vrijdag 14 mei 2021

De Journalistieke Lafheid van de Zionist Leonard Ornstein

If I were an Arab leader, I would never sign an agreement with Israel. It is normal; we have taken their country. It is true God promised it to us, but how could that interest them? Our God is not theirs. There has been Anti-Semitism, the Nazis, Hitler, Auschwitz, but was that their fault? They see but one thing: we have come and we have stolen their country. Why would they accept that?


-- David Ben-Gurion (the first Israeli Prime Minister): Quoted by Nahum Goldmann in Le Paraddoxe Juif (The Jewish Paradox), pp121.


De journalistiek gecorrumpeerde zionistische VPRO-medewerker Leonard Ornstein.


Terwijl de voltallige Nederlandse mainstream-pers het zogeheten ‘Palestijns-Israelisch conflict’ blijft reduceren tot een Joods-Hamas conflict om zo de politieke angel uit de Palestijnse vrijheidsstrijd te verwijderen, betreft deze Israelische slachtpartij in werkelijkheid een territoriaal conflict, waarbij de koloniale zionisten het door de Verenigde Naties aan de Palestijnse bevolking deel van Palestina stapsgewijs, dunam for dunam, etnisch blijven zuiveren. Waarom nemen de extremistische zionisten geen genoegen met de concessies van de Palestijnse bevolking die akkoord ging met slechts de helft van hun rechtmatig deel? Wanneer de werkelijkheid bekend zou zijn dan zouden de Nederlandse staatsomroepen een leugenachtige zionistisch propagandist als Leonard Ornstein niet zo snel kunnen uitnodigen zonder dat hun weerzinwekkende partijdigheid voor iedereen zichtbaar zou worden. De onomstreden werkelijkheid is namelijk als volgt:


In 1947 schonk de toenmalige, door het Westen gedomineerde, Verenigde Naties 53 procent van het Britse mandaatgebied Palestina aan Israel. Volgens de officiële cijfers was destijds nog geen éénderde van de bevolking joods, terwijl 68 procent uit Palestijnse Arabieren bestond. Bovendien bezaten joodse kolonisten slechts 6 procent van het land. In 1948 veroverden de getrainde en bewapende Israelische milities meer dan de helft van de 47 procent van het land dat de wereldgemeenschap aan de Palestijnse bevolking had toegewezen. Wat overbleef was niet meer dan 22 procent van de 47 procent aan Palestijns grondgebied, minder dan de helft dus. Na de oorlog in 1967 bezetten de Israelische strijdkrachten de rest van het Palestijnse land. 



Welnu, bij de Oslo-Akkoorden in 1993 gingen de Palestijnse onderhandelaars ermee akkoord dat de zionisten in Israel meer dan de helft van het land zouden krijgen dat de Verenigde Naties aan de Palestijnse bevolking had toegewezen, zodat de langdurig vervolgde Palestijnen ongeveer eenvijfde van al het land overhielden dat zij tijdens het Britse mandaat hadden bewoond. In ruil daarvoor accepteerden de Joods-Israelische onderhandelaars dat er op de Westbank en in Gaza een Palestijnse staat zou worden gevestigd, geheel in overeenstemming met het VN-besluit uit 1947. Netanyahu, leider van de belangrijkste partij, liet vervolgens onmiddellijk weten de Oslo-Akkoorden nooit te zullen accepteren. 


Zowel politiek links als rechts in Israel hebben het sinds 1967 mogelijk gemaakt dat de zwaar  bewapende Joodse kolonisten steeds meer land van de Palestijnen in beslag namen, in overeenstemming met het oude zionistische plan van de socialist David Ben-Goerion, de grondlegger van de staat.  Al in 1937 schreef de uit Russisch-Polen afkomstige David in een brief aan zijn zoon: 'We must expel Arabs and take their places.' 67 jaar later stelde de prominente Joods-Israelische historicus Benny Morris: ‘Ben-Gurion was right... Without the uprooting of the Palestinians a Jewish state would not have arisen here.’ Door de voortgaande landroof is van de oorspronkelijke 47 procent nog geen kwart over, bestaande uit los van elkaar staande enclaves omringd door Joods-Israelische militaire wegversperringen en koloniale Joodse nederzettingen, zodat de Palestijnen zich niet vrij kunnen bewegen en een levensvatbare Palestijnse staat volstrekt onmogelijk is geworden, hetgeen ook de zionistische opzet is. Let wel, dit zijn geen meningen, maar algemeen aanvaarde feiten.


De etnische zuivering van een groot deel van het oude Britse mandaatgebied is uitgebreid beschreven in gedegen historisch onderzoek van gezaghebbende Joods-Israelische historici als Simha Flapan, Ilan Pappe, Tom Segev, Avi Shlaim, Benny Morris, etcetera. De gewelddadige verdrijving van naar schatting 75 procent van de Palestijnse bevolking begon al in 1947, dus vóór de stichting van de staat Israel. Volgens Benny Morris is zijn geschiedschrijving: 


based on many documents... most of them from the Israel Defense Forces Archives. What the new material shows is that there were far more Israeli acts of massacre than I had previously thought. To my surprise, there were also many cases of rape. In the months of April-May 1948, units of the Haganah [the pre-state defense force that was the precursor of the IDF] were given operational orders that stated explicitly that they were to uproot the villagers, expel them and destroy the villages themselves.


En:


From April 1948, Ben-Gurion is projecting a message of transfer. There is no explicit order of his in writing, there is no orderly comprehensive policy, but there is an atmosphere of [population] transfer. The transfer idea is in the air. The entire leadership understands that this is the idea. The officer corps understands what is required of them. Under Ben-Gurion, a consensus of transfer is created... Ben-Gurion was a transferist. He understood that there could be no Jewish state with a large and hostile Arab minority in its midst. There would be no such state. It would not be able to exist.


Het zal duidelijk zijn dat het begrip 'transfer' een eufemisme is voor wat vandaag de dag etnische zuivering heet, het met geweld en terreur verdrijven van een ieder die etnisch afwijkt van, in dit geval, de Joden in Israel. Een beschaafd mens zal denken dat Morris walgde van deze meedogenloze zionistische politiek die de oorzaak is van het nog steeds voortdurende conflict. Maar met schokkende botheid stelde hij dat er weliswaar ‘no justification [is] for acts of rape. There is no justification for acts of massacre. Those are war crimes,’ waaraan zionistische militairen zich toen stelselmatig schuldig maakten, maar dat:


under certain conditions, expulsion is not a war crime. I don't think that the expulsions of 1948 were war crimes. You can't make an omelet without breaking eggs. You have to dirty your hands.


Dit is overigens de, doorgaans onuitgesproken, opvatting van sommige joodse zionisten buiten Israel, hetgeen opmerkelijk is, aangezien hier het doel de middelen heiligt, een uitgesproken terroristische opvatting. Morris verklaarde naderhand zelfs:


Ik denk dat [Ben-Goerion] in 1948 een ernstige historische fout maakte. Hoewel hij het demografische vraagstuk begreep en de noodzaak van het vestigen van een joodse straat zonder een grote Arabische minderheid, werd hij tijdens de oorlog bang. Op het laatst aarzelde hij… Ik weet dat dit de Arabieren en de ruim-denkenden en de politiek correcte types verbijsterd. Maar mijn gevoel is dat deze plaats rustiger zou zijn en minder lijden zou kennen als de zaak eens en voor altijd opgelost was geweest… Als het eind van het liedje mistroostig blijkt te zijn voor de joden dan zal dit zijn omdat Ben Goerion de transfer in 1948 niet voltooide. Omdat hij een groot en veranderlijke demografische reserve op de Westbank en Gaza en binnen Israël zelf achterliet.

http://www.haaretz.com/survival-of-the-fittest-cont-1.61341  


Het spreekt voor zich dat de journalistiek corrupte VPRO-commentator Leonard Ornstein hierover zwijgt. Daarom laat ik Joods-Israelische academici als Benny Morris aan het woord. Nadat de Haaretz-interviewer de vraag had gesteld: ‘You do not condemn them morally?’ antwoordde de historicus Morris:


‘No.’


They perpetrated ethnic cleansing.


‘There are circumstances in history that justify ethnic cleansing. I know that this term is completely negative in the discourse of the 21st century, but when the choice is between ethnic cleansing and genocide — the annihilation of your people — I prefer ethnic cleansing.’


And that was the situation in 1948?


‘That was the situation. That is what Zionism faced. A Jewish state would not have come into being without the uprooting of 700,000 Palestinians. Therefore it was necessary to uproot them. There was no choice but to expel that population. It was necessary to cleanse the hinterland and cleanse the border areas and cleanse the main roads. It was necessary to cleanse the villages from which our convoys and our settlements were fired on.’


The term ‘to cleanse' is terrible.


‘I know it doesn't sound nice but that's the term they used at the time. I adopted it from all the 1948 documents in which I am immersed.’


What you are saying is hard to listen to and hard to digest. You sound hard-hearted.


‘I feel sympathy for the Palestinian people, which truly underwent a hard tragedy. I feel sympathy for the refugees themselves. But if the desire to establish a Jewish state here is legitimate, there was no other choice. It was impossible to leave a large fifth column in the country.’


Na honderden gesprekken met Joods-Israeli’s en joodse westerlingen weet ik dat de overgrote meerderheid beseft dat de Palestijnse bevolking groot leed is toegebracht, en dat zij de prijs betalen voor de westerse, christelijke vervolging van joden, die uiteindelijk culmineerde in de holocaust. Daarom is het zo intens weerzinwekkend wat de zionistische propagandist Leonard Ornstein doet, die er overigens voor kiest niet in zijn ‘Joodse staat’ Israel te wonen. In schril contrast met zijn propaganda staat het commentaar van de joods-Amerikaanse Peter Beinart die vandaag, vrijdag 14 mei 2021, in The New York Times op de voorpagina de ruimte krijgt om uiteen te zetten dat ‘Palestinians deserve to return, too. Jews Should Understand.’ 


By Peter Beinart


Mr. Beinart, a contributing Opinion writer who focuses on politics and foreign policy, is an editor at large of Jewish Currents, where a version of this essay appeared.


Why has the impending eviction of six Palestinian families in East Jerusalem drawn Israelis and Palestinians into a conflict that appears to be spiraling toward yet another war? Because of a word that in the American Jewish community remains largely taboo: the Nakba.


The Nakba, or ‘catastrophe’ in Arabic, need not refer only to the more than 700,000 Palestinians who were expelled or fled in terror during Israel’s founding. It can also evoke the many expulsions that have occurred since: the about 300,000 Palestinians whom Israel displaced when it conquered the West Bank and Gaza Strip in 1967; the roughly 250,000 Palestinians who could not return to the West Bank and Gaza after Israel revoked their residency rights between 1967 and 1994; the hundreds of Palestinians whose homes Israel demolished in 2020 alone. The East Jerusalem evictions are so combustible because they continue a pattern of expulsion that is as old as Israel itself.


Among Palestinians, Nakba is a household word. But for Jews — even many liberal Jews in Israel, America and around the world — the Nakba is hard to discuss because it is inextricably bound up with Israel’s creation. Without the mass expulsion of Palestinians in 1948, Zionist leaders would have had neither the land nor the large Jewish majority necessary to create a viable Jewish state. As I discuss at greater length in an essay for Jewish Currents from which this guest essay is adapted, acknowledging and beginning to remedy that expulsion — by allowing Palestinian refugees to return — requires imagining a different kind of country, where Palestinians are considered equal citizens, not a demographic threat.


To avoid this reckoning, the Israeli government and its American Jewish allies insist that Palestinian refugees abandon hope of returning to their homeland. This demand is drenched in irony, because no people in human history have clung as stubbornly to the dream of return as have Jews. Establishment Jewish leaders denounce the fact that Palestinians pass down their identity as refugees to their children and grandchildren. But Jews have passed down our identity as refugees for 2,000 years. In our holidays and liturgy we continually mourn our expulsion and express our yearning for return. ‘After being forcibly exiled from their land,’ proclaims Israel’s Declaration of Independence, ‘the people kept faith with it throughout their Dispersion.’ If keeping faith that exile can be overcome is sacred to Jews, how can we condemn Palestinians for doing the same thing?

https://www.nytimes.com/2021/05/12/opinion/israel-palestinian-refugees-right-of-return.html 


Maar omdat de leugenachtige Ornstein met zijn propaganda in het -- soms racistische -- Pro-Israel Nederland bewonderd wordt, en Palestijnse of Nederlandse, of kritisch joodse stemmen niet worden geaccepteerd, zult u hun informatie nagenoeg nooit via de ‘corporate press’ vernemen, en al helemaal niet de context waarin de zionistische terreur al decennialang plaatsvindt. Zelfs kritische joodse Nederlands met hun humanistische  invalshoek worden doorgaans genegeerd.  

https://www.nytimes.com/2021/05/12/opinion/israel-palestinian-refugees-right-of-return.html 


Meer over de propaganda van de polderpers morgen.

De 'dappere' Israelische Strijdkrachten, die ook deelnemen aan NAVO-oefeningen, voeren hier 'oorlog' tegen Palestijnse kinderen.



Geen opmerkingen: