Marcel Kurpershoek gedraagt zich niet als diplomaat, maar als activist uit het voormalige 'gidsland,' die meent voor een goede zaak te vechten en daarvoor tot het uiterste wil gaan, in dit geval een militair conflict met Rusland. Zijn extremistische houding levert uitspraken op als 'Het grootste kwaad in Syrië is niet IS, maar Assad,’ zoals hij als oud NAVO-man in NRC Handelsblad van 3 januari 2015 met grote stelligheid beweerde, waaraan hij toevoegde:
'Moreel is het uitgesloten om weer maatjes te worden met een van de grootste hedendaagse oorlogsmisdadigers. President Assad is de rehabilitatie voorbij.'
Kurpershoek, die namens de Nederlandse regering anderhalf jaar lang, speciaal gezant voor Syrië was geweest, had als Atlanticus, de toenmalige visie van Washington, klakkeloos overgenomen dat ook in Syrië een regime-change met geweld moest worden afgedwongen. Weliswaar waren de westerse interventies in Afghanistan, Irak en Libië uitgelopen op een totale chaos van elkaar bestrijdende stammen, sekten en etnische groeperingen, maar de werkelijkheid speelt geen doorslaggevende rol in de wereldbeschouwing van een ideologische do-gooder, die rotsvast gelooft in de heilzame werking van NAVO-geweld, en die daarom achter de linies als lobbyist van het westers militair-industrieel complex opereert. En dus schreef Kupershoek dat 'Met hem (Assad. svh) aan het roer is een toekomst voor Syrië als herenigd land onmogelijk.' Hier is opnieuw sprake van het simplisme dat ideologische opiniemakers en hun broodheren zo gevaarlijk maakt, getuige de recente politiek van Washington en Wall Street in het Midden-Oosten. De gedachte dat een gewelddadige regime-change de democratie brengt is onuitroeibare waanzin. Ik vrees dan ook dat Kurpershoek's kennis van de Arabische wereld niet doorleefd is. In 2004 interviewde ik in Damascus de Syrische hoogleraar filosofie Sadik al-Azm, 'gespecialiseerd in het werk van Immanuel Kant en de relatie tussen de islamitische wereld en het westen.' Al-Azm, telg uit 'een beroemde soennitische familie van grootgrondbezitters uit de regio Damascus,' die aan de prestigieuze Yale Universiteit in 1959 een mastergraad en in 1961 een doctoraat verwierf, is een subtiele kosmopoliet die beseft dat de wereld complexer is dan bijvoorbeeld een Kurpershoek ooit zal kunnen beseffen. Professor al-Azm wees mij erop dat
het ware probleem van deze regio de stagnatie is in de Arabische wereld. Die is weliswaar historisch verklaarbaar uit de eeuwenlange bezetting en onderdrukking, maar is daardoor niet minder reëel en nog steeds onopgelost. Ik heb eens het volgende geschreven: ‘Wij (Arabieren. svh) hebben in ons leven ruimte gemaakt voor de ijskast, het televisietoestel, oliebronnen, gevechtsvliegtuigen, de radar… enzovoorts, maar de mentaliteit dat gebruik maakt van deze geïmporteerde producten blijft dezelfde traditionele mentaliteit die behoort tot de magische agrarische fase die aan de industriële revolutie voorafging.’ Daardoor gedraagt de Arabische wereld zich als verlamd zodra het gaat om zaken als authenticiteit, moderniteit, traditie, het oude en het nieuwe. Zonder ooit overeenstemming te vinden over hoe dergelijke problemen effectief moeten worden aangepakt. Een mentaliteitsverandering zou een stimulans zijn voor het bereiken van bepaalde doeleinden die de Arabieren zichzelf hebben gesteld. Die doelen zijn alleen te verwezenlijken als men de diepere problemen oplost.
Zelfs zoiets elementairs als het trotseren van de Israëlische expansiedrift, het in toom houden van de Israëlische begeerte naar Arabische hulpbronnen en Arabisch grondgebied, blijft daardoor onoplosbaar. En als je blijft aarzelen tussen de mogelijkheden, verspil je je energie en kun je niet de moderne basis opbouwen die noodzakelijk is om zelfs ook maar die expansiedrang te beteugelen. De enige plaats waar het negentiende eeuwse kolonialisme nog steeds voortduurt, is hier. In Afrika en op de andere continenten is het voorbij, maar dat negentiende eeuwse blanke kolonialisme duurt in deze regio nog steeds voort. Daardoor is een levensgevaarlijke situatie ontstaan waarbij van alles kan gebeuren. Niet alleen beperkte of grootschalige chaotische uitbarstingen, maar ook zelfdestructieve explosies. Al-Qaida belichaamt deze ontwikkeling, het blind geweld, gepleegd door mensen die handelen vanuit de gedachte: ‘Ik vernietig mezelf en degenen die ik beschouw als mijn vijanden.’ Deze zogeheten Samson-optie behoort tot het wapenarsenaal van de zwakken. Dit is buitengewoon bedreigend, want ze kunnen hun toevlucht nemen tot bijvoorbeeld het gebruik van een ‘vuile bom.’ Ze weten wel dat ze niet kunnen winnen, maar ze laten de ander een buitengewoon hoge prijs betalen, zodat diens kracht een schijnkracht wordt en elke westerse overwinning uiteindelijk een Pyrrhus-overwinning zal blijken te zijn.
De veronderstelling van Kurpershoek dat het Westen via een regime-change het Midden-Oosten ten goede kan veranderen is, laat volledig buiten beschouwing dat het hier niet allereerst een politiek probleem betreft, maar een cultureel probleem. Net zoals het Westen niet van zijn eigen ervaringen kan leren, en dezelfde stupide politieke koers blijft varen, zo slaagt ook het Midden-Oosten er niet in zichzelf te hervormen. Het opmerkelijke is alleen dat Marcel Kurpershoek dit wel degelijk besefte toen hij over de Arabische regio schreef dat
It is not so hard to point to causes of this situation [of stagnation], although these causes in themselves do not offer an explanation. For that one probably needs to look at the mental infrastructure of the region.
Maar in zijn NRC-propagandastuk houdt hij geen enkele rekening met die 'mentale infrastructuur.' En dus is het 'grootste kwaad in Syrië' in al zijn eenvoud niet ISIS, 'maar Assad.’ Dus die moet weg om ruimte te maken voor… ja voor wat? Ik kan niet anders dan constateren dat Assad van Kurpershoek moet wijken voor dezelfde chaos als waarin het Westen Afghanistan, Irak en Libië heeft gestort, en dat niet was voorzien in het ideologische wensdenken van de mainstream opiniemakers. Als academicus weet Kurpersoek dat er een nauwe band bestaat tussen enerzijds intellectuele ontwikkeling en anderzijds economische en maatschappelijke vooruitgang. Desalniettemin twijfelt hij er geenszins aan dat de terreur van ISIS zal blijven toenemen 'zolang Assad president van Syrië is.' Kurpershoek is geen zelfstandig denkende intellectueel, maar een kleinburger met een eenvoudige politieke boodschap. Vandaar dat hij ruim een jaar na zijn aanval op 'Assad,' wederom in de NRC, met hetzelfde gevaarlijke simplisme zijn pijlen richtte op 'Poetin,' als het vlees geworden 'kwaad' op aarde. Om de president van de Russische Federatie te kunnen demoniseren voert Kurpershoek NAVO-lid Turkije als slachtoffer op. Hij stelt nu:
De Russische opmars in Syrië maakt de vernedering van de Turkse president Erdogan compleet. Hoe hij daarop gaat reageren is moeilijk te voorspellen. Zijn woede over de opstelling van Obama en Europa valt af te meten aan de steeds dreigender taal die hij uitslaat. Denkbaar is zelfs dat Erdogan het op een akkoordje gaat gooien met Poetin –- de nieuwe ‘sultan’ en de nieuwe ‘tsaar’ konden het voorheen goed vinden. Het verhaal erbij valt zo te bedenken. Zonder steun van de NAVO, en gezien de groeiende anti-Turkse stemming in de EU, kan Erdogan zijn knopen gaan tellen: in de Turkse energiebehoeften kan het best worden voorzien door Rusland en Iran. In ruil voor aanvaarding van het voldongen feit in Syrië zou Erdogan veel baat hebben bij het intomen van de PKK-ambities door Rusland en Assad – zoals dat voor het Syrië conflict het geval was. Saoedi-Arabië bevindt zich in een vergelijkbare positie. Wat de Saoediërs Poetin hebben te bieden is een akkoord over het herstel van de olieprijzen. Beëindiging van de burgeroorlog in Jemen is een Saoedische prioriteit, evenals een uitweg uit Syrië zonder gezichtsverlies.
Volgens Kurpershoek 'kan Erdogan zijn knopen gaan tellen,' wat volgens Van Dale een 'grappige handelwijze' is 'om tot een besluit te komen als men in dubio staat.' Wat hier allemaal zo 'grappig' aan is, maakt de opgewonden opiniemaker in NRC niet duidelijk, want een oorlog zal desastreus zijn voor de betrokken burgerbevolking. Zo waarschuwde de vooraanstaande Amerikaanse geopolitiek denker George Kennan in 1981:
Mijn tegenstanders zien in de Sovjet Unie vooral een zeer dreigend, voortdurend groeiend militair gevaar. Ik bestrijd niet dat er een groot gevaar bestaat, maar ik heb een afwijkende mening met betrekking tot de oorzaken van dit gevaar. Ik zie het in de dwang die deze wapenwedloop bij degenen opwekt die eraan deelnemen. Ik zie het in de ontzettende militarisering van het denken over de toekomst, waartoe deze wedloop leidt: in een soort bezetenheid, die allen die ervoor zijn gezwicht ertoe brengt om hun hele doen en laten uitsluitend op de hopeloze eventualiteiten van het militaire conflict te oriënteren, maar de hoopvolle mogelijkheden van het met elkaar praten en zich verzoenen te negeren — en op deze wijze juist die gevaren te vergroten, die zij denken te bestrijden.
Laten wij het militaire evenwicht bij de conventionele bewapening bij de kop nemen. Daarbij wordt steeds de indruk gewekt als zou er opnieuw een grote uitbreiding bestaan van de Sovjetrussische conventionele stootkracht in Europa, die het krachtsevenwicht dramatisch in het nadeel van het Westen veranderd zou hebben. Ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat daarin vooral de neiging wordt weerspiegeld, een overdreven, angstwekkend beeld van de Russische mogelijkheden en bedoelingen — een beeld van het zogenaamde 'ernstigste geval' — te schetsen. Ten dele gebeurt dit zeker vanuit buitengewone professionele voorzichtigheid, ten dele ook met het oog op de Westelijke parlementen die juist verlangen dat men hen tot angst en beven brengt, voordat zij instemmen met verstandige defensiebegrotingen. Maar overtuigend is het argument niet. Noch volgens het aantal divisies, noch volgens de totale omvang van de strijdkrachten, noch volgens de totale omvang van de strijdkrachten, noch volgens welke andere factoren ook, rechtvaardigen de voor iedere krantenlezer toegankelijke informaties de conclusie dat de conventionele krachtenverhouding in Midden-Europa tegenwoordig voor het Westen duidelijk ongunstiger is dan tien of twintig jaar geleden.
Waarom is NAVO-lid Turkije eigenlijk het slachtoffer van Rusland? Waarom maakt de 'Russische opmars in Syrië de vernedering van de Turkse president Erdogan compleet'? Marcel Kurpershoek is daar cryptisch over, zijn verklaring gaat niet verder dan 'Met hulp van Russische bombardementen is de YPG bezig van eerdere Turkse rode lijnen een lachertje te maken.' Volgens Kurpershoek is de 'Koerdische YPG – dezelfde PKK-tak die het front aanvoert waar de VS-coalitie tegen IS (inclusief Nederland) op leunt.' Maar ook deze informatie is ongenuanceerd, om het eufemistisch te stellen. Volgens de veel onafhankelijkere Wikipedia is 'The YPG primarily Kurdish, but it also recruits Arabs, Turks, and westerners. There are Assyrian/Syriac Christian units integrated into its command structure… The YPG was formed by Kurdish youth in 2004 after the Syrian government quashed a rebellion in its largest Kurdish-majority city, Qamişlo, killing thirty Kurds… The YPG considers itself a democratic people's army and conducts internal elections as a method of appointing officers.' De Syrisch/Koerdische YPG en de Turks/Iraaks-Koerdische PKK zijn twee verschillende organisaties. Dat volgens Kurpershoek de 'YPG' een 'PKK-tak' is, kan alleen verklaard worden door het feit dat de 'gewapende vleugel' van de PKK
als een terroristische groepering aangeduid [is] door onder andere de Europese Unie en de Verenigde Staten onder druk van Turkije, dat de PKK zelf ook als terroristische organisatie ziet. Andere landen zoals India, China, Zwitserland, Rusland en Egypte zien de PKK echter niet als terroristische organisatie. De leden van de PKK zijn aangewezen als drugshandelaren door de Verenigde Staten. Duitsland zegt echter dat er geen bewijs is dat de PKK betrokken is bij drugshandel.
Met andere woorden: door het koppelen van de Syrisch YPG aan de Turks/Iraakse PKK hoopt Kurpershoek, met zijn neoconservatieve agenda, de Koerdische vrijheidsstrijders die tegen het terreurorganisatie ISIS vechten, te criminaliseren. En dat juist op het moment dat volgens doorgaans goed geïnformeerde bronnen Amerikaanse en Turkse troepen Syrië, zonder mandaat, zijn binnengedrongen. Alleen op een doortrapte manier kan Kurpershoek het NAVO-lid Turkije af te schilderen als een slachtoffer van niet alleen de Koerden, maar veel belangrijker, van de Russen, die evenals de regering Obama de YPG steunen. Op een verhulde manier moet Kurpershoek toch kleur bekennen, dat wil zeggen: achter de schermen is al enige tijd een strijd gaande tussen enerzijds de neoconservatieven, gesteund door extremistische joods-zionistische lobbyisten in Israel en de VS, en anderzijds de pragmatische beleidsbepalers in de regering Obama, die beseffen dat de VS financieel en militair niet in staat is de door de VS gecreëerde chaos in het Midden-Oosten te stoppen. De oud NAVO-diplomaat Kurpershoek ontpopt zich nu als propagandist van de zionistische neoconservatieven en het machtige militair-industrieel complex die als enigen van gewapende conflicten profiteren. Daarentegen werd augustus 2015 bij monde van de westerse geo-politicus en voormalige Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Henry Kissinger, het volgende bekend:
'Breaking Russia has become an objective [for US officials] the long-range purpose should be to integrate it,' the 92-year-old told The National Interest in a lengthy interview for the policy magazine’s anniversary that touched on most of the world’s most pertinent international issues. 'If we treat Russia seriously as a great power, we need at an early stage to determine whether their concerns can be reconciled with our necessities.'
The diplomat, who is most famous for serving in the Nixon administration, and controversially being awarded the 1973 Nobel Peace Prize, for negotiating the Vietnam ceasefire, accused the West of failing to recognize the historical context in which the fallout occurred between Moscow and Kiev.
'The relationship between Ukraine and Russia will always have a special character in the Russian mind. It can never be limited to a relationship of two traditional sovereign states, not from the Russian point of view, maybe not even from Ukraine’s. So, what happens in Ukraine cannot be put into a simple formula of applying principles that worked in Western Europe.'
Kissinger lays the blame for sparking the conflict at the door of the EU, which proposed a trade deal in 2013, without considering how it would alienate Moscow, and divide the Ukrainian people.
'The first mistake was the inadvertent conduct of the European Union. They did not understand the implications of some of their own conditions. Ukrainian domestic politics made it look impossible for [former Ukrainian president Viktor] Yanukovych to accept the EU terms and be reelected or for Russia to view them as purely economic,' said Kissinger.
Once Yanukovich rejected the deal in November 2013, the EU 'panicked,' Russia became 'overconfident,' the US remained 'passive' as 'each side acted sort of rationally based on its misconception of the other' and 'no significant political discussions.'
For Kissinger, the wheels of the stand-off between Moscow and the West were already set in motion during the subsequent Maidan street protests –- heartily endorsed by the West -– which demanded the toppling of the pro-Russian Yanukovich, an aim that was eventually achieved.
'While Ukraine slid into the Maidan uprising right in the middle of what Putin had spent ten years building as a recognition of Russia’s status. No doubt in Moscow this looked as if the West was exploiting what had been conceived as a Russian festival to move Ukraine out of the Russian orbit.'
Ook Kissinger's publieke uitspraken maken duidelijk dat er achter de schermen een belangenconflict is uitgebroken in kringen van de westerse elite. Het Amerikaans militair-industrieel complex probeert het beleid van gematigdere beleidsbepalers te torpederen om te voorkomen dat het aan macht inboet en ontelbare miljarden subsidies zal moeten inleveren. Een bedrijfstak dat jaarlijks meer dan de helft van het Amerikaanse 'discretionary' federale budget opslokt, vecht allereerst voor zijn eigen belang, zoals de enige Nederlandse historicus van internationale naam en faam, Johan Huizinga, in het interbellum aldus beschreef:
De organisatie als zodanig heerst en onderwerpt. Elke organisatie, tot zekere perfectie gekomen en in gang gehouden door haar eigen mechanisme, heeft de neiging haar doel in haar eigen bestaan en functie te verplaatsen.
Het is moeilijk vast te stellen of Kurpershoek bewust dan wel onbewust juist de partij van het extremisme heeft gekozen. Als dit onbewust is gebeurd dan kan de reden alleen maar een combinatie zijn van gebrek aan intelligentie en typisch Hollandse botheid, want anders had hij als arabist oog gehad voor wat de Algerijnse intellectueel Frantz Fanon in zijn boek The Wretched of the Earth (1961) stelde, namelijk dat
Colonialism is not simply the economic exploitation and political domination of the periphery by the capitalist core. It is also the separation of colonized peoples from their individuality and culture:
Because it is a systematic negation of the other person and a furious determination to deny the other person all attributes of humanity, colonialism forces the people it dominates to ask themselves the question constantly: 'In reality, who am I?'
Gezien zijn beweringen ontbreekt het Kurpershoek aan voldoende verbeeldingskracht om te beseffen dat de Arabische wereld in enkele decennia tijd hetzelfde proces moet doormaken waar Europa eeuwenlang over deed, van de Renaissance tot de Verlichting en de moderniteit. In tegenstelling tot het Midden-Oosten en de Maghreb werd Europa in die ontwikkeling niet gehinderd door gewelddadige interventies van andere culturen. Hoewel het modernisme tamelijk organisch tot stand kwam, ging hij toch honderden jaren lang gepaard met genocide elders en massale bloedbaden in Europa zelf. De Iraans-Amerikaanse cultuur-socioloog, gespecialiseerd in islamitische studies, professor Hamid Dabashi, gaf over dit onderwerp een knappe analyse in zijn boek Iran. A people interrupted (2008). Dabashi, die aan Columbia University doceert, benadrukt dat 'to me the story of modern Iran is one of defiance and rebellion against both domestic tyranny and globalized colonialism,' wat verklaarbaar is, aangezien 'Iranians (like the rest of the third world) received the universal promises of Enlightenment modernity through the gun barrel of European colonialism.' Het Europees kolonialisme werd gevolgd door het neokoloniaal Amerikaans imperialisme, dat in 1953 leidde tot een CIA geïnstigeerde coup tegen de democratisch gekozen regering van premier Mossadeq die de Perzische oliebronnen had genationaliseerd en daardoor de westerse belangen aantastte. Het Europees en Amerikaans kapitalisme duldt geen democratie zodra de winsten van grote concerns daardoor bedreigd worden. Hamid Dabashi:
the accumulated capital in major industrial economies has necessitated the ever increasing expansion of a global capitalism in which a few get incessantly richer, while the overwhelming majority get inevitably poorer by the day.
The mechanism that has globalized that accumulated capital and generated this global condition of calamity and destitution is called colonialism — whereby European merchants and Christian missionaries have got together with a good number of mercenary Orientalists and their counterparts among the soldiers of fortune and gone around the world ruling people, plundering their wealth, forcing them into slavery, writing a subservient history for them, and then telling them, in a good 'Christian manner,' to turn the other cheek. Colonialism is not accidental to the operation of accumulated capital but in fact definitive to it. The ideological disposition that has given universal validity, in moral and normative terms, to the global operation of capital is called modernity, and the way that much of the rest of the world has received this modernity must perforce (noodzakelijkerwijs. svh) be called colonial modernity.
Het verschil tussen 'moderniteit' en 'koloniale moderniteit' is voor de hand liggend: de 'moderniteit' in het Westen ging uiteindelijk gepaard met talloze materiële en geestelijke verworvenheden van de bevolking, terwijl de 'koloniale moderniteit' zich manifesteerde in de vorm van onderdrukking, uitbuiting en zelfs moord, tot aan genocide toe. Habashi:
At its European origin, Enlightenment modernity was a self-raising/other lowering project that, to benefit a small fraction of the world's population code-named 'Europe,' disenfranchised the overwhelming majority of humanity, which it called 'the Orient.'
De Europese moderniteit was en is, evenals het hele postmoderne Westen,
at its core racist and essentialist, and as such excluded (not by omission but by a deliberate, Kantian and Hegelian, commission) the vast majority of the world,
waardoor er een scherpe scheiding ontstond tussen de rijkdom in het Westen en armoede in de rest van de wereld. Opnieuw professor Habashi:
Capitalism from its very inception was contingent (mogelijk. svh) on the global circulation of accumulated capital, cheap labor, raw materials, and expansive markets. The economic mechanism of that global operation of capitalism was ipso facto colonialism, which is in fact nothing but the abuse of labor by capital writ global. What we have in Iran, as indeed in much of the rest of the world, is thus not modernity but colonial modernity — and the difference here is between day and night. European modernity is not universal, and as we have received it, it is categorically European in its texture and disposition, and as such it has privileged a few, by giving them agency and endowing them with the primacy of reason and progress, at the horrendous cost of denying such prerogatives to the overwhelming majority of the world's population.
Maar juist dit inzicht kan een opiniemaker als Marcel Kurpershoek, die als diplomaat en dus als loopjongen van de westerse economische en politieke elite opereerde, zich niet permitteren. Net als die andere, witte mainstream-opiniemakers uit het milieu van de middenklasse, Henk Hofland, Geert Mak, Hubert Smeets enz., die het zichtbare onzichtbaar blijven maken, draait Kurpershoek de wereld ondersteboven door te suggereren dat het Westen, onder aanvoering van de VS, 'als ordebewaker en politieagent' functioneert en 'vredestichtend' te werk gaat, terwijl in werkelijkheid wereldwijd een neoliberaal kapitalistisch systeem met massaal geweld werd en wordt afgedwongen. De Zuid-Amerikaanse auteur Eduardo Galeano wees erop dat de natuurlijke ontwikkeling in een groot deel van de wereld gefrustreerd is geraakt door het westers kolonialisme. Hij schreef in zijn boek De aderlating van een continent. Vijf eeuwen economische exploitatie van Latijns-Amerika (1971) dat 'Dankzij het offer van de slaven in het Caribisch gebied James Watts stoommachine en George Washington's kanonnen op de wereld kwamen.' Immers:
De suiker uit de Latijns-Amerikaanse tropen vormde een grote stimulans voor de accumulatie van het kapitaal ten behoeve van de industriële ontwikkeling van Engeland, Frankrijk, Nederland en ook de Verenigde Staten, terwijl tegelijkertijd de economie van Noordoost-Brazilië en de Caribische eilanden erdoor verminkt en de historische ruïnering van Afrika erdoor bezegeld werden. De steunpilaar voor de driehoek-handel tussen Europa, Afrika en Amerika was de slavenhandel met als bestemming de suikerplantages. […]
Adam Smith zei dat de ontdekking van Amerika 'het mercantilistische systeem tot een stadium van schittering en glorie had verheven dat het anders nooit bereikt zou hebben.' Volgens Sergio Bagú (Argentijnse historicus svh) was de Zuidamerikaanse slavernij de krachtigste motor voor de accumulatie van handelskapitaal in Europa; dit kapitaal was op zijn beurt weer 'de basis waarop het reusachtige industrie-kapitaal van tegenwoordig gegrondvest is.' […]
Dankzij het geaccumuleerde kapitaal uit de driehoek-handel — manufactuur, slaven, suiker — was de uitvinding van de stoommachine mogelijk: James Watt werd financieel gesteund door kooplieden die zo fortuin gemaakt hadden. […]
Weliswaar kwam een groot deel van het kapitaal, waardoor de industriële revolutie in de Verenigde Staten van Amerika vergemakkelijkt werd, uit de slavenhandel in New England. Halverwege de 18de eeuw brachten de slavenschepen uit het noorden tonnen vol rum uit Boston , Newport of Providence naar Afrika: in Afrika werden ze ingeruild voor slaven; ze verkochten de slaven in het Caribisch gebied en vandaar namen ze stroop mee naar Massachusetts waar het gedestilleerd werden en om de cirkel rond te maken, in rum veranderde. De beste rum van de Antillen, de West Indian Rum, werd niet op de Antillen gemaakt. Met behulp van kapitaal verkregen door deze slavenhandel installeerden de gebroeders Brown uit Providence de ijzergieterij die generaal George Washington van kanonnen voorzag voor de Onafhankelijkheidsoorlog. […]
Zo werd het bloed overgetapt door al deze processen. De landen die in onze tijd ontwikkeld zijn, ontwikkelden zich; de onderontwikkelden onderontwikkelden zich.
Maar ook voor dit feit zijn Kurpershoek en de andere Nederlandse praatjesmakers volstrekt blind. Hij is niet in staat zich te verplaatsen in de situatie van 'the wretched of the world,' die eeuwenlang verpletterd werden door de westerse moderniteit.
The idea of anti colonial modernity is predicated (gebaseerd. svh) on a fundamental contradiction at the heart of colonial modernity, namely a modernity that needed an extended colonial domain to have its moral and material disposition assayed (vastgesteld. svh) and mapped out. The overwhelming majority of the inhabitants of this earth were promised Enlightenment emancipation at precisely the moment that they were denied political agency.
Met andere woorden: een aanzienlijk deel van de wereldbevolking heeft zichzelf nog niet kunnen definiëren, dus nog niet in staat zijn zijn hun houding te bepalen tegenover het westers modernisme dat hun eigen cultuur grotendeels heeft vernietigd. Deze mensen moeten door een proces heen dat het Westen al heeft doorlopen. En dit ook nog eens terwijl de moderniteit zich almaar versnelt. Niets krijgt meer de tijd om volwassen te worden, de tijd heeft zich als het ware versnelt doordat het kapitalisme een permanente mobilisatie vereist van de smaak en de identiteit van de consument. Maar zelfs nu nog meent de westerse neoliberale elite dat zij het recht bezit en zelfs de plicht heeft om de bevolking in ontwikkelingslanden te dwingen het Westen te kopiëren. De mentaliteit van do-gooders als Marcel Kurpershoek lijkt sprekend op die van het straattuig uit een achterbuurt, dat ervan uitgaat dat als het zijn tegenstander maar hard genoeg op de bek slaat (excusez le mot) de opponent zal gehoorzamen. De houding van Kurpershoek en de zijnen is in dit opzicht even fundamentalistisch als die van de islamitische fundamentalisten, dat wil zeggen: beide dogmatische overtuigingen houden vast aan een 'strikte en letterlijke wijze aan bepaalde grondbeginselen,' daarbij geen rekening houdend met de werkelijkheid. Sterker nog: zowel de kapitalistische fundamentalist als de islamitische fundamentalist weigeren de werkelijkheid te accepteren en proberen vergeefs hun ideologie/geloof aan de realiteit op te dringen. Vandaar dat Kurpershoek, ondanks de lange reeks bloedbaden en fiasco's die het Westen op zijn geweten heeft, nog steeds van oordeel is dat hij en zijn neoconservatief militair-industrieel complex met geweld een regime-change kunnen afdwingen om een glorieuze toekomst mogelijk te maken. Nog steeds dringt niet door tot deze dwaze mensen dat:
What has triggered the European soul-searching of the terror of Enlightenment modernity, namely the horrors of the Jewish Holocaust, has been definitive to the structural violence at the heart of European colonialism around the globe. Joseph Conrad's Kurtz in Heart of Darkness is the key iconic figure to that structural violence, linking the internal blind spot of Europe to its colonial savageries around the world,
zoals professor Hamid Dabashi terecht opmerkt in zijn boek Iran. A People Interrupted. Kurpershoek's irrationeel betoog demonstreert de verregaande brutaliteit van het westers establishment. Voor degenen die dit niet begrijpen en zich toch opwerpen als woordvoerders van de gevestigde orde is het werk van de joodse Hongaar Imre Kertész, één van de belangrijkste naoorlogse Europese auteurs, een absolute must. Hij stelt ondermeer:
Het is inmiddels duidelijk: het overleven is geen persoonlijk probleem van de overlevenden, de lange, donkere schaduw van de Holocaust ligt over de hele beschaving waarin hij is gebeurd, en die beschaving moet verder leven met het gewicht en de gevolgen van het gebeurde.
Daarmee bedoelt hij niet 'de zelfverheerlijking van het slachtoffer,' die hij als overlevende van Auschwitz met klem afwijst, maar Kertész doelt op het volgende:
Ik denk onveranderd dat de Holocaust een trauma van de Europese beschaving is en dat het voor die civilisatie een vitale kwestie zal zijn of dit trauma in de Europese samenlevingen zal voortbestaan als cultuur of als neurose, als scheppende of als destructieve kracht.
Dit geldt voor zowel de niet-joden als de joden. Auschwitz en Hiroshima hebben een definitief einde gemaakt aan de naïeve veronderstelling van de Verlichting dat mensen door meer kennis fatsoenlijker worden, dat er niet alleen sprake is van een technische vooruitgang maar tegelijkertijd ook een morele. Dit geloof moest de existentiële leegte vullen die was ontstaan nadat de joods-christelijke God dood was verklaard. Nu de Verlichtingsideologie onwaar blijkt te zijn, valt de belangrijkste filosofische leer weg, en daarvoor is niets anders in de plaats gekomen dan een materialistisch hedonisme, de aanbidding van het heden. Met pappen en nat houden proberen de politieke, economische en financiële autoriteiten dit model overeind te houden, maar een echt antwoord op het probleem dat onder andere Kertész opwerpt is het niet. Deze ervaringsdeskundige bij uitstek, die eerst het nazidom, vervolgens het communisme en tenslotte het rauwe kapitalisme over zich kreeg, schreef in zijn essaybundel De verbannen taal (2004):
Collaberatie als nationale bestaansvorm... Wat moeten we nu geloven? Wat is de werkelijkheid, en waar moeten we ons aan houden? 'Ach, wat hebben wij gemaakt van het woord! In sommige monden voldoet het niet eens meer voor leugens, het is dieper gezonken dan dat, het is weggezakt in betekenisloosheid,' schrijft Denis de Rougemont in zijn boek La part du diable. Maar het ressentiment, die troebele drab van driften die onder de woorden borrelt, is echt. Het wordt enerzijds gevoed door angst en bestaansonzekerheid: veel intellectuelen, die hier jaren- en decennialang op hun eigen manier om de vrijheid hebben gevochten (of om datgene wat ze voor vrijheid aanzagen), merkten plotseling dat de grond onder hun voeten werd weggetrokken. In werkelijkheid stortte slechts het waardensysteem in waarin zij een vaste plek hadden. De snelheid waarmee dat gebeurde leek op een vrij val en dat schokte hen. Tegen de tijd dat ze bijkwamen van de dreun van die val en uit de stofwolken van de puinhopen te voorschijn kwamen, sprak de wereld om hen heen inmiddels de taal van beurzen, banken en mafia's.
Als overlevende van Auschwitz merkt hij op:
Er is een Holocaustconformisme ontstaan, een Holocaustsentimentalisme, een Holocaustcanon, een Holocausttaboesysteem samen met de daarbijbehorende talige wereld, er zijn Holocaustproducten ontstaan voor Holocaustconsumptie... kitsch is ook als Auschwitz uitsluitend tot een zaak van Duitsers en joden wordt gedegradeerd, een soort van fatale onverenigbaarheid van twee collectiviteiten; als men ervan afziet om de politiek en de psychologie van de moderne totalitarismen in kaart te brengen, als Auschwitz beperkt wordt tot de direct betrokkenen en niet als een wereldgebeurtenis wordt opgevat. Verder beschouw ik alles als kitsch wat kitsch is.
In die kitsch-wereld voelt een Kurpershoek zich thuis, en meent de opiniemaker dat hij recht van spreken heeft. Zijn ijdelheid verhindert hem met enige terughoudendheid zijn gevaarlijk oppervlakkige meningen te verspreiden. Hij en de zijnen zouden er goed aan doen om uit hun enge milieu te treden door bijvoorbeeld tegenstemmen te beluisteren, zoals die van de Zweedse hoogleraar en auteur Sven Lindqvist, die in zijn boek 'Exterminate all the Brutes': One Man's Odyssey into the Heart of Darkness and the Origins of European Genocide (1997) over 'The brilliant and unsettling intellectual history of Europe’s genocidal colonization of Africa' het volgende vertelt:
Auschwitz de moderne industriële toepassing [was] van een uitroeiingspolitiek waarop de Europese overheersing van de wereld […] lang heeft gesteund.
De titel van zijn boek verwijst naar de zin uit Joseph Conrads Hart der Duisternis (1899), ‘verdelg al het gespuis.’ Lindqvist vraagt zich af waarom Kurtz, de westerse protagonist in deze roman 'zijn rapport over de beschavingstaak van de blanke man in Afrika met deze woorden eindigt?'
Hij zet vervolgens uiteen:
Ik las Conrad als een profetische auteur die alle gruwelijkheden die in het verschiet lagen, voorzien had. Hannah Arendt wist beter. Zij zag dat Conrad over de genocides van zijn eigen tijd schreef. In haar eigen boek The Origens of Totalitarianism (1951), toonde ze hoe imperialisme racisme noodzakelijk maakte als het enig mogelijke excuus voor zijn daden […] Haar these dat nazisme en communisme van dezelfde stam komen is algemeen bekend. Maar velen vergeten dat zij ook de 'verschrikkelijke slachtpartijen' en het 'barbaarse moorden' van Europese imperialisten verantwoordelijk hield voor 'de zegevierende introductie van dergelijke pacificatie-middelen in de alledaagse, respectabele buitenlandse politiek,' daarmee totalitarisme en zijn genocides producerend.
Lindqvist ontdekt gaandeweg dat de
Europese vernietiging van de 'inferieure rassen' van vier continenten de grond voorbereidde voor Hitlers vernietiging van zes miljoen joden in Europa […] Het Europese expansionisme, vergezeld als het was door een schaamteloze verdediging van het uitroeien, schiep manieren van denken en politieke precedenten die de weg baanden voor nieuwe wandaden, die uiteindelijk culmineerden in de gruwelijkste van alle: de Holocaust […] En toen hetgeen was gebeurd in het hart der duisternis werd herhaald in het hart van Europa, herkende niemand het. Niemand wilde toegeven wat iedereen wist. Overal in de wereld waar kennis wordt onderdrukt, kennis die als ze bekend zou worden gemaakt ons beeld van de wereld aan gruzelementen zou slaan en ons zou dwingen om onszelf ter discussie te stellen – daar wordt overal het Hart der Duisternis opgevoerd. U weet dat al. Net als ik. Het is geen kennis die ons ontbreekt. Wat gemist wordt is de moed om te begrijpen wat we weten en daaruit conclusies te trekken.
De westerse cultuur: boven: Auschwitz, onder: Hiroshima. Desondanks meent Marcel Kurpershoek dat deze cultuur het recht bezit met geweld het westerse mens- en wereldbeeld overal ter wereld af te dwingen.
3 opmerkingen:
"Collaboratie als nationale bestaansvorm...". Ongeveer die term speelt me
door het hoofd, al geruime tijd.
Wie zijn stem verheft tegen de misdaad begaan door ONS, NU wordt door de ME
omver getrapt.
De goeden, zij die protesteren tegen moord en wandaden, zijn 'fout' en mogen
verdacht gemaakt worden door ze te omgeven met termen als anti-amerikanisme
of antisemitisme.
Anti-fascisme, die term hoor je weinig meer. Je ziet hem nog wel eens, wanneer
er een camera op staat, en de in een grimmige rimpel gedwongen koppen heel even
in het voorgeprogrammeerde theater van de leugen figureren.
Collaboratie betekent samenwerking en is verder een neutraal woord. Het kan alleen negatief worden in een bepaalde context, bijv samenwerken met de vijandheid. Daarom gebruik ik meestal het woord corruptie in deze omdat dat een actief handelen is in negatieve zin. Het is mooi en eenvoudig te constateren dat beschuldigingen van antisemitisme en corruptie bijna altijd hand in hand gaan. De voorbeelden vliegen je tegenwoordig om de oren.
Groeten, Ben
Geen probleem met je reactie, maar twee opmerkingen:
Die zin kan op twee manieren gelezen worden, maar je bedoelt denk ik "corruptie, en
beschuldigingen van antisemitisme".
En in mijn beleving is 'collaboratie' in Nederland zeker geen neutrale term. Zeker
niet omstreeks mei.
Zo zou ik het smerige lakeiengedrag van Europa, en Nederland in het bijzonder,
jegens de VS en het allesvernietigende kapitalisme 'collaboratie' willen noemen,
waarmee de term zijn diskwalificerende connotatie (uit WO II, medewerking met
een bezettende en moorddadige macht) behoudt, in een huidige context.
Een reactie posten