Opinie: ‘De War on Terror leidde juist tot méér terrorisme’
President Joe Biden beweerde onlangs dat de VS ook in Afghanistan terrorisme met succes hadden bestreden. Het tegendeel is waar, zegt UU-promovendus Jip van Dort.
Met de inname van Kabul vorige maand door de Taliban is het honderden miljarden euro’s verslindende project van wederopbouw in Afghanistan, inclusief de export van democratie, ingestort als een kaartenhuis. In reactie op deze westerse nederlaag klinkt de verzuchting steeds luider dat alle inspanningen afgelopen twintig jaar voor niets zijn geweest.
Tijdens een aantal toespraken in de afgelopen maanden probeerde de Amerikaanse president Biden deze kritiek te omzeilen. Dat deed hij door opzichtig afstand te nemen van de vele, uiterst ambitieuze doelen die het Westen zichzelf de afgelopen decennia in Afghanistan stelde. In zijn eigen, leugenachtige woorden: ‘We did not go to Afghanistan to nation-build.’ Biden pareerde de kritiek verder door te stellen dat het de VS al die jaren enkel te doen was om terrorismebestrijding – een strijd die naar eigen zeggen succesvol was.
Het is veelzeggend, en ook nogal pijnlijk en oneerlijk, dat de Amerikaanse president zegt dat veel doelen in Afghanistan er eigenlijk niet toe deden. Temeer omdat hiervoor ook Nederlandse militairen zijn gesneuveld. Maar wellicht nog belangrijker is dat er het nodige is af te dingen op het geclaimde succes in de ‘War on Terror’ – de oorlog die president Bush in oktober 2001 ontketende in reactie op de aanslagen op 11 september van dat jaar. Deze allerlei landen omspannende oorlog – van Afghanistan en Pakistan via Irak, Syrië en Jemen tot Libië, Somalië, Mali en elders – heeft niet geleid tot minder terrorisme, maar juist tot veel meer.
Groei Al Qaida
Neem Al Qaida. In een speech illustreert Biden het ‘succes’ van de strijd tegen terreur door in herinnering te roepen dat de leider van Al Qaida, Saoediër Osama bin Laden, in 2011 door de VS werd gedood. Wat hij echter niet noemt, en wat veel relevanter is, is dat Al Qaida in 2001 uit niet veel meer dan enkele honderden leden bestond. Sinds de Amerikaanse oorlog ertegen is de organisatie verveelvoudigd. Er zijn nu vele duizenden leden, in allerlei landen. Al Qaida heeft bijvoorbeeld een sterke presentie in het noorden van Syrië.
Dat het terrorisme ook in Afghanistan nog springlevend is, bleek eind vorige maand toen een verwoestende aanslag op het vliegveld van Kabul een einde maakte aan de levens van meer dan honderd mensen. Deze gruweldaad werd opgeëist door de Afghaanse afdeling van Islamitische Staat (IS).
IS, dat in 2014 grote delen van Irak en Syrië in handen kreeg en daar een kalifaat uitriep, is zelf een regelrecht product van de ‘War on Terror’. Zonder de Amerikaanse invasie van Irak in 2003, waarmee het land in chaos werd gestort, zou IS er nooit een poot aan de grond hebben gekregen. Dat is de opvatting van velen, tot en met die van de voormalige Amerikaanse president Obama.
Sinds 2001 zijn er talloze aanslagen tegen het Westen geweest. Denk aan de terreurdaden in Madrid in 2004, Londen in 2005, Parijs in 2015 en Brussel, Nice en Orlando in 2016. Bij elk van deze aanvallen vielen tussen de 30 en 200 doden.
Rekruteren
Hoe is het mogelijk dat al deze terroristische aanslagen werden uitgevoerd, ondanks de ‘War on Terror’? Het antwoord is al lang gegeven, onder andere door westerse inlichtingendiensten. Zij waarschuwden meermaals dat militaire interventies en bezetting van landen in het Midden-Oosten en elders, en alle dood en verderf die daarmee gepaard gaan, jihadisten de wind in de zeilen geeft. Het vergemakkelijkt het rekruteren van aanslagplegers. De ongemakkelijke conclusie is dat veel aanslagen in de afgelopen decennia niet plaatsvonden ondanks, maar eerder dankzij de ‘War on Terror’.
Zo is ook 9/11 te begrijpen. Al Qaida maakte er in de jaren negentig geen geheim van dat de Amerikaanse militaire presentie in het Midden-Oosten, met name in Saoedi-Arabië, jihadisten een doorn in het oog was. Daarom werd een heilige oorlog tegen de Amerikaanse bezetter, de ‘verre vijand’, ontketend.
Twintig jaar ‘War on Terror’ heeft de levens van miljoenen verwoest. Dat heeft veel rancune tegen het Westen opgeleverd, wat eraan bijdroeg dat terrorisme en de dreiging ervan is toegenomen. Dat zou een les moeten zijn voor de toekomst. Oorlog is geen antwoord op terrorisme, eerder een voedingsbodem ervoor.
Jip van Dort is promovendus aan de Universiteit Utrecht op oorlogspropaganda in het Nederlandse politieke debat.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten