dinsdag 23 januari 2007

Leon de Winter

Het is een bekend feit dat secteleden de neiging hebben steeds radicaler te worden. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de als secte opererende neoconservatieven in Nederland in toenemende mate radicaliseren. De schrijver Leon de Winter is een sprekend voorbeeld van dit proces. Als columnist van het weekblad Elsevier schrijft hij:

'Monster Henk van D. verdient de doodstraf.
Woensdag 17 januari 2007 17:45

Ik ben voorstander van de doodstraf. Ik vind dat er misdaden bestaan waardoor de misdadiger het recht op het bestaan in onze samenleving en het recht op het leven verliest.
Het is onmogelijk om in onze tijd deze woorden te zeggen – ik verwacht aan alle kanten gehuil om mijn barbaarse opstelling. Ik had geen moeite met de doodsvonnissen bij het Proces van Neurenberg. Het proces tegen Eichmann. Ik heb geen moeite met de doodstraf voor Saddam Hoessein. De misdaden tegen de menselijkheid van deze daders zijn zo ongehoord, dat de samenleving over het recht moet beschikken om het leven van de daders te beëindigen.
Ik zie niet in waarom een samenleving het doden van onschuldige foetussen op verzoek van potentiële moeders kan aanvaarden, maar ontzet is wanneer notoire (massa)moordenaars ter dood worden gebracht na opeenvolgende vonnissen van rechtbanken.' Zie:
http://www.elsevier.nl/opinie/weblog/asp/weblogid/4/index.html

Zes jaar geleden schreef ik in het Algemeen Dagblad, de krant waarvoor De Winter toentertijd columnist was:

‘De mens wenst zich een wereld waarin het goed en het kwaad duidelijk van elkaar te onderscheiden zijn, want in hem huist het ingeschapen en ontembare verlangen te oordelen alvorens te begrijpen.’ Ik moet telkens weer aan deze observatie van de schrijver Milan Kundera denken wanneer ik een stuk lees van iemand die op hoge toon en met veel retoriek onze Westerse waarden bejubeld om vervolgens obsessief het kwaad in de ander te projecteren. Een tijdje geleden publiceerde Trouw een artikel van Leon de Winter waarin hij suggereerde dat veel, misschien wel de meeste Arabieren niet deugen, ze al heel lang niet deugen en evenmin in de toekomst zullen deugen.'

Zie: http://home.planet.nl/~houck006/ADartikel.htm

En hoewel Leon de Winter verder is geradicaliseerd, blijven dezelfde gedachten van Kundera van kracht: 'De mens wenst zich een wereld waarin het goed en het kwaad duidelijk van elkaar te onderscheiden zijn, want in hem huist het ingeschapen en ontembare verlangen te oordelen alvorens te begrijpen.'

Ooit zei Henk Hofland tegen me dat mensen die voor de doodstraf zijn niet deugen. Ik ben het met hem eens. Er gaapt een brede kloof tussen voor- en tegenstanders van de doodstraf. Het propageren van de doodstraf is de eerste en belangrijkste stap op weg naar de barbarij.

2 opmerkingen:

Anoniem zei

The Dutch USB-dtick drama!

Geheime informatie...

Waar liggen de grenzen van de verantwoordelijkheid van media? Wanneer is publicatie van een bericht geoorloofd, onbetamelijk of juist noodzakelijk? Iedere dag maken journalisten - in kranten, op radio en televisie - keuzes. Meestal zijn die niet zo moeilijk, maar er zijn ook twijfelgevallen. Neem het bericht in de Volkskrant van vandaag. De krant meldt dat het ministerie van Buitenlandse Zaken in verlegenheid is gebracht ‘door het verlies van een usb-stick met gevoelige informatie’. Zo’n stick is een klein geheugenapparaatje voor de computer waarop veel informatie kan staan. Een ambtenaar had de stick in een huurauto laten liggen. Het apparaatje is in handen van de Volkskrant gekomen en die publiceert er over. De informatie op de stick is deels ‘gevoelig’ van aard. Zo staan de namen van veiligheidsagenten van minister-president Balkenende er op en de toegangscodes van een woning van een diplomaat.
Is het terecht dat de Volkskrant uit de vertrouwelijke informatie publiceert? Voordat op die vraag een antwoord wordt geformuleerd, eerst iets over de zin ‘het ministerie is in verlegenheid gebracht door het verlies van een usb-stick’. Klopt die zin wel? De verlegenheid is toch ontstaan door de melding van het verlies en door publicatie van gegevens die op de stick staan? Als de vinder van de stick de inhoud had bekeken, had gezien dat het ging om informatie van Buitenlandse Zaken en vervolgens de stick op het ministerie had afgeleverd, was er nauwelijks of geen sprake geweest van verlegenheid. De vinder ging echter kennelijk naar de krant en die meldde zich bij het ministerie, met als uiteindelijk resultaat een bericht op de voorpagina van de Volkskrant over ‘verlegenheid bij het ministerie door verlies.’ Wel beschouwd is het natuurlijk de krant die de grootste verlegenheid heeft bewerkstelligd; de zin had dan ook moeten zijn: ‘in verlegenheid gebracht ná verlies.’
De vraag is dus of de Volkskrant de stick had moeten uitlezen. Wat is de waarde van het bericht? Heeft de publicatie effect op de discipline van ambtenaren? Zullen de sticks niet meer worden gebruikt nu de krant het ministerie ‘in verlegenheid’ heeft gebracht? Dergelijke vragen zijn belangrijk, omdat het antwoord mede bepalend is voor de beslissing er wel of niet uit te publiceren. Op het oog lijkt de publicatie niet wezenlijk, noch voor het ministerie noch voor Nederland. De publicatie vestigt wel weer de aandacht op noodzaak van zorgvuldigheid. Maar dat was ook zo geweest als de vinder de stick naar het ministerie had gebracht. Dus wat is de waarde van het bericht?
...en lekken
De relatie tussen bestuur/politiek en media is in meerdere opzichten ingewikkeld. Niemand moet daar naïef over zijn: er wordt gewoon onderhandeld over informatie en over het omgaan daarmee. Het zogeheten lekken uit vertrouwelijke of geheime stukken behoort zo langzamerhand tot de gewoontes van politici. Op een voor de betrokkene strategisch moment wordt een krant of een televisieprogramma gebeld en worden er afspraken gemaakt. De belangen zijn wederzijds. Politici en media doen ‘niets voor niets.’
Het ‘lekken’ als strategie en het publiceren van gelekte of vertrouwelijke informatie hebben overeenkomsten met het gedoogbeleid. Het gemeenschappelijke is dat er iets wordt gedaan dat ‘eigenlijk’ niet zou moeten. Maar toch gebeurt het en dat is kennelijk acceptabel. Beide handelwijzen hebben als groot nadeel dat daardoor uiteindelijk begrippen als ‘vertrouwelijk’ en ‘beleid’ of ‘gezag’ worden uitgehold en tot een lege huls worden. Er is dus iets merkwaardigs aan de hand: lekken en gedogen maken gebruik van de begrippen vertrouwelijkheid, en beleid, gezag. Als een politicus niet uit de vertrouwelijke school klapt, is er geen lol aan; en als er geen anti-drugsbeleid is, komt gedogen ook niet voor. Tegelijkertijd worden de begrippen vertrouwelijkheid en beleid, gezag, geschonden. Om het plastisch te zeggen: lekken en gedogen eten als het ware de begrippen op die nodig zijn om te kúnnen lekken en gedogen. Er zit heel wat achter het publiceren van een bericht over de inhoud van een slordig achtergelaten usb-stick.

http://www.frieschdagblad.nl/artikel.asp?artID=32328

Anoniem zei

miss. kunnen ze de naam veranderen?

...in ''dick-stick''

Peter Flik en Chuck Berry-Promised Land

mijn unieke collega Peter Flik, die de vrijzinnig protestantse radio omroep de VPRO maakte is niet meer. ik koester duizenden herinneringen ...