Boeken over Syrië
Men zegt al eens dat de oorlog in Syrië het moorddadigste conflict is sinds de tweede wereldoorlog, maar dat klopt natuurlijk niet. Er was immers nog de feitelijk van 1941 tot 1989 durende oorlog in het vroegere Franse Indochina met Vietnam, Cambodja en Laos. Vele miljoenen mensenlevens raakten hier verwoest.
En dus mag Syrië deze eeuw dan wel het voorlopig bloedigste conflict zijn, het is echter peanuts in vergelijking met wat de mensen in dat Indochina meemaakten. En zie, twintig jaar nadat het westen er in Indochina haar nederlaag moest erkennen bloeien die landen als nooit voorheen. Nu de oorlog voor Syrië, en ook Irak, naar haar einde loopt is er dus ook daar volop licht aan het einde van deze Arabische tunnel. Laat ons hopen.
Over de Syrische oorlog zijn al massa’s analyses, opiniestukken, reportages en krantenverslagen geschreven. Soms de platst mogelijke propaganda, al eens complete onzin en ook veel boeiend materiaal wiens lectuur het een genot is om het te lezen. Zelfs al is men het er altijd niet geheel mee eens.
Ook qua boeken verscheen er al alles bij elkaar reeds een mooie bibliotheek met teksten o.m. van uitstekende Belgische analisten zoals Dirk Borgers en de politica Anne-Marie Lizin, beiden sindsdien spijtig genoeg overleden. Hun ‘La face cachée des révolutions arabes’ (1) (Het ware gezicht van de Arabische revoluties) is een meesterwerk.
In het Nederlands taalgebied verschenen er vorig jaar al deel 1 van ‘Poetin & Assad hebben ons leven gered’ van de Norbertijner pater Daniël Maes en ‘Het dagboek van granaten in Damascus’ van journalist Jens De Rycke, een man verbonden aan het ‘t Pallieterke, het Vlaams ultranationalistisch weekblad. Eerder al verscheen van Ludo De Brabander ‘Oorlog zonder grenzen’, een overzicht van de geschiedenis van de regio sinds 1914.
Daarbuiten publiceerde de vroegere Nederlandse diplomaat Nikolaos van Dam vorig jaar zijn ‘Destroying a nation – The civil war in Syria’. Wat wil doorgaan voor een meer wetenschappelijke geschiedkundige analyse van deze oorlog. De man was de voorbije jaren voor dit conflict speciaal Nederlands gezant voor Syrië en wordt in bepaalde westerse academische kringen gezien als een van de beste specialisten in dit vakgebied.
Daniël Maes – Een dagboek uit een land in oorlog
Uit elk groot conflict komen steevast een serie merkwaardige figuren te voorschijn. Misschien geen grote helden maar mensen die opvallen en met hun bescheiden middelen poogden recht te doen zegevieren. Desnoods en veelal ook tegen de stroom in.
Figuren ook die echt aandacht hadden voor de miljoenen kleine lieden die het slachtoffer werden van de westerse machinaties die nog maar eens een zoveelste regimewissel op het oog hadden en probleemloos een land lieten vernielen.
De titel van het boek ‘Poetin & Assad redde ons leven’ van Daniël Maes kan voor wie de leugens van De Standaard en de NRC gewoon is en gelooft zeer schokkend overkomen. Maar Daniël Maes is een man met een overtuiging die zoals blijkt uit het boek groeide door zijn contacten met het land en de evolutie van dit conflict.
Doodgezwegen
Zijn wedervaren is ook een der beste bewijzen voor de censuur die de Belgische en ook Nederlandse media uitoefenen met betrekking tot deze oorlog. De man maakte de volle 7,5 jaar van deze opstand mee en zat er middenin. Maar voor zijn verhaal was er bij de media amper interesse. Alleen occasioneel kwam hij eens aan het woord, meer niet.
Beeld U in een Belgische pater midden een uiterst brutale oorlog. Normaal zouden de media van de VRT tot Humo en het Laatste Nieuws zijn deur platlopen voor zijn exclusieve verhalen. Met de opbrengst in zijn geval bestemd voor het ledigen van het onmenselijke leed van de Syrische bevolking.
Maar neen. Een interview in Terzake, een gesprek in het AD, twee korte stukken op de regionale pagina’s van de Gazet Van Antwerpen, een verhaal in Het Belang van Limburg, twee verhalen in Knack en De Zondag. Dat was het in essentie
De VRT-radio had naar aanleiding van de actiedag rond Syrië in 2012 een interview met hem dat echter niet werd uitgezonden. ‘De kwaliteit was onvoldoende’, klonk het. Juist het tegenovergestelde wat men voordien tegen de man zelf zei.
En televisievedette Rudi Vranckx was in zijn thuisbasis in de abdij van Postel uren bij hem en maakte opnames. Het werd nooit uitgezonden. Zijn visie past nu eenmaal niet in de propagandaoorlog waar onze media mee bezig zijn. En dus werd hij zo goed als kan verbannen uit de media.
De katholieke kerk
Zelfs het officiële Kerk en Leven, het Parochieblad voor de vele gelovigen, zweeg hem jarenlang dood. Pas vorig jaar bestede het blad aandacht aan deze held en bijna martelaar. Hij die zo opkwam voor de christenen, en die niet alleen, in het Midden-Oosten. Wie er wel in het blad kwam met zijn van de pot gerukte beweringen was de warrige Italiaanse jezuïet Paolo Dall’Oglio.
Het klooster van Mar Yakub, een meer dan merkwaardig verhaal. Met op de achtergrond de besneeuwde Qalamoenbergen. Het lijkt wel idyllisch.
De man liep als een blinde achter die salafistische opstandelingen en kwam om het leven in de provinciehoofdstad Rakka toen daar een strijd woedde tussen al Qaeda & Co en ISIS – zijn vrienden – voor de controle over de regio met zijn rijke landbouw en vooral zijn oliebronnen. De behandeling door de kerk van Daniël Maes en zijn verhaal is een niet te wissen schandvlak voor zowel de Belgische bisschoppen als het Vaticaan.
Het doet denken aan de Nederlandse jezuïet Frans van der Lugt die op 7 april 2014 vlak voor de bevrijding van de stad Homs door een van die salafisten werd vermoord. Behouden Arnold Karskens had voordien geen enkele Nederlandse journalist aandacht voor de man die ondanks het levensgevaar in het jihadistengebied bleef wonen.
Pas na zijn dood verschenen er stukken over hem, met het ‘christelijke’ dagblad Trouw (onderdeel van de stal van Christian Van Thillo) daarbij bewust verzwijgend dat hij achter de Syrische regering stond. Kranten kunnen qua moraal dus erg diep zakken.
Het is een van de opvallende zaken in het boek dat hij het wel heeft over Paolo Dall’Oglio maar zijn naam niet noemt. Hetzelfde voor Brigitte Herremans die bij Pax Christi en Broederlijk Delen verantwoordelijk was voor het dossier Syrië. Ook kritiek op de houding van de Belgische bisschoppen en het Vaticaan is feitelijk onbestaande.
En nochtans hielpen zij door hun optreden of weigering om op te treden mee aan de moord op de christenen in de regio, de bakermat van deze godsdienst. Om de westerse machthebbers niet voor het hoofd te stoten deden zij op die wijze feitelijk mee aan die slachtpartij. Buiten wat vage woorden en het sturen van een gezant deed ook deze paus niets en bleven onze bisschoppen doofstom voor dit lijden.
En dus kon Brigitte Herremans ongehinderd door haar kerkelijke hiërarchie – Pax Christi en Broederlijk Delen werken onder toezicht van de bisschoppen – jarenlang woordvoerster spelen voor groepen voor wie vrouwen of te verkrachten objecten en seksspelletjes zijn of anders kweekdieren voor nieuwe jihadisten.
Mar Yakub
Zijn werk is een dagboek en vertelt het leven van dag tot dag in het klooster van Mar Yakub (2) vlakbij het stadje Qara liggend aan de voet van het machtige Qalamoengebergte met zijn toppen van 3000 en meer meters. Het is een gewezen Romeins fort dat in de zesde eeuw toen het Oost-Romeinse rijk al erg verzwakt was omgevormd werd tot een klooster. Het raakte echter grotendeels in verval. De restauratie begon rond 1993.
Dat het nu terug een mooi majestueus klooster is is het werk geweest van de op vele vlakken imposante kloosterzuster Agnes-Mariam de la Croix. Een van origine Palestijnse die na enkele mislukte avonturen als hippie het christendom ontdekte en zorgde dat dit klooster terug in al zijn glorie kon herrijzen. Het is genoemd naar de in 421 vermoorde Perzische martelaar Jacob de Verminkte, alias Jacobus Intercisus of Mar Yakub.
Agnes-Mariam de la Croix en Daniel Maes in de tuin van het Norbertijnerklooster in Postel. Een merkwaardig duo.
Het klooster behoort tot de Grieks-Melchitische katholieke kerk, een van de talrijke christelijke groepen in het land. Het is een groot mankement van het boek dat de auteur niet wat meer uitleg geeft over die wirwar van christelijke geloofsgemeenschappen in de regio. Ook over de andere tientallen religieuze groepen vernemen wij amper iets. Spijtig want zonder een degelijke kennis van deze culturele puzzel is Syrië moeilijk te begrijpen.
Daniel Maes kwam toe in oktober 2010 om er in het klooster een opleiding voor priesters te organiseren want die was er wel in Libanon maar niet in Syrië. Zijn visie over het land was er een in de toon van wat onze massamedia er over brachten en dat was van negatief tot zelfs vijandig. Al snel had hij echter door dat dit een karikatuur was van de realiteit. Het land bleek erg divers en was behoorlijk goed georganiseerd.
Wat hij noch de mensen rondom het klooster echter konden vermoeden was dat amper 6 maanden later de hel over Syrië zou losbreken. Met snel toegesnelde buitenlandse jihadisten die via Libanon en vanuit bepaalde moskeeën onrust begonnen te zaaien.
Nadien bleek dat er onder Bashar al Assad veel moskeeën waren gebouwd veelal met geld vanuit Koeweit, Saoedi-Arabië en Qatar. En dit achteraf gezien niet zonder bijbedoelingen.
Syriërs zijn solidair
De moeilijkste en erg gevaarlijke periode voor hem was die van november 2012 tot eind 2013 toen allerlei extremisten ook Qara en de naburige dorpen in handen kregen en hun lusten botvierden op al wie niet plooide voor hun salafisme, uiteraard ook christenen. Uit zijn relaas blijkt dat de dorpelingen hen beschermden tegen mogelijke aanvallen. Ook nam het klooster vluchtelingen, en niet alleen christenen, in bescherming in hun kloosterfort.
Uiteindelijk werden zij en de dorpelingen eind 2013 door het leger gered uit hun hachelijke situatie. Pas in 2017 zouden de laatste resten van al Qaeda en ISIS die zich in de barre bergen in het grensgebied tussen Libanon en Syrië schuil hielden verdreven worden. De titel van zijn boek ‘Poetin & Assad hebben ons leven gered’ moet je dan ook letterlijk nemen. Zonder hen hadden Daniel Maes en de anderen het daar normaal niet overleeft.
Opmerkelijk is ook dat blijkens zijn dagboek er tussen de vele Syrische minderheden geen haat is ontstaan als gevolg van deze op sektarisme gebaseerde oorlog. De westerse poging om het land op die wijze voor heel lang of altijd onbestuurbaar te maken faalde zo te zien.
Daniël Maes en het dagelijkse leven in het klooster Mar Yakub. Hier frietjes bakken.
Het is een verhaal dat ook elders te merken is. Met dorpen die steeds onder regeringscontrole stonden en buurgemeenten die in handen waren van terreurgroepen die, eens de oorlog voorbij, elkaar ter hulp komen om de grote noden te helpen delgen. Zo te zien heeft het westen hier totaal gefaald. Wat mooi zou zijn.
Propagandisten vermomd als journalisten
Spijtig is wel dat er geen relaas instaat van het begin 2012 door Agnes-Mariam de la Croix mee georganiseerde bezoek van een stel Europese journalisten aan Syrië. Bij een aanval door jihadisten op een betoging van regeringsaanhangers in de stad Homs stierf hierbij een Franse reporter. Voor die journalisten, incluis Jens Franssen en Rudi Vranckx van de VRT en de Nederlandse fotograaf Steven Wassenaar, het werk van de regering die zo hen als lastige getuigen wilde uitschakelen.
Waarbij zij zelfs de kloosterzuster viseerden als zat ze mee in dat moordcomplot. Een totaal van de pot gerukt verhaal dat toont dat men hier niet met journalisten te maken had maar met propagandisten die alleen maar leugens wilden verspreiden.
Waarom zou Syrië journalisten officieel uitnodigen om hen dan twee dagen later te vermoorden? Hoe gek kun je het maken? Voor Agnes-Mariam de la Croix waren het gewoon kinderen die niet wisten hoe zich te gedragen en onverantwoord werkten. Maar dit verhaal zit niet in het dagboek daar hij blijkbaar toen in Postel zat.
Niet aflatend
Daniël Maes heeft door zijn niet aflatend werk met o.m. zijn wekelijkse brieven een niet onbelangrijke rol gespeeld in het mee geleidelijk veranderen van de publieke opinie in België en ook Nederland ten opzichte van dit Syrisch drama.
Onversaagd blijft hij al die jaren vrank en vrij zijn mening geven, tegen de heilige huisjes van de media; ngo’s en regeringen schoppend. De stad Ieper gaf vorig jaar een vredesprijs aan de Witte Helmen, onderdeel van die salafistische terreur en de westerse agressie. Men had die prijs veel beter aan Daniël Maes gegeven.
Recent verscheen dan deel 2 van zijn dagboek dat de periode van 2013 tot nu beschrijft. De tijd van de nakende overwinning en het begin van het herstel van de Syrische maatschappij en de heropbouw van het land. Het verscheen eveneens bij de Nederlandse uitgeverij De Blauwe Tijger. Een pluim voor deze uitgeverij die deze Belgische pater eindelijk het forum geeft dat hem toebehoort.
Jens De Rycke – Reisverslag
Het boek van Jens De Rycke is eveneens een verslag van een verblijf in Syrië maar is qua karakter totaal anders dan dat van Daniël Maes. Door een wat hij beschrijft als een toevallig contact met een priester van een der christene kerken in het Midden-Oosten raakt hij betrokken bij deze oorlog en bezoekt tweemaal het land. Het boek is grotendeels het verslag hiervan.
Het is uitgegeven bij Polemos, de met het Vlaams Belang verbonden uitgeverij. Hij is een freelance journalist en schrijft voor een serie media zoals Novini, ’t Pallieterke en andere en was recent gast bij de Amsterdamse internettelevisie Weltschmerz
De interesse in Vlaams nationalistische kringen voor Syrië en de steun voor de strijd van de Syrische regering tegen het jihadisme is opvallend. Daniël Maes is er een graag geziene gast en het Vlaams Belang heeft de weg naar Damascus wel gevonden. In die zin komt het boekje van Jens De Rycke dus niet als een verrassing. Het bleef spijtig genoeg bij het grote publiek tot heden grotendeels onder de radar.
Voor die interesse in deze kringen zijn er zo te zien meerdere reden. Zo is er de islam die in dat milieu door velen als een gevaar wordt gezien waarbij de Syrische regering vecht tegen de uitwas ervan, het salafisme. En dus zijn de Syrische regering vrienden.
En dan is er het Vlaams Belang dat alleen in de marge van de Belgische politiek kan opereren en politiek dus veel vrijer kan ageren. Neen zeggen tegen het buitenlands beleid van de VS en de EU hier is voor wie de macht wil grijpen, of wat daar voor moet doorgaan, niet zonder gevaren. Je riskeert een dodelijke perscampagne en het verdampen van de hoop op ministerpostjes. Het Vlaams Belang heeft dat probleem niet.
Geen probleem dan ook voor Filip Dewinter om bij Assad koffie te gaan drinken. En dus kon een man als Daniël Maes, een Vlaamse pater, hier wel een luisterend oor vinden. Wat elders niet lukte. Bovendien zat het zogenaamde linkse publiek gevangen in het web van de door het Westen gespannen propaganda rond de mensenrechten. Leugens natuurlijk maar diegenen die beter wisten zwegen bewust.
Ma’loula
Het boekje is wel zeker wat de foto’s betreft slecht uitgegeven. Wat natuurlijk spijtig is. Zijn verhaal is daarvoor te belangrijk. Mooi is ook dat hij voor zijn boek een voorwoord wist te versieren van Elijah J. Magnier, een der beste analisten van het ogenblik over de zaak. Het bevat ook een verslag van zijn bezoek aan het stadje Ma’loula met zijn serie kloosters en kerken dat kort ooit in handen van die salafistische terreurgroepen was gevallen.
Verder is er een bijdrage over de de Syrische Sociaal Nationalistische Partij die een groot Syrië voorstaat, radicaal Arabisch is en erg seculier. Ook bevat het boek verder een verhelderend gesprek met Marwa Osman, een politicologe en lid van Hezbollah. Interessant materiaal. De bijdrage over de alawieten is daarentegen te beknopt en mist diepgang. Het mysterie rond die religieuze groepering blijft bestaan.
Wel enkele opmerkingen. Het is uiteraard juist dat het Syrische leger en haar bondgenoten, vooral dan de lokale groepen, in bepaalde gevallen uiterst brutaal optraden en men soms ter plaatse mensen executeerde – recent nog tegen ISIS in de stad Sweida – maar men moet dan wel beseffen dat die oorlog door het Westen aan Syrië werd opgedrongen. (p 13).
Marwa Osman, een politicologe verbonden aan Hezbollah komt in het boek aan het woord.
Verder heeft hij het op pagina 41 over de geopolitiek en de oorlog maar heeft het niet over de drijvende kracht achter deze oorlog: Israël. Een land dat via verdeel en heers en met steun van de NAVO de regio in vuur en vlam wou zien ten onder gaan.
Het plan van de Israëlische geostrateeg en diplomaat Odet Yinon. En inderdaad speelden gas en olie een grote rol bij het ontstaan van deze oorlog maar de echte oorzaak is Israël die het erg klassieke principe van verdeel en heers wou toepassen. Tevergeefs blijkt nu.
Verder heeft hij het op pagina 42 over de ‘nucleaire ambities’ van Iran. Dat klopt echter niet want er is niet het minste bewijs dat Iran ooit een kernmacht wou worden. De beweringen van de VS en de NAVO hierover zijn alleen gebaseerd op verdraaiingen van de feiten en leugens.
En dat er in deze oorlog geen winnaars zijn (pagina 120) klopt ook niet. Integendeel, dit is een enorme nederlaag voor Israël en haar bondgenoten en een grote overwinning voor de as Moskou-Teheran-Beiroet-Bagdad-Damascus.
Het idee om die landen totaal te vernielen raakte nergens. Natuurlijk is de schade in landen als Irak, Syrië en eerder Libanon enorm maar ze overleefden en toonden zich sterk. Als dat geen overwinning is!
Tienduizenden jihadistische huurlingen stuurde men op Syrië af met daarboven nog een economische wurggreep om U tegen te zeggen. Tientallen miljarden gaf men uit en tevergeefs. De wederopbouw zal jaren vergen maar zal gebeuren. Desnoods zonder het Westen. Men hoeft zich in Washington en Brussel daarover geen illusies te maken.
Ludo De Brabander – Een teleurstellend boek
Een van de weinige critici van de NAVO die in de klassieke media nog eens aan het woord komt – al zij het heel zelden – is Ludo De Brabander van de vzw Vrede, een groep van mensen die werkt rond de buitenlandse politiek en het (ontbreken van een) vredesbeleid. Het boek is teleurstellend en toont een gebrek aan kritisch doorzicht in wat er op dit ogenblik in het Midden-Oosten gebeurt.
Zolang hij de oudere gebeurtenissen vanaf 1914 tot 1979 bespreekt getuigt het van een goed inzicht en een kritische doorlichting. Het is dan ook vernietigend voor de politiek van het Westen daar. Zo komen er de Britse machinaties rond het Arabisch schiereiland en de Levant, de regio met Libanon, Palestina, Jordanië en Syrië, aan bod. Of hoe Londen koos voor het salafisme van de familie al Saoed.
Met Winston Churchill die zelfs opteerde voor het gebruik van chemische wapens. Waarbij de Britten als tegengewicht voor het Arabisch nationalisme de kant kozen van de Moslimbroeders en andere islamistische groepen. Nog steeds steunt de Britse regering die reactionaire visie van de islam en die keuzes van toen liggen ook aan de basis van veel van de huidige problemen in de regio.
Wat hij onvoldoende of zelfs niet ziet is dat achter de publieke beweringen van westerse regeringen en hun lof voor mensenrechten, vrede en democratie in de regio echter een hondsbrutale politiek schuilt. Een gericht tegen de regio met als voornaamste bedoeling die zo machteloos mogelijk te maken.
Al Qaeda in Jemen
Neem de aanslag op Charlie Hebdo (pagina’s 45 en 194) die niet zoals hij schrijft het werk was van ISIS maar werd opgeëist door Al Qaeda van het Arabisch Schiereiland, de Jemenitische tak van de groep. En zij waren voor zover geweten de enigen.
En dat is een organisatie die in een bepaalde periode minstens mede onder controle stond van westerse veiligheidsdiensten. Zo mislukten al hun buitenlandse acties doordat de daders voor ze konden toeslaan steevast opgepakt werden. Wat een ver doorgedreven infiltratie van deze organisatie door de veiligheidsdiensten bewijst.
Verder vecht al Qaeda in Jemen samen met Saoedi-Arabië en gans de westerse alliantie, incluis dus ook België, tegen de regering van de Houthi’s die op dit ogenblik grotendeels het nuttige Jemen controleren. Met andere woorden: al Qaeda en het Westen zijn militair geallieerden in deze kwestie. Dat is de realiteit, niet die van de vele holle beweringen van een Jens Stoltenberg, Mike Pompeo of Didier Reynders.
Dat de strijd tegen dit extremisme tot nu faalde heeft dan ook niets te maken met sociale of politieke problemen binnen de Arabische wereld of bij de groep van immigranten in Europa maar met de uitgebreide militaire, economische en politieke steun die deze groepen krijgen vanuit Washington en de EU. De onvrede is wel een der voedingsbodems die westerse geheime diensten gebruiken om via infiltranten in dit milieu te rekruteren.
Het rapport van de Amerikaanse Militaire Veiligheidsdienst DIA van augustus 2012 over de oorlog in Syrië laat hierover niets aan twijfel over. De VS controleerden deze groepen waaronder ISIS en wilden Syrië vernielen en daarnaast via ISIS ook Irak verder aan diggelen slaan. Mogelijks kende hij bij de publicatie van zijn boek dit rapport nog niet.
Het rapport van de Conflict Armament Research (3) over de wapens van ISIS was bij de publicatie van zijn boek zeker nog niet openbaar. Dit door de EU en Duitsland gefinancierde rapport toonde dat een groot deel van de wapens van ISIS kwamen uit Bulgarije, een lidstaat van de Europese Unie, dat door o.m. de VS en Saoedi-Arabië was aangekocht. Duidelijker kan toch niet.
Op pagina 161 heeft hij het over de wil van die salafisten voor een zogenaamde ‘authentieke islam’. Een bewering die getuigt van een gebrek aan kennis. Reeds van in het prille begin van de islam waren er grote theologische en financiële geschillen en groepen die elkaar soms met de wapens bevochten.
Leden van Ansar al Sharia, een schuilnaam voor de lokale afdeling van al Qaeda in Jemen, hier aan het front bij de stad Taiz samen met troepen van de westerse alliantie.
Het salafisme is in wezen zelfs van heel recente datum en vloeit voort uit het gedachtengoed van enkele toen verketterde islamtheologen. Waarvan de bekendste al Mohammad ibn Wahhab (1703-1792) is die dan weer de mosterd was gaan halen bij Taqi ad-Din Ahmad ibn Tamiyyah (1263-1328). Zeggen dat het salafisme authentieke islam is als zeggen dat Iggy Pop of Fleet Foxes authentieke rock & roll brengen.
Ruslands bedoelingen
Ook schrijft hij dat Rusland zijn interventie in Syrië steunde op de wens om ISIS aan te pakken (p188). Dat is het verhaal dat bladen als The New York Times en De Standaard ervan maakten en een leugen. Moskou heeft steeds gesteld dat men ginds het terrorisme wou uitroeien en noemde daarbij expliciet zowel al Qaeda als ISIS. Wat zin heeft het trouwens om ISIS uit te schakelen en al Qaeda in leven te laten? Geen natuurlijk.
Het is dit uitroeien dat het eerste en voornaamste doel van Rusland is om in Syrië op te treden. Haar bondgenoot ter hulp snellen en zo haar machtpositie in de regio versterken kwam tweedes. Zoals ook de wens om haar nieuw wapentuig te testen en beter te kunnen commercialiseren van secundair belang was. Rusland had al drie oorlogen met die salafisten achter de rug en wou hen in Syrië de genadeslag toebrengen. Wat lijkt te lukken.
Essentieel is dat hij fout zit door te stellen dat militair optreden tegen dit extremisme niet helpt en daarbij verwijst naar het niet slagen van die oorlog tegen de terreur. De reden is dat het Westen niet vecht tegen maar mee met die salafistische terreurgroepen.
Er zijn voldoende bewijzen die aantonen dat bepaalde veiligheidsdiensten zoals MI6, CIA en de Mossad die groepen via infiltranten manipuleren. Ooit al geweten van een aanslag van die geroepen in Israël? Natuurlijk niet.
De enige manier om hen te verslaan is door het gebruiken van geweld tegen hen zoals Irak, Rusland, Iran, Hezbollah en het Syrisch leger nu doen. Maar zolang het Westen hen blijft steunen zal het probleem mogelijks wel blijven bestaan. Wel is de mokerslag die deze groepen nu in Syrië te verduren krijgen erg pijnlijk en zien wij mogelijks hier het Waterloo van al Qaeda & Company.
Nikolaos van Dam – Een expert in bedriegen
Een totaal ander boek over Syrië is dat van de gewezen Nederlandse diplomaat Nikolaos van Dam. De man wordt in de gespecialiseerde westerse media gezien als DE expert over Syrië die op een objectieve wetenschappelijke wijze de toestand in het land en de oorlog beschrijft. Niets is echter minder waar. Dit boek toont dat hij wel een kenner is maar mede daarom ook dat hij bewust een bedrieger en leugenaar is, een verkoper van halve en hele onwaarheden.
Vooreerst maakt hij in zijn boek ‘Destroying a nation – The civil war in Syria’ twee essentiële fouten die een analist en diplomaat als hij niet mag maken. En dat is een totaal gebrek aan bronnenkritiek en het geheel negeren van iets cruciaal als het internationaal recht met o.m. de niet-inmenging en de onschendbaarheid van landgrenzen. Het laatste is blijkbaar voor hem niet eens het bespreken waard. Gebuisd dus.
De cover van het boek is dan ook een gestileerde reproductie van een van de fameuze propagandafoto’s van de door zijn Nederland mee gefinancierde Witte Helmen die tussen de ruïnes van een stad een baby in zijn armen heeft. En in plaats van het te hebben over de Syrische regering heeft hij het continu over het ‘Syrisch regime’.
Wiens brood….
Het toont de teneur van dit pseudogeschiedkundig werk. Een regime, dat is een stel erg foute ministers, een regering dat zijn dan de goeden. Lees: Wie aan de goede kant van de VS staat is een regering en wie aan de foute kant van Washington staat is een regime. Maar dat is sfeerschepping en in wezen platte propaganda. Een geschiedkundige de naam waardig past voor dat soort praktijken.
De man behoort tot de selecte vriendenkring rond de Zweed Aaron Lund en de Amerikaanse professor Joshua Landis die met de blog Syrian Comment poogt de richting aan te wijzen waar het Westen met Syrië volgens hen heen moet. Deze blog produceert zeker interessant materiaal maar over de Amerikaanse steun voor al Qaeda en ISIS zoals blijkt uit massa’s documenten zal je hier nooit iets lezen. Ook hier bedrog en censuur dus.
Maar dat is zeker wat Nikolaos van Dam betreft zeker begrijpelijk. De man was een Nederlandse diplomaat en o.m. ambassadeur in Irak en door zijn regering tijdens deze oorlog aangesteld als speciaal gezant voor de kwestie Syrië.
Met andere woorden: Hij zat op de eerste rij wat betreft de westerse strategie en Syrië. En ook, zeer belangrijk, de Nederlandse regering betaalde hem hiervoor en dan is er het gezegde ‘wiens brood men eet diens woord men spreekt’. En dat blijkt dus. Het betekent echter ook dat hij intern goed op de hoogte moet geweest zijn van de westerse strategie in deze kwestie.
Zo vertelt hij over de serie staatsgrepen in Syrië na de onafhankelijkheid in 1946 maar vergeet er bij te zeggen dat de CIA hier soms erg actief was en al eens aan het stuur zat. Maar over de fouten van de Baath partij en de familie Assad – en die zijn er zeker – schrijft hij uitvoerig. Het is alsof je de geschiedenis van Japan zou beschrijven zonder de zaak Mantsjoerije en Pearl Harbour te vermelden. Feitelijk is zijn boek dus een intellectuele krachttoer.
Voor hem is de revolte van Maart 2011 dus spontaan ontstaan en groeide het puur uit het ongenoegen over de politieke, sociale en economische beleid van de regering. Dat was er zeker zoals er overal in alle landen wel ongenoegen is over het regeringsbeleid. Maar zijn bewering is onzin.
De strategie van de VS voor een machtsovername/staatsgreep is steeds dezelfde. Men infiltreert de maatschappij via allerlei verenigingen en helpt dat ongenoegen groeien met veel geld. De VS heeft hiervoor zelfs opleidingscentra en organisaties als de National Endowment for Democracy. Hij moet dat toch weten. Zie maar wat er bijvoorbeeld in Egypte of Joegoslavië gebeurde.
De in Nederland wonende Iba Abdo wist al op 26 februari 2011 op haar blog te vertellen dat de ‘revolutie’ zoals ze dat noemde in Syrië was uitgesteld en pas op 15 maart ging losbarsten. Een helderziende. Ze reageerde niet op een verzoek voor een gesprek.
Ook in Syrië was dat zo en gebruikte de VS de Moslimbroeders en al Qaeda. Zo verscheen in zijn eigen Nederland op 26 februari 2011 op de blog van de Nederlands-Syrische Iba Abdo dat men de ‘revolutie’ om organisatorische reden uitstelt tot 15 maart. Spontaan? Het is om te lachen. Waren de sluipschutters misschien nog niet klaar en diende men daarom die ‘revolutie’ uit te stellen?
De dame werkte nadien eventjes bij Clingendael, het bekende Nederlandse regeringsinstituut voor buitenlandse politiek. Ze moeten elkaar dus normaal kennen en gezien zijn grote diepgaande kennis moet hij praktisch zeker weten van het bestaan van dit nadien afgevoerde blogbericht.
Al Qaeda
Ook heeft hij het steeds over de vreedzaam begonnen betogingen die door brutaal politie- en legergeweld wel moesten ontaarden in een oorlog. Alsof hij niet weet dat bij de eerste betoging in de stad Daraa tot 8 politiemensen het leven lieten, er sprake was van sluipschutters – een klassiek ook in o.m. Sarajevo, Tunesië en Kiev gebruikte methode om de spanning op te drijven – en dat het gerechtsgebouw en de lokalen van de Baath die dag waren platgebrand.
En uiteraard zwijgt hij over de aanwezigheid al vanaf de eerste dag van mensen van al Qaeda die betrokken waren bij de opstand. Zijn landgenoot en oorlogscorrespondent Arnold Karskens maakte van hun aanwezigheid en de wapensmokkel vanuit Irak al begin 2011 gewag. Zoals trouwens ook de Syrische pers dat schreef. Maar dat is voor de man dus niet interessant en niet eens vermeldenswaardig.
En dat de opstand al vanaf het prille begin ging ontaarden was zeker met de kennis die we nu hebben onvermijdelijk. Hij heeft het als enige reden hiervoor over het brutale legergeweld. Dat was er zeker en vast. Maar wat doet een regering als haar gebouwen bij betogingen in brand worden gestoken en politielui vanuit de betoging en door sluipschutters in serie worden afgemaakt?
Wat zou het ‘regime van Mark Rutte’ doen als de mensen in Groningen, de zaak met de aardgaswinning en het regeringsbeleid hierover kotsbeu, grijpen naar gewapend verzet zoals die eerste dag in Daraa? Men zou het leger inzetten natuurlijk.
Dat die door al Qaeda en de Moslimbroeders – toch een geheim genootschap dat een kalifaat met de koran en de sharia is leidraad nastreeft – in afspraak met de VS en haar bondgenoten georganiseerde opstand al vanaf de eerste dag onmogelijke eisen stelde zoals de val van de regering Assad dan is dat geen probleem.
Als de regering politieke hervormingen wil doorvoeren en zoals geëist politieke gevangen – waaronder een notoir terrorist als Zahran Alloesh nadien de leider van het Leger van de Islam – vrijlaat dan is dat onvoldoende voor de opstandelingen.
Het gerechtsgebouw in Daraa na de zogenaamd vreedzame betoging in de stad die dag 15 maart 2011.
De Moslimbroeders en al Qaeda blijven bij hun maximalistische eisen waarvan hij later in het boek zelf stelt dat ze onmogelijk in te willigen waren. En als het leger zich op vraag van de Arabische Liga en het Westen uit de steden terugtrekt dan wordt die ruimte onmiddellijk gevuld door die terroristische groepen. Met de gekende gevolgen. Maar ook dit is voor de auteur niet vermeldenswaardig. De fout ligt voor hem bij Assad en bij niemand anders.
Basiskennis voor een diplomaat is het internationaal recht waarbij de niet-inmenging in de interne zaken van andere landen verboden is. Met als essentie ook de onschendbaarheid van de grenzen van andere landen.
Wat men in de kwestie van Syrië soms met al te doorzichtige excuses en veelal zelfs zonder uitvluchten aan de westerse laars lapt. Zijn Nederland gooit bommen op Syrië en moet volgens de betreffende VN-resolutie de Syrische regering darvoor om toelating vragen. Den Haag, zijn werkgever, vertikt het. Hetzelfde voor de Belgische overheid.
The Day After Association
Maar dit zijn daden van oorlog en daarom ook oorlogsmisdaden. Het zal hem zo te zien worst wezen. Hetzelfde met zijn bronnenkritiek die gewoon onbestaande is. Wat hem uitkomt neemt hij voor waar aan, wat niet past in het plaatje zal je in zijn boek niet lezen.
Zo citeert hij regelmatig de Amerikaan specialist Charles Lister en neemt veel van zijn soms straffe beweringen zomaar voor waar aan. Hij vergeet er echter bij te zeggen dat Lister de voorbije jaren werkte voor het Brookings Doha Center in Qatar, een studiedienst die werkt met geld van Qatar, een financier van o.m. al Qaeda in Syrië. Erg intelligent moet men niet zijn om te beseffen dat die bron totaal onbetrouwbaar is. Ook dat is bij hem geen zorg.
Bronnenkritiek en respect voor het internationaal recht lijken Nikolaos van Dam totaal vreemd. Zoals bij Jens De Rycke slaagt hij er ook niet in meer duidelijkheid te verschaffen over de alawieten.
En dan is er de zogenaamde Caesar met zijn tienduizenden martelfoto’s van gevangenen van de Syrische regering. Gruwelijk materiaal. Volgens het verhaal van Caesar, een alias, moest hij in opdracht van de Syrische overheid die foto’s nemen om ze dan aan de familie te overhandigen. Hij was met zijn foto’s gevlucht maar wou anoniem blijven om zijn in Damascus achterblijvende familie te beschermen. Zo beweerden de auteurs van dit rapport.
Een dossier gemaakt door een groot Brits advocatenkantoor in opdracht van Qatar en juist klaar voor Genève 2, de tweede vredesconferentie rond Syrië. Het moest tijdens de onderhandelingen extra druk zetten op Syrië en hen verder in de beschuldigingsbank duwen.
Maar wie zo’n toch wel bizarre opdracht krijgt is zonder twijfel zo gekend bij de Syrische overheid want hij is vermoedelijk de enige die zo’n taak kreeg. De door dat advocatenkantoor gegeven reden voor zijn anonimiteit is dan ook pure onzin.
Het is in wezen zelfs het bewijs dat dit dossier nep is. Human Rights Watch, nochtans niet vies van vervalst bewijsmateriaal in deze oorlog, uitte dan ook nogal wat bezwaren over die beweringen van dat Brits advocatenkantoor. Onze diplomaat niet.
Het ergst qua een gebrek aan bronnenkritiek is echter als hij op pagina 72 een rapport uit 2016 van The Day After Association beschrijft. Volgens dat rapport had een opinieonderzoek van die vereniging aangetoond dat meer dan helft van de Syrische christenen die op hun zogenaamde peiling hadden geantwoord positief stonden tegenover die opstand.
Simpel onderzoek leert dat die vereniging een van de vele tientallen vanuit het buitenland opererende oppositiegroepjes is die werken met gelden van de VS, de Arabische Golfstaten of Europese landen als Frankrijk. Maar hoe in ‘s hemelsnaam kon men in 2016 in een toestand van algehele oorlog vanuit het buitenland in Syrië zelf een opiniepeiling houden, laat staan een die wetenschappelijk betrouwbaar is?
Geen probleem voor Nikolaos van Dam. Hij stelt zelfs dat aangezien de opstand anno 2016 meer jihadistisch dan bij de start de christenen in 2011 nog met een veel groter percentage achter die opstand moeten gestaan hebben. Is dat om te lachen?
Religies klitten aan elkaar
Wie al Qaeda en ISIS financiert of financierde laat hij dan ook gemakshalve in het ongewisse. Ook over de centrale rol van Israël in de kwestie zwijgt hij zedig. En veelal heeft hij het over buitenlandse mogendheden die in Libië intervenieerden zonder veel te specifiëren. Men zou eens kunnen gaan beseffen dat het regime van Mark Rutten mee hielp aan de vernieling van Libië en Syrië.
De rol van Nederland in deze massaslachtpartij lijkt als we zijn boek moeten geloven nihil te zijn. Wiens brood…. Je hebt er bij van Dam dan ook het raden naar waarom ISIS en al Qaeda de hoogste lonen konden betalen aan hun huurlingen, een pak meer dan wat soldaten van het Syrische leger kregen.
Volgens Dr. Nabil Toumeh faalden de Westerse poging tot vernieling van zijn land als gevolg van de sterke cohesie onder de Syrische bevolking. Syrië was naar hij stelde voor het Westen met daarbij Israël te rijk geworden en moest het daarom kapot.
En ja, het Syrische leger en haar hulptroepen hebben zware misdaden begaan. Niemand kan dit betwijfelen. Zie maar naar het verhaal van de Woestijnvalken (Desert Hawks) van generaal Mohammad Jaber die zeer succesvol was maar plots op 2 augustus 2017 ontbonden werd en waarbij Jaber om onverklaarde reden officieel naar Oekraïne vertrok. (4)
Over het fameuze rapport van de DIA over Syrië lees je hier dan ook niets. Te sterk bewijsmateriaal over de misdaden van landen als Nederland, zijn broodheer? Hetzelfde met dat door de EU en Duitsland gefinancierde rapport van het Britse Conflict Armament Research (3) over Amerikaanse wapens van ISIS of over de verhalen uit de Israëlische pers over de steun aan o.m. al Qaeda. Hij verzwijgt het.
Dat de opstand ondanks de massale geldstromen en de tienduizenden vanuit het buitenland aangeleverde salafisten mislukte is het beste bewijs voor de cohesie van de Syrische maatschappij. De pogingen om het sektarisme te doen zegevieren faalden.
Het is zoals de Syrische soefist, parlementslid, filmmaker en zakenman dr. Nabil Toumeh het in een gesprek in Damascus uitdrukte: “Syrië, dat is 30 religies en 60 sekten en dat klit sterk aan elkaar en daarom mislukte het Westen hier, in tegenstelling tot in Libië, om dit land te verslaan.” Maar voor Nikolaos van Dam is Syrië gewoon een alawietische dictatuur.
Tegenstander
Wel toont hij zich in zijn boek toch een tegenstander te zijn van het beleid van het Westen hier. Al zegt hij dat erg omfloerst. Zijn stelling is dat men die jihadisten aanmoedigde bij hun opstand, hun onrealistische eisen steunde en onvoldoende militaire hulp gaf om te slagen in hun opzet. De oorlog had zonder die steun minder mensenlevens gekost is zijn visie.
Hij vergelijkt het met de Amerikaanse oproep aan de Iraakse sjiieten om na de Iraakse nederlaag in februari 1991 in opstand te komen. Waarna de VS van enkele kilometers ver zat toe te kijken hoe die naïeve opstandelingen door het Iraakse leger afgeslacht werden.
De realiteit is echter dat dit ook het plan was. Het land vernielen en via de introductie van het sektarisme het voor decennia onbestuurbaar te maken. En het Westen is hier zeker niet aan haar proefstuk. Zie naar Bosnië, Kosovo, Afghanistan, Libië en ook Irak. En voor deze halsmisdaad tegen Syrië is de hoofdverantwoordelijke de gewezen Amerikaanse president Barack Obama.
De man die bij het begin van zijn ambtsperiode van de Noorse premier Jens Stoltenberg de Nobelprijs voor de Vrede kreeg. Stoltenberg kreeg dan nadien van Obama de post van secretaris-generaal van de NAVO. De westerse waarden. Nikolaos van Dam betreurt de vernieling van Syrië maar is mee via zijn werk een onderdeel van die strategie. Zelfs al maakt hij er bezwaar tegen.
Willy Van Damme
1) La face cachée des révolutions arabes, Ellips, redactie: Eric Denécé, 528 pagina’s, 2012.
3) Conflict Armament Research: De VS wou niet antwoorden op de vraag van de groep hoe na juni 2014 In Bulgarije geproduceerde en aan de VS geleverde wapens bij ISIS werden gevonden. Wapens van een sovjet-type waar men in de VS niets mee kan aanvangen. In juni 2014 viel de stad Mosoel na de massale desertie van het Iraakse leger in handen van ISIS. Zie o.m. pagina 39 van het rapport. http://www.conflictarm.com/publications/.
4) Zie: https://www.almasdarnews.com/article/syrian-desert-hawks/. Al Masdar is een informatieve website die de Syrische regering steunt in haar oorlog. Het is dus geen geheim in Syrië. Integendeel.
Daniël Maes, Poetin & Assad hebben ons leven gered – Syrisch dagboek deel 1, De Blauwe Tijger, 2017, 264 pagina’s, 21,5 euro.
Jens De Rycke, Het dagboek van granaten in Damascus, Polemos, 2017, 160 pagina’s, 15 euro.
Ludo De Brabander, Oorlog zonder grenzen, Epo, 2016, 271 pagina’s, 22,5 euro.
Nikolaos van Dam, Destroying a nation – The civil war in Syria, I.B. Taurus, 2017, 242 pagina’s, 8,99 Britse pond.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten