Interview
Directeur DNB: ‘Corona is een meteoriet, klimaatverandering een botsing tussen planeten’
Olaf Sleijpen | Directielid DNB De Nederlandsche Bank waarschuwt: er zit een nog veel grotere schok aan te komen dan corona. „Je wilt vermijden dat je vanwege klimaatproblemen de economie moet stilleggen, om erger te voorkomen.”
We zitten in de grootste economische krimp uit de naoorlogse geschiedenis en hoge werkloosheid dreigt. En dan middenin die crisis een pleidooi houden voor investeringen in duurzaamheid. Is dat geen gekke timing? Directielid Olaf Sleijpen van De Nederlandsche Bank (DNB) vindt van niet.
„Vergelijk de coronacrisis met een meteoriet die op aarde is ingeslagen. Een externe schok die we onvoldoende snel zagen aankomen. Klimaatverandering heeft nog een veel grotere impact. Dat is meer een botsing met een andere planeet, maar wel met als voordeel dat we die zien aankomen.”
We moeten na deze klap dus niet vergeten, zegt Sleijpen, dat er nog een veel grotere schok aan zit te komen. „Als de overheid nu de economie toch gaat steunen met grote investeringen, doe het dan groen. Dan sla je twee vliegen in één klap”.
Sleijpen is bij DNB verantwoordelijk voor het economische beleid. Na een gestage carrière, onder meer als adviseur van ECB-president Wim Duisenberg in Frankfurt en als directielid bij pensioenfonds ABP is de 49-jarige Limburger sinds februari directielid van DNB.
Al jaren pleit de bank voor meer aandacht voor verduurzaming van de economie en Sleijpen zet die lijn door. „Ik ben het helemaal eens met de mensen die zeggen dat we eerst de huidige problemen moeten oplossen. Dat moeten we doen, maar dat andere, veel grotere probleem moeten we niet uit het oog verliezen. Zeker als we steeds meer tot de conclusie komen dat de oude ambities voor de uitstoot van CO2 niet voldoende zijn. We moeten nog veel meer doen om klimaatneutraal te worden.”
De lucht is nu schoner, de uitstoot van CO2 flink gedaald. Maar critici zeggen: kijk welke economische prijs je betaalt voor die lagere emissie. Dat toont aan dat de prijs veel te hoog is om te voldoen aan het Akkoord van Parijs.
„Ik zou die redenering willen omdraaien. Je wilt niet in de situatie terechtkomen dat je vanwege klimaatproblemen de economie moet stilleggen, om erger te voorkomen. De huidige situatie laat precies zien wat er gebeurt als je op de rem moet trappen wanneer bijvoorbeeld de CO2-uitstoot de spuigaten uitloopt. Als je tijdig met klimaatbeleid begint, zijn de kosten voor de economie veel lager.
„De aanpak van de huidige pandemie laat ook zien dat de overheid heel goed in staat is op zo’n moment het heft in handen te nemen. Het gaat altijd om de wisselwerking tussen markt en politiek, en misschien loopt die als gevolg van de coronacrisis wel beter. Een grotere rol van de overheid wordt bij dit soort schokken gemakkelijker geaccepteerd. De markt zegt: we hebben die sturing nodig. Het besef dat sturing door de overheid werkt, is nu groter.”
DNB pleit al langer voor een effectieve heffing op CO2-emissie. Is dit het moment, met alle economische problemen, om die in te voeren?
„Onze voorkeursroute is om die heffing Europees in te voeren. Dan zijn de specifieke nadelen voor de Nederlandse economie het kleinst. Maar de Nederlandse economie kan heel goed een nationale heffing hebben. We moeten stappen zetten, ook als er geen extra Europese heffing komt.
„Nu zijn de energieprijzen heel laag. Als er een goed moment is om zo’n stap te zetten, dan is het nu. Als je dat combineert met publieke investeringen om de vergroening te stimuleren, dan kan je daarmee de negatieve effecten van een CO2-belasting compenseren. Dat is de cocktail waar je naar zoekt.
„Wij pleiten daarnaast ook voor een uitbreiding van de CO2-heffing naar sectoren zoals landbouw en transport. Die hebben op dit moment ook baat bij lage energieprijzen.”
Minister Wiebes heeft besloten om de nationale CO2-heffing voor de industrie vanwege corona geleidelijker in te voeren. De eerste jaren levert die nauwelijks iets op. Is dat een gemiste kans?
„Dat is een politieke afweging. Het is niet aan ons. Wij laten zien wat de meest efficiënte en effectieve manier is om iets te doen aan klimaatverandering. Het tempo van de invoering en hoe je dat precies doet, is aan de politiek. Als de noodpakketten de eerste klappen hebben opgevangen en in Den Haag wordt nagedacht wat we nu verder gaan doen, dan is het goed om nog eens naar het totale plaatje te kijken. We hebben klimaatafspraken in de polder gemaakt [het klimaatakkoord], laten we dat nog eens goed tegen het licht houden.
„Ons advies: kijk naar een CO2-heffing in samenhang met de investeringsagenda, waarbij het gunstig is om investeringen naar voren te halen vanwege de lage rente. Voor de hand liggende keuzes zijn volgens ons investeringen in de gebouwde omgeving, zoals het isoleren van woningen, en het verduurzamen van vervoer. Dat wás al het plan, dus ik zou zeggen: doe die investeringen zo snel mogelijk.”
Er zijn economen die zeggen dat Nederland zich nog nooit uit een crisis heeft geïnvesteerd. Met andere woorden, beperk je nu even tot economisch herstelbeleid en die verduurzaming komt later wel.
„Dat is gewoon niet waar, in de jaren dertig is er Keynesiaans beleid gevoerd [stimuleringen door de overheid]. Denk aan de aanleg van Het Amsterdamse Bos. Deze crisis is geen normale. Bij een normale recessie heb je alleen een vraagschok. Maar nu is er ook een grote aanbodschok [minder productie] die zijn littekens achterlaat in een economie die toch al in een transformatieproces zat. Ik denk dan dat het een goede gedachte is om juist eerder investeringen te doen die we toch al van plan waren om te doen.”
Past uw pleidooi voor verduurzaming bij de rol van een centrale bank?
„Wij zijn geen klimaatdeskundigen, maar als adviseur van de overheid hebben we de plicht om op risico’s te wijzen. Dus zeggen wij: de klimaatproblematiek gaat – als we onvoldoende doen – invloed hebben op de economie, op de financiële stabiliteit.
„Als adviseur van de overheid hebben we een rol, maar we handelen als DNB natuurlijk zelf ook duurzamer. Denk aan minder vliegen, duurzaam katoen gebruiken voor bankbiljetten en onze reserves duurzaam beleggen. We streven ernaar om op termijn onze fossiele beleggingen terug te brengen. En verder zijn we begonnen met beleggen in groene obligaties.”
„Het wijzen op klimaatrisico’s past ook in onze rol als toezichthouder van de financiële sector. Wij willen dat pensioenfondsen, banken en verzekeraars aandacht hebben voor de financiële risico’s die klimaatverandering met zich meebrengt. De financiële instellingen moeten expliciet bekijken; wat betekent klimaatverandering voor ons en hoe reageren wij daarop? Dat risico moet in het dna van de sector en van de toezichthouder komen.”
DNB pleit al jaren voor een grotere rol voor duurzaamheid in de financiële sector. Groeit dat besef in de financiële sector niet ontzettend langzaam?
„Dat besef is nu breed doorgedrongen. Met name banken en verzekeraars hebben de afgelopen twee, drie jaar een enorme draai gemaakt. Ook onder druk van hun klanten en aandeelhouders. Ik durf te zeggen dat de Nederlandse financiële sector met het besef van klimaatrisico’s nu vooroploopt in Europa. Bij pensioenfondsen was dat al eerder het geval.
„Het kost tijd, dat is waar, maar er gebeurt veel. Toen vijf jaar geleden economen of toezichthouders over klimaatrisico’s spraken, werden die als exoten gezien. Nu wordt op elke zichzelf respecterende universiteit onderzoek gedaan naar de invloed van klimaatverandering op de financiële stabiliteit. We zijn er zeker nog niet: toezichthouders en bankiers vinden het altijd nog gemakkelijker om over de risico’s van markten en kredieten te praten dan over klimaatgevolgen.
„Er is geen bank of verzekeraar die zich niet bewust is van de extra risico’s van bijvoorbeeld kredieten aan oliebedrijven. Waar financiële instellingen mee worstelen, is de vraag hoe je de klimaatrisico’s beoordeelt. Heel belangrijk is dat bedrijven transparant zijn over hun emissies. Het gebrek daaraan is ook een belangrijke verklaring waarom ontwikkelingen soms langzaam gaan. Dan kan je als bank ook bepalen hoeveel risico je loopt bij kredieten aan fossiele of bruine bedrijven. Er moeten internationale standaarden komen, het is echt nog een zoektocht om het klimaatrisico te bepalen. Dat risico moet net als bij kredietrisico’s – via de credit rating – voor iedereen inzichtelijk gemaakt worden.
„Als dan blijkt dat het risico bij een bepaald krediet hoger is, dan moet het rendement voor de bank, de rente, ook omhoog. Dat is ook een vorm van goede beprijzing van CO2.”
In Brussel wordt de mogelijkheid verkend om klimaatrisico’s op te nemen in kapitaalseisen. Dat noemen we de brown penalizing factor en de green supporting factor: als je meer riskante, bruine kredieten hebt uitstaan, moet je meer kapitaal aanhouden dan bij groene kredieten. DNB steunt deze benadering, als maar duidelijk is dat bij bruine kredieten meer en bij groene kredieten minder risico is. Die discussie is nog niet afgerond, maar staat hoog op de agenda. Onder meer China heeft dit systeem al.”
Betaalt een oliebedrijf over vijf jaar dan meer voor zijn financiering dan de exploitant van een windmolenpark?
„Ik zou het wel hopen. En ja, dat verwacht ik ook.”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten