internet heeft het
machtsgevoel van de ontevredenen vergroot. Nu kunnen ze de wereld in hun wrok
laten delen. Deze bloggers zijn de permanent wrokkenden in digitale gedaante.
Henk Hofland. Helemaal gek maken. 10 maart 2010
Democracy is only possible with easy access to information and
good communications. And technology is a way of facilitating communications.
Tom Clancy.
De Volkskrant en NRC
Handelsblad zijn elitaire kranten. Dat is geen nadeel. Een natie kan niet
zonder een politiek-literaire elite…
Henk Hofland. De toekomst van bedrukt papier. 20 maart
2009
De hele droom van de democratie bestaat uit het verheffen van
de proletariër tot het domheidspeil van de burgerman. Die droom is al
gedeeltelijk verwezenlijkt. Hij leest dezelfde kranten en heeft dezelfde
hartstochten.
Gustave
Flaubert. 1871
This week… the British public
were presented with further evidence of how hollowed-out the democratic process
has become, when the Chilcot
Inquiry revealed that it was being denied access to 25 notes sent by Tony Blair
to George Bush, and 130 documents relating to conversations between
the two architects of the Iraq War, in addition to dozens of records of cabinet
meetings.
Matt Carr. Information
Clearing House. 17 november 2013
Terwijl het consumentisme de geest van
de massa’s veroverde, begon internet zich te ontwikkelen tot het nieuwe medium:
the electronic highway. Idealisten van het eerste uur zagen internet als de
totale vervulling van de democratie. Voortaan zou iedereen, zonder aanzien des
persoons, vrij zijn om aan de hele wereld te laten weten wat hij van alles
vond. En ook kon hij voortaan, zonder tussenkomst van eigenwijze redacties, de
wereld melden wat hem was overkomen. Daarmee was de grondslag voor de
burgerjournalistiek gelegd; de blogger was geboren.
Henk Hofland. De toekomst van bedrukt papier. 20 maart
2009
De weerzin voor de feiten en de visie van degenen die niet behoren tot zijn zelfbenoemde ‘politiek-literaire elite’ is
bij Hofland nauwelijks meer verborgen. Zeker wanneer hij schrijft:
De ‘nieuwe media’ met de mening van de
bloggers zijn voor een groot deel van de publieke opinie toonaangevend
geworden. Dit is de gedigitaliseerde stem des volks… De afgelopen tien jaar is
het politieke landschap ten koste van het oude bestel gefragmentariseerd en
tegelijkertijd heeft zich in de journalistiek, ook door de invloed van
internet, een culturele polarisatie voltrokken. De ‘nieuwe media’ met de mening
van de bloggers zijn voor een groot deel van de publieke opinie toonaangevend
geworden. Dit is de gedigitaliseerde stem des volks.
En deze zogeheten ‘gedigitaliseerde stem des volks’ luistert
niet meer gehoorzaam naar de al dan niet ‘gedigitaliseerde
stem’ van Hoflands ‘politiek-literaire
elite.’ Er blijken ineens in de neoliberale democratie meerdere stemmen
te zijn die al die jaren niet gehoord werden door de toen nog niet ‘gedigitaliseerde stem’ van
Hoflands ‘elitaire kranten,’
oftewel ‘De Volkskrant en NRC
Handelsblad.’ Terecht stelt Hofland
impliciet dat de ‘elitaire kranten’
niet de ‘stem des volks’
verwoorden. ‘Het volk,’ omvat
iedereen die niet behoort tot de zichzelf bevestigende,
zelfbenoemde, discriminerende stem van de ‘elite,’
de stem dus die verantwoordelijk is voor -- ik doe een greep -- het failliete neoliberalisme, de klimaatverandering, de toenemende wereldwijde kloof tussen arm en rijk, de Fukushima-ramp en het
diepe wantrouwen van ‘het volk’
tegen de volksvertegenwoordigers en hun spreekbuizen bij de ‘elitaire’ commerciële
massamedia. Uit Hoflands ‘elitaire’
zienswijze spreekt een hoge mate van wantrouwen tegenover de democratie, de heerschappij
van het volk. Dat is niet vreemd, de ‘elite’ is altijd tegen een ware democratie
geweest. De ‘Founding Fathers’
van de VS vreesden een ‘excessieve democracy,’ zoals zij het betitelden. Deze 'excessive democracy' was volgens James
Madison, de auteur van de Amerikaanse Grondwet, de vierde president van het land, benevens slaveneigenaar ‘the cause of a larger social decay
which he and others (such as Washington) believed had resumed after the
revolution and was nearing a tipping point.’ Het spreekt voor zich dat de ‘elite’ geen ware
democratie wil die haar privileges kan inperken. Maar omdat de rijke Amerikaanse
‘elite’
tijdens de onafhankelijkheidsstrijd de Britse troepen niet alleen kon
verdrijven, had ze ‘het volk’ nodig,
en vandaar de noodzaak van een schijndemocratie.
Het opmerkelijke fenomeen doet
zich nu voor dat in de Hollandse polder de vermeende ‘politiek-literaire elite’ hier niets van lijkt te weten, want hier houdt de hoogleraar journalistiek
Marc Chavannes in zijn NRC-column vol dat voor de ‘elite’ in Washington de ‘democratie’
een ‘exportartikel’
was, spreekt de bestseller-auteur Geert Mak van 'het vitale karakter van de Amerikaanse democratie,' en ziet Henk Hofland de Verenigde
Staten als de leider van ‘het
vredestichtende Westen.’ Daarentegen schromen Amerikaanse
intellectuelen niet om zich uiterst kritisch uit te laten over de
Amerikaanse schijndemocratie.
Een willekeurig voorbeeld:
Chris Hedges argued that American propaganda has done two key things. Through a “bombardment of cultural lies and manipulations,” it has erased every progressive movement from the face of the country.
The system has also created a “psychosis of permanent war,” Hedges said.
Het fundamentele verschil tussen de Nederlandse mainstream 'elite' en de Amerikaanse intellectuelen is niet
moeilijk te verklaren. In tegenstelling tot Nederland biedt de VS de
geestelijke ruimte om af te wijken van het cliché. Nederland is te klein daarvoor, in
het piepkleine milieu van Hoflands ‘politiek-literaire elite’ kent
iedereen elkaar, en uit angst te worden gemarginaliseerd durft niemand te ver af
te wijken van de officiële consensus. In de VS is er voor elke visie een substantieel publiek, in Nederland
niet. Vandaar dat degenen die doorgaan voor polder-intellectuelen zo belachelijk
stupide kunnen blijven, zonder dat het iemand opvalt, laat staan dat men kritiek uit. Zelfbedrog is de overlevingsstrategie van de Nederlandse ‘politiek-literaire elite.’
Wanneer Hofland zichzelf en zijn ‘elite’ prijst dan is er in
eigen kring niemand die hem erop wijst wat bijvoorbeeld Gustave Flaubert al in
1866 constateerde, toen hij aan een vriendin schreef:
U heeft het over de verdorvenheid van de pers; die maakt mij
zo doodziek dat kranten me een regelrechte lichamelijke walging bezorgen. Ik
lees liever helemaal niets dan die verfoeilijke lappen papier. Maar men doet al
het mogelijke om er iets belangrijks van te maken. Men gelooft erin en men is
er bang voor. Dat is de wortel van het kwaad. Zolang de eerbied voor het
gedrukte woord niet uit de wereld is geholpen, komen wij geen stap verder.
Breng het publiek de liefde voor het grote bij en het zal de kleine dingen in de
steek laten, of liever gezegd het zal de kleine dingen zichzelf laten
uitschakelen. Ik beschouw het als een van de gelukkigste omstandigheden van
mijn leven dat ik niet in kranten schrijf. Het doet mijn beurs geen goed, maar
mijn geweten vaart er wel bij en dat is het voornaamste.
Hoflands nauwelijks verholen minachting voor ‘het volk’ staat
haaks op wat de Amerikaanse politieke thriller-schrijver Tom Clancy ooit een
opmerkte:
Democracy is only possible with easy access to information and
good communications. And technology is a way of facilitating communications.
Daarentegen ziet Hofland internet als
een grote bedreiging van de status van zijn ‘politiek-literaire elite’ die het van ‘elitaire
kranten’ moet hebben. Hij haat ‘de gedigitaliseerde stem des volks,’ omdat internet volgens hem alleen ‘het machtsgevoel van de ontevredenen
vergroot. Nu kunnen ze de wereld in hun wrok laten delen.’ Deze democratisering is in zijn
ogen problematisch en ongewenst, want ‘bloggers zijn de permanent wrokkenden in
digitale gedaante.’ Critici die niet tot zijn exclusieve
club behoren zijn ‘wrokkenden,’ dus mensen die gedreven worden door ‘bittere
haat.’ Wanneer ik bijvoorbeeld hier gedocumenteerd probeer aan te tonen dat de
Makkianen, inclusief Hofland, de kluit belazeren, dan hoeft de ‘elite’
dit niet serieus te nemen omdat die kritiek naar haar mening slechts een uiting is van ‘bittere
haat.’ Daarentegen geldt voor Hofland dat zodra hij zijn dédain toont
voor mensen die fundamenteel met hem van mening verschillen dit een teken van grote wijsheid is. Dit autisme is zinloos, want stel dat zijn mening zou kloppen, dan nog reageert Hofland even
reflexmatig als de massa die hij verafschuwt, want hij verklaart niets, maar toont slechts zijn rancune.
Henk Hofland bij Pauw en Witteman, kennelijk ook behorend tot de 'politiek-literaire elite' in de polder.
Hoog tijd daarom de echte literaire elite aan het woord te laten. Wie beter dan de altijd scherpe Gustave Flaubert, wiens inzicht in de psyche van de moderne massamens bewonderenswaardig was. Hij besefte eerder dan wie dan ook dat ondanks de vooruitgang de dwaasheid niet zou wijken, een feit dat volgens zijn collega Milan Kundera ‘de grootste ontdekking was van een eeuw die zo trots was op haar wetenschappelijke rede.’ De ‘grootste ontdekking’ omdat
de dwaasheid [niet] vervaagt ten overstaan van de wetenschap,
de techniek, de vooruitgang of het moderne, integendeel, met de vooruitgang
gaat ook zij vooruit!
De
westerse mainstream pers toont ons elke dag weer dat ‘de moderne dwaasheid [niet] betekent de onwetendheid, maar de
gedachteloosheid van pasklare ideeën’ Kundera voegt hieraan toe:
Zo'n tachtig jaar nadat Flaubert zijn Emma Bovary bedacht had,
in de jaren dertig van de vorige eeuw, zal een ander groot romancier, Hermann
Broch, spreken over de heroïsche inspanningen van de moderne roman die zich
verzet tegen de golf van kitsch, maar er tenslotte door gevloerd zal worden.
Ik kan geen beter voorbeeld geven van
dit proces dan het dagelijkse werk van Hoflands ‘politiek-literaire elite,’
dat als ‘handelswaar’ over de toonbank gaat maar waar een ‘natie niet zonder' zou kunnen. De bewering dat de mainstream media een 'fundament van de westerse democratie'
zijn, is evenwel bedrog. Er is namelijk geen sprake van een echte ‘democratie.’ Het is de
democratie van de economische ‘elite,’ gesteund door de Makkianen.
De voornaamste taak van de mainstream journalisten is de macht van de 'elite' te
legitimeren, zoals ik meer dan vier decennia van binnenuit heb kunnen
constateren. Vandaar dat Hofland woedend reageert op de ‘bloggers,’ oftewel ‘de gedigitaliseerde stem des volks.’ Zijn woede en verontwaardiging vloeien voort uit het feit dat
hij en zijn ‘politiek-literaire elite’ het monopolie op de berichtgeving zijn
kwijt geraakt, en nu iedere lezer en kijker door zelf de bronnen te raadplegen dwars door de voorstelling van zaken van de 'vrije pers' heen kan prikken. De democratisering van
de informatiestroom heeft Hoflands ‘elite’ teruggebracht tot wat ze altijd al was,
een propaganda-instituut. De krant
in de postmoderne samenleving ontmaskert de leugen niet, maar verspreidt hem, de krant
vernietigt de domheid niet, maar propageert haar in de jacht op maximale winsten.
De media vermenigvuldigen de domheid honderdduizendvoudig, elke dag weer.
Hoe luid een krant ook de eigen voortreffelijkheid mag rondbazuinen, ze blijft een verspreider van pasklare ideeën, voorgekookte opvattingen die de
lezer de indruk moeten geven dat dit, en niets anders, de 'waarheid' is. Met het verlies van het monopolie op de berichtgeving zijn de mainstream
opiniemakers ook het alleenrecht kwijt op de ‘waarheid.’ Ineens kan een groot
publiek zien hoe de ‘waarheid’ van de elite al die tijd een leugen was, en dat de
Makkianen opportunistische en vooral brutale praatjesmakers zijn, een parasitaire kongsi die de belangen van de economische, politieke en bureaucratische elite behartigt. Die macht zijn Hofland en zijn zogenaamde ‘politiek-literaire
elite’ steeds meer aan het verliezen, en hij kan daar niets tegen ondernemen,
hoe kwaad hij zich ook mag maken. Hoewel hij 'het volk' vreest, richt zijn woede zich niet tegen de massa, die nog steeds even apathisch als voorheen is, maar tegen degenen die nu hun kritische helder geformuleerde informatie kunnen verspreiden zonder tussenkomst en goedkeuring van de 'politiek-literaire elite.'
De wrokkige reactie van Hofland toont
tevens hoe paradoxaal zijn opvattingen zijn: enerzijds stelt hij
als 'de stem' van de ‘elite,’ de ‘uitverkorenen’ dus, dat kranten een 'fundament van de westerse democratie' zijn, anderzijds
spreekt Hofland afkeurend over 'de
gedigitaliseerde stem des volks.' Hofland is huiverig voor de Vox Populi. Maar zonder de 'stem des
volks' is er geen sprake van 'westerse
democratie.' Dit is de meest opvallende paradox van de mainstream journalisten van na de Tweede Wereldoorlog. Ze praten er liever niet
over in het openbaar, maar diep in hun hart geloven ze niet echt in 'de democratie,' waarbij
de 'stem des volks,' de meerderheid
dus, het voor het zeggen zou hebben. De democratie moet geleid worden door de ‘elite’
en ‘het publiek moet zijn plaats
weten,’ zodat ‘verantwoordelijke mensen… niet gestoord door het
gestamp en het gebrul van een verbijsterde kudde’ het beleid kunnen
bepalen. De enige ‘functie’
in een 'democratische' maatschappij van ‘onwetende en bemoeizuchtige
buitenstaanders’ is die van ‘geïnteresseerde
toeschouwers,’ aldus in de jaren twintig van de vorige eeuw de
vooraanstaande Amerikaanse media-ideoloog Walter Lippmann. Op die manier denken
de woordvoerders van de macht nog steeds, en zo dachten ze al in de begindagen
van het Assyrische rijk, 4000 jaar geleden.
De eerder genoemde Tom Clancy benadrukte terecht dat ‘the control of information is something the elite always does… Information, knowledge, is power. If you can control information, you can control people.’ En daar draait alles om: de macht. Meer nog dan ooit is de controle op de informatie in het informatietijdperk van doorslaggevend belang om de massa te kunnen beheersen, zeker nu de meerderheid van de mensen begint te twijfelen aan de legitimiteit van de macht van de ‘elite’ en hun woordvoerders in Nederland, de Makkianen. Het feit dat tijdens het weekeinde van 16 en 17 november 2013 nagenoeg de voltallige Nederlandse ‘politiek-literaire elite’ het liet afweten toen vele honderden jonge mensen uit de hele wereld in het centrum van Amsterdam bijeenkwamen om urenlang met elkaar te discussiëren over het failliet van het huidige neoliberale systeem, bewees hoe ver de mainstream journalistiek in de polder is verwijderd van de werkelijkheid. Dat is ook eenvoudig te verklaren. De kleinburger en de bourgeois hebben de avant garde en de vrijdenkers altijd gehaat. Voor de gezeten burgerij geldt dat aanzien en inkomen zijn gebaseerd op het omarmen van het cliché, niet op het omverwerpen ervan. Van Gogh stierf arm, evenals Herman Melville, Oscar Wilde, Edgar Allen Poe, en Nikola Tesla, Franz Schubert, William Blake, Johannes Vermeer, etc. De ‘elite van de geest' wordt door de bourgeois en de kleinburger van nature gewantrouwd en geminacht. Henk Hofland en de andere Makkianen zijn een sprekend voorbeeld daarvan. De avant garde is namelijk de zichtbare ontkenning van hun conformisme, is datgene waarvan de bourgeois heimelijk droomt. Maar laatst genoemde koos voor het aanvaarden van het onaanvaardbare en ontleent daaraan zijn identiteit. Zonder zijn onvermoeibare steun zou het hele systeem ogenblikkelijk als een kaartenhuis ineen storten.
De eerder genoemde Tom Clancy benadrukte terecht dat ‘the control of information is something the elite always does… Information, knowledge, is power. If you can control information, you can control people.’ En daar draait alles om: de macht. Meer nog dan ooit is de controle op de informatie in het informatietijdperk van doorslaggevend belang om de massa te kunnen beheersen, zeker nu de meerderheid van de mensen begint te twijfelen aan de legitimiteit van de macht van de ‘elite’ en hun woordvoerders in Nederland, de Makkianen. Het feit dat tijdens het weekeinde van 16 en 17 november 2013 nagenoeg de voltallige Nederlandse ‘politiek-literaire elite’ het liet afweten toen vele honderden jonge mensen uit de hele wereld in het centrum van Amsterdam bijeenkwamen om urenlang met elkaar te discussiëren over het failliet van het huidige neoliberale systeem, bewees hoe ver de mainstream journalistiek in de polder is verwijderd van de werkelijkheid. Dat is ook eenvoudig te verklaren. De kleinburger en de bourgeois hebben de avant garde en de vrijdenkers altijd gehaat. Voor de gezeten burgerij geldt dat aanzien en inkomen zijn gebaseerd op het omarmen van het cliché, niet op het omverwerpen ervan. Van Gogh stierf arm, evenals Herman Melville, Oscar Wilde, Edgar Allen Poe, en Nikola Tesla, Franz Schubert, William Blake, Johannes Vermeer, etc. De ‘elite van de geest' wordt door de bourgeois en de kleinburger van nature gewantrouwd en geminacht. Henk Hofland en de andere Makkianen zijn een sprekend voorbeeld daarvan. De avant garde is namelijk de zichtbare ontkenning van hun conformisme, is datgene waarvan de bourgeois heimelijk droomt. Maar laatst genoemde koos voor het aanvaarden van het onaanvaardbare en ontleent daaraan zijn identiteit. Zonder zijn onvermoeibare steun zou het hele systeem ogenblikkelijk als een kaartenhuis ineen storten.
Francis Bacon. Figure with Meat. 1954. De schreeuwende stem van de Elite, de Staat en de Geestelijkheid, de Macht om anderen te slachten en te offeren. As exhibition curator and a close friend of Bacon’s, Michael Peppiatt, notes, 'In focusing on what was most animal in man—the primal scream—Bacon had found the single image which was to define his vision.'
Geen opmerkingen:
Een reactie posten