De Amerikaanse diplomaat en buitenland-deskundige Philip H. Gordon schreef in zijn boek NATO's Transformation. The Changing Shape of the Atlantic Alliance (1997) dat:
NATO's European members together spend nearly 160 billion dollar annually on defense, a figure that does not include the portion of the US defense budget devoted to European defense. If these current rates of defense spending for the Alliance as a whole are projected over the next 15 years, NATO will spend nearly 3 trillion dollars on European defense.
Dit was de situatie bijna twee decennia geleden, zes jaar na de val van de Sovjet Unie en de ontbinding van het Warschau Pact, toen de NAVO uit slechts 12 Europese lidstaten bestond en er geen vijand meer bestond die biljoenen rechtvaardigde. Desondanks zouden alleen al de Europeanen bijna drie biljoen dollar besteden aan wat officieel 'defensie' heet. Voor alle duidelijkheid, een biljoen is een miljoen keer een miljoen, en dat drie maal is een astronomisch bedrag voor slechts 15 jaar zogenaamde 'veiligheid.' Sinds de toetreding van twaalf nieuwe leden is dit bedrag vanzelfsprekend aanzienlijk hoger geworden. Desondanks schetst de diplomaat en oud-NAVO-man Marcel Kurpershoek in NRC Handelsblad van dinsdag 23 februari 2016 het beeld dat de Europese NAVO-landen veel te weinig spenderen aan het militair-industrieel complex, waardoor 'Poetin' het 'Westen schaakmat in Syrië' kon zetten. De carrière-diplomaat suggereert zelfs dat Europa aan de rand van de afgrond staat, nu de Europese Unie niet 'op stevige fundamenten van politiek en veiligheid' is gebaseerd, en net als 'een boom [is] die bij de eerste storm omvalt.' En die storm is het 'expansionisme' van het Rusland onder Poetin. Waar Rusland expandeert blijft onduidelijk, zeker als men deze nucleaire grootmacht met twee buitenlandse militaire bases vergelijkt met de VS dat meer dan 800 militaire bases bezit, verspreid over de hele wereld. Maar aangezien Kurpershoek -- bij gebrek aan argumenten om het westers militair-industrieel complex te bevoordelen -- de sentimenten bespeelt, verzwijgt hij de feiten. Op die manier ontstijgt zijn betoog het domein van de ratio, waardoor ook deze spreekbuis van de gevestigde wanorde demonstreert hoe een bepaalde factie van de elite zich bedreigd voelt, nu de Pax America afbrokkelt.
Niet alleen de toon, maar ook de voorstelling van zaken grenst aan het absurde, het is alsof de petite bourgeoisie in Nederland mentaal verlamd is geraakt door het verval van de eens zo onaantastbaar geachte Amerikaanse hegemonie. Naarmate de macht van Washington en Wall Street steeds minder in staat is de gewenste doeleinden te verwezenlijken, radicaliseert de oorlogszuchtige kliek steeds meer en stuurt zij almaar openlijker aan op een desastreus conflict met Rusland en op den duur China. Als verslaafde gokkers is er voor hen geen weg terug. Zij zijn de mensen die na de ineenstorting van de Sovjet Unie, in navolging van de Amerikaanse neoconservatieve ideoloog Francis Fukuyama, daadwerkelijk geloofden dat de mensheid 'not just the end of the Cold War, or the passing of a particular period of post-war history,' meemaakten, 'but the end of history as such: that is, the end point of mankind's ideological evolution and the universalization of Western liberal democracy as the final form of human government.' Gezien de naïeve stelligheid van deze overtuiging kan men zich voorstellen hoe groot de schok moet zijn geweest voor de aanhangers van de neoliberale leer toen de VS als de 'only superpower' er vervolgens niet in slaagde om de macht in het Midden-Oosten te grijpen, maar integendeel zowel de oorlog in Irak als die in Afghanistan verloor, terwijl in Libië en Syrië de NAVO-interventies, onder Amerikaanse leiding, in total chaos waren geeïndigd. Tegelijkertijd heeft de VS vooral door zijn permanente oorlogen op dit moment een buitenlandse schuld van ruim 18 biljoen dollar opgebouwd, $18.000.000.000.000. Het feit dat jaarlijks meer dan 50 procent van de Amerikaanse federale begroting, waarover het Congres kan beschikken, naar het militair-industrieel complex gaat, is geen garantie gebleken voor het creëren van een Pax Americana. Het gevolg is de paniek in kringen van de NAVO en onder de Atlantische pleitbezorgers van de Amerikaanse hegemonie, zoals in dit geval Marcel Kurpershoek. Vandaar zijn pleidooi voor nog meer belastinggeld naar het militaire apparaat om het conflict met de nucleaire grootmacht Rusland en haar bondgenoten te kunnen aanscherpen. De naar hegemonie strevende macht wil altijd en overal een duizendjarig rijk dan wel het einde van de geschiedenis forceren, wat dat betreft is er niets nieuws onder de zon. 'Der Wille zur Macht,' is geen nieuw fenomeen, het heeft een spoor van bloed door de hele geschiedenis getrokken.
Dit wetende wil ik voorop stellen dat Kurpershoek geen Kennan is. De Nederlandse diplomaat behoort tot het voetvolk van de agressieve naar hegemonie strevende factie van de Deep State, iemand die de macht alleen van buitenaf kent, terwijl de Amerikaanse intellectueel George Kennan, geestelijk vader van de containment-politiek — hoeksteen van de westerse politiek ten aanzien van de Sovjet Unie tijdens de Koude Oorlog — de macht van binnenuit kent. Laatst genoemde is iemand die uit directe ervaring spreekt en daarom met professionele terughoudendheid in 1981 kon schrijven dat
Velen tegenwoordig in de Sovjetleiding een groep mannen [zien], die zich vooral door de wens laten leiden hun macht steeds verder uit te breiden en wel ten koste van de onafhankelijkheid en vrijheid van andere volken, ten koste van de vrede en de stabiliteit van de gemeenschap der naties. Zij zien in de Sovjet-leiders mensen, die niets ontziend hun strijdkrachten geweldig uitbouwen — tot een omvang, die niet alleen door defensieve bedoelingen te verklaren is en die daarom, zo luidt de conclusie, agressieve oogmerken duidelijk maakt.
Zij geloven, dat zij erop uit zijn andere landen — in de Derde Wereld en elders — aan hun heerschappij te onderwerpen, om hen als schaakstukken tegen de VS en andere landen van het Westelijk Bondgenootschap te gebruiken; de toestanden in landen als Angola, Ethiopië en Afghanistan zijn voor hen voorbeelden van het gevaarlijke welslagen van zulke bemoeienissen. De aanhangers van deze opvatting wijzen de gedachte sterk van de hand dat aan de Sovjet-politiek ernstig te nemen verdedigingsmotieven ten grondslag zouden kunnen liggen. In hun ogen voelen de Sovjetleiders zich noch politiek ingesloten, noch op een andere wijze duidelijk bedreigd. Hoewel zij toegeven dat Moskou moeilijke, nieuwe problemen heeft, komt het niet in hun hoofd op dat deze problemen aan het Kremlin sterke beperkingen opleggen bij het najagen van agressieve doeleinden.
Zo ontstaat natuurlijk een beeld van het Sovjetregime dat zich nauwelijks onderscheidt van dat van het Naziregime, kort voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog. Dan kan ook de conclusie geen verwondering wekken dat het op dit historische ogenblik de voornaamste opgave van de Westerse politiek is niet opnieuw die houding aan te nemen, die tegenwoordig algemeen als de grote fout van de Westelijke mogendheden aan het einde van de jaren dertig wordt beschouwd — dus alles te vermijden wat men gewoonlijk Appeasement noemt. Men dient de mogelijkheden tot onderhandelingen en verzoening laag op de lijst te plaatsen, zich zo op de ontwikkeling van een indrukwekkend en afschrikwekkend militair apparaat en een onwrikbare Westerse eenheid te concentreren dat de Sovjetleiders de nutteloosheid en het gevaar van hun agressieve plannen inzien en zich er noodzakelijkerwijs in schikken om zijde aan zijde met andere volken te leren leven met als grondslag dat de veiligheid van de andere naties en vrede en stabiliteit in de wereld gewaarborgd zijn.
Mijn beeld van de Sovjetleiding ziet er heel anders uit. Ik zie een groep geplaagde, meestal oudere heren, wier mogelijkheden sterk beperkt zijn… Ik zie mannen, die — evenals hun voorgangers in het tsaristische Rusland — op prestige uit zijn en veel meer waarde hechten aan de schijn dan aan de werkelijkheid. Ik geloof niet dat zij erop uit zijn hun macht door directe gebruikmaking van hun strijdkrachten uit te breiden, hoewel men, wanneer men hun angst aanwakkert, hen zeker tot stappen brengt, die deze indruk zouden kunnen wekken. Ik zie, dat zij beslist een belang — een natuurlijk belang — erin stellen, hun invloed in de Derde Wereld te vergroten. Dit verrast mij niet, noch brengt mij dit in paniek. De meeste grootmachten willen dat en de methoden van de Russen verschillen niet veel van die van enkele andere…
Tevens is het streven van een staat, zijn invloed uit te breiden, niet hetzelfde als de wens de formele grenzen van zijn macht en verantwoording te vergroten. Dat willen, naar ik meen, de Sovjetleiders niet in het minst. Ik zie vooral geen enkel bewijs voor een Russische neiging West-Europa binnen te vallen en grote gebieden in haar macht te brengen. De Russen hebben al genoeg moeilijkheden met de verantwoording die zij in Oost-Europa op zich hebben genomen en er kan hen niets aan zijn gelegen deze last nog eens te vergroten. Het is voorstelbaar dat er bepaalde gebieden in Europa, buiten hun tegenwoordige invloedssferen bestaan waarover zij — op defensieve gronden — heel graag een zekere militaire controle zouden willen uitoefenen, in zover dit veilig en zonder veel internationale opschudding zou zijn te bereiken. Toch is dat heel wat anders dan de aanname dat zij deze gebieden eenvoudig zouden willen overvallen — onverwacht, midden in vredestijd en ten koste van een nieuwe wereldoorlog…
Tegelijkertijd ben ik ervan overtuigd dat de binnenlandse ontwikkeling van de Sovjet Unie de aandacht en het handelen van de heersers van het Kremlin in hoge mate in beslag neemt: zij zijn druk bezig hun programma's voor de economische en sociale ontwikkeling van de Sovjetvolken te voltooien. En zij moeten zich om de problemen bekommeren die deze in de weg staan: de jaarlijks terugkerende misoogsten; de vele aanwijzingen van openbare apathie, demoralisering, drankzucht en zich drukken op het werk; de groeiende demografische onevenwichtigheid tussen het Russische kerngebied en het niet-Russische Sovjetgebied; het toenemend gebrek aan vakarbeiders, de wijd-verbreide corruptie en het gebrek aan discipline in het bedrijfsleven. Het is misschien mogelijk dat zij verschil van mening hebben wanneer het gaat om de vraag hoe deze problemen zijn op te lossen, maar ik betwijfel dat er ook maar één van hen gelooft dat zij op te lossen zouden zijn door met opzet een nieuwe wereldoorlog te doen ontbranden. Ik heb absoluut geen hoge dunk van de primitieve stelling, die grotendeels op misleidende voorbeelden uit de 19e eeuw berust, dat het Kremlin zijn toevlucht in een oorlog zou kunnen zoeken, alleen maar om de binnenlandse moeilijkheden van het land te overwinnen. Niets in de geschiedenis of psychologie van de Russen steunt zo'n stelling,
aldus de prominente Amerikaanse autoriteit George Kennan die alom beschouwd wordt als één van de grootste Rusland-deskundigen die de VS gekend heeft. Als oud-ambassadeur in Moskou sprak Kennan vanuit een kennis die Kurpershoek totaal niet bezit. Om Kurpershoek's paranoïde houding goed te kunnen inschatten, dient de lezer ook het volgende te weten: als historicus en diplomaat schreef Kennan op 22 februari 1946 vanuit Moskou een 5500 woorden tellende telegram, gericht aan de beleidsbepalers in Washington. Dit document is de basis geweest voor de naoorlogse 'containment-politiek' van de VS, waarbij de Sovjet Unie zoveel mogelijk werd omsingeld en geïsoleerd. De vooraanstaande Amerikaanse journalist Garry Wills stelde meer dan zes decennia later in zijn boek Bomb Power. The Modern Presidency and The National Security State (2010) dat
Probably no other document of diplomatic advice had more influence in twentieth-century America. Kennan says that Truman read it, the State Department rewarded him with honors, and 'my official loneliness came in fact to an end… My reputation was made. My voice now carried.'
Kennan waarschuwde zijn meerderen:
We have here [in Moscow] a political force committed fanatically to the belief that with the US there can be no permanent modus vivendi, that it is desirable and necessary that the internal harmony of our society be disrupted, our traditional way of life be destroyed, the international authority of our state be broken.
Kennan wees erop dat hij naderhand zijn eigen woorden met afschuw las — ze klonken, zo zei hij, alsof ze geschreven waren door de reactionaire 'Daughters of the American Revolution' tijdens één van hun hysterische anti-communistische aanvallen. 'He had wanted to shake some silly people out of their naive views of Stalin, but — as with others who would find it necessary to ''scare the hell out of people'' for political purposes — he spent years professing regret at his succes in this effort,'
aldus Wills. Maar hoeveel spijt Kennan ook had van zijn opgeschroefde waarschuwingen, de schade was al aangericht, het politieke effect ervan kon hij niet meer neutraliseren. Zijn woorden werden meteen opgepikt door beleidsbepalers in Washington. Dit was precies wat ze nodig hadden als argument om de Amerikaanse oorlogsindustrie, die de VS uit de langdurige vooroorlogse economische depressie had geholpen, draaiende te houden. Het spreekt voor zich dat ook het razendsnel gegroeide Amerikaanse militaire apparaat een groot belang had bij een nieuwe vijand. Bovendien had de overwinning op Duitsland en Japan de politieke en economische elite in haar overtuiging gesterkt dat de VS zijn imperium moest uitbreiden en de hegemonie in de wereld moest overnemen, nu de Europese koloniale mogendheden totaal verzwakt uit de strijd waren gekomen. En tenslotte waren er natuurlijk ook paranoïde autoriteiten, die achter elke deur een levensgevaarlijke bedreiging vreesden, mensen als bijvoorbeeld James Forrestal die na 1945
urged Truman to take a hard line with the Soviets… He also strongly influenced the new Wisconsin Senator, Joseph McCarthy, concerning infiltration of the government by Communists… In 1947, President Harry S. Truman appointed him the first United States Secretary of Defense.
Eén van de bekendste Amerikaanse columnisten in die tijd, Drew Pearson, noemde Forrestal 'the most dangerous man in America' en vreesde dat als hij niet werd afgezet deze minister van Defensie 'another world war,' zou veroorzaken. Zover kwam het niet, mede omdat James Forrestal in 1949 uit zijn ambt werd gezet, en onder psychiatrische behandeling werd gesteld. Ondermeer zijn echtgenote en hoge militairen besloten
to send the former Secretary of Defense to the National Naval Medical Center (NNMC) in Bethesda, Maryland, where it would be possible to deny his mental illness… The decision to house him on the 16th floor instead of the first floor was justified in the same way… in the early morning hours of May 22 1949, his body, clad only in the bottom half of a pair of pajamas, was found on a third-floor roof below the 16th-floor kitchen across the hall from his room. Forrestal's alleged last written statement, touted in the contemporary press and later biographers as an implied suicide note, was part of a poem from Sophocles' tragedy Ajax…
George Kennan schreef over zijn eigen paranoïde telegram uit '46 dat
Mr. James Forrestal had it reproduced and evidently made it required reading for hundreds, if not thousands, of higher officers in the armed services,
wat een opmerkelijke behandeling was voor een document dat geheim had moeten blijven. Het illustreert nog eens hoe Kennan's woorden als het ware een gat in de markt vulden. En toen Kennan zijn woorden probeerde af te zwakken, raakte hij geïsoleerd binnen het ministerie van Buitenlandse Zaken en werd hij al snel vervangen door een echte havik, de communistenvreter Paul Nitze. De Koude Oorlog met de Sovjet Unie, dat net 27 miljoen inwoners tijdens de Tweede Wereldoorlog had verloren, en waarvan het Europese deel door de nazi's grotendeels was verwoest, kon beginnen.
Anders Stephanson, hoogleraar Geschiedenis aan Columbia University en auteur van Kennan and The Art of Foreign Policy (1992) schreef over George Kennan dat de architect van de Containment Politiek voortdurend scherpe kritiek had uitgeoefend op de Amerikaanse buitenlandse politiek omdat Washington onvoldoende oog had voor de werkelijkheid. Stephanson:
To be realistic in these circumstances was in a way to understand the inherent limits of things, the futility (indeed blasphemy) of extending radically beyond the existing, the real. At different moments Kennan thus criticized the Sovjet Union and the United States alike for being unrealistic in this sense of not acknowledging given limits... he was aware by the end of the 1940s that the United States was embarking on a course of potentially open-ended commitments around the world, and this he could not but find dangerous and unnatural.
Belangrijk is niet uit het oog te verliezen dat Kennan geenszins een progressieve ideoloog was. Als hoofd van het Planningbureau van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken had hij in 1948 de Amerikaanse machthebbers geadviseerd:
Wij hebben ongeveer 50 procent van de rijkdommen in de wereld, maar slechts 6,3 procent van haar bevolking… In deze omstandigheden zullen we niet in staat zijn te voorkomen dat wij het voorwerp worden van jaloezie en haat. Onze werkelijke taak in het komende tijdperk is om een netwerk van betrekkingen op te bouwen die ons in staat stelt deze positie van ongelijkheid te handhaven… Daartoe zullen we alle sentimentaliteit en dagdromen opzij moeten zetten en dient onze aandacht overal geconcentreerd te zijn op onze directe nationale doelstellingen… We moeten ophouden te spreken over vage en… imaginaire doelstellingen als mensenrechten, het verhogen van de levensstandaard, en democratisering. De dag is niet veraf dat we in pure machtsconcepten moeten handelen. Hoe minder we daarbij gehinderd worden door idealistische slogans, des te beter het is.
Om het duidelijk te stellen: Kennan was een machiavellist, een 'realpolitiker,' getuige zijn woorden dat voor een supermacht die streefde naar de hegemonie 'imaginaire doelstellingen als mensenrechten, het verhogen van de levensstandaard, en democratisering' moesten worden genegeerd. Professor Stephanson herhaalde dit citaat nog eens toen ik hem in januari 2012 in New York interviewde. Gezien vanuit de miljoenen slachtoffers van de Koude Oorlog is het tragische dat Kennan, na een lang leven getuige te zijn geweest van Washington's hegemonistische politiek, in 1989 een gedesillusioneerde terugblik schreef op zijn generatiegenoten die zijn tijdperk hadden vorm gegeven. Aan het slot van zijn Sketches From A Life (1989) stelde hij somber vast:
Ik beschouw de Verenigde Staten van deze laatste jaren van de twintigste eeuw als een in wezen tragisch land, begiftigd met uitstekende natuurlijke hulpbronnen die het snel aan het verkwisten en uitputten is, en met een intellectuele en artistieke intelligentsia van groot talent en originaliteit. Voor deze intelligentsia hebben de dominante politieke machten in het land weinig begrip of respect. Haar stem wordt doorgaans tot zwijgen gebracht of overschreeuwd door de commerciële media. Het is waarschijnlijk veroordeeld om, net als de Russische intelligentsia in de negentiende eeuw, voorgoed een hulpeloze toeschouwer te blijven van de verontrustende koers in het leven van de natie.
Ik citeer George Kennan omdat het Westen, onder aanvoering van de VS, en in Nederland met steun van mainstream-opiniemakers als Henk Hofland, Geert Mak, Hubert Smeets, Michel Krielaars, Marcel Kurpershoek, etc. een tweede Koude Oorlog zijn begonnen, die nog gevaarlijker dreigt te worden dan de eerste, omdat men niet langer lijkt te beseffen dat een conflict tussen nucleaire mogendheden in een holocaust op wereldschaal kan eindigen. Henk Hofland beweerde in De Groene Amsterdammer van 11 februari 2015 in onvervalst Koude Oorlogsjargon dat:
De strijd gaat tussen Oekraïne en de pro-Russische separatisten die steeds openlijker door Moskou worden gesteund, met wapens en manschappen. Volgens de laatste berichten zijn er weer vijftienhonderd Russische soldaten aan het front gearriveerd. Intussen heeft de strijd aan vijfduizend burgers het leven gekost. President Poetin wil geen compromis, zoals de praktijk van deze oorlog aantoont…
Het is dus noodzaak voor het Westen om grenzen aan de Russische expansie te stellen. We naderen het stadium waarin van Poetin alles te verwachten valt. Eerst werd de Krim geannexeerd, nu is er deze burgeroorlog in Oekraïne en als die met een Russische overwinning zou worden besloten is het niet meer dan redelijk je af te vragen wat daarna op de agenda van Moskou staat. De Baltische staten, meer invloed in Polen?
Dat 'er weer vijftienhonderd Russische soldaten aan het front [zijn] gearriveerd' bleek al spoedig een bewering te zijn van het regime in Kiev dat al eerder aantoonbare leugens had verspreid, en daar naderhand mee doorging. Desalniettemin gold voor de 'beste journalist van de twintigste eeuw' het met westerse steun in het zadel geholpen corrupte bewind als een betrouwbare bron. Bovendien verzuimde Hofland te vermelden dat de Krim pas werd geannexeerd nadat de bevolking er zich in overgrote meerderheid had uitgesproken vóór aansluiting bij de Russische Federatie. Door hierover te zwijgen hoefde Hofland zijn lezers niet uit te leggen waarom de in meerderheid Russische bevolking van dit eiland niet het recht bezat om democratisch te besluiten geen onderdeel te willen zijn van een nieuw regime dat onmiddellijk de Russische bevolking in Oekraïne was begonnen te discrimineren. Het toppunt van demagogie bereikte de nestor van de polderpers toen hij beweerde dat het 'redelijk' is 'je af te vragen' of 'Poetin,' van wie 'alles te verwachten' is, alsof de Russische president elk moment met zijn troepen het Westen zou willen en kunnen binnenvallen. De recente geschiedenis bewijst eerder, het tegenovergestelde, het Westen viel Irak en Afghanistan met grof geweld binnen. Hofland verzwijgt in dit geval ook nog eens zijn lezers te melden dat de NAVO ruim dertien keer meer aan het militair-industrieel complex besteedt dan de Russische Federatie.
Opvallend is ook de kinderlijke voorstelling van zaken, alsof 'Poetin' de grote boze wolf is, en alsof 'Poetin' een alleenheerser is die niet de belangen van Rusland voor ogen heeft. Terwijl de NAVO almaar oostwaarts is opgerukt, en het oog had laten vallen op Rusland's marinehaven op de Krim, doen de Hoflanden, Makkianen, Smeetsen, Krielaarsen en Kurpershoeken het voorkomen alsof 'Poetin' westwaarts wil doorstoten. De Russische staat mag van deze opiniemakers geen geopolitieke belangen nastreven, dat mag alleen het, in hun ogen, 'vredestichtende Westen.' De 'vrije pers' verspreidt zodoende propaganda voor het neoliberale kapitalisme. Dat is haar goed recht, het probleem is alleen dat zij uiterst onbetrouwbaar zijn in hetgeen zij schrijven en vooral ook in hetgeen zij verzwijgen. Als zodanig vormen zij een onderdeel van de 'conspiracy of silence,' die zeker in Nederland elk serieus debat onmogelijk maakt. Het feit dat een 88-jarige Koude Oorlogsprofeet nog steeds in het voorheen kritische weekblad De Groene Amsterdammer de ruimte krijgt om zijn tendentieuze voorstelling van zaken te geven, is tekenend voor het totalitaire aspect van de Nederlandse commerciële media. Daardoor kan de informatie van bijvoorbeeld de Amerikaanse geleerde Chalmers Johnson onbesproken blijven. In zijn boek Blowback. The Costs and Consequences of American Empire (2004) beschrijft deze emeritus hoogleraar en voormalige adviseur van de CIA dat de Verenigde Staten na de Koude Oorlog in plaats van te demobiliseren zijn wereldwijd imperium in stand hield en zelfs uitbreidde. In een interview met mij in 2006 verklaarde hij deze ontwikkeling als volgt:
Ik denk dat de belangrijkste reden is wat men met een technische term noemt: 'Militair Keynesianisme,' waarmee aangegeven wordt dat het militair-industrieel complex, de wapenindustrie, een integraal onderdeel is geworden van de Amerikaanse economie. In toenemende mate fabriceren wij in de Verenigde Staten niet zoveel. We hebben gezien hoe in de afgelopen decennia onze economie ernstig is uitgehold. Daarentegen produceren we wel massaal wapens, een buitengewoon lucratieve zaak, we verkopen ze wereldwijd. Het heeft nagenoeg niets te maken met de defensie van ons land maar alles met de commerciële belangen van de wapenindustrie. Die industrie is buitengewoon wonderlijk, het heeft maar één klant, er bestaat nauwelijks enige concurrentie en het is geen kapitalisme, maar staatssocialisme.
Ik ben van mening dat het belangrijkste punt is dat de beleidsbepalers in de Verenigde Staten zich in 1991, ten tijde van de ineenstorting van de Sovjet Unie, simpelweg niet konden voorstellen dat hun economie zou groeien zonder door te gaan met het militair-industrieel complex en dus met de wapenindustrie. Meer algemeen gesproken was de Verenigde Staten eraan gewend geraakt een imperium te bezitten en om op elk continent de dienst uit te maken, te geloven dat het praktisch overal bij elk besluit betrokken moest zijn. Tegelijkertijd was het al in 1991 niet langer meer in een economische positie om zijn wereldwijd imperium te handhaven. Desondanks zocht het onmiddellijk na de val van de Sovjet Unie naar en vervangende vijand terwijl het zich dat niet kon permitteren. Eén van kwalijkste aspecten van het besluit om als het ware de Koude Oorlog voort te zetten was het feit dat de Verenigde Staten geen rekening hield met de mogelijkheid dat het dezelfde weg zou opgaan als de Sovjet Unie. Ook wij zijn in steeds grotere problemen geraakt door 'imperial overstretch' (dat wil zeggen: het rijk kost meer dan het opbrengt), door een toenemend economisch verval en door de overmatige afhankelijkheid van de wapenindustrie. Daarnaast krijgen we steeds meer te maken met wat de CIA 'blowback' noemt, een term daterend uit 1953 toen de Amerikaanse overheid in het geheim betrokken was bij de omverwerping van een democratisch gekozen buitenlandse regering, te weten de Iraanse premier Mohammed Mossadeq die de oliebronnen had genationaliseerd. Blowback betekent de onbedoelde consequenties van geheime buitenlandse operaties. Het is daarbij belangrijk te benadrukken dat het wraakneming betreft voor buitenlandse operaties die volstrekt geheim gehouden werden voor het Amerikaanse publiek, natuurlijk niet voor de slachtoffers ervan. Het resultaat is dat zodra er represailles volgen de Amerikaanse burger volstrekt onvoorbereid is en de gebeurtenissen niet kan zien in termen van oorzaak en gevolg. De aanslagen van 11 september 2001 zijn het duidelijkste voorbeeld daarvan. In plaats van te vragen waarom ze ons haten, had president Bush zich beter kunnen afvragen wie op aarde ons níet haat, en ons haat met goede redenen.
Maar mijn mainstream-collega's zwijgen als het graf over dit Amerikaans 'expansionisme,' gebaseerd op de krankzinnige ideologie van het 'exceptionalisme' en 'manifest destiny.' Hun dogma's zijn dat 'Poetin' niet deugt en 'Obama' wel. Hier manifesteert zich opnieuw het infantiele manicheïsme van de Nederlandse 'politiek-literaire elite.' In tegenstelling tot ware cultuurlanden durft nagenoeg niemand achter de dijken tegen de officiële consensus in te gaan. De zelfgenoegzame betweters hier zijn liever corrupt dan eerlijk. Vandaar dat iedereen zwijgt zodra men op de eigen persoonlijke verantwoordelijkheid wordt aangesproken. Let op, ook Marcel Kurpershoek zal niet durven te reageren op de feiten van de Amerikaanse deskundigen die ik hier heb aangehaald. Ik stel met klem durven, want wat zou Kurpershoek tegen de feiten van Amerikaanse deskundigen kunnen inbrengen? In het polderland heerst de stilte van het graf. Hier krijgen alleen demagogen de ruimte in de mainstream media. De rest is 'net als de Russische intelligentsia in de negentiende eeuw, [veroordeeld] voorgoed een hulpeloze toeschouwer te blijven van de verontrustende koers' van het zogeheten 'vrije Westen.' Daarom, volgend keer meer over Kurpershoek en het kleinburgerlijk milieu waarin hij rondcirkelt.
Nogmaals, Kurpershoek is geen Kennan.
Nogmaals, Kurpershoek is geen Kennan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten