Past things shed light on future ones; the world was always of a kind; what is and will be was at some other time; the same things come back, but under different names and colors, not everybody recognizes them, but only he who is wise and considers them diligently.
Francesco Guicciardini. 1530
Gemeenten op zwart zaad door kabinetsbeleid.
Overheveling zorgtaken door het Rijk brengt gemeenten financieel in de knel, met bezuinigingen en lastenverzwaring tot gevolg.
Bevoegdheden moeten geleidelijk worden teruggenomen van de supranationale instellingen die ze nu bezitten. De natiestaat is… het beste compromis — tussen 'het kleine thuis,' de exclusieve verbanden van familie, etniciteit en religie, en de veel te grote, abstracte categorieën van 'mensheid' en 'Europa,' waarin we ons ontheemd voelen.
Thierry Baudet. Thuis In de Tijd. 2014
Afgezien van enkele professoren hebben ze (de Italianen svh) nooit de voordelen van veelomvattend opgebouwde systemen geloofd, en de vreugden van de inconsequentie hoeft men hun nauwelijks aan te prijzen. Hun historische ervaring zegt: hoe groter een apparaat, des te minder het functioneert. Ze hebben zich van oudsher liever op omwegen, op improvisaties, op specifieke en experimentele oplossingen verlaten.
Hans Magnus Enzensberger. Ach Europa! 1987
Elke organisatie, tot zekere perfectie gekomen en in gang gehouden door haar eigen mechanisme heeft de neiging, haar doel in haar eigen bestaan en functie te verplaatsen. Zij wordt door de volmaaktheid van haar middelen overorganisatie.
Al wat naar gelding streeft, organiseert zich. Het is een klein kunstje. Met een dosis energie, enige sluwheid in het speculeren op de menselijke zwakheden en een grote mond kan men elk bijgeloof, elke beuzeling, elke kwakzalverij en elke ondeugd organiseren… In de mechanische organisatie wordt het menselijk subject of genivelleerd, beter gemassificeerd, als ik een nieuw woord mag wagen, of zonder aanzien des persoons omhoog gestuwd op een plaats van duizelingwekkende machtsbevoegdheid, die de ware held zou weigeren in te nemen. Joseph de Maistre merkte het al op in de mannen van het Schrikbewind. 'Deze buitengewoon middelmatige mensen oefenden de vreselijkste dictatuur uit… Als men de schijnbaar meest actieve persoonlijkheden van de revolutie meer van nabij beschouwt, ziet men steeds dat zij iets passiefs en werktuigelijks hadden.'
Johan Huizinga. Crisis der cultuur. 1934
One thought alone preoccupies the submerged mind of Empire: how not to end, how not to die, how to prolong its era. By day it pursues its enemies. It is cunning and ruthless, it sends its bloodhounds everywhere. By night it feeds on images of disaster: the sack of cities, the rape of populations, pyramids of bones, acres of desolation.
― J.M. Coetzee, Waiting for the Barbarians. 1980
Dat de westerse cultuur in een cul-de-sac is beland kan geen openbaring meer zijn. Ook al is de burger/consument door de culturele deprivatie van het kapitalistisch systeem niet in staat dit feit intellectueel te verwoorden dan nog voelt hij het diep in zijn wezen. Ondertussen kwetteren de opiniemakers van de economische en politieke macht almaar door zonder dat dit enige indruk meer maakt. De mens is overvoerd met triviale nonsens en levensgevaarlijke propaganda, en hij weet/voelt het. Wat betekent dit? Dat de dynamiek van de chaos zijn eigen weg gaat tot hij net als bij een groot vuur uitdooft zodra alle brandstof opgebruikt is. Het verval en de ondergang van een groot systeem is tegelijk fascinerend en gruwelijk. Alles probeert dan te overleven ten koste van alles. In tegenstelling tot de journalist Geert Mak, die op zoek blijft naar 'hoop' en met die boodschap volle zalen trekt, schreef één van de grootste historici aller tijden, Edward Gibbon, die wereldberoemd is vanwege zijn meesterwerk, The History of the Decline and Fall of the Roman Empire (1776–1788):
En over het verlangen naar hoop verklaarde hij dat 'Hope' slechts 'the best comfort of our imperfect condition' is en zeker niet leidt tot verlossing uit het lijden, zoals Mak en zijn publiek verwachten. Temidden van de kakofonie van middelmatige opiniemakers met een opgeblazen ego bieden de grote denkers en dichters in de geschiedenis de mens nog steeds het enige houvast. Tegelijkertijd vertoont de hedendaagse naar actie hunkerende zelfbenoemde 'politiek-intellectuele elite' alle symptomen van escapisme, de naar buiten gerichte energie om de eigen innerlijke armoede en leegte te ontvluchten. Alleen op die manier probeert ze te ontkomen aan een confrontatie met zichzelf en met haar intense behoefte aan verlossing. De polder-mainstream beseft niet hoe waar Blaise Pascal's opmerking is dat 'vanity is but the surface.' De veronderstelling dat de 'natiestaat' het 'beste compromis' is voor het geluk der mensheid is net zo absurd als de aanname 'Geen Jorwerd zonder Brussel.' Al in 1927 waarschuwde de Franse filosoof Julien Benda in het beroemd geworden boek La Trahison des Clerks voor dit slag 'intellectuelen,' dat meent het antwoord te hebben op de condition humaine en ‘desire to abase the values of knowledge before the values of action.’ Zij is gebiologeerd door ‘the cult of success’ en gaat er vanuit dat ‘politics decides morality.’ Het grote probleem is dat deze 'elite' mentaal kleinburgerlijk is gebleven. Het is waar wat Flaubert schreef: 'Zonder intelligentie valt er niets te beginnen,' immers
Lichtzinnige, bekrompen lieden en verwaande, bevlogen geesten overal een conclusie in [willen] vinden; zij zijn op zoek naar het doel van het leven en de afmetingen van het oneindige. Ze nemen wat zand in hun arme kleine handjes en zeggen tegen de Oceaan: 'Ik ga de korrels van je kusten tellen.' Maar omdat de korrels door hun vingers stromen en het rekenen lang duurt, stampen zij van woede en huilen. Weet u wat je op het strand moet doen? Je moet neerknielen of wandelen. Wandelt u maar.
Ook de Britse historicus Tony Judt behield zijn intellectuele onafhankelijkheid toen die niet lang voor zijn dood verklaarde:
I don't think intellectuals do very well talking about the need for the world to be democratic, or the need for human rights to be better respected worldwide. It's not that the statement falls short of the desirable, but it contributes very little to either achieving its goal or adding to the rigor of the conversation...
Democracies corrode quite fast; they corrode linguistically, or rhetorically, if you like -- that's the Orwellian point about language. They corrode because most people don't care very much about them. Notice that the European Union, whose first parliamentary elections were held in 1979 and had an average turnout of over 62 percent, is now looking to a turnout of less than 30 percent, even though the European Parliament matters more now and has more power.
De westerling verlangt ernaar terug te keren naar het ware, het werkelijke, doordat hij zich steeds meer vervreemd voelt van zijn omgeving, nu ‘the substance is gone' en 'men cling to the shadow.’ Het feit dat Baudet en Mak dit gevoel proberen te verpolitieken is kenmerkend voor hun onvermogen te begrijpen waar dit verlangen vandaan komt. Een wederzijdse goede vriend van Geert Mak en mij, de bioloog Auke Bijlsma, sprak daar indirect over toen hij in 1999, gezeten op basaltkeien langs de Friese kust nabij Sexbierum tegen me zei:
Dat kijken over de Wadden roept bij mij altijd veel emoties op. Daar kan ik tranen van in de ogen krijgen. De zee die almaar haar gang gaat, iedere seconde anders is. Het is een privilege om ernaar te kijken en er zo nu en dan overheen te varen. Als je je eraan overgeeft, ga je er helemaal in op. Dat voel ik ook als ik hier in de richting van de ondergaande zon zwem. Je bent volledig afhankelijk van het water. Je mag erin zwemmen, maar je moet altijd opletten, het is een oerkracht. Ik ben weleens van Den Helder naar Texel gezwommen, begeleid door volgbootjes. Dat gaf een enorm gevoel van vrijheid, het gevoel van opgenomen te zijn in die immense zee. Als je hier in het water ligt te drijven en je kijkt naar de lucht, of je zit hier aan de kant, dan verveel je je nooit. De getijdenwerking en de wind die iedere keer anders zijn; ze functioneren autonoom, volstrekt onafhankelijk van de mens. En als het streng vriest ligt het hier helemaal vol met ijsschotsen. Het geluid dat de zee dan maakt is ook zo magisch. Eerst is het doodstil en dan ineens begint de stroom te trekken en komt er uit de richting van de pieren een heel groot geruis uit zee en gaan al die schotsen bewegen en tegen elkaar opkruien, bijna alsof de zee begint te roepen. De schotsen komen naar je toe. In de herfst kan je je hier op de dijk met een noordooster-storm nauwelijks staande houden. Je ziet dan die enorme buien uit de zee opkomen, die geweldig grote stapelwolken die na een halfuur met een enorme windkracht over je heen trekken. Dat vind ik prachtig om te zien. Het geeft een heel sterk oergevoel. Het is niet voor niets dat mensen altijd naar de kust trekken en graag over water uitkijken…
De vervreemding, het zoeken naar een 'Thuis,' in een tijd waarin de mens het 'magische' is kwijt geraakt, dwingt de moderne mens opnieuw naar zin en betekenis van het bestaan te zoeken. Hij hunkert naar het 'gevoel van vrijheid, het gevoel van opgenomen te zijn' in iets dat groter dan hijzelf is. Die band met de grootsheid van het leven, de verwondering, het ontzag voor het sublieme, het kenmerk bij uitstek van grootsheid op elk niveau, van het fysische tot het metafysische, van moraliteit tot spiritualiteit, is eigen aan de mens. Tegelijkertijd is de mens een sociaal wezen en verlangt hij naar een gemeenschap waarmee hij zich verbonden voelt, hetgeen door Mak en Baudet te simplistisch wordt beschreven als het 'behoud van het thuis,' als het ware de 'plaats' waar 'Neerlandsch bloed door d'aderen vloeit, Van vreemde smetten vrij.'
Ook hier moet ik Auke Bijlsma citeren om duidelijk te maken hoe het door Mak verabsoluteerde begrip 'Heimat' in werkelijkheid uiterst betrekkelijk is, enerzijds omdat, in de woorden van Enzensberger, de 'normale toestand van de atmosfeer de turbulentie [is]' en anderzijds omdat de blanke rijke na 5 eeuwen kolonisatie, die nu wereldwijd in een neoliberale systeem is geëindigd, niet ineens grenzen kan opwerpen. Dit is moreel verwerpelijk en in praktisch opzicht domweg onmogelijk. De gedachte dat na vijf eeuwen roof de rijk geworden blanke een punt achter de geschiedenis kan zetten is een signaal hoe groot de angst en vervreemding zijn geworden.
Auke Bijlsma:
Ook hier moet ik Auke Bijlsma citeren om duidelijk te maken hoe het door Mak verabsoluteerde begrip 'Heimat' in werkelijkheid uiterst betrekkelijk is, enerzijds omdat, in de woorden van Enzensberger, de 'normale toestand van de atmosfeer de turbulentie [is]' en anderzijds omdat de blanke rijke na 5 eeuwen kolonisatie, die nu wereldwijd in een neoliberale systeem is geëindigd, niet ineens grenzen kan opwerpen. Dit is moreel verwerpelijk en in praktisch opzicht domweg onmogelijk. De gedachte dat na vijf eeuwen roof de rijk geworden blanke een punt achter de geschiedenis kan zetten is een signaal hoe groot de angst en vervreemding zijn geworden.
Auke Bijlsma:
Een paar jaar geleden heb ik samen met familieleden een eerste familiereünie georganiseerd op de Liauckama State in Sexbierum. Bijna iedereen is gekomen, meer dan de helft kwam uit Canada en de Verenigde Staten. Het was echt heel bijzonder dat we elkaar voor het eerst gezamenlijk ontmoetten, honderdtwintig mensen in totaal. De Canadese tak beloofde onmiddellijk de volgende reünie te organiseren. Ik heb destijds geopperd een internetsite voor de familie te openen en een aangetrouwde neef uit Jamaica heeft inmiddels een Bijlsma-site op internet gezet, waarop ook foto’s van die reünie staan. Het is een schitterende combinatie van nieuwe techniek en oude familiebanden, die de continuïteit bevordert. Mij verbaasde het heel erg hoeveel gemeenschappelijks er nog was. Ondanks het feit dat men volstrekt verschillende kanten is opgegaan, herken je toch bepaalde trekken in de ander. Dat maakt je ook meer bewust van je eigen specifieke eigenschappen. Op die manier leer je jezelf beter kennen. Ook al zijn we over de aardbol verspreid geraakt, er is altijd die gastvrijheid van de familie: als het erop aankomt kan je overal terecht. Opvallend was dat het gesproken Fries van mijn geëmigreerde ooms en tantes het Fries is uit het begin van de jaren vijftig. Als je wilt weten hoe die taal een halve eeuw geleden werd gesproken, moet je dus naar Canada en de VS. Ook in hun religieuze opvattingen zijn ze blijven steken, het is het geloof van vijftig jaar geleden, nogal benauwd conservatief. Tegelijkertijd is het een slag mensen bij wie ik onmiddellijk zou onderduiken, hoewel je merkt dat ze vasthouden aan gebruiken van net na de oorlog, en dat die als het ware zijn gefossiliseerd. En als je dat ziet, begrijp je ook beter wat er met Marokkanen en Turken in Nederland gebeurt. Ook zij klampen zich vast aan wat ze destijds hebben meegenomen uit hun land van herkomst. Je snapt dan ook heel goed de generatieconflicten en je beseft dat zoiets jaren kan duren. Een tijdje geleden zag ik op tv een dame uit Marokko op bezoek gaan bij Marokkaanse Nederlanders en die mevrouw zei naderhand dat de immigranten hier denken dat alles in Marokko bij het oude is gebleven, ‘maar wij hebben een ontwikkeling doorgemaakt,’ verklaarde ze. En dat zag de kijker ook. Er waren allerlei discussies op scholen in Marokko over onderwerpen waarvan ik dacht: nou, zoiets is hier ondenkbaar in een Marokkaans gezin. Je ziet dus precies dezelfde processen bij andere emigranten-gezinnen, of die nu uit Marokko of Nederland komen. Door mijn familie heb ik begrepen hoe dat soort mechanismen werken. Een landverhuizing is vaak ook een bijzonder traumatische gebeurtenis, een abrupte breuk met je verleden. Afgesneden van je land van herkomst probeer je nog iets vast te houden van je herinneringen, van je geschiedenis die je hebben gevormd. Dat te begrijpen is ook een interessante ervaring. Door deze universele verschijnselen leer je je eigen samenleving beter begrijpen en krijg je meer begrip voor de ander. Je beseft dat het een lange tijd gaat kosten voordat die verstarde vormen en gebruiken zich verder zullen ontwikkelen.
Lijnrecht hier tegenover staat Geert Mak's verlangen naar het eigen 'knusse home,' gesitueerd 'thuis in Europa,' de 'plaats waar we ons thuis voelen, waar traditie en omgangsvormen voorspelbaarheid, orde en veiligheid bieden, waar oude en nieuwe verhalen samenbinden, waar een gezamenlijk doorleefde geschiedenis vertrouwen biedt voor een gezamenlijke toekomst.' Maar hoe Mak het ook draait of keert die 'gezamenlijk doorleefde geschiedenis' is tevens de geschiedenis van de slavenhandel, het kolonialisme, de eeuwenlange roof, uitbuiting en genadeloze onderdrukking van inheemse gekleurde volkeren, die nu hun rechtmatig deel opeisen van de geaccumuleerde rijkdom waarover het blanke Westen beschikt. Het sluiten van de grenzen om te voorkomen dat de blanke overheersers hun rijkdom moeten delen met de arme zwarten, louter en alleen omdat ze zwart zijn en arm, is op niets anders gebaseerd dan het aloude racisme. Dat moet zeker Geert Mak zich realiseren als zoon van een gereformeerde evangelisatie predikant die het kolonialisme verdedigde op Sumatra, waar Nederlandse militairen ook vrouwen en kinderen massaal hadden afgeslacht omdat hun families in opstand waren gekomen tegen de Nederlandse bezetting van hun land. Bovendien had de God van Catrinus Mak in Genesis 1 vers 28 zijn kinderen laten weten:
Weest vruchtbaar en wordt talrijk; vervult de aarde en onderwerpt haar, heerst over de vissen der zee en over het gevogelte des hemels en over al het gedierte, dat op de aarde kruipt.
Maar nergens heeft de Almachtige verklaard dat zijn gekleurde kinderen overal 'de aarde' mochten bevolken, behalve dan het gebied dat Europa ging heten. Geert Mak noemt zichzelf 'gelovig, christelijk,' wat in zijn geval betekent:
Dat ik geloof in een genadige God. Dat is heel belangrijk: een milde, liefdevolle God. En dat je die genade overbrengt op je medemensen, dat je deel uitmaakt van een gemeenschap die de hele wereld omvat, dat er lijnen lopen tussen andere mensen en jou en tussen jou en God. Dat geeft soms troost, soms ordening, soms een gevoel van verantwoording. Het geeft lijn aan je handel en wandel. Als je vraagt wat mijn godsbeeld is: een vriendelijke, vaderlijke God, een milde man, die mensen doorziet in hun zwakheid.
Deze woorden kunnen niet vrijblijvend zijn, per slot van rekening is hij een journalist en is de taal zijn instrument. Als miljonair heeft deze opiniemaker tevens verklaart dat God 'lijn [geeft] aan' zijn 'handel en wandel' en dus verplicht ook deze geloofsbelijdenis hem om daaruit consequenties te trekken door zijn publiek bijvoorbeeld duidelijk te maken dat de armen en ontheemden in de wereld absoluut niet buiten de deur mogen worden gehouden. Maar wat blijft er dan nog over van zijn verlangen naar een 'Thuis in Europa' waar we onder elkaar in onze 'knusse Heimat' ongestoord en in alle comfort kunnen afwachten tot 'na de crisis een Europese Renaissance gloort,' zoals Mak zijn publiek al enkele maanden belooft? Tegenover de kleinburgerlijke opvattingen van de familie Mak wees Enzensberger in zijn essay De Grote Volksverhuizing (1992) op het volgende:
Steeds was een aanzienlijk gedeelte van de mensheid in beweging, op trektocht of op de vlucht, om de meest uiteenlopende redenen, op gewelddadige of vreedzame wijze — een circulatie die tot voortdurende turbulenties moet leiden. Het gaat om een chaotisch proces dat elk vooropgezet doel, elke prognose op lange termijn tenietdoet.
De weigering van de polder-Makkianen om de historische realiteit te aanvaarden komt voort uit de gedachte dat Nederland een rustig eilandje kan blijven, omringd door een woelige zee waarover schepen varen die net als ten tijde van de Gouden Eeuw volgeladen met rijkdommen van elders koers zetten naar Holland. Meer over dit naïef verlangen later.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten