkondigde Brzezinski de volgende aangepaste geopolitieke doctrine:


Europe is not now and is not likely to become a global power. But it can play a constructive role in taking the lead in regard to transnational threats to global wellbeing and even human survival. Additionally, Europe is politically and culturally aligned with and supportive of core U.S. interests in the Middle East, and European steadfastness within NATO is essential to an eventually constructive resolution of the Russia-Ukraine crisis.


Over het Midden Oosten en de Maghreb stelde Brzezinski:


the currently violent political awakening among post-colonial Muslims is, in part, a belated reaction to their occasionally brutal suppression mostly by European powers. It fuses a delayed but deeply felt sense of injustice with a religious motivation that is unifying large numbers of Muslims against the outside world…


Ondanks het feit dat de VS ‘no longer the globally imperial power’ is, benadrukte Brzezinski dat ‘the United States must take the lead in realigning the global power architecture in such a way that the violence erupting within and occasionally projected beyond the Muslim world — and in the future possibly from other parts of what used to be called the Third World — can be contained without destroying the global order.’

http://www.voltairenet.org/article193150.html   



Die ‘orde’ is — het kan niet vaak genoeg herhaald worden — de neoliberale wanorde, veroorzaker van de huidige chaos waarbij het westen in een permanente staat van oorlog verkeert met mens en natuur, de kloof tussen arm en rijk blijft toenemen, het Amerikaanse militair-industrieel complex het meeste belastinggeld in het Westen ontvangt, en 0,7 procent van de wereldbevolking even rijk is als de helft van de hele mensheid tezamen. Hoewel Brzezinski zich inmiddels realiseerde dat de VS niet meer de ‘only superpower,’ was en ‘the end of history’ nog lang niet in zicht was, kon ook hij geen afstand nemen van de gedachte dat Washington en Wall Street de toekomst van de gehele wereldbevolking moesten blijven bepalen. Een jaar na zijn nieuwe doctrine overleed de invloedrijke Brzezinski, in maart 2017, twee maanden nadat Donald Trump als president was aangetreden, en geconfronteerd werd met het feit dat de VS in Afghanistan de langdurigste oorlog in zijn bestaan voerde.


De kritische Franse auteur en journalist Gilbert Mercier wijst in zijn boek The Orwellian Empire (2015) erop dat de neoliberale macht in een ernstige geloofwaardigheidscrisis is geraakt, waardoor:


What matters is to generate as much confusion in people’s minds as possible, to keep everyone brainwashed and off balance, in order to control the key narrative. Critical thinkers, not the so-called terrorists, are the real enemies of the empire… What the Orwellian Empire has on its disinformation menu is either to brainwash the public with spectacles and consumerist frenzy, or with blatant propaganda that is targeted specifically on different focus groups. In Orwellian times, lying to the people and getting them confused has become an art form. Since the Orwellian Empire feeds on paradox, the bigger or more absurd the lie, the better.


Mercier toont in zijn boek gedocumenteerd aan dat ‘[i]n Orwellian times, nothing is what it seems.’ In deze leugenachtige virtuele werkelijkheid krijgt een Ian Buruma de Erasmus-prijs, terwijl één van ’s werelds beste onderzoeksjournalisten, Seymour Hersh, grote moeite heeft om zijn onthullende artikelen gepubliceerd te krijgen in de westerse mainstream-media, en Gilbert Mercier’s werk alleen via de vrije sociale media wordt verspreid. In tegenstelling tot een mainstream-opiniemaker als Ian Buruma verstrekken kritische journalisten wel een historische en maatschappelijke context bij de hedendaagse razendsnelle ontwikkelingen. 


Zonder de bredere context functioneren Ian Buruma’s en Geert Mak’s opinies alleen als propaganda voor de steeds minder houdbare status quo. Zij trachten kritische stemmen te criminaliseren in een vergeefse poging politiek en sociaal gevoelige onderwerpen te dépolitiseren. Zo is voor hen kritiek op het ‘Amerikaans imperialisme’ niets anders dan links hobbyisme. Tegelijkertijd blijft Buruma de illegale westerse agressie tegenover de rest van de wereld bepleiten, want ‘If ever there was a good reason for the US, and its allies, to intervene, this would be it.’ 


Na vijf eeuwen gewelddadige hegemonie, voorlopig culminerend in Auschwitz en Hiroshima, ziet het Avondland zich genoodzaakt na te denken ‘over de stelling van Europa's eigen ultieme filosoof Nietzsche dat waarheden illusies zijn die men is vergeten en die toewerken naar het punt dat waarheid een mobiel leger is van metaforen,’ aldus de Iraans-Amerikaanse hoogleraar Hamid Dabashi in zijn opzienbarende boek Europe and Its Shadows. Coloniality after Empire (2019). ‘Europa is zo'n waarheid — het ultieme voorbeeld van deze waarheid. In die zin moet de waarheid van Europa als een mobiel leger van gemengde metaforen worden opgevat en vervangen. Hoe verzamelde dat mobiele leger van metaforen — of “gemengde metaforen” zoals ik voorstel — zoveel kracht, hoe kan het worden gedemobiliseerd, en op welk niveau van gemeenschappelijk lot kunnen Europeanen worden teruggebracht tot de schoot van een kwetsbare mensheid als geheel?’ 


Nu Europa en de Verenigde Staten niet langer met ultiem geweld zijn wil aan de wereld kan opleggen, en ‘onwillige naties’ met terreur te onderdrukken zijn, sterker nog, concurrenten zijn geworden van Europa en de VS, zal ook de westerse elite zijn plaats moeten zoeken in de rijen van de ‘kwetsbare mensheid als geheel.’ Lukt dit niet op betrekkelijk korte termijn dan zal er een nieuwe wereldoorlog uitbreken die tevens de laatste zal zijn. De moeilijkheid waarmee wij allen geconfronteerd worden is dat Europa en zijn afgeleide de VS zichzelf tot ‘norm’ hebben verheven. Dabashi schrijft daarover:


Van materieel tot metaforisch tot normatief — de blijvende termen van Europese zelfverheffing — we bereiken de artistieke uitvinding van Europa door esthetische werken van het anders-zijn, zoals de koloniale escapades van Paul Gauguin in het bijzonder. Er is veel gedebatteerd over het werk van Paul Gauguin (1848-1903) in recente tentoonstellingen en in de wetenschap, want ondanks zijn monumentale betekenis in de moderne Europese kunst, volgde zijn ‘levensstijl,’ zoals de critici het noemen, niet precies een burgerlijke moraal van het Victoriaanse tijdperk. Het blijkt dat de man een syfilitische pedofiel was wiens beroemdste oeuvre, ‘de schilderijen van Polynesische vrouwtjes,’ in feite het product was van zijn moedwillige wreedheid met minderjarige seksslavinnen die hij had verkregen op de eilanden Tahiti en Hiva Oa in de Stille Zuidzee, waar hij drie inheemse tienerbruiden meenam, hen en vele anderen besmette met syfilis, seks met ze had terwijl hij ze schilderde in de hut die hij "La Maison du Jouir (Het huis van het orgasme)" had genoemd, feit dat Gauguin een bijzonder kwaadaardige figuur was als Europese koloniale kunstenaar, die op woeste wijze het onderwerp van zijn kunst uitbuitte, terwijl hij tot op de dag van vandaag de esthetische fantasieën van zijn Europese publiek prikkelde. De systematische heiligverklaring van zijn oeuvre, bepalend voor de klassiekers van het postimpressionisme, kan zich natuurlijk niets aantrekken van dergelijke daden van puur kwaad. Als zodanig was hij helemaal geen tegenstrijdige figuur. Hij is alleen in tegenspraak met de liberale burgerlijke moraal die van zijn kunst houdt, maar zich ongemakkelijk voelt over zijn openlijke deelname aan de immorele wreedheid van het kolonialisme. Was hij de enige Europeaan met syfilis die seks had met minderjarige kinderen in een koloniale “harem”? Zijn kunst is daarom een paard van Troje — in zijn esthetische aantrekkingskracht verbergt het de terreur van het Europees kolonialisme, en hoe het idee van Europa in feite afhankelijk was van deze paradox, van deze gemengde metafoor. De kwestie komt hierop neer: voor sommigen is Paul Gauguin een van de grote Bohemien afvalligen van het modernisme, een reus van het postimpressionisme die zich losmaakte van de burgerlijke ketenen van Europa in een baanbrekende, zoekende zoektocht naar creatieve bevrijding in de Stille Zuidzee. Voor anderen was hij een frauduleuze caddie, die de mythe van de nobele wilde uitmelkte om zijn exotische fantasieën te bevredigen, terwijl hij de markt voor zijn kunst thuis een boost gaf. Hij is een van de grote dilemma's van de geschiedenis, en meer dan een eeuw nadat hij zijn controversiële composities van naakte Tahitiaanse meisjes met een bruine huid schilderde — onder wie een aantal van zijn puberende minnaars – blijft de kunstwereld worstelen met zijn nalatenschap. Die 'burgerlijke ketenen' waren alleen voor binnenlandse doeleinden — om Europa een vals gevoel van morele superioriteit te geven, ontleend aan christelijk triomfalisme en 'seculier' gemaakt voor het tijdperk van kapitalistische moderniteit… Het kolonialisme was de natte droom van de Europese burgerlijke moraal. Europa was de Dr. Jekyll voor het kolonialisme van meneer Hyde. Mr. Hyde deed dingen in de koloniën die Dr. Jekyll op het thuisfront niet onthulde. Gauguin had die kloof overbrugd en er een artistieke carrière van gemaakt. Anders gesteld:


hoewel er tal van witte, mannelijke kunstenaars zijn wier verontrustende levensstijl enigszins los van hun kunst kan worden begrepen, is het probleem met Gauguin dat zijn gedrag op zijn doeken wordt blootgelegd. Er is geen politiek ingestelde geleerde of criticus voor nodig om te erkennen dat zijn afbeeldingen van naakte Tahitianen een seksuele en raciale fantasie weerspiegelen, gesmeed vanuit een positie van patriarchale, kolonialistische macht.

Die 'seksuele en raciale fantasieën,’ inderdaad 'gesmeed vanuit een positie van patriarchale, kolonialistische macht,’ waren de termen van Gauguins Europese fantasieën. Maar hier moeten we oppassen dat we Gauguins ‘patriarchaat’ niet verwarren met de manier waarop het Europees burgerlijk feminisme het afbakent. Dit specifieke patriarchaat wordt sterk geaccentueerd in en door het kolonialisme. Het is het patriarchaat van een kolonialist. Het is een patriarchaat dat wordt waargenomen en beoefend door een Europeaan, specifiek op een koloniale plek, op een koloniaal lichaam, op gekoloniseerde kinderen waarvan hij denkt dat hij ze bezit en tegelijkertijd schildert en verkracht. Het probleem met het burgerlijk feminisme van de Europese stijl is dat ze dit ‘patriarchaat’ verwarren met het patriarchaat dat eigen is aan de soort en dat ze gewoonlijk en terecht bekritiseren.


Als 'de vader van het modernistische primitivisme' speelden Gauguin en zijn generatie revolutionaire kunstenaars een belangrijke rol bij de uitvinding van Europa als een blijvende metafoor, een beschavingscategorie, een verenigde cultuur —  waarvoor hun kunst inderdaad definitief is. Zij maakten van Europa ‘Europa’ door het een machtspositie en een manier van kijken te geven. 'Europa' was dat wat staarde — keek, leunde, schilderde, ensceneerde, exposeerde. 'Niet-Europa' was datgene waarnaar werd gestaard en geënsceneerd, afgebeeld en tentoongesteld. In zijn magnifieke kunst en weerzinwekkende immoraliteit legde Gauguin de hoge cultuur en de onderbuik van die cultuur bloot in een kunst die Europa zeer liefhad en vierde en een leven dat Europa publiekelijk moest veroordelen maar privé naar verlangde. Europa is altijd een naar zichzelf verwijzende entiteit geweest die paradoxaal genoeg afhankelijk was van de vervaardiging van het onherleidbare aspect van de Ander – de islam, Afrika, Latijns-Amerika, India, enzovoort. Als christelijk voorstel had Europa altijd zijn heidenen, joden en moslims nodig, maar bovenal zijn ‘primitieven’ om zichzelf te verzekeren van zijn vorderingen en vooruitgang. Als een egocentrisch verhaal had het altijd zijn oppervlakkige anekdotes nodig. Als een zelf-verheffende allegorie heeft het altijd zijn paria verkregen om ze te definiëren door ontkenning, door uitsluiting. Het was wit, dus het had zwart, bruin, geel en rood nodig. Het was mannelijk, dus het had een zwakkere sekse nodig — intern en extern. De zwakkere sekse en de joden waren de interne anderen van dit Europa — maar zwarten, bruine mensen, moslims en de primitieven waren de externe bedreigingen, die nu aan hun poorten bonzen… De Verlichting had Duisternis nodig. Het kubisme zocht zijn wortels in de Afrikaanse kunst. Het is Gauguin die zijn Tahitiaanse slavinnen nodig had. Zelfs Kant kon het sublieme en het mooie ervan niet omschrijven voordat hij de Oriënt lang had bekeken en het als 'grotesk' afdeed. Zoals blijkt uit Gauguin en Picasso, vormt die totaliserende blik naar de ander een gevarenzone die tegelijk aantrekkelijk en afstotend is. Maar dat alles als metafoor, niet als realiteit, deze werkelijkheden komen nu terug om hun eigen metaforen te achtervolgen. De metaforen die werden gebruikt om het superieure ras als realiteit te beschouwen, zijn nu teruggekomen om die veronderstellingen te achtervolgen en te ontkennen. Die subversies van de metaforen van vervreemding en overheersing van kapitaal over arbeid, kapitaal over het koloniale, zijn wat Europa en de Europeanen diep zorgen baren. Maar dat is ook een moment van bevrijding, wanneer de waan van Europa wordt bevrijd van zijn eigen geïnternaliseerde anders zijn.


In tegenstelling tot wat de materialist Geert Mak nog in 2013 veronderstelde is de Europese Unie veel meer dan wat Mak ‘een markt van bijna een half miljard mensen’ noemt ‘met de hoogste gemiddelde levensstandaard ter wereld. Alleen al voor Nederland is de Unie goed voor tweederde van onze totale export, eenvijfde van het nationale product. We hebben nu een open toegang tot die markt. Gaan we die deur echt dichtgooien?’


Met het oog op de neoliberale globalisering stelde Mak de retorische vraag: 'Is de wereld niet zelf allang de nationale verbanden ontgroeid?’ Die vraag was natuurlijk niet gericht aan de ontelbare miljoenen slachtoffers van het gewelddadig westers expansionisme onder aanvoering van Washington en Wall Street. Nee, Geert M. deed met zijn kneuterige beeldspraak een beroep op het kleinburgerlijk egoïsme dat, aldus Johan Huizinga, zo kenmerkend is voor de Nederlandse volksaard. 


De tijd gaat razendsnel, inmiddels zijn wij tien jaar verder sinds Geert Mak als herboren christen zijn materialistisch geloof in Europa beleed, en 20 jaar nadat Ian Buruma met het oog op de ineenstortende hegemonie van de ‘Pax Americana’ ervoor pleitte dat Europa een deel van de Amerikaanse ‘dirty work’ zou overnemen. Inmiddels heeft de Europese politieke en bureaucratische elite haar ziel verkocht aan het Amerikaans militair-industrieel complex, waarvoor president Eisenhower al in 1961 tijdens zijn afscheidsrede waarschuwde. Dit demonstreert het omvangrijke failliet van de Europese civilisatie die al een eeuwlang zelf geen cultuur meer voortbrengt, maar een kopie is van de platte Amerikaanse consumptiemaatschappij met zijn Walt Disney-vertier dat Geert Mak, volgens eigen zeggen, vormde. Zeven decennia na de geboorte van Mak staat Europa weerloos tegenover de snel ineenstortende Amerikaanse spektakelmaatschappij, en weet een mainstream-opiniemaker als Ian Buruma niets anders te verzinnen dan Europa te adviseren een deel van Washington’s ‘dirty work’ op ons te nemen. Ook vertier, entertainment, kent zijn eigen prijs, niets is belangeloos. ‘How does it feel, to be on your own, with no direction home, a complete unknown?’ Vraag het mijn generatiegenoten die her en der verspreid liggen te wachten op hun laatste ademhaling. Meer dan een herhaling van zetten en een handvol cliché’s bezitten ze niet, en toch willen ze gehoord blijven.  Eenmaal verslaafd aan aandacht kunnen ze niet anders. Alleen een kogel kan ze nog tot bedaren brengen, voordat ze de Derde Wereldoorlog beginnen. Want dat is uiteindelijk wat ze willen, chaos en de dood. De IK-Generatie heeft schijt — excusez le mot — aan het nageslacht. Alles is Ik, en Ik ben Alles, ‘Après moi, le déluge.’ Er bestaat geen rechtsregel die hun bestaan verbiedt. 

Geert Mak en Ian Buruma. Twee Hollandse koppen.




3 opmerkingen:

Anoniem zei

Wat ik reeds stiekem vermoedde wordt door dit artikel onomstotelijk bevestigd : Geert Mak is een ouwe pimpelaar.
Ik heb daar een neusje voor.
Omdat Ian Buruma vaker ter sprake komt op dit weblog , heb ik als leek op Youtube onlangs eens wat materiaal van hem bekeken , en ik moet zeggen dat ik zijn relativerende kijk op het in intellectuele kringen in zwang zijnde problematiseren van de islam van de laatste jaren wel kan waarderen.
Hij kijkt wel meer dan gemiddeld aanmatigend uit zijn oogkassen moet ik zeggen. Maar voor een intellectueel is dat wellicht een pluspunt.
Tja , wat moet ik er van zeggen?
Alles gaat naar de kloten ? ; waar moet dat heen , waar moet dat gaan , waar komt die rotzooi toch vandaan, misschien?
Wordt het niet eens tijd om samen met Mak en Buruma in de Achterhoek oud-Hollansch te gaan klootschieten , om daarna onder het genot van een vers geschoten everzwijntje elkaar eens even flink aan de slagtanden te voelen , en met beide benen op de grond te zetten?
Het schijnt trouwens dat er op EU niveau een wet in de maak is , die de lidstaten in tijd van oorlog verplicht , zijn dienstplichtigenarsenaal te diversificeren , en wel zo , dat het bestaat uit o.a 5% (ex)politici , 5% bankiers , 5% intellectuelen , 1% koningshuis , 5% bestuurders, 1% managers uit de zorgsector , en noemt het verder allemaal maar op , om met Kees van der Pijl te spreken.
Verder zit de strategische EU gasvoorraad voor 90% vol en was Zelensky weer 'ns in't landt.
Groeton van Gé Braadtslede uit Nigtevecht.

Anoniem zei

Aanvullende tip : op www.spelotheek.nl , is er voor €5,58 ex. btw (= €6,75 incl.) een rode of witte "Klootzak" te koop , waarin de benodigde kloten voor het klootschieten vervoerd kunnen worden.
Het is dus een katoenen tasje met de opdruk "Klootzak" , zodat duidelijk is waar de zak voor gebruikt dient te worden , namelijk het vervoeren van de kloten , en dus niet de dagelijkse boodschappen.
Ik hoop dat U iets aan deze suggestie hebt , en dat de heren Mak en Buruma geen aanstoot aan het presentje zullen nemen. Ikzelf zou Mak de rode uitvoering geven en Buruma de witte.

Bauke Jan Douma zei

Amerikaantje spelen. Dat is tegenwoordig (al sinds jaren) op straat, in winkels, overal, de uitingsvorm van het Nederlandse nihilisme. "Oh my God!" -- wie dat het meest authentiek-Amerikaans uitkraait wint de pot

Een soap-opera waarbij de coulissen langzaam in mekaar donderen, het publiek het prachtig vindt, en de spelers gigantische gages innen.

Zelf vind ik het best -- als het verzengende vuur maar snel genoeg komt is er --met alles dat erin verloren gaat-- toch iets gewonnen.