In NRC Handelsblad van donderdag 2 augustus 2018 beweerde mijn oude vriend, Ian Buruma, onder de kop ‘Herkennen we de signalen voordat het te laat is?’ naast van alles en nog wat ook het volgende:
Politici die angst en onbehagen behendig weten te bespelen hebben in een extreem verdeelde maatschappij meestal meer succes dan kalmere figuren die trachten te appelleren aan ons verstand (of zelfs ons eigenbelang)…
En:
Hoe dan ook zal vrijheid verdedigd moeten worden. Dit kan alleen als we de gevaren scherp onder ogen zien. Pas als mensen gaan geloven dat zij niets meer kunnen doen om aan de grote en kleine demagogen weerstand te bieden, dan weten we zeker dat het te laat is.
Laat ik deze twee uitspraken van de mainstream-opiniemaker eens aan een ‘kalmere’ analyse onderwerpen dan Buruma's eigen, tamelijk opgewonden, stellingen over ‘populistische’ demagogen die de basis zouden leggen voor een nieuw fascisme. Ik zal daarbij nauwlettend ‘trachten te appelleren aan ons verstand (of zelfs ons eigenbelang).’ Zijn eerste stelling klopt als een bus, de huidige westerse politiek berust allereerst en vooral op bangmakerij. Via het inspelen van allerlei soms existentiële angsten probeert zowel de ‘liberal’ als de neoconservatieve politicus het volk aan zich te binden. De wijze waarop de Democraten hysterisch fulmineren tegen de contacten tussen president Poetin en president Trump is hiervan een overduidelijk 'signaal.' Sterker nog, Ian Buruma zelf is een schoolvoorbeeld van een politieke columnist die het van bangmakerij moet hebben. Zo waarschuwde hij in april 2014 voor het Russische gevaar door te stellen dat
In Russia, Putin, too, is manipulating old grievances and a traditional sense that the wicked West is bent on undermining Russian unity and destroying its soul. As is true of China’s leaders, Putin accuses the West of ganging up on Russia…
The problem with nationalism based on resentment is that it impedes diplomacy, which is based on give and take. Criticism is quickly seen as a sign of hostility or disrespect…
In Burma’s wereldbeeld zijn uiteindelijk de Russen en de Chinezen het ware probleem voor de wereldvrede. In zijn ogen manipuleert Rusland oude grieven en hun op ressentimenten gebaseerd nationalisme belemmert de diplomatie. Zijn propaganda voor de NAVO, onder leiding van Washington en Wall Street, is geheel conform de wensen en zelfs eisen van zowel de Democratische- als Republikeinse Partij, die beide de belangen van het militair- industrieel complex verdedigen. Het komende jaar alleen al zal de VS meer dan 700 miljard dollar aan dit complex spenderen. Daar komt nog meer dan 300 miljard bij voor de talloze geheime diensten en voor de gebruikelijke oorlogsvoering, waardoor meer dan één biljoen dollar (een miljoen keer een miljoen) in een bodemloze put verdwijnt, en dit alles ten koste van onderwijs, volkshuisvesting, gezondheidszorg, kunsten, wetenschappen, de bestrijding van de wijd verspreide binnenlandse armoede, etc. Overigens zijn hierbij niet eens de astronomisch hoge kosten opgeteld van de vernieuwing van het totale Amerikaanse nucleaire arsenaal, zoals beslist werd onder president Obama. De Verenigde Staten heeft geen militair-industrieel complex, maar is er één. Dit complex moet met geweld erop toezien dat de belangen van de Amerikaanse elite onaangetast blijven.
De taak van opiniemakers als Buruma, werkzaam voor de ‘corporate press,’ is simpelweg deze zelfvernietigende waanzin te legitimeren. In het kader daarvan spreekt hij van ‘de vrije pers,’ die, zo suggereert hij, geenszins ‘vijanden van het volk’ zijn. Integendeel, ‘de vrije pers’ heeft het goed met ‘het volk’ voor, ondanks het feit dat de mainstream-pers ‘populisten’ haat, omdat die het volk op een dwaalspoor zouden brengen, in tegenstelling tot ‘kalmere figuren’ als Buruma en zijn ‘stedelijke elites.’ Deze ideologische kijk op de werkelijkheid verklaart de karikaturale wijze waarop hij in zijn columns verslag doet van de realiteit. Voor hem is het geen ‘signaal’ dat na de ontbinding van het Warschau Pact in 1991 het aantal lidstaten van de NAVO is verdubbeld en het aantal militaire bases van het bondgenootschap — in strijd met de toezeggingen — steeds verder oostwaarts is opgerukt, waardoor de Russische Federatie nu geheel omsingeld is. Hoewel Buruma het doet voorkomen dat de Russen paranoïde zijn, en er ‘a traditional sense’ zou bestaan ‘that the wicked West is bent on undermining Russian unity,’ is deze angst wel degelijk gebaseerd op reële feiten, zoals de goed ingevoerde Henry Kissinger zomer 2015 liet weten toen hij verklaarde dat onder president Obama ‘breaking Russia has become an objective,’ terwijl toch ‘the long-range purpose should be to integrate it.’ De Amerikaanse ‘deep state’ weet alleen te overleven door het permanent creëren van een externe bedreiging om op die manier een interne cohesie af te dwingen. En dus verzwijgt Buruma de voor hem en zijn mede ‘liberals’ onwelgevallige feiten. Begin 2018 berichtte het dagblad Trouw:
De Navo heeft de gespannen relatie met Rusland voor een belangrijk deel zelf veroorzaakt. Die opvallende schuldbekentenis deed Jaap de Hoop Scheffer, van 2004 tot en met 2009 secretaris-generaal van het bondgenootschap, zondagavond in een interview met Nieuwsuur.
Hij zei dat het een fout was om Oekraïne en Georgië op termijn Navo-lidmaatschap te beloven. Dat gebeurde tijdens een topontmoeting van regeringsleiders in april 2008. De Amerikaanse president George Bush was daar een groot voorstander van, net als veel nieuwe lidstaten in Oost-Europa. Onder meer Duitsland was sceptisch, juist omdat het Moskou tegen de haren in kon strijken.
De Hoop Scheffer zegt dat hij en anderen de reactie van Rusland destijds hebben onderschat. ‘Het is niet zo verwonderlijk dat Poetin daar een rode lijn trok.’ […]
De Hoop Scheffer ‘concludeert dat Oekraïne en Georgië helemaal geen perspectief op lidmaatschap geboden had moeten worden…
Het is volgens hem namelijk ook niet zo dat een andere Russische leider dan Poetin dit wel zou accepteren. ‘Als je ziet dat de Russisch-orthodoxe kerk in Kiev is ontstaan, moet je erkennen dat Navo uitbreiding met Oekraïne voor Rusland, misschien niet alleen voor een man als Poetin, te moeilijk ligt.’ […]
Met zijn kritiek mengt De Hoop Scheffer zich ook in het gevoelige debat over hoeveel rekening de Navo moet houden met Rusland. Moskou heeft altijd beweerd dat Westerse ministers begin jaren negentig beloofden dat het bondgenootschap niet naar het oosten zou uitbreiden. De Navo ontkende dat de afgelopen jaren juist fel. Vorige maand bleek uit geheime gespreksverslagen in handen van de Amerikaanse George Washington Universiteit dat er wel degelijk mondelinge toezeggingen zijn gedaan door Europese ministers van buitenlandse zaken aan de regering van Michael Gorbatsjov.
De bezwaren van De Hoop Scheffer tegen verdere uitbreiding zijn niet zozeer gebaseerd op het nakomen van beloftes, maar op de gedachte dat een machtig land als Rusland zich op een gegeven moment in de hoek gedreven voelt, en naar eigen inzicht voor zijn veiligheidsbelangen opkomt.
https://www.trouw.nl/democratie/de-hoop-scheffer-ik-heb-de-reactie-van-rusland-onderschat-~a415f72a/
Even karikaturaal zijn Buruma’s beweringen over de westerse Verlichtingsidealen. Tijdens een 'gesprek' met de Indiase auteur Pankaj Mishra, op vrijdag 23 juni 2017 in de Bibliotheek Den Haag, zei mijn oude vriend:
I think that Napoleon is an interesting thing to talk about because, yes, a lot of people were killed as a consequence of his military campaigns, but his brand of universalism is actually something we — in this country as well as other countries — still benefit from, the idea of equality for the law and so on, did come from them (Napoleon en de Verlichtingsideologen. svh), the emancipation of minorities came from them, precisely because he had the idea of the universality of rights, and that not just one particular elite or one particular people deserved rights, but that it were universal rights.
Buruma's claim dat Napoleon in ‘the universality of rights’ geloofde is domweg een onwaarheid. Met deze leugen trachtte Buruma te bewijzen dat het Verlichtingsdenken al eind achttiende, begin negentiende eeuw zijn stempel drukte op de westerse buitenlandse politiek. Weliswaar waren er zeker 15 miljoen militairen en burgers om het leven gekomen tijdens de talloze Napoleontische Oorlogen, maar daar stond tegenover dat hij, volgens Buruma, de joodse Europeanen had geëmancipeerd door ze gelijk voor de wet te maken. Ik vrees dat ook hier opiniemaker Buruma niet te goeder trouw is. Onder de kop ‘The French Führer: Genocidal Napoleon was as barbaric as Hitler, historian claims,’ stelde de Britse journalist Christopher Hudson op 24 juli 2008, op grond van het boek Le Crime de Napoleon (2005), geschreven door de gerespecteerde Franse historicus en filosoof Claude Ribbe, dat
Three days after the fall of France in 1940, Napoleon, lying in his marble tomb in Paris, received a visit from his greatest admirer.
Adolf Hitler, on his one and only visit to the French capital, made an unannounced trip to the tomb in Les Invalides.
In his white raincoat, surrounded by his generals, Hitler stood for a long time gazing down at his hero, his cap removed in deference.
He was said later to have described this moment as 'one of the proudest of my life.’
The next day, during his official sightseeing tour of Paris, Hitler again visited Napoleon's tomb to salute him.
Conscious that his hero was known to the world simply as Napoleon, Hitler boasted that he would not need a rank or title on his gravestone. 'The German people would know who it was if the only word was Adolf.'
Throughout the war, Hitler had sandbags placed around Napoleon's tomb to guard against bomb damage.
Wooden floorboards were laid across the marble floor of Les Invalides so that they would not be scarred by German jackboots.
Until recently, the French would have been incensed by any comparison between Napoleon and Hitler.
But to their rage and shame, new research has shown that France's greatest hero presided over mass atrocities which bear comparison with some of Hitler's worst crimes against humanity.
These reassessments of Napoleon have caused anguish in France. Top politicians backed out of official ceremonies to mark what was possibly Napoleon's greatest victory, the battle of Austerlitz, when Napoleon's Grande Armee defeated the combined armies of Austria and Russia in just six hours, killing 19,000 of their adversaries.
A street in Paris named Rue Richepanse (after Antoine Richepanse, a general responsible for atrocities in the Caribbean) has recently had its name changed to Rue Solitude.
During his reign as Emperor, concentration camps were set up and gas was used to massacre large groups of people.
There were hit squads and mass deportations. And all this happened 140 years before Hitler and the Holocaust.
Claude Ribbe, a respected historian and philosopher and member of the French government's human rights commission, has been researching Napoleon's bloodcurdling record for some years.
He accuses him of being a racist and an anti-Semite who persecuted Jews and reintroduced widespread slavery just a few years after it had been abolished by the French government.
The most startling of these findings, the attempted massacre of an entire population over the age of 12 by methods which included gassing them in the holds of ships, relate to the French Caribbean colony of Haiti at the turn of the 19th century.
In Ribbe's words, Napoleon, then First Consul, was the man who, for the first time in history, 'asked himself rationally the question how to eliminate, in as short a time as possible, and with a minimum of cost and personnel, a maximum of people described as scientifically inferior.’
Haiti around 1800 was the world's richest colony, a slave-powered export factory which produced almost two-thirds of the world's coffee and almost half its sugar.
The black slaves were lashed and beaten to work and forced to wear tin muzzles to prevent them from eating the sugar cane.
If the slaves were fractious, they were roasted over slow fires, or filled with gunpowder and blown to pieces.
When the slaves began to fight for their freedom, under the leadership of a charismatic African military genius called Toussaint L'Ouverture, Napoleon sent 10,000 crack troops under the command of his brother-in-law, General Leclerc, to crush Toussaint and restore slavery.
In 1802, a vast program of ethnic cleansing was put in place. Napoleon banned inter-racial marriages and ordered that all white women who'd had any sort of relationship with a black or mulatto (person of mixed race) be shipped to France.
He further commanded the killing of as many blacks in Haiti as possible, to be replaced by new, more docile slaves from Africa.
The French troops were under orders to kill all blacks over the age of 12. However, younger children were also killed — stabbed to death, put in sandbags and dropped into the sea.
The Haitians fought to the death for independence, which they finally declared in 1804.
Prisoners on both sides were regularly tortured and killed, and their heads were mounted on the walls of stockades or on spikes beside the roads.
Non-combatants, too, were raped and slaughtered. According to contemporary accounts, the French used dogs to rip black prisoners to pieces before a crowd at an amphitheatre.
Allegedly on Napoleon's orders, sulphur was extracted from Haitian volcanoes and burned to produce poisonous sulphur dioxide, which was then used to gas black Haitians in the holds of ships — more than 100,000 of them, according to records.
The use of these primitive gas chambers was confirmed by contemporaries. Antoine Metral, who in 1825 published his history of the French expedition to Haiti, writes of piles of dead bodies everywhere, stacked in charnel-houses.
'We varied the methods of execution,' wrote Metral. 'At times, we pulled heads off; sometimes a ball and chain was put at the feet to allow drowning; sometimes they were gassed in the ships by sulphur.
'When the cover of night was used to hide these outrages, those walking along the river could hear the noisy monotone of dead bodies being dropped into the sea.’
A contemporary historian, who sailed with the punitive expedition, wrote that: 'We invented another type of ship where victims of both sexes were piled up, one against the other, suffocated by sulphur.’
These were prison ships with gas chambers called etouffiers, or ‘chokers,' which asphyxiated the blacks, causing them terrible suffering.
Even at the time, there were French naval officers who were appalled at this savagery, claiming they would rather have braved a court martial than have forgotten the laws of humanity.
But from the Emperor's point of view, gassing was a way of cutting costs. Ships continued to transport prisoners out to sea to drown them, but corpses kept being washed up on beaches or tangled in ships' hulls.
Toussaint, who called himself the Black Napoleon, was kidnapped after accepting an invitation to parlay with a French general and shipped back to France in chains, where he died of pneumonia after being imprisoned in a cold stone vault.
Guadeloupe, an island to the east, suffered a similar fate to Haiti's.
Once again choosing not to recognize France's abolition of slavery, Napoleon in 1802 promoted a comrade of his, Antoine Riche-panse, to the rank of General, and sent him with an expeditionary force of 3,000 men to put down a slave revolt on the island.
During his purge, General Richepanse slaughtered any men, women and children he encountered on his route to the capital. Then he worked through a plan of extermination apparently approved by the First Consul.
A military commission was set up to give what followed a veneer of legality. Some 250 'rebels' were shot in Guadeloupe's Victory Square. Another 500 were herded down to the beach and shot there.
Richepanse and Lacrosse, the former colonial governor now restored to power, thought of piling up the dead in vast mounds to intimidate the islanders, but gave up the plan for fear of starting a disease epidemic.
Instead, using a technique which the French were to copy during the Algerian War, they sent death squads into every part of Guadeloupe to track down farmers who were absent from their homes.
These men were treated as rebels. A bounty was promised for each black man captured, and the rebels were summarily shot or hanged. The ferocity of the repression sparked another uprising, which Lacrosse subdued with the most barbarous methods yet.
'Being hung is not enough for the crimes they have committed,' he said. 'It is necessary to cut them down alive and let them expire on the wheel’ [prisoners were bound to a cart wheel before having their arms and legs smashed with cudgels].
'The jails are already full: it is necessary to empty them as quickly as possible.' In this he was successful, hanging, garotting and burning the rebels and breaking their limbs on the wheel.
Lacrosse developed possibly the most fiendish instrument of slow execution ever created.
The prisoner was thrust into a tiny cage and had a razor-sharp blade suspended between his legs. In front of him was a bottle of water and bread, neither of which he could reach.
He was stood in stirrups, which kept him just above the blade, but if he fell asleep or his legs tired, he was sliced by the blade. Neither fast nor economical, it was pure sadism.
After four months in Guadeloupe, the French lost patience with the islanders, and the ferocity of their repression reached new heights.
Blacks with short hair were shot out of hand, since the expeditionary force considered short hair to be a sign of rebellion. Orders were given that 'the type of execution should set a terrifying example'.
The soldiers were encouraged 'to cut open insurgents, to strangle and to burn them'. French officers spoke proudly of creating 'torture islands’.
In a letter to Napoleon, his brother-in-law Leclerc wrote: 'It is necessary to destroy all the negroes of the mountain… do not leave children over the age of 12.’
Ribbe, in his work in progress, sees continual affinities between Napoleon and Hitler. He argues that many of Napoleon's actions were later echoed in Nazi Germany, right down to his enthusiasm for slavery reflecting the grim message 'Arbeit Macht Frei' ('Work Sets You Free'), which appeared over the gates of Auschwitz.
Napoleon, like Hitler, also used his own army like cannon fodder when the occasion demanded.
His retreat from Moscow in 1812 squandered the lives and courage of 450,000 soldiers of the Grande Armee; many of them were found frozen to death while embracing each other to harvest a last flicker of warmth, in what was one of the bitterest winters in living memory.
Nothing shows more clearly the contempt the Emperor showed for his minions than the bulletin announcing the destruction of his Army.
Napoleon blamed his horses and ended by declaring that his health had never been better.
As theaters for Napoleon's callousness, Haiti and Guadeloupe were too far away to attract much public notice, let alone condemnation.
Syria was a different matter. In the war between France and the Ottoman Empire (most of it modern-day Turkey), Napoleon led the siege of the ancient walled city of Jaffa, whose harbor he needed as a vital shelter for his fleet.
The city fell on the fourth day, whereupon Napoleon's troops ran amok through the town, slaughtering Christians, Jews and Muslims indiscriminately.
To escape the slaughter, part of the garrison locked themselves into a large keep.
Napoleon sent his officers, who negotiated their surrender and marched them back to the French camp.
Rations were short, so Napoleon now decided that he had been too magnanimous.
For three days he kept the 4,000 mostly Turkish prisoners with their arms tied behind their back; then the massacre began.
Somewhere between 2,500 and 4,000 men were slaughtered there and then, either by shooting them or by running them through with bayonets.
Shortly afterwards plague broke out, decimating the troops on both sides. With real courage, Napoleon led his general staff on a tour of the plague-infested hospitals.
It did not deter him from suggesting to the doctors that seriously ill French troops who could not be evacuated should be given a fatal dose of the opiate laudanum. The doctors forced him to back down.
From Jaffa, Napoleon marched to Acre, a city constructed on a peninsula and therefore impregnable, given that there was British control of the seas. Napoleon launched seven major assaults; each one failed. Marching back to Cairo, Napoleon left 2,200 of his troops dead, and 2,300 more seriously ill or wounded.
As far as Napoleon was concerned, these wounded were already dead men. Most of them he left behind, knowing that the Turks would cut off their heads as soon as his army left. They did their best to follow his retreat, crying out not to be abandoned.
They straggled along, their throats parched in the debilitating heat, which reduced their cries to a croak. Injured officers were thrown from their litters and left to die in the dunes.
Soldiers were abandoned in the cornfields, which were still smoldering in the devastation of crops and villages ordered by Napoleon. In all, some 5,000 Frenchmen lost their lives.
If Hitler learned any lessons from Napoleon, one must have been that victory required callousness, not just in the leader but in those around him.
'Like those working in the Nazi system, the French carrying out Napoleon's killing did so with little thought to morality,' Claude Ribbe says today. 'There was no sense of good or evil: it was just a matter of getting a difficult job done. In the end, the killing methods had to be efficient and cheap.’
So is Napoleon to be feted as a great leader or denounced as a dictator? A poll published in Le Figaro in 2005 found that nearly 40 per cent of Frenchmen regarded Napoleon as 'a dictator who had used all means to satisfy his thirst for power.’
However, considering what was done in Napoleon's name in Haiti and Guadeloupe, there is one memorial which deserves to be added.
Next to the unknown soldier at the Arc de Triomphe should be erected the Tomb of the Unknown Slave.
Ik heb uitgebreid geciteerd omdat de zogenaamde de westerse ‘urban elites’ maar al te vaak, gelijk Buruma, hoog opgeven van de westerse beschaving. In werkelijkheid verspreiden ze een fundamentele leugen. Wanneer de huidige hoofdredacteur van The New York Review of Books met grote stelligheid verkondigt dat Napoleon ‘had the idea of the universality of rights, and that not just one particular elite or one particular people deserved rights, but that it were universal rights,’ dan weten we dat deze stem van de gevestigde orde niet anders kan dan de werkelijkheid verdraaien, tenminste wil hij de mythe van de westerse superioriteit, gebaseerd op de Verlichtingsidealen, kunnen blijven herhalen. Hij moet wel, hij kan niet anders. Gezien bijvoorbeeld zijn pleidooi om een deel van de ‘dirty work’ van de Amerikaanse strijdkrachten en geheime diensten op ons (Europa) te nemen, ziet hij genoodzaakt een leugenachtige rechtvaardiging te verzinnen. Het bewust misleiden van het publiek is voor hem een leugentje om bestwil, als het ware niet meer dan ‘collateral damage,’ die nu eenmaal de prijs is om de belangen van de elite te kunnen beschermen. Zijn virtuele wereld bestaat uit een spel tussen vertrouwen en misleiden. Hoe ver hij daarin gaat blijkt uit het feit dat hij Napoleon’s emancipatie van een joodse minderheid in Frankrijk prees, terwijl hij tegelijkertijd de terreur tegen de zwarte meerderheid in de Franse overzeese koloniën verzweeg. In zijn optiek is het leven van een jood van groter belang dan dat van een zwarte medemens, zeker als die ook nog eens een slaaf was. Deze opvatting verraadt het onderhuids racisme bij een aanzienlijk deel van de witte westerse intelligentsia. Hoe maniakaler Ian Buruma overal ter wereld anti-semitisme meent te bespeuren, des te onverschilliger lijkt hij te staan tegenover het racisme waarmee de mens met een donkere huidkleur wordt geconfronteerd. Het opmerkelijke fenomeen doet zich hier voor dat hij zich wel kan identificeren met het lot van vervolgde joden, maar niet met het lot van vervolgde zwarten, laat staan het lot van door Joods-Israeli's vervolgde Palestijnse burgers in de bezette gebieden.
Maar omdat de westerse cultuur, gedomineerd door vooral witte goed geschoolde mannen — erfgenamen van een eeuwenlange hegemonistische orde — te zelfgenoegzaam is geworden, ontbreekt het hen aan een drijfveer om zich werkelijk te verplaatsen in de positie van de underdog. Mainstream-opiniemakers zijn dan ook niet bij machte zich te realiseren dat hun orde een eufemisme is voor een gewelddadige wanorde die onhoudbaar is geworden, en dat hun autisme eveneens voor henzelf een bedreiging vormt, aangezien het hen belet te beseffen dat ook hun eigen voortbestaan op het spel staat. In een wereld van ruim 7 miljard inwoners die moeten zien te overleven temidden van de gevolgen van een klimaatverandering, de dreigende uitputting van vitale grondstoffen, de voortgaande bevolkingsexplosie, de almaar desastreuzere oorlogen met of zonder massavernietigingswapens, de massale vervreemding, de toenemende milieuvernietiging, het groeiende verlies aan biodiversiteit, en waarin alles met alles is verbonden, is het rauwe neoliberalisme een zelfmoordpoging. Tegelijkertijd is een zeer kleine elite astronomisch rijk geworden, waardoor zonder overdrijven gesteld kan worden dat het huidige autisme de overleving van de mensheid onmogelijk maakt. Dat moet toch niet moeilijk te begrijpen zijn voor iemand met ook maar een greintje verstand, en toch heeft de elite een mainstream-opiniemaker als Ian Buruma hoofdredacteur gemaakt van The New York Review of Books, en wel omdat hij het ancien regime blijft verdedigen. Het komt inderdaad neer op ‘hubris,’ de ‘overdreven trots, hoogmoed, overmoed, grootheidswaanzin, brutaliteit, onbeschaamdheid’ tegenover datgene wat in de Griekse oudheid ‘de goddelijke wereldorde’ heette, de orde van de natuur, zo u wilt.
En toch blijft de mainstream blind, en is daardoor niet in staat te zien dat de westerse cultuur van mateloosheid haar eigen ondergang bewerkstelligt. De extravagantie van het neoliberale kapitalisme staat vijandig tegenover het ‘Meden Agan,’ oftewel ‘Alles met Mate,’ het motto boven de ingang van het Orakel van Delphi. De nieuwe rijken en hun mainstream-media haten bovendien het aloude ‘Noblesse Oblige,’ het besef dat adeldom verplicht. De adel van de geest weet dat ‘alles van waarde weerloos [is],’ en is er daarom diep van doordrongen dat beschaving niet gekocht kan worden en dat alleen 'het gestage proces van verfijning in de loop van drie generaties efficiënte boerenkinkels verandert in kwetsbare heren.' Het was Tomasi di Lampedusa die in zijn roman De Tijgerkat zo genadeloos beschreef hoe de nouveau riche 'niet gehinderd wordt door de honderden belemmeringen die eerlijkheid, betamelijkheid en zelfs een goede opvoeding voor de meeste anderen vormen,' en hoe de nieuwe rijke ‘zich door de jungle van het leven’ beweegt
met de zekerheid van een olifant die in rechte lijn voort walst, bomen ontwortelend en hutten vertrappend, zonder ook maar iets te merken van de schrammende doornen en de jammerende slachtoffers.
Het is deze upper middle class voor wie Buruma zijn simplistische beschouwingen schrijft. Zo tracht hij hen te mobiliseren om de belangen van het oude establishment te dienen. Mijn zoon Dylan maakte mij deze week attent op een parallel tussen de zogeheten ‘rechtse’ populisten en de zogeheten ‘linkse’ opiniemakers, die beiden ‘angst en onbehagen behendig weten te bespelen.’ Zo hebben voor de ‘liberals’ de Russen in het buitenland dezelfde functie als voor ‘rechts’ de immigranten hebben in het binnenland. Beide politieke stromingen worden door dezelfde driften gedreven, en in beide gevallen speelt de Ander de rol van het Kwaad. Ondertussen is men de wanhoop nabij, zelfs mijn oude vriend Ian weet dat de Amerikaanse oligarchie en haar pleitbezorgers politiek, cultureel en moreel bankroet zijn, en het einde van het Amerikaans imperium nadert. Meer daarover later.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten