Carla Del Ponte: Nederland is mogelijk medeplichtig aan oorlogsmisdaden
Carla Del Ponte is ‘geschokt’ dat Nederland steun leverde aan strijdgroepen waarvan bekend was dat zij mensenrechten schonden. De Zwitserse is voormalig hoofdaanklager van het Joegoslavië-tribunaal en was tot vorig jaar lid van de VN-onderzoekscommissie voor Syrië. “Alle partijen in het conflict plegen misdaden. Nederland weet dat de oppositie oorlogsmisdaden pleegt.”
Del Ponte reageert op de uitkomsten van onderzoek door Trouw en Nieuwsuur naar de steun aan de Syrische gewapende oppositie. Ze rapporteerde van 2012 tot 2017 namens de Verenigde Naties over oorlogsmisdaden en mensenrechtenschendingen in Syrië, niet alleen door het regime van president Assad, maar ook door gewapende oppositiegroepen. “Wij schreven al vanaf 2013 in onze rapporten dat álle strijdgroepen in het Syrische conflict zich schuldig maakten aan oorlogsmisdaden”, aldus Del Ponte.
Nederland had van 2015 tot 2017 een zetel in de VN-mensenrechtenraad waar de commissie van Del Ponte onderdeel van uitmaakte. Del Ponte herinnert zich de Nederlandse ambassadeur Karel van Oosterom. “Hij wist precies wat er in onze rapporten stond, hij kende zelfs de details van de onderzoeken”, aldus Del Ponte. En, voegt ze daaraan toe: “Nederland had genoeg mensen, en informatie van de inlichtingendiensten. En zeker Nederland, en de andere Europese landen, want die wisselen al deze informatie uit. Dus zij weten precies wat er in Syrië gebeurde!”
Het besluit van Nederland in 2015 om steun te leveren verbaast Del Ponte dan ook. “Waaróm deed Nederland dit? Nederland had toch kunnen volstaan met het sturen van humanitaire hulp via de Verenigde Naties?” Ze pleit voor een internationaal tribunaal dat oorlogsmisdaden in Syrië onderzoekt en daarbij ook de inmenging van landen als Nederland onder de loep moet nemen. “Gedegen onderzoek is nodig. Niet alleen Nederland, maar ook andere staten hebben de Syrische oorlog gesteund. Daarmee zouden ze medeplichtig kunnen zijn aan het plegen van oorlogsmisdaden.”
In rapporten die Del Ponte’s commissie opstelde wordt overigens de Sultan Murad Brigade expliciet genoemd. Dat is een van de groepen waarvan uit onderzoek van Trouw en Nieuwsuur blijkt dat ze hulp van Nederland hebben gehad. Deze groep zou volgens Del Ponte’s onderzoek inwoners van Aleppo onderdrukken. Nederland steunde de Sultan Murad-brigade vanaf 2016, en zette de steun door tot aan begin 2018. Ook na het verschijnen van Del Ponte’s alarmerende rapport.
Grote twijfels
Zowel de EU als de VN hadden altijd grote twijfels over steun aan Syrische rebellengroepen. Andere EU-landen besloten die steun juist niet te verstrekken, waaronder Oostenrijk. De toenmalige Oostenrijkse minister van buitenlandse zaken Michael Spindelegger (OVP), sprak zijn veto uit toen Frankrijk en Groot-Brittannië vanuit EU-verband wapens en logistiek materieel aan de Syrische gewapende oppositie wilden leveren. Hij had sterke twijfels bij de zogeheten ‘gematigde gewapende oppositie’, die volgens hem regelmatig van leiderschap wisselde en geen duidelijke structuur had. En bovendien, zegt hij tegen Trouw en Nieuwsuur: ‘Wij als Oostenrijk vonden dat je je niet zomaar achter één kant moest scharen in het conflict. We wilden geen wapens en materieel sturen aan de Syrische oppositie terwijl we niet precies wisten wie deze mensen waren.’
Spindelegger plaatste destijds al vraagtekens bij het ‘gematigde’ karakter van de opstandelingen, die onder meer de steun hadden van de VS. ‘Het was goed mogelijk dat de wapens en het materieel die je aan deze groeperingen stuurde uiteindelijk tegen Europeanen zelf zouden kunnen worden gebruikt.’ De kwalificatie ‘non letaal materieel’ (niet-dodelijk materieel) noemt Spindelegger een ‘grijs gebied’. Pickup-trucks die gebruikt worden om wapens mee te vervoeren of zelfs op te monteren zijn in de praktijk moeilijk te scheiden van wapens zelf.
Nieuwsuur en Trouw publiceren vandaag (NPO 2, 22.00 uur) en morgen in de krant het laatste deel van het drieluik over het onderzoek naar hulp voor Syrische rebellengroepen.
Lees ook:
Syrische rebellenleider: ‘Gaf je ons bloem, dan at Al-Qaida van het brood’
Bij het geven van hulp aan terroristen in Syrië, waarover Trouw en Nieuwsuur maandag onthullingen deden, overtrad Nederland zijn eigen richtlijnen. Terwijl de kennis over de oorlogsdaden van de gesteunde strijdgroepen en over hun extremistische netwerk, er wel was.
Regering passeerde de adviseur volkenrecht bij inmenging in Syrië
De regering heeft bij het besluit om Syrische strijdgroepen te steunen geen advies ingewonnen van haar volkenrechtelijk adviseur, André Nollkaemper. Die zegt nu dat Nederland mogelijk in strijd heeft gehandeld met het internationale recht.
Zo kwamen Trouw en Nieuwsuur in contact met Syrische rebellenleiders
Verslaggever Ghassan Dahhan ontdekte samen met Nieuwsuur-journalist Milena Holdert dat de Nederlandse regering een gewapende groepering in Syrië heeft gesteund die door het Openbaar Ministerie als ‘terroristisch’ wordt beschouwd. Hoe achterhaal je waar die Nederlandse steun terechtkomt? Dahhan legt uit hoe hij te werk is gegaan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten