Norman Rockwell. De Vier Vrijheden. Kitsch voor de Massa.
Wanneer de televisiejournalist Chris Kijne suggereert dat 'er inderdaad niet even een hoger belang is dan "de waarheid, niets dan de waarheid,' dan hebben we in feite te maken met onvervalste kitsch. Kitsch in de betekenis die de auteur Milan Kundera eraan gaf toen hij schreef dat 'op grond van de dwingende noodzaak te behagen en zo de aandacht van
het grootst mogelijke publiek te trekken, de esthetiek van de massamedia
onvermijdelijk die [is] van de kitsch en naarmate de massamedia ons gehele leven
meer omsluiten en infiltreren, wordt de kitsch onze dagelijkse esthetiek en
moraal.' Kundera werkt dit als volgt uit: 'Het woord kitsch
verwijst naar een houding van degene die tot elke prijs zoveel mogelijk mensen
wil behagen. Om te behagen dien je je te conformeren aan wat iedereen wenst te
horen, in dienst te staan van pasklare ideeën, in de taal van de schoonheid en
de emotie. Hij beweegt ons tot tranen van zelfvertedering over de banaliteiten
die wij denken en voelen.'
Hier is sprake van een pathetische levenshouding, een mentaliteit die van nature naar het midden trekt, naar het domein van de kleinburger, naar het toevluchtsoord van mensen als Kijne die als een echte dominee in het openbaar zijn zonden belijdt wanneer hij zijn gemeente laat weten: 'ook ik heb mijn hoogmoedige jaren gehad – en er zijn vast mensen die vinden dat ze nog steeds niet voorbij zijn. Maar waar ík met milde verachting op terugkijk, is de zekerheid waarmee ik vroeger in zoiets als een socialistische heilstaat kon geloven.
Die bestaat niet, en iedere poging om er te geraken leidt tot massamoord.
Maar juist omdat ik dat inmiddels begrepen heb, weet ik ook dat het heil aan de andere kant van het spectrum evenmin te vinden is: de volledig vrije markt is net zo bloeddorstig als de dictatuur van het proletariaat.'
Het overigens vrijblijvende mens- en wereldbeeld van Chris Kijne en van de meeste Nederlandse journalisten doet me denken aan het werk dat de illustrator Norman Rockwell zijn hele leven produceerde. In een kritiek daterend uit 2000 en gepubliceerd in The New York Times Review of Books constateren Charles Rosen en Henri Zerner met enige verbazing over de toenemende waardering voor zijn werk:
‘The campaign being waged now
is to win over the traditional museum goer who has always been unimpressed with
the immense popularity of Rockwell – has, in fact, refused even to consider him
an artist… We are now asked to appreciate Rockwell as a great painter, and it
is claimed that he has been unjustly ignored or condemned because of his
old-fashioned, traditional technique and the popular nature of his imagery.’
Vervolgens stellen de twee critici dat Rockwell
‘tells the readers of the Post only what they want to hear… he deliberately
played into the hands of those who would contrast the reality and soundness of
his pictured world with the nonsense and lunacy of abstract art… while Daumier
was profoundly critical, Rockwell was above all complacent… Rockwell’s art
claims to deal with American life as it is actually experienced… By temperament,
Rockwell was comfortable with commercial art: he could not, he said, deal with
the sordid side of life. Although born in New York, and partly raised there, he
preferred small towns. He painted ordinary people… Only certain kinds of
ordinary people however – there are no immigrants in his work and (until he
took a strong position in the 1960s) no blacks, except for an occasional
dining-car waiter or porter at a railway station. There are few manual
laborers, and those few are comically caricatured. His people are… all white,
all middle class… The poor, when they find a place, are inevitably and
obviously decent, deserving poor… There are lots of dogs, all delightfully
picturesque; but there is no crime, no suffering, and the erotic is always
delicately muted. His view of America is characterized by omission. This was
his strength with the magazines for which he worked’ he left out what was
uncomfortable, inconvenient, disturbing. It was also what weakened so much of
his art, and radically skewed his view of American life. The illustrations for
Mark Twain, which are said to be much admired, are disastrous: they falsify the
novels, turning Huckleberry Finn into a cute little tyke like those in early
Mickey Rooney movies…'
En het is precies deze kitsch die we terugvinden in de producten van de Kijne's in de journalistiek. Door zodra dit nodig lijkt 'de waarheid' te verhullen of zelfs te verzwijgen geven ze een opgeschoond beeld van de werkelijkheid, een gezuiverd beeld, het beeld van het redelijke midden waar het kwaad van de extremiteiten niet bestaat. Ze vertekenen de werkelijkheid en fabriceren zodoende een leugen. Alles doen ze om te voorkomen dat duidelijk wordt dat het midden niet zo vredelievend en sociaal is als het lijkt en dat in de dagelijkse praktijk het midden de terreur van ons uitbuitend systeem keurig in evenwicht houdt. 'Omission,' is hier het sleutelwoord. Weglaten, verzwijgen zodra de werkelijkheid te dichtbij komt. Verhullen, verdraaien 'op grond van de dwingende noodzaak te behagen en zo de aandacht van het grootst mogelijke publiek te trekken.' Meer later.
2 opmerkingen:
The History Behind Norman Rockwell and the Four Freedoms
http://www.normanrockwellvt.com/FourFreedoms_history.htm
War Bonds: http://democracy-project.org.il/en/wp-content/uploads/2010/11/four-freedoms_600.jpg
http://www.flickr.com/photos/hanneorla/3356606411/
http://www.kevinalfredstrom.com/wp-content/uploads/2009/06/four-freedoms-new.jpg
http://www.thenation.com/sites/default/files/images/comixnation/sutton_FourFreedoms.jpg
dank je, welkome aanvulling.
stan
Een reactie posten