Deze vlot gekuifde in korte broek gestoken jongeman is Philippe Remarque, correspondent van de Volkskrant.
Wat hebben Nederlandse correspondenten in de VS toch tegen de parlementaire democratie? Op de voorpagina van de Volkskrant schrijft Philippe Remarque vanuit Washington vandaag een 'analyse' onder de paniekerige kop: 'President Bush is alle gezag kwijt. Amerikaanse noodplan. Het machtsvacuum in de VS bemoeilijkt een uitweg uit de financiele crisis.'
Machtsvacuum? Sinds wanneer is er sprake van een machtsvacuum wanneer volksvertegenwoordigers 'meer oog voor de woede van de kiezer' hebben? Democratie betekent nu juist dat de wil van de bevolking gerespecteerd wordt. Nietwaar? De volksvertegenwoordigers zitten er niet om hun eigen zakken of die van de bankiers te spekken, maar om de wil van het volk in politieke besluiten om te zetten. Sinds wanneer betekent dit een 'machtsvacuum'?
Alleen mensen die in een totalitaire macht van 1 president geloven, denken dat er sprake is van een 'machtsvacuum', zodra een plannetje van de baas niet onmiddellijk geaccepteerd wordt. Daarentegen zeg ik als onafhankelijk journalist dat dit nu juist het teken is van een volwassen democratie! Meer dan 530 Congresleden vertegenwoordigen 300 miljoen Amerikanen, en al hun belangen spelen op de achtergrond mee. Het is een proces van checks and balances, dat doorgaans ontaardt in gesjoemel in achterkamertjes en het steunen van de belangen van de rijken. In Nederland heet dat het poldermodel, maar dat heeft natuurlijk niets met een ware democratie van doen. In verband met de op handen zijnde verkiezingen moeten democratisch gekozen politici nu enkele weken naar de wil van het volk luisteren om herkozen te kunnen worden. Even democratie dus. En dat is nu in de ogen van de journalisten als Remarque en Tom-Jan Meeus een 'machtsvacuum' waarbij 'gekken aan de macht' zijn en dat is 1 van de 'tekenen van ontbinding.'
Wie zijn hier nu gekken?
2 opmerkingen:
Die man op de bijgaande foto is Philippe Remarque niet. Echt niet.
"The simple circulation of commodities - selling in order to buy - is a means of carrying out a purpose unconnected with circulation, namely, the appropriation of use-values, the satisfaction of wants. The circulation of money as capital is, on the contrary, an end in itself, for the expansion of value takes place only within this constantly renewed movement. The circulation of capital has therefore no limits.
As the conscious representative of this movement, the possessor of money becomes a capitalist. His person, or rather his pocket, is the point from which the money starts and to which it returns. The expansion of value, which is the objective basis or main-spring of the circulation M-C-M, becomes his subjective aim, and it is only in so far as the appropriation of ever more and more wealth in the abstract becomes the sole motive of his operations, that he functions as a capitalist, that is, as capital personified and endowed with consciousness and a will. Use-values must therefore never be looked upon as the real aim of the capitalist; neither must the profit on any single transaction. The restless never-ending process of profit-making alone is what he aims at. This boundless greed after riches, this passionate chase after exchange-value, is common to the capitalist and the miser; but while the miser is merely a capitalist gone mad, the capitalist is a rational miser. The never-ending augmentation of exchange-value, which the miser strives after, by seeking to save [10] his money from circulation, is attained by the more acute capitalist, by constantly throwing it afresh into circulation."
Dat legde Karl Marx ons al uit in 1867. Er bestaat dus een circulatie van 'geldgeld' ('Commodity -> Geld -> Commodity') en 'kapitaalgeld' ('Geld -> Commodity -> Geld'). Geldgeld wordt gebruikt in het proces van ruil met goederen, en daarna is het proces afgelopen, het doel is bereikt, en is het geld verdwenen. Kapitaalgeld wordt niet gebruikt om goederen mee te kopen, maar om de waarde van goederen te manipuleren, en het verandert daarbij doorlopend van gedaante om dit te bereiken. De ene keer presenteert het zich als geld, de andere keer weer als een commodity (verkleed als geld), en dat spel zorgt ervoor dat het proces constant in beweging is om waardevermeerdering te genereren. Marx noemt deze beweging 'het occulte vermogen' om zichzelf doorlopend op te waarderen.
Ook wist Marx in 1867 al precies wat de term 'de markt', zoals wij die tegenwoordig nog steeds tegenkomen in de babbels van zogenaamde economische specialisten, eigenlijk inhoudt.
"...the circulation of capital [=de markt], suddenly presents itself as an independent substance, endowed with a motion of its own, passing through a life-process of its own, in which money and commodities are mere forms which it assumes and casts off in turn."
"Value therefore now becomes value in process, money in process, and, as such, capital. It comes out of circulation, enters into it again, preserves and multiplies itself within its circuit, comes back out of it with expanded bulk, and begins the same round ever afresh."
Nog steeds even actueel.
Een reactie posten