Friday, 16 May 2014 09:38
By John Pilger, Truthout | Op-Ed
Why do we tolerate the threat of another world war in our name? Why do we allow lies that justify this risk? The scale of our indoctrination, wrote Harold Pinter, is a 'brilliant, even witty, highly successful act of hypnosis,' as if the truth 'never happened even while it was happening.'
Every year the American historian William Blum publishes his "updated summary of the record of US foreign policy," which shows that since 1945 the US has tried to overthrow more than 50 governments, many democratically elected; grossly interfered in elections in 30 countries; bombed the civilian populations of 30 countries; used chemical and biological weapons, and attempted to assassinate foreign leaders.
In many cases, Britain has been a collaborator. The degree of human suffering, let alone criminality, is little acknowledged in the West, despite the presence of the world's most advanced communications and nominally freest journalism. That the most numerous victims of terrorism - "our" terrorism - are Muslims is unsayable. That extreme jihadism, which led to 9/11, was nurtured as a weapon of Anglo-American policy (Operation Cyclone in Afghanistan) is suppressed. In April the US state department noted that, following NATO's campaign in 2011, 'Libya has become a terrorist safe haven.'
The name of 'our' enemy has changed over the years, from communism to Islamism, but generally it is any society independent of Western power and occupying strategically useful or resource-rich territory. The leaders of these obstructive nations are usually violently shoved aside, such as the democrats Muhammad Mossedeq in Iran and Salvador Allende in Chile, or they are murdered, like Patrice Lumumba in the Congo. All are subjected to a Western media campaign of caricature and vilification - think Fidel Castro, Hugo Chavez, and now Vladimir Putin.
Washington's role in Ukraine is different only in its implications for the rest of us. For the first time since the Reagan years, the US is threatening to take the world to war. With eastern Europe and the Balkans now military outposts of NATO, the last 'buffer state' bordering Russia is being torn apart. We in the West are backing neo-Nazis in a country where Ukrainian Nazis backed Hitler.
John Pilger. Break the Silence: A World War Is Beckoning. 16 mei 2014
5 mei 2014 sprak opiniemaker Geert Mak op de Nederlandse televisie de gedenkwaardige woorden dat met het oog op 'Poetin' het 'Europa' van 'Geen Jorwerd zonder Brussel' meer belastinggeld dient uit te geven aan wat hij 'defensie' noemde. Toen de interviewer Mak fijntjes erop wees dat Mak een 'voormalige fractiemedewerker van de PSP (Pacifistische Socialistische Partij. svh)' was reageerde de 'Chroniqueur van Europa,' zonder na te hoeven denken, met de opmerking:
Een mens denkt wel eens door, er gebeurt wel eens wat in die kop.
Het was zonder meer het meest pedante hoogtepunt van het 25 minuten durende onweersproken betoog van Mak. Dankzij het feit dat 'een mens wel eens door[denkt]' veranderde hij van pacifistisch politicus in een oorlogszuchtige propagandist. Met andere woorden: iemand die op gevorderde leeftijd nog steeds 'op het standpunt staat dat geweld geen geschikt middel is om problemen op te lossen' heeft niet doorgedacht en 'in die kop' is dus niets 'gebeurd.' Hoe arrogant deze mening is blijkt al snel wanneer men de moeite neemt Albert Einstein's vraag te lezen aan Sigmund Freud: 'Waarom oorlog?' Einstein introduceert zichzelf als volgt:
Ik ben niet alleen pacifist, ik ben een militant pacifist. Ik wil voor de vrede strijden.
En waarom? Einstein:
Elke oorlog voegt een nieuwe schakel toe aan het kwaad dat de vooruitgang van de menselijkheid in de weg staat.
Kortom, volgens Mak's logica is hier sprake van een onnozel mens in wiens 'kop' nooit 'wat' is 'gebeurd.' Zo eenvoudig is het mens- en wereldbeeld van de domineeszoon die, volgens eigen zeggen, zelf ook in het christendom gelooft. Ik durf te stellen dat zonder een dergelijke simplistische mentaliteit Geert Mak nooit een bestseller-auteur had kunnen worden. Net als zijn collega-opiniemaker Henk Hofland zijn Mak's meningen beperkt door de absolute tweedeling: wij-zij, goed-kwaad, waarbij 'wij' goed zijn, en per definitie 'zij' het kwaad, dat spreekt voor zich. En 'zij' zijn de tegen wie men zich moet wapenen omdat ze andere belangen en andere opvattingen hebben dan 'wij.' Zoals Einstein aan Freud schreef, is de:
political power hunger often supported by the activities of another group, whose aspirations are on purely mercenary, economic lines. I have especially in mind that small but determined group, active in every nation, composed of individuals who, indifferent to social considerations and restraints, regard warfare, the manufacture and sale of arms, simply as an occasion to advance their personal interests and enlarge their personal authority
Einstein benadrukte hierbij dat
Deze vastbesloten groep gespeend is van maatschappelijke overwegingen en remmingen.
En voegde eraan toe:
En voegde eraan toe:
Another question follows hard upon it: How is it possible for this small clique to bend the will of the majority, who stand to lose and suffer by a state of war, to the service of their ambitions… An obvious answer to this question would seem to be that the minority, the ruling class at present, has the schools and press, usually the Church as well, under its thumb. This enables it to organize and sway the emotions of the masses, and makes its tool of them…
is it possible to control man’s mental evolution so as to make him proof against the psychosis of hate and destructiveness? Here I am thinking by no means only of the so-called uncultured masses. Experience proves that it is rather the so-called 'intelligentsia' that is most apt to yield to these disastrous collective suggestions, since the intellectual has no direct contact with life in the raw but encounters it in its easiest, synthetic form — upon the printed page… But… here we have the best occasion of discovering ways and means to render all armed conflicts impossible.
I know that in your writings we may find answers, explicit or implied, to all the issues of this urgent and absorbing problem. But it would be of the greatest service to us all were you to present the problem of world peace in the light of your most recent discoveries, for such a presentation well might blaze the trail for new and fruitful modes of action.
En:
In tegenstelling tot Mak gaat Freud er wel degelijk vanuit dat er iets 'in die kop' van Einstein is gebeurd, en maar al te graag wilde hij samen met hem zoeken naar een mogelijk antwoord op de vraag waar de barbaarse zucht naar geweld precies op berust. Freud begon zijn antwoord met:
U begint, en dat is stellig het juiste uitgangspunt voor ons onderzoek, met de relatie tussen recht en macht. Mag ik het woord 'macht' vervangen door het schrillere en hardere 'geweld.' […]
Na te hebben aangetoond dat 'macht' gefundeerd is op het aanwenden van 'geweld,' met als gevolg dat de machtigste degene is die het meeste 'geweld' kan uitoefenen, schreef Freud dat hij net als Einstein een 'pacifist' is
omdat ieder mens recht op zijn eigen leven heeft, omdat de oorlog veelbelovende mensenlevens vernietigt, de mens als individu in vernederende situaties brengt, hem dwingt anderen te vermoorden terwijl hij dat niet wil, omdat hij kostbare materiële waarden, resultaat van menselijke arbeid, verwoest en zo meer. Voorts omdat de oorlog in zijn huidige vorm geen mogelijkheid meer biedt om het oude heroïsche ideaal te verwezenlijken en omdat een toekomstige oorlog dankzij de perfectionering van de vernietigingsmiddelen de uitroeiing zou betekenen van een der beide, of misschien van beide tegenstanders.
Maar de argumenten van één van de grote denkers van de twintigste eeuw, spelen bij Mak geen enkele rol, want bij de 'Chroniqueur van Europa' was iets in 'die kop' gebeurt en bij Freud en Einstein niet, gezien het feit dat Freud concludeerde:
Wij zijn pacifisten omdat wij dat door organische oorzaken móeten zijn. Dit gezegd hebbende, zal het ons weinig moeite kosten om deze houding met argumenten te rechtvaardigen…
Van de psychologische kenmerken van de cultuur zijn de belangrijkste waarschijnlijk deze twee: het intellect wordt sterker en begint het driftleven te beheersen, en de neiging tot agressie wordt geïnterioriseerd, met alle gunstige en gevaarlijke gevolgen van dien. Welnu, met de psychische attitudes die het cultuurproces ons heeft opgedrongen is de oorlog in de meest flagrante tegenspraak, vandaar ons protest ertegen, wij verdragen hem eenvoudig niet meer, het is bij ons pacifisten een constitutionele intolerantie, een als het ware tot extreme proporties uitgegroeide idiosyncrasie. En het lijkt erop alsof ons protest evenzeer de esthetische beledigingen als de wreedheden van de oorlog geldt.
Hoe lang moeten wij nog wachten voordat ook de anderen pacifist zullen zijn? Dat valt niet te zeggen, maar misschien is het geen utopische hoop dat de invloed van deze twee factoren, de culturele houding en de gegronde vrees voor de gevolgen van een toekomstige oorlog, binnen afzienbare tijd een einde aan het oorlogvoeren zal maken. Langs welke wegen of omwegen, kunnen wij niet bevroeden. Intussen kunnen wij vaststellen: alles wat de cultuurontwikkeling bevordert werkt ook tegen de oorlog.
Zo zette de neuroloog Sigmund Freud, grondlegger van de psychoanalyse, zijn visie uiteen. Desondanks suggereert Mak dat zowel Freud als Einstein, in tegenstelling tot de ontwikkeling in zijn eigen denken, mensen zijn die niet hebben doorgedacht en in wiens 'kop' niets is 'gebeurt.' Mak's rechtvaardiging van zijn opportunisme en conformisme is niet alleen aanmatigend maar vooral ook lachwekkend. Desondanks kwam hij er bij Kockelmann mee weg, want zo werkt de 'vrije pers' in de polder. Tegen het einde van de uitzending van Eén op Eén stelde de KRO-programmamaker de EU-propagandist nog een vraag over het 'Europa' aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog,
niet om voortdurend over oorlog te praten, om met een doemscenario rekening te houden, maar zijn er eigenlijk paralellen te trekken tussen het Europa van nu en het Europa van toen?
Kennelijk was ook Kockelmann door Mak's waanzin van slag geraakt, want 1914 als 'parallel' met nu, is voor alles: 'een doemscenario.' Mak bleef onverstoorbaar, en verklaarde met een ernstig gelaat, na even een gepaste stilte te hebben laten vallen:
Gek genoeg was het Europa van toen bijna meer een eenheid. Er was een groot gevoel van eenheid.
In zijn schitterende essaybundel Crossing Open Ground (1978) maakt de Amerikaanse auteur Barry Lopez de lezer opmerkzaam op het feit dat 'People praise the Eskimo's ability to distinguish among forty types of snow,' terwijl zijzelf niet meer in staat zijn om te differentiëren, en voor van alles en nog wat onnauwkeurige abstracties gebruiken. Uiteenlopende woorden, begrippen lijken vandaag de dag overbodig te zijn. Hoewel ze de mens de mogelijkheid geven onderscheid te maken, heeft de nuance geen betekenis meer in de totalitaire consumptie-democratie. Subtiliteiten zijn vervangen door grove simplificaties, en men beseft niet hoe waar de opmerking van Lopez is dat het individu wel onderscheid moet maken 'to be able to talk about the world.'
De taal is niet langer meer de moeder van de gedachte, maar haar dienstmeid, zoals Karl Kraus al in het interbellum vreesde. De taal van de opiniemakers als Mak is die van de propaganda, erop gericht de verschillen in de wereld teniet te doen. Alles moet van de woordvoerders van de macht worden geminimaliseerd tot één grote gemeenschappelijke noemer. Het gebruik van nietszeggende grootheden als bijvoorbeeld 'Europa,' of 'een héél ander Europa' of nog mallotiger: 'het Europa van de werkelijkheid,' is verpolitiekte taal, dat niets wezenlijks tot uitdrukking brengt. Is er een 'Europa' van de onwerkelijkheid? Waar en hoe ziet dat 'Europa' eruit? Ik kan maar één serieus voorbeeld bedenken en dat is het huidige 'Europa' van de economische macht, van de politieke macht en van de bureaucratische macht, die een 'Europa' hebben geschapen waarin steeds minder mensen zich herkennen, het neoliberale 'Europa' van 'Geen Jorwerd zonder Brussel.' Het 'Europa' van de NAVO, een bondgenootschap dat niet werd opgeheven nadat de Sovjet Unie ineenstortte, maar werd uitgebreid, zonder dat de burger er ooit over heeft gestemd. Deze miljarden verslindende organisatie is een bedreigende werkelijkheid geworden, voor zowel degenen die door de gevestigde orde tot vijand zijn bestempeld, als voor de westerlingen zelf. Dit 'Europa' is een abstractie in handen van propagandisten als Geert Mak die er veel geld en eerbewijzen aan verdienen. Europa's 'Chroniqueur' verkondigde tegen het einde van de uitzending met betrekking tot het Avondland, voorafgaand aan het bloedbad van de Eerste Wereldoorlog, dat
het echt Poetin-Land [was]. Overal! Al die landen deden landjepik.
Terwijl de NAVO oostwaarts oprukt, overigens in strijd met gemaakte uitspraken ten tijde van de Duitse eenwording, doen de Makkianen het voorkomen alsof 'Poetin' een bedreiging vormt voor 'de Vrije Wereld,' en wordt het Amerikaans gewelddadig expansionisme door Geert Mak zelf verkocht met de stelling dat de macht in Washington en op Wall Street wereldwijd al ‘decennialang als ordebewaker en politie agent’ heeft gefungeerd. Aldus de 'vrije pers.' Daarentegen sprak de Amerikaanse kritische journaliste Amy Goodman van Democracy Now! in de documentaire Shadows of Liberty (2012) over de grote commerciële netwerken en kranten als:
private corporations making profit of the killing, they push for more war, it builds their audiences. They limit the discussion about whether war should continue. They bring you the general versus the colonel, or the pro-war Republican versus the pro-war Democrat, and they have these extremely limited debates. Well, most people are outside of that spectrum. Most people are against war.
Net zomin als de meeste mensen niet voor een neo-liberaal 'Brussel' zijn dat hun economisch bestaan bedreigt, en niet voor het gewelddadig Amerikaans expansionisme, zoals we aan de grootscheepse demonstraties overal ter wereld zagen, voorafgaand aan de illegale inval in Irak. En dat is op zich al een overwinning voor het fatsoen, gezien het feit dat alleen de mainstream-opiniemakers de mogelijkheid kregen om hun tendentieuze verhalen af te steken. Het is zonder overdrijving juist te stellen dat het optreden van een Geert Mak in de commerciële massamedia als lakmoesproef kan dienen voor een corrupte journalist. Voor hem geldt dat, in de woorden van de neoconservatieve Amerikaanse historicus Victor Davis Hanson:
Western civilization has given mankind the only economic system that works; a rationalist tradition that alone allows us material and technological progress; the sole political structure that ensures the freedom of the individual; a system of ethics and a religion that brings out the best in humankind; and the most lethal practice of arms conceivable. Let us hope that we at last understand this legacy. It is a weighty and sometimes ominous heritage that we must neither deny nor feel ashamed about-but insist that our deadly manner of war serves, rather than buries, our civilization.
In het kader daarvan beweerde Geert Mak in de Volkskrant van 22 augustus 2012 onder de kop 'Amerika straks sterker dan Europa':
Amerika staat er over een halve eeuw beter voor dan Europa… Het gevoel dat ze uitzonderlijk zijn, drijft ze voort. Als je invloed en macht wilt hebben, moet je groots zijn. Dat is iets wat we in Europa van ze kunnen leren.
Zijn boek, Reizen zonder John, waarin hij zegt 'op zoek naar Amerika' te zijn, verkoopt natuurlijk veel beter met die boodschap dan wanneer hij de angstaanjagende realiteit zou hebben beschreven. Daarover schreef de Amerikaanse historicus Eric Foner, hoogleraar Geschiedenis aan Columbia University in zijn boek The Story of American Freedom (1998):
Nonetheless, few figures have changed the language of politics as successfully as Ronald Reagan. By the 1990s, virtually no politician would admit to being liberal. Conservative assumptions about the sanity of the free market and the evils of 'big government' dominated the mass media and political debates, and were embraced as fully by President Bill Clinton, a Democrat, as by many Republicans. Instead of acting as a vehicle for social or racial progress, the 1990s saw government at all levels seeking to grow smaller and repudiating the tradition of combatting social equality…
'No matter what cause you advocate,' Richard Armey, now House majority leader, noted, 'you must sell it in the language of freedom.' Among other things, the victors insisted, the end of the Cold War had eliminated the only justification for a powerful central government actively involved in the affairs of the American people. Now that one of the historic bêtes noire had disappeared, conservatives turned their full fury against the other, the federal government — especially remaining New Deal and Great Society (onder presidenten Kennedy en Johnson. svh) programs and agencies (although they somewhat incongruously promoted large increases in military spending).
Terwijl de neoliberale ideologie stevig verankerd was in het politieke beleid van de westerse 'democratieën,' en het militair-industrieel complex hier volop van profiteerde, trad Bill Clinton, een gouverneur uit Arkansas, de op één na armste staat van de VS, als president aan. Tijdens zijn eerste termijn:
In 1996, with the approval of Democratic president Clinton, Congress abolished entirely the New Deal program of Aid to Dependent Children, commonly known as 'welfare,' replacing it with grants to the states and the hope that the needy would make do with what Armey called 'the natural safety-net-family, friends, churches, and charity.
Dezelfde politiek dus als Nederlandse kabinetten vanaf eind jaren zeventig in de praktijk werd gebracht, onder de titel 'no-nonsense' beleid, te weten: 'deregulering, privatisering en het drastisch beperken van de sociale voorzieningen,' een bezuinigingskoers die het huidige VVD-PVDA kabinet anno 2014 nog steeds voert, met als neoliberale rechtvaardiging dat 'de klassieke verzorgingsstaat' dient te wijken voor 'een participatiesamenleving.' Op die manier groeide sindsdien de kloof tussen arm en rijk in de geglobaliseerde wereld, nu ook in het Westen. De begrippen 'vrijheid' en 'democratie' betekenen vandaag de dag in de praktijk de -- door de volksvertegenwoordiging mogelijk gemaakte -- 'vrijheid' voor de meest scrupule-loze graaiers om zichzelf zo veel mogelijk te verrijken ten koste van minder rücksichtslose medeburgers. Daarmee werd het oorspronkelijke begrip 'vrijheid' volledig uitgehold. 'Vrijheid' kan namelijk niet bestaan temidden van mateloosheid. Eric Foner:
Perhaps the most striking thing about American discussions of freedom during the nineties was how frequently old ideas and debates seemed to resurface. Freedom of expression, a central component of freedom in modern America, provides one example. In 1942, David Riesman (Riesman's 1950 book, The Lonely Crowd is a sociological study of modern conformity. svh) had warned that Americans were 'ill-prepared for crisis' when confronting threats to free speech, given their tendency to fall back on 'inherited slogans.' This remained true half a century later, when writings by civil libertarians continues to focus almost exclusively on the danger of governmental action to restrict expression… But the traditional view that government posed the major threat to free speech seemed ill-equipped to deal with the effects of concentrated wealth on the dissemination of ideas and on the democratic process itself. In the nineties, the typical free speech claimant before the courts was no longer a persecuted heretic but a powerful corporation fighting public regulation of campaign financing and restrictions on concentrated ownership of the media. The Supreme Court, supported by the American Civil Liberties Union, endorsed the corporate view that spending money was a form of speech deserving First Amendment protection. It remained for future generations to ponder the implications for freedom of the ever-closer connection between power in the economic marketplace and power in the marketplace of ideas.
Op die manier wordt alles verkocht, van presidenten tot bestsellers, van waspoeder tot oorlogen. In deze werkelijkheid past de mainstream-opiniemaker naadloos. Uiteindelijk zijn het de westerse commerciële massamedia zelf die bepalen waarover bericht kan worden en waarover niet, wie van belang is en wie niet, wat de werkelijkheid is en wat niet. 'If it didn't happen in the New York Times, Washington Post, AP it never happened,' zegt een Amerikaanse journalist in Shadows of Liberty, terwijl een andere deskundige verklaart:
Democracy needs those divers competing voices. The consolidation of media has robbed us of that diversity. In many cases we have no voices, whole areas of government and politics and power going dark.
Om dit verschil in macht te handhaven krijgt bijvoorbeeld Geert Mak de mogelijkheid zijn propaganda te verspreiden, terwijl dissidente stemmen angstvallig en nauwlettend worden geweerd. Corruptie wordt beloond.
George Carlin.
Everyone should know just how much the government lied to defend the NSA
A web of deception has finally been untangled: the Justice Department got the US supreme court to dismiss a case that could have curtailed the NSA's dragnet. Why?
If you blinked this week, you might have missed the news: two Senatorsaccused the Justice Department of lying about NSA warrantless surveillance to the US supreme court last year, and those falsehoods all but ensured that mass spying on Americans would continue. But hardly anyone seems to care – least of all those who lied and who should have already come forward with the truth.
Here's what happened: just before Edward Snowden became a household name, the ACLU argued before the supreme court that the Fisa Amendments Act – one of the two main laws used by the NSA to conduct mass surveillance – was unconstitutional.
In a sharply divided opinion, the supreme court ruled, 5-4, that the case should be dismissed because the plaintiffs didn't have "standing" – in other words, that the ACLU couldn't prove with near-certainty that their clients, which included journalists and human rights advocates, were targets of surveillance, so they couldn't challenge the law. As the New York Times noted this week, the court relied on two claims by the Justice Department to support their ruling: 1) that the NSA would only get the content of Americans' communications without a warrant when they are targeting a foreigner abroad for surveillance, and 2) that the Justice Department would notify criminal defendants who have been spied on under the Fisa Amendments Act, so there exists some way to challenge the law in court.
It turns out that neither of those statements were true – but it took Snowden's historic whistleblowing to prove it.
One of the most explosive Snowden revelations exposed a then-secret technique known as "about" surveillance. As the New York Times first reported, the NSA "is searching the contents of vast amounts of Americans' e-mail and text communications into and out of the country, hunting for people who mention information about foreigners under surveillance." In other words, the NSA doesn't just target a contact overseas – it sweeps up everyone's international communications into a dragnet and searches them for keywords.
The Snowden leaks also pushed the Justice Department to admit – contrary to what it told the court – that the government hadn't been notifying any defendants they were being charged based on NSA surveillance, making it actually impossible for anyone to prove they had standing to challenge the Fisa Amendments Act as unconstitutional.
It's unclear how much Solicitor General Donald Verrilli knew when he told the government's lies – twice – to the justices of the supreme court.Reports suggest that he was livid when he found out that his national security staff at the Justice Department misled him about whether they were notifying defendants in criminal trials of surveillance. And we don't know if he knew about the "about" surveillance that might well have given the ACLU standing in the case. But we do know other Justice Department officials knew about both things, and they have let both lies stand without correcting the record.
Lawyers before the supreme court are under an ethical obligation to correct the record if they make false statements to the Court – even if they are unintentional – yet the Justice Department has so far refused. As ACLU deputy legal director Jameel Jaffer explained, the Justice Department has corrected the record in other cases where it was much less clear-cut whether it had misled the court.
The government's response, instead, has been to explain why it doesn't think these statements are lies. In a letter to Senators Ron Wyden and Mark Udall that only surfaced this week, the government made the incredible argument that the "about" surveillance was classified at the time of the case, so it was under no obligation to tell the supreme court about it. And the Justice Department completely sidestepped the question of whether it lied about notifying defendants, basically by saying that it started to do so after the case, and so this was somehow no longer an issue.
But there's another reason the government wanted any challenge to the Fisa Amendments Act dismissed without being forced to argue that it doesn't violate the Fourth Amendment: it has an extremely controversial view about your (lack of) privacy rights, and probably doesn't want anyone to know. As Jaffer wrote here at the Guardian earlier this week, the government has since been forced to defend the Fisa Amendments Act, and it's pretty shocking how they've done it. Here's what the government said in a recent legal brief:
The privacy rights of US persons in international communications are significantly diminished, if not completely eliminated, when those communications have been transmitted to or obtained from non-US persons located outside the United States.
This is an incredibly radical view of the right to privacy. We already know the government does not think you have any right to privacy when it comes who you talk to, or when, or for how long, or where you are while you're talking. Now the government has said, in court, that you don't have any right to the content of private conversations with anyone who is located outside the United States – or to any domestic communication remaining private if it is, at some point, transmitted overseas, which happens often. Jaffer explained the consequences of this view:
If the government is right, nothing in the Constitution bars the NSA from monitoring a phone call between a journalist in New York City and his source in London. For that matter, nothing bars the NSA from monitoring every call and email between Americans in the United States and their non-American friends, relatives, and colleagues overseas.
Intelligence director James Clapper's infamous lie to Congress – in which he claimed just months before Snowden's leaks that the NSA was not collecting data on millions of Americans – will certainly follow him for the rest of his career even if it never leads to his prosecution. But while Clapper almost certainly broke the law, the senate committee members in front of whom he spoke knew the truth regardless.
The Justice Department, on the other hand, convinced the supreme court to dismiss a case that could have dramatically curtailed the NSA's most egregious abuses of power based on false statements. And now all of us are forced to live with the consequences of that.
1 opmerking:
Hoi Stan
Allereerst nog maar eens mijn complimenten voor jouw unieke weblog.
Ik kwam toevallig een pakkend stukje tegen van Georg Brandes, de Deense literaire criticus en pacifist van eind 19e, begin 20e eeuw. Zijn observatie dat oorlogen gevoerd worden vanwege het belang van de economische elite, die de rest van bevolking wijs maakt dat het gaat om vrijheid en democratie sluit precies aan bij wat Einstein later zei. Ook in onze tijd blijft dit de werkelijkheid - die Mak en andere media-opportunisten/carrieristen natuurlijk nooit zullen erkennen.
https://rickrozoff.wordpress.com/2013/02/12/georg-brandes-wars-waged-by-governments-fronting-for-financial-oligarchies/
Een reactie posten