Het is belangrijk om te erkennen dat een belangrijke zorg over de gevaren van democratische participatie vrij expliciet was tijdens de overgang van het gereglementeerde kapitalisme van de jaren vijftig en zestig naar het neoliberale tijdperk dat volgde tijdens deze overgangsperiode. Bezorgdheid over te veel democratie werd geuit over het hele mainstream spectrum. Aan de linker, liberale kant van het spectrum werden de zorgen krachtig verwoord door de liberale internationalisten van de Trilaterale Commissie en afkomstig uit de drie belangrijkste centra van de kapitalistische democratie, Japan, Europa en de Verenigde Staten. Hun politieke kleur wordt geïllustreerd door het feit dat ze in de Verenigde Staten in 1975, precies tijdens de overgangsperiode, voor het merendeel de regering-Carter bemanden. De Trilaterale Commissie publiceerde in ’75 een belangwekkend boek met als titel ‘The Crisis of Democracy: On the Governability of Democracies.’ De crisis die de trilaterale geleerden zagen, was dat er te veel democratie bestond in het Westen. Vroeger, zo legden ze uit, was het grootste deel van de bevolking stil, passief en apathisch en werkte het systeem goed. aldus de Amerikaanse hoogleraar Samuel Huntington van Harvard University, die met heimwee terugkeek naar de tijd dat Truman, in zijn woorden, in staat geweest om het land te besturen met de medewerking van een relatief klein aantal Wall Street-advocaten en bankiers en de democratie op een prijzenswaardige manier functioneerde. Maar tijdens die Gouden Periode gebeurde er iets gevaarlijks: speciale belangengroepen begonnen de politieke arena te betreden om hun eisen door te drukken. Die speciale belangen waren minderheden: jongeren, ouderen, boeren, arbeiders en vrouwen. Met andere woorden, de gewone bevolking die verondersteld wordt passief te observeren terwijl het beleid wordt bepaald door, om nogmaals te citeren, een relatief klein aantal Wall Street-bankiers en advocaten, bijgestaan door intellectuelen die zich kwalificeren als experts omdat ze de consensus van de machtigen verwoorden. Eén van de inzichten van Henry Kissinger die door de trilaterale geleerden werd aangehaald, herleidde een groot deel van de crisis tot wat zij, in hun woorden, de instellingen noemden die verantwoordelijk waren voor de indoctrinatie van jongeren; dat zijn de scholen, de universiteiten en de kerken. Ze indoctrineerden de jongeren niet goed, daarom ontstonden protesten over beleid, opstanden op straat, pogingen van de speciale belangen om hun eisen op de politieke arena te drukken, waardoor de staat te zwaar werd belast. De trilaterale geleerden trokken toen de natuurlijke conclusie dat we meer gematigdheid of zelfs passiviteit in de democratie moeten hebben, meer effectieve indoctrinatie van de jeugd indien we de orde willen handhaven.
Welnu, zo luidde de mening van de links-liberale kant van het establishment tijdens deze cruciale overgangsperiode. Aan de rechterkant werden tegelijkertijd vergelijkbare conclusies getrokken, maar op een andere basis en met andere retoriek. Het meest onthullende en meest invloedrijke voorbeeld was het zogenaamde Powell-memorandum, geschreven door bedrijfsjurist Lewis Powell, die later door Richard Nixon werd benoemd tot lid van het Hooggerechtshof. Het memorandum was gericht aan de Amerikaanse Kamer van Koophandel. Het vertrouwelijke, uitgelekte, memorandum is al dan niet plausibel beschreven als de blauwdruk van de opkomst van de Amerikaanse conservatieve beweging en de vorming van een netwerk van invloedrijke rechtse denktanks en lobbyorganisaties zoals de Heritage Foundation, de American Legislative Exchange Council , evenals het inspireren van de Amerikaanse Kamer van Koophandel om veel politiek actiever te worden… Powells boodschap was dat links in de jaren zestig op hol was geslagen, het Amerikaanse vrije ondernemingssysteem aan het vernietigen was en wees de leidende figuren aan van deze revolutionaire aanval. Een van hen was Ralph Nader, die met zijn campagnes voor consumentenveiligheid de zakenwereld onder druk zette. De andere sinistere figuur was Herbert Markuse die het marxisme predikte aan de jonge linksen die als dollen tekeer gingen terwijl hun naïeve slachtoffers, zoals Powell het uitdrukte, op de universiteiten en scholen domineerden, tv en andere media beheersten en zo hun invloed deden gelden. In zijn ogen was er sprake van een marxistische machtswisseling die een ernstige bedreiging van de vrijheid betekende.
Vanuit zijn perspectief bekeken was dit in feite ook zo. Powell begon met erop te wijzen dat de campussen waar veel van deze kritiek vandaan kwam, werden ondersteund door belastinggelden die grotendeels gegenereerd werden door Amerikaanse bedrijfsbijdragen. De raden van toezicht op universiteiten zijn voor het overgrote deel samengesteld uit mannen en vrouwen die leiders zijn in het systeem van grote concerns, en bovendien waren de meeste media, inclusief de nationale tv-systemen, net als nu eigendom van en gecontroleerd door bedrijven die afhankelijk zijn van winst en het bedrijfssysteem. Dat was zijn observatie en de natuurlijke conclusie die meteen volgde was dat de zakenwereld zich zou moeten organiseren om zichzelf te verdedigen, in plaats van werkeloos toe te kijken terwijl het vrije ondernemingssysteem werd vernietigd door de marxistische aanval van de media, universiteiten en overheid. Het bedrijfsleven bezat immers de middelen en moest dus handelen. Democratie is een bedreiging, en dat is het inderdaad ook zodra het beleid niet allereerst in het belang is van de rijke elite. Het sociaal-economische en politieke beleid dat in de daaropvolgende jaren ging domineren, weerspiegelden dan ook deze zorgen en hebben inderdaad de bedreiging van de neoliberale belangen verzwakt zoals we overal om ons heen zien. De politieke instellingen zijn evenwel in diskrediet gebracht, en de publieke desillusie, angst en woede lopen hoog op en nemen soms aanzienlijk onheilspellende vormen aan.
De neoliberale aanval van de Deep State op de verzorgingsstaat maakte in de praktijk een einde aan de westerse democratie zoals die in jaren zestig opbloeide. Of zoals Chomsky schreef:
one consequence is the severe erosion of functioning democracy and reduction of opportunities for collective action through effective functioning public institutions, and a further consequence of that, as remarked at the outset, is to undermine the primary barrier to the existential threats that humans have constructed in the post-war period, hence contributing to the perfect storm that may turn out to be the epitaph (grafschrift. svh) of modern civilization.
Mede gezien de wereldwijde wapenwedloop en de geplande NAVO-oorlogen tegen Azië, waarover ik al geschreven heb, is de de conclusie gerechtvaardigd dat de Deep State met zijn totalitair functionerende technocratie een manifestatie is van wat Hannah Arendt ‘De Banaliteit van het Kwaad’ noemde, dezelfde banaliteit die Harry Mulisch in 1961 tot de slotsom voerde:
Wat hebben wij eigenlijk over Eichmann te beweren? Wij, die zelfs de ongeborenen bedreigen: en die oorlog tegen ons nageslacht is al (sinds Hiroshima) zestien jaar aan de gang! Maar zoiets heet geen 'oorlog' meer, dat heet een vervloeking. Hier vervloekt de mens zichzelf, zijn eigen kindskinderen, hieruit spreekt een haat zo fundamenteel, dat wij wel moeten vrezen, de mens nog altijd overschat te hebben.
Ondertussen blijven de vragen: wie zijn wij? En waar zijn wij op dit punt van de geschiedenis? De Britse auteur John Berger schreef met betrekking tot deze existentiële vragen in Le Monde diplomatique van februari 2003 onder de kop ‘The pain of living in the present world’:
People everywhere under very different conditions are asking themselves: where are we? The question is historical not geographical. What are we living through? Where are we being taken? What have we lost? How to continue without a plausible vision of the future? Why have we lost any view of what is beyond a lifetime?
The well-heeled experts answer: Globalization. Post-Modernism. Communications Revolution. Economic Liberalism. The terms are tautological and evasive. To the anguished question of Where are we? the experts murmur: Nowhere!
Might it not be better to see and declare that we are living through the most tyrannical — because the most pervasive — chaos that has ever existed? It's not easy to grasp the nature of the tyranny, for its power structure (ranging from the 200 largest multinational corporations to the Pentagon) is interlocking and diffuse, dictatorial yet anonymous, ubiquitous yet placeless. It tyrannizes from offshore — not only in terms of fiscal law, but in terms of any political control beyond its own. Its aim to delocalize the entire world. It's ideological strategy — besides which Bin Laden's is a fairy tale — is to undermine the extent so that everything collapses into its special version of the virtual, from the realm of which — and this is the tyranny's credo — there will be a never-ending source of profit.
Democracy is a proposal (rarely realized) about decision making; it has little to do with election campaigns. Its promise is that political decisions be made after, and in the light of, consultation with the governed. This is dependent upon the governed being adequately informed about the issues in question, and upon the decision-makers having the capacity and will to listen and take account of what they have heard. Democracy should not be confused with the 'freedom' of binary choices, the publication of opinion polls or the crowding of people into statistics. These are its pretenses…
Both military and economic strategists now realize that the media play a crucial role — not so in defeating the current enemy as in foreclosing (wegnemen. svh) and preventing mutiny, protest or desertion. Any tyranny's manipulation of the media is an index of its fears… Every form of contestation (strijd. svh) against the tyranny is comprehensible. Dialogue with it is impossible. For us to live and die properly, things have to be named properly. Let us reclaim our words.
Maar wat valt er nog te zeggen in een uitgeholde taal, waarin propaganda wordt gemaakt voor de ‘Oekraïense democratie,’ waarin oppositiepartijen en oppositiemedia verboden zijn door het corrupte regime van Zelensky, dat volgens serieus onderzoek vele miljoenen naar het buitenland heeft gesluisd om geen belasting te hoeven betalen, en waarvan de onderwereld inmiddels naar onder andere Amsterdam is uitgeweken. Hoe kan in een verkrachte taal de werkelijkheid, laat staan de waarheid, worden beschreven? Niet dus, zoals u en ik weten. George Orwell waarschuwde dan ook voor ‘the horrors of totalitarianism, the corruption of language, the production of a pervasive stupidity, and the endless regimes of state spying imposed on citizens in the mid-20th-century.’ De Amerikaanse intellectueel Henry A. Giroux herinnerde zijn lezers eraan dat Orwell ‘warns us in his dystopian novel 1984 that authoritarianism begins with language. Words now operate as "Newspeak," in which language is twisted in order to deceive, seduce and undermine the ability of people to think critically and freely. As authoritarianism gains in strength, the formative cultures that give rise to dissent become more embattled along with the public spaces and institutions that make conscious critical thought possible.
Words that speak to the truth, reveal injustices and provide informed critical analysis begin to disappear, making it all the more difficult, if not dangerous, to hold dominant power accountable. Notions of virtue, honor, respect and compassion are policed, and those who advocate them are punished.
I think it is fair to argue that Orwell's nightmare vision of the future is no longer fiction,’
waaraan Giroux toevoegde:
If fascism is to be defeated, there is a need to make education central to politics. In part this can be done with a language that exposes and unravels falsehoods, systems of oppression and corrupt relations of power while making clear that an alternative future is possible. A critical language can guide us in our thinking about the relationship between older elements of fascism and how such practices are emerging in new forms. The search and use of such a language can also reinforce and accelerate the need for young people to continue creating alternative public spaces in which critical dialogue, exchange and a new understanding of politics in its totality can emerge. Focusing on language as a strategic element of political struggle is not only about meaning, critique and the search for the truth, it is also about power, both in terms of understanding how it works and using it as part of ongoing struggles that merge the language of critique and possibility, theory and action.
Without a faith in intelligence, critical education and the power to resist, humanity will be powerless to challenge the threat that fascism and right-wing populism pose to the world. All forms of fascism aim at destroying standards of truth, empathy, informed reason and the institutions that make them possible. The current struggle against a nascent fascism in the United States is not only a struggle over economic structures or the commanding heights of corporate power. It is also a struggle over visions, ideas, consciousness and the power to shift the culture itself.
Progressives need to formulate a new language, alternative cultural spheres and fresh narratives about freedom, the power of collective struggle, empathy, solidarity and the promise of a real socialist democracy. We need a new vision that refuses to equate capitalism and democracy, normalize greed and excessive competition, and accept self-interest as the highest form of motivation. We need a language, vision and understanding of power to enable the conditions in which education is linked to social change and the capacity to promote human agency through the registers of cooperation, compassion, care, love, equality and a respect for difference.
Any struggle for a radical democratic socialist order will not take place if ‘the lessons from our dark past [cannot] be learned and transformed into constructive resolutions’ and solutions for struggling for and creating a post-capitalist society. Ariel Dorfman's ode to the struggle over language and its relationship to the power of the imagination, collective resistance and hope offers a fitting reminder of what needs to be done. He writes:
‘We must trust that the intelligence that has allowed humanity to stave off death, make medical and engineering breakthroughs, reach the stars, build wondrous temples, and write complex tales will save us again. We must nurse the conviction that we can use the gentle graces of science and reason to prove that the truth cannot be vanquished so easily. To those who would repudiate intelligence, we must say: you will not conquer and we will find a way to convince.’
In the end, there is no democracy without informed citizens and no justice without a language critical of injustice.
https://truthout.org/articles/challenging-trumps-language-of-fascism/
Hoewel Henry Giroux gelijk heeft wat betreft zijn conclusies, denk ik toch dat hij een fout maakt, en wel omdat de massa onverschillig blijft, dat wil zeggen: niet echt geïnteresseerd is in de werkelijkheid, en al helemaal niet in zoiets vaags als de ‘waarheid.’ Ik vermoed dat de strijd al gestreden is, dat de dynamiek van de huidige leugenachtige orde veel te krachtig is om bestreden te kunnen worden. Het handjevol westerse dissidenten wordt ook nog eens dagelijks genegeerd of gedemoniseerd, terwijl corrupte regime van de EU van ‘Geen Jorwerd zonder Brussel’ door de Amerikaanse— en Europese Deep State wordt aangestuurd. Via al hun beschikbare kanalen is de ware macht 24/7 bezig met het verkrachten van de taal, het manipuleren van de werkelijkheid, het streven naar nog meer macht. Elk woord dat zij uitspreekt is een leugen, verpakt in een andere leugen. Net als eertijds in de Sovjet Unie kunnen alleen dissidenten onderling trachten de taal haar oorspronkelijke plaats en betekenis terug te geven zodat het individu en de natuur opnieuw in hun eigen vocabulaire met ons kunnen spreken. John Berger:
We are writing about the pain in the world. We have to reject the new tyranny's discourse. Its terms are crap. In the interminably repetitive speeches, announcements, press conferences and threats, the recurrent terms are: Democracy, Justice, Human Rights, Terrorism. Each word in the context signifies the opposite of what it was once meant to signify.
Wij leven vandaag de dag in een virtuele wereld van kitsch, een begrip dat, in de woorden van Milan Kundera, ‘verwijst naar de houding van degene die tot elke prijs zoveel mogelijk mensen wil behagen. Om te behagen dien je je te conformeren aan wat iedereen wenst te horen, in dienst te staan van de pasklare ideeën, in de taal van de schoonheid en de emotie. Hij beweegt ons tot tranen van zelfvertedering over de banaliteiten die wij denken en voelen.’
Kitsch is de niet doorleefde werkelijkheid, waarin de westerling een veilig heenkomen zoekt, op de vlucht voor de realiteit van alledag. Eén van de gevolgen van deze houding is dat:
Op grond van de dwingende noodzaak te behagen en zo de aandacht van het grootst mogelijke publiek te trekken, de esthetiek van de massamedia onvermijdelijk die van de kitsch [is], en naarmate de massamedia ons gehele leven meer omsluiten en infiltreren, wordt de kitsch onze dagelijkse esthetiek en moraal.
Misschien wel het meest kenmerkende aan kitsch is dat het identiteitsloos is, het kan voortdurend elk rolmodel aannemen. In zijn essaybundel Hold Everything Dear: Dispatches on Survival and Resistance (2008) stelt John Berger in verband hiermee dat:The consumer is essentially somebody who feels or is made to feel, lost, unless he or she is consuming. Brand names and logos become the place names of the Nowhere.
‘Lost,’ verloren, vervreemd, ontheemd van zijn omgeving en van zichzelf. Met betrekking tot dit gemis schreef Milan Kundera in zijn in 2005 verschenen essay 'And If the Tragic Has Deserted Us?':
De grote menselijke conflicten bevrijden van de naïeve interpretatie als een strijd tussen goed en kwaad, ze begrijpen in het licht van het tragische, was een enorme prestatie van de geest; het bracht de onvermijdelijke relativiteit naar voren van menselijke waarheden; het maakte de noodaak duidelijk om rechtvaardig te zijn tegen de vijand. Maar het morele manicheïsme heeft een onvernietigbare vitaliteit.
Ziedaar die voedingsbodem van de haat die anno 2023 door de falende westerse politici en pers gefocussed wordt op ‘Poetin,’ de verpersoonlijking van alle Russen die hun land steunen in zijn strijd tegen de opdringende NAVO onder aanvoering van de VS dat 93 procent van zijn bestaan sinds 1776 in oorlog is geweest met één of ander volk om zodoende nog meer rijkdommen te kunnen roven. Nogmaals de voormalige hoge functionaris Mike Lofgren over de Amerikaanse ‘Deep State Hiding in Plain Sight’:
The corridor between Manhattan and Washington is a well trodden highway for the personalities we have all gotten to know in the period since the massive deregulation of Wall Street: Robert Rubin, Lawrence Summers, Henry Paulson, Timothy Geithner and many others. Not all the traffic involves persons connected with the purely financial operations of the government: In 2013, General David Petraeus joined KKR (formerly Kohlberg Kravis Roberts) of 9 West 57th Street, New York, a private equity firm with $62.3 billion in assets. KKR specializes in management buyouts and leveraged finance. General Petraeus’ expertise in these areas is unclear. His ability to peddle influence, however, is a known and valued commodity. Unlike Cincinnatus (Romeins veldheer, die in 458 v.Chr. Rome redde. svh), the military commanders of the Deep State do not take up the plow once they lay down the sword. Petraeus also obtained a sinecure as a non-resident senior fellow at the Belfer Center for Science and International Affairs at Harvard. The Ivy League is, of course, the preferred… charm school of the American oligarchy.
Petraeus and most of the avatars of the Deep State — the White House advisers who urged Obama not to impose compensation limits on Wall Street CEOs, the contractor-connected think tank experts who besought us to ‘stay the course’ in Iraq, the economic gurus who perpetually demonstrate that globalization and deregulation are a blessing that makes us all better off in the long run — are careful to pretend that they have no ideology. Their preferred pose is that of the politically neutral technocrat offering well considered advice based on profound expertise. That is nonsense. They are deeply dyed in the hue of the official ideology of the governing class, an ideology that is neither specifically Democrat nor Republican. Domestically, whatever they might privately believe about essentially diversionary (bedoeld om de aandacht af te leiden. svh) social issues such as abortion or gay marriage, they almost invariably believe in the ‘Washington Consensus’: financialization, outsourcing, privatization, deregulation and the commodifying of labor. Internationally, they espouse 21st-century ‘American Exceptionalism’: the right and duty of the United States to meddle in every region of the world with coercive diplomacy and boots on the ground and to ignore painfully won international norms of civilized behavior. To paraphrase what Sir John Harrington said more than 400 years ago about treason, now that the ideology of the Deep State has prospered, none dare call it ideology. That is why describing torture with the word ‘torture’ on broadcast television is treated less as political heresy than as an inexcusable lapse of Washington etiquette: Like smoking a cigarette on camera, these days it is simply ‘not done.’
Vandaar ook dat de polderpers dissidente stemmen als momenteel ook die van Henry Kissinger, Mike Lofgren, Jimmy Carter, Noam Chomsky, Chris Hedges en vele andere vooraanstaande critici worden geboycot. Daarom, nogmaals Lofgren:
After Edward Snowden’s revelations about the extent and depth of surveillance by the National Security Agency, it has become publicly evident that Silicon Valley is a vital node (knooppunt. svh) of the Deep State as well. Unlike military and intelligence contractors, Silicon Valley overwhelmingly sells to the private market, but its business is so important to the government that a strange relationship has emerged. While the government could simply dragoon (dwingen. svh) the high technology companies to do the NSA’s bidding, it would prefer cooperation with so important an engine of the nation’s economy, perhaps with an implied quid pro quo (tegenprestatie. svh). Perhaps this explains the extraordinary indulgence the government shows the Valley in intellectual property matters. If an American ‘jailbreaks’ his smartphone (i.e., modifies it so that it can use a service provider other than the one dictated by the manufacturer), he could receive a fine of up to $500,000 and several years in prison; so much for a citizen’s vaunted (opschepperij over. svh) property rights to what he purchases. The libertarian pose of the Silicon Valley moguls, so carefully cultivated in their public relations, has always been a sham (bedrog. svh). Silicon Valley has long been tracking for commercial purposes the activities of every person who uses an electronic device, so it is hardly surprising that the Deep State should emulate the Valley and do the same for its own purposes. Nor is it surprising that it should conscript the Valley’s assistance.
Still, despite the essential roles of lower Manhattan and Silicon Valley, the center of gravity of the Deep State is firmly situated in and around the Beltway (rond Washington. svh). The Deep State’s physical expansion and consolidation around the Beltway would seem to make a mockery of the frequent pronouncement that governance in Washington is dysfunctional and broken. That the secret and unaccountable Deep State floats freely above the gridlock between both ends of Pennsylvania Avenue is the paradox of American government in the 21st century: drone strikes, data mining, secret prisons and Panopticon-like control on the one hand; and on the other, the ordinary, visible parliamentary institutions of self-government declining to the status of a banana republic amid the gradual collapse of public infrastructure.
The results of this contradiction are not abstract, as a tour of the rotting, decaying, bankrupt cities of the American Midwest will attest. It is not even confined to those parts of the country left behind by a Washington Consensus that decreed the financialization and deindustrialization of the economy in the interests of efficiency and shareholder value. This paradox is evident even within the Beltway itself, the richest metropolitan area in the nation. Although demographers and urban researchers invariably count Washington as a ‘world city,’ that is not always evident to those who live there. Virtually every time there is a severe summer thunderstorm, tens — or even hundreds — of thousands of residents lose power, often for many days. There are occasional water restrictions over wide areas because water mains, poorly constructed and inadequately maintained, have burst…
It is as if Hadrian’s Wall was still fully manned and the fortifications along the border with Germania were never stronger, even as the city of Rome disintegrates from within and the life-sustaining aqueducts leading down from the hills begin to crumble. The governing classes of the Deep State may continue to deceive themselves with their dreams of Zeus-like omnipotence, but others do not. A 2013 Pew Poll that interviewed 38,000 people around the world found that in 23 of 39 countries surveyed, a plurality of respondents said they believed China already had or would in the future replace the United States as the world’s top economic power.
The Deep State is the big story of our time. It is the red thread that runs through the war on terrorism, the financialization and deindustrialization of the American economy, the rise of a plutocratic social structure and political dysfunction. Washington is the headquarters of the Deep State, and its time in the sun as a rival to Rome, Constantinople or London may be term-limited by its overweening sense of self-importance and its habit, as Winwood Reade (Britse historicus. svh) said of Rome, to ‘live upon its principal till ruin stared it in the face.’ ‘Living upon its principal,’ in this case, means that the Deep State has been extracting value from the American people in vampire-like fashion.
We are faced with two disagreeable implications. First, that the Deep State is so heavily entrenched, so well protected by surveillance, firepower, money and its ability to co-opt resistance that it is almost impervious to change. Second, that just as in so many previous empires, the Deep State is populated with those whose instinctive reaction to the failure of their policies is to double down on those very policies in the future. Iraq was a failure briefly camouflaged by the wholly propagandistic success of the so-called surge; this legerdemain allowed for the surge in Afghanistan, which equally came to naught. Undeterred by that failure, the functionaries of the Deep State plunged into Libya; the smoking rubble of the Benghazi consulate, rather than discouraging further misadventure, seemed merely to incite the itch to bomb Syria. Will the Deep State ride on the back of the American people from failure to failure until the country itself, despite its huge reserves of human and material capital, is slowly exhausted? The dusty road of empire is strewn with the bones of former great powers that exhausted themselves in like manner.
Iedere zichzelf respecterende journalist weet dat Lofgren gelijk heeft. Maar ook de opportunisten in de mainstream-pers voelen intuïtief aan dat het Westen in een systeem-crisis is beland, en dat de VS en zijn NAVO niet in staat zijn die crisis te bezweren. Zij weten tevens dat de westerse censuur van dissidenten het proces van ineenstorting alleen maar versnelt. Zo verklaarde de wedergeboren christen Geert Mak op 16 april 2015:
Iedere gemeenschap, ieder systeem, ook het onze, heeft, wil het op de lange termijn overleven, een morele tegencultuur nodig. Een cultuur die dwarsligt, die vragen stelt, die andere waarden in het zoeklicht zet. Een goed functionerende elite is daar voortdurend mee bezig… Een goede elite kenmerkt zich door kwaliteit, zeker, maar ook door empathie en courage. Een goede elite erkent dat ze een elite is, en dat ‘noblesse oblige,’ in de breedste zin van het woord. Een goede elite luistert en kijkt met duizend ogen en oren. Een goede elite ligt dwars. Een goede elite durft het idee los te laten dat politiek alleen maar een vorm is van publiek management, durft luidop te dromen, durft ook onaangename waarheden onder ogen te zien en uit te spreken. Een goede elite durft te verliezen en klappen te krijgen. Een goede elite vecht voor het ambt, als trotse dienaren van de publieke zaak. Een goede elite gedraagt zich niet als burgers, maar als citoyens, elke dag.
Mijn oude vriend eindigde zijn pleidooi voor intellectuele moed met de woorden: ‘Kwaliteit, empathie en courage, ja, dat hebben wij, als elite, in deze tijd nodig. Maar de grootste van deze drie is courage.’
Het was allemaal niet gering en het ging er als zoete koek in bij zijn grijsharig gehoor. Drie jaar eerder, op 2 november 2012, had dezelfde journalist Geert Mak met evenveel vrijblijvende stelligheid verklaard:
Waar blijft, in deze chaos van telkens botsende en elkaar tegensprekende verhalen, de rol van de historicus? Zijn werk is — en ik volg nu de definitie van de Amerikaans-Hongaarse historicus John Lukacs — in de eerste plaats 'het streven naar waarheid door het uitbannen van onwaarheid.’[…] Doen we dat genoeg? Nemen wij, chroniqueurs van het heden en verleden, onze taak, het 'uitbannen van onwaarheid,' serieus genoeg. Ik vraag het me af. Op dit moment vindt op Europees en mondiaal niveau een misvorming van de werkelijkheid plaats die grote consequenties heeft.
https://www.geertmak.nl/nl/biografie/kijken-en-luisteren/229/de-woede-van-mijn-oom-petrus.html
Ondanks het feit dat hij ook zichzelf bekritiseerde bleven hij en de andere Makkianen van de opiniepers in de polder zich zonder enige gêne, laat staan schaamte, blind achter het massale geweld van de Verenigde Staten opstellen. Dertien jaar geleden, op 13 mei 2010 schreef ik op deze weblog onder de kop ‘Imperial Overstretch’ het volgende:
Ik kijk op dit moment naar een serie van History Planet getiteld Engineering an Empire. In aflevering 5 over Rome werd het volgende verteld over de hegemonistische drijfveer van de Romeinen ten tijde van Trajanus, die van 98 tot 117 na het begin van de westerse jaartelling als Keizer over het Romeinse Rijk heerste.
They were driven by a kind of collective cultural ego. Trajan launched a massive building campaign that began with the empires infrastructure. He made urgently needed repairs on roads, harbors and public buildings. He commissioned one of the last great aqueducts and built new public baths on the crumbling foundations of Nero's golden house. All this building demanded a tremendous amount of money and in order to really complete and fulfil his own kind of plans, he was going to have to come up with a great deal more of it. And in Roman times this meant conquest.
Niet alleen ten tijde van de Romeinen gold dat een imperium grootschalige projecten moest laten financieren door veroveringen, ook nu tracht het ineenstortende Amerikaans imperium overeind te blijven door zijn wingewesten de kosten te laten betalen. Dat was de reden waarom de Amerikaanse strijdkrachten in 2003 Irak binnenvielen. Op die manier hoopte de Amerikaanse elite een directe greep te krijgen op de belangrijkste grondstof dat het imperium in stand kan houden, te weten olie. Maar, zoals al in 2014 bekend was, is de:
US military the largest institutional consumer of oil in the world. Every year, our armed forces consume more than 100 million barrels of oil to power ships, vehicles, aircraft, and ground operations — enough for over 4 million trips around the Earth.
Using that much oil makes the military vulnerable to price spikes. In fact, a $10 increase in the price of a barrel of oil costs the military billions of dollars. That’s money we can’t use on protecting and training our troops.
It’s also dangerous. Moving oil on the battlefield requires large convoys of oil tankers, a major target. At the height of operations in Afghanistan, one in 24 convoys ended in a US casualty.
https://www.ucsusa.org/resources/us-military-and-oil
Na de val van de Muur loopt ook het Amerikaanse Rijk ten einde. Zowel de Russen als de Amerikanen hebben zich arm bewapend. Het zich wereldwijd uitstrekkende imperium is te duur geworden. Er is sprake van ‘imperial overstretch,’ zoals de Britse historicus Paul Kennedy dit fenomeen al meer dan 20 jaar geleden als volgt omschreef in ‘The Rise and Fall of the Great Powers’ (1988):
De Verenigde Staten lopen nu het risico van wat 'imperial overstretch' genoemd wordt, een vertrouwd begrip bij geschiedschrijvers van de opkomst en verval van grootmachten. Anders gezegd, besluitvormers in Washington moesten het feit onder ogen zien dat het totaal aan Amerikaanse belangen en verplichtingen, verspreid over de hele wereld, tegenwoordig veel te groot is voor het land om ze allemaal tegelijk te kunnen verdedigen.
Welnu, achttien jaar geleden interviewde ik de Britse historicus Paul Kennedy die mij uitlegde wat hij bedoelde met zijn waarschuwing dat:
the nation overextends itself geographically and strategically: if, even at a less imperial level, it chooses to devote a large proportion of its total income to ‘protection,' leaving less for ‘productive investment,’ it is likely to find its economic output slowing down, with dire implications for its long-term capacity to maintain both its citizens' consumption demands and its international position. Already this is happening in the case of the USSR, the United States, and Britain.
Bovendien wees eerder al Aldous Huxley op het feit dat:
Van democratie nauwelijks [kan] worden verwacht dat zij gedijt in samenlevingen waar de politieke en economische macht almaar wordt geconcentreerd en gecentraliseerd. Maar de vooruitgang van de technologie heeft geleid en leidt nog steeds tot zo'n concentratie en centralisatie van macht.
Maar deze logica ontgaat mijn collega’s van de ‘corporate press.’ Zij weigeren te beseffen dat niet alleen de macht in Washington en op Wall Street, maar zeker ook de Europese Unie van ‘Geen Jorwerd zonder Brussel,’ ondemocratische technocratieën zijn.
Hoewel de westerse mainstream het doet voorkomen dat deze elementaire waarheden niet meer opgaan, weet een ieder die tot de benadeelde partij behoort dat in dit opzicht de geschiedenis zich herhaalt. Imperia worden rijk en in stand gehouden door hun wingewesten. Alleen succesvol gehersenspoelde conformisten realiseren zich niet dat dit proces eindig is, en dat de ‘American Century’ zijn einde nadert. Sinds 1945 heeft de Verenigde Staten geen enkele oorlog gewonnen, niet in Korea, Vietnam, Afghanistan, Irak, Libië, Syrië. Ook op economisch gebied wordt de VS nu razendsnel ingehaald door Azië, met vooraan het bevolkingsrijke China.
Het probleem waarmee de elite in de VS kampt is hetzelfde als waarmee Rome kampte toen het na twee eeuwen een democratische republiek te zijn geweest, in een keizerrijk veranderde. De democratie bleek na een periode van burgeroorlogen niet langer meer in staat de belangen van het bestel veilig te kunnen stellen. Feit is dat een imperium en een democratie niet samen kunnen gaan, aangezien een totalitair systeem een democratie per definitie uitsluit. Het was Mark Twain die hier al in het begin van de twintigste eeuw op wees toen hij verklaarde dat de VS niet een imperium in Oost Azië kon opbouwen en tegelijkertijd thuis een democratie kon blijven. Hij leverde daarom als 'anti-imperialist,' zoals hij zichzelf noemde, felle kritiek op de genocidale Amerikaanse bezetting van de Filippijnen, aangezien Washington de Oost-Aziatische grondstoffen en markten wilden veroveren. Waar het imperia omgaat werd duidelijk geformuleerd door George Kennan, in 1948 hoofd van het Planningsbureau van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken. In een geheim intern beleidsstuk schreef hij als grondlegger van de westerse containment-politiek:Wij hebben ongeveer 50 procent van de rijkdommen in de wereld, maar slechts 6,3 procent van haar bevolking… In deze omstandigheden, zullen we niet in staat zijn te voorkomen dat wij het voorwerp worden van jaloezie en haat. Onze werkelijke taak in het komende tijdperk is om een netwerk van betrekkingen op te bouwen die ons in staat stelt deze positie van ongelijkheid te handhaven… Om dat te doen, zullen we alle sentimentaliteit en dagdromen opzij moeten zetten; en moet onze aandacht overal geconcentreerd zijn op onze directe nationale doelstellingen… We moeten ophouden te spreken over vage en… imaginaire doelstellingen als mensenrechten, het verhogen van de levensstandaard, en democratisering. De dag is niet veraf dat we in pure machtsconcepten moeten handelen. Hoe minder we daarbij gehinderd worden door idealistische slogans, des te beter het is.
Die politiek is inmiddels failliet, de VS slaagt er niet in de opkomst van het bevolkingsrijke Azië te stoppen. Hoewel de Europese satelliet-landen met een kadaverdiscipline de oorlogszuchtige politiek van Washington tegenover Rusland blijven volgen, is de VS er geenszins in geslaagd zijn rijkdom en macht van vlak na de Tweede Wereldoorlog te handhaven, en zeker niet zijn hegemonie in de wereld. Om dit verval te stoppen blijft de Amerikaanse ‘Deep State’ oorlogen voorbereiden. Dit voert me terug naar Mike Lofgren’s boek The Deep State: The Fall of the Constitution and the Rise of a Shadow Government (2016), waarover de alles behalve radicale Financial Times oordeelde: ‘The book’s greatest value is Lofgren’s description of Washington DC.’ Onder de kop ‘How the Powers That Be Maintain the "Deep State”’ publiceerde de Amerikaanse website Truthout op 21 februari 2016 het volgende interview met Mike Lofgren:
First off, what do you want readers to know about your new book? Why should they read it?
Mike Lofgren: I think they should read it because we get a lot of pseudo-information from corporate media that focuses very intently on the horse race between the two parties to the exclusion of more fundamental issues. Meanwhile, regardless of who is elected, government policy regarding issues like economic regulation or national security doesn't change very much. I wasn't totally satisfied that my first book, The Party Is Over: How Republicans Went Crazy, Democrats Became Useless, and the Middle Class Got Shafted (geschoren. svh), answered the question, ‘What is it that happened to the US in the last 30 to 40 years such that both parties seem to enact the same policies on big things like militarism, Wall Street, or trade?’ While there are considerable differences between the parties on cultural and identity issues, there is very little difference in the big money issues, which is what a certain class of people who run the country are really interested in and that is what I try to explain.
You describe the ‘deep state’ as the iceberg beneath the visible tip of the official US government ‘that is theoretically controllable via elections.’ How does it function and what are its main components?
It's a hybrid association of elements of government and parts of top-level finance and industry effectively able to govern the US without reference to the consent of the governed. Its nodes (knooppunten. svh) are the national security agencies of government, Treasury, the FISA court [Foreign Intelligence Surveillance Act] (whose dealings are so mysterious not even most members of Congress know what the court is doing).
Most congresspeople just vote according to what their party leadership tells them. Membership in the deep state in Congress boils down to the leadership and a handful of Defense and Intelligence Committee members. The private part of the deep state is the military-industrial complex Eisenhower warned about in 1961. There is also Wall Street and its symbiotic relationship with the Treasury and its regulatory agencies, like the SEC [Security and Exchange Commission]. People like Hank Paulson, who worked for [George W.] Bush, or Tim Geithner (beiden nauw gelieerd aan Wall Street. svh), who worked for Obama, are essentially interchangeable: Their worldview is much the same despite being of different political parties.
And then, of course, you have Silicon Valley — necessary for the technology which totally enables the NSA [National Security Agency] (which informants have told me couldn't do its job without that technology) (en die daardoor ongestraft op grote schaal de Amerikaanse wet kon schenden. svh). Silicon Valley is also significant as an enormous center of new wealth. You also see their self-glorifying statements about being innovative disruptors. They certainly are disrupting the economy. There is little evidence that technology will do anything in a macroeconomic sense other than concentrating wealth even further so that we are left with CEOs on top and everyone else in the gig economy, like contractors for Uber (gekarakteriseerd door korte-termijn contracten of freelance werk in plaats van vaste banen. svh).
How did you personally become aware of the deep state and what is the explanatory power of its existence for understanding current affairs?
I became aware that there were forces at work in the period between 9/11 and the invasion of Iraq that were bigger than the government and were operating on their own compass heading. We have a supposedly free press, but when you saw people like Phil Donahue and Ashley Banfield (beroemde televisie-journalisten. svh) fired or demoted (gedegradeerd. svh) for being critical of invasion, you have to wonder. I'm pretty sure nobody in the White House picked up the phone and asked somebody at NBC to fire those folks, but the NBC executives were sufficiently conditioned to perform a service to the government by firing those folks and creating the propaganda for the war…
One of the inflection points (verandering van sfeer. svh) you mention in the development of the deep state was the fall of the Berlin Wall. How did ‘the end of history’ connect to the present dystopia?
Instinctively, you would have thought the end of the Cold War meant we could demobilize and become a normal country again, but apparently the Cold War had gone on so long and created so many institutions and so much infrastructure with no other purpose than the creation of new threats. The powers that be essentially directed the same Cold War state into the post-Cold War world. What I saw from my perch (uitkijkpost. svh) in Congress was that defense procurement continued exactly as before. They continued to buy expensive weapon systems designed (ontworpen om. svh) to fight the Soviet Union.
I also think there was a psychological angle: Once we had defeated the Soviet Union and there was no alternative system to compete with, we could unleash unencumbered laissez-faire policies, what Naomi Klein calls the shock doctrine. And you've seen where that has led to in Hungary. People deprived of any reasonable alternative have opted for fascism, just as they did in the 1930s. I think you saw the same thing to an even greater extent in Russia. After the 1990s orgy of asset stripping (het plunderen van gemeenschapsbezit. svh), the Russian people were so disgusted they accepted a strongman like Putin who could at least keep the oligarchs from challenging the state…
The Snowden revelations (the impact of which have been surprisingly strong), the derailed drive for military intervention in Syria and a fractious Congress, whose dysfunction has begun to be a serious inconvenience to the Deep State, show that there is now a deep but as yet inchoate (rudimentaire. svh) hunger for change. What America lacks is a figure with the serene self-confidence to tell us that the twin idols of national security and corporate power are outworn dogmas that have nothing more to offer us. Thus disenthralled (ontgoocheld. svh), the people themselves will unravel the Deep State with surprising speed.
https://billmoyers.com/2014/02/21/anatomy-of-the-deep-state/
Maar zover is het nog lang niet, en zelfs als ‘de ontgoochelde bevolking zelf met een verbazingwekkende snelheid de Deep State ten val' weet te brengen, dan zal dit niet anders kunnen dan door een burgeroorlog, aangezien niemand verwacht dat de macht zijn hegemonie zonder slag of stoot zal opgeven. Hoe dan ook, dit alles demonstreert hoe levensgevaarlijk het is dat de Europese Unie en de Europese parlementen zich in de val hebben laten lokken door de uitzichtloze Oekraïense ‘proxy war’ van de Amerikaanse Deep State te steunen. Ook in Europa geldt dat de Deep State en zijn NAVO een strijd voert om aan de macht te blijven en daarvoor de eigen bevolking opoffert. De Duitse voorzitter van de Europese Commissie, Ursula von der Leijen verwoordde deze gang van zaken enthousiast door in oktober 2022 op te merken: ’De oorlog in Oekraïne heeft het transatlantisch verbond sterker dan ooit gemaakt. Nooit tevoren heb ik op een cruciaal moment zo’n intense samenwerking gezien als dit jaar.’ Volgens haar is er zelfs ‘sprake van een tectonische verschuiving’ die ondermeer inhoudt dat Washington en Brussel een oorlog met Azië zijn begonnen. Zo liet Von der Leyen weten dat de EU het Russisch-Chinese bondgenootschap als een wereldwijde bedreiging ziet die dan ook — ik citeer — ‘wereldwijd moet worden bestreden,’ en wel vanwege het feit dat het Westen zijn economische ‘Lebensraum’ wil handhaven. Het gaat de EU niet bovenal om mensenrechten en democratie, maar, zoals altijd, om grondstoffen en markten, zoals Frau Ursula zelf verklaarde ‘Neem bijvoorbeeld Lithium of zeldzame metalen; zij zijn van vitaal belang voor onze groene en digitale overgang. Geen enkele windturbine, geen enkel zonnepaneel is mogelijk zonder deze grondstoffen. De vraag ernaar zal exponentieel stijgen. Zoveel is zeker… Het niet zo goede nieuws is: één land beheerst de wereldwijde markt. Dat is China.’ Zij vervolgde met de bewering dat ‘alleen Rusland’s mislukking (in Oekraïne. svh) de op regels gebaseerde wereldwijde orde niet [zal] redden. Want het revisionisme van het Kremlin is niet de enige en grootste bedreiging van de op regels gebaseerde orde. De zogeheten onbeperkte samenwerking die door Vladimir Poetin en Xi Jinping is afgekondigd is eveneens een duidelijke bedreiging van de naoorlogse orde… wij moeten deze wereldwijde uitdaging een halt toeroepen, wij moeten het vertrouwen in onze wereldwijde doelen herstellen.’
Haar woorden verraden de gedachte dat het hier een strijd om leven en dood gaat. Twee maanden nadat Von der Leyen meende dat de Russische inval was mislukt, is tot Amerikaanse militairen doorgedrongen dat Oekraine niet kan winnen ondanks de miljardensteun van de NAVO-landen. Zelfs Amerikaanse senatoren beseffen dit. Zo verklaarde begin 2023 de prominente Republikeinse senator Lindsey Graham over de proxy oorlog: ‘I like the structural path we are on here. As long as we help Ukraine with the weapons they need and the economic support, they will fight to the last person.’ En dit is precies waar het hier om draait: de vergeefse poging om met NAVO-wapens van het Amerikaans militair-industrieel complex, die miljarden-winsten maakt, een Russische regime-change uit te lokken, zolang de Oekraïners maar ‘tot de laatste persoon blijven vechten,’ zodat de VS, en niet Europa, de alleenheerschappij over de wereld zal krijgen. Het meest ironische is dat opnieuw een Duitser, op zoek naar ‘Lebensraum.’ Europa meesleept in een nieuwe Wereldoorlog, ditmaal bijgestaan door de voltallige westerse mainstream-pers. Meer daarover de volgende keer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten