Een indirect resultaat van de voortdurende crisis in het Midden-Oosten is dat in West-Europa een populistisch alarmisme wortel heeft geschoten. Het zaait angst, maar het heeft geen uitvoerbare oplossing. Die ligt in het Midden-Oosten, in de landen die voor het vredestichtende Westen onbereikbaar zijn geworden, zoals de praktijk heeft bewezen.
Henk Hofland. Het machteloze Westen. 17 juli 2013
De bezetting van de Krim en de militaire ingreep in Kiev zijn pure oorlogsdaden, daarover kan geen misverstand bestaan… Is het eerste schot gelost, dan is er een nieuw hoofdstuk begonnen: dat van de wederzijdse vernietiging.
Henk Hofland. Escalatie in de Duisternis. 5 maart 2014
Zowel in West-Europa als in Amerika zijn bij een zeer groot deel van het publiek de vaderlandslievende eerzucht en de strijdlust verloren gegaan.
Henk Hofland. Mondiale krachtmeting. 12 maart 2014
Ik citeer: 'populistisch alarmisme, het vredestichtende Westen, pure oorlogsmisdaden, vaderlandse eerzucht en de strijdlust verloren gegaan, wederzijdse vernietiging.'
Let op de adjectieven: 'populistisch, vredestichtende, pure, vaderlandse, wederzijdse.'
Nu de spanningen tussen het Westen en Rusland via de massamedia kunstmatig worden opgevoerd, zal ik een voorbeeld geven van de wijze waarop de nestor van de 'vaderlandse' journalistiek, H.J.A. Hofland de werkelijkheid voorstelt. Enerzijds is er volgens hem sprake van 'pure' Russische 'oorlogsdaden,' anderzijds spreekt hij van 'de oorlogen tegen Afghanistan en Irak.' Met andere woorden, de 'shock and awe'-inval in Irak, waarvoor volgens de Commissie-Davids 'geen adequaat volkenrechtelijk mandaat' bestond, wordt door Hofland gepresenteerd als 'oorlog,' terwijl volgens hem de Russische inval op de Krim, waar de meerderheid van de bevolking uit etnische Russen bestaat, niets anders is dan een 'pure oorlogsmisdaad' waarover 'geen misverstand [kan] bestaan.'
De hypocrisie van Neerlands bekendste woordvoerder van het establishment is des te verwerpelijker aangezien Hoflands NRC/Handelsblad op 20 maart 2003, de dag van de illegale westerse inval in Irak, in een redactioneel commentaar een oproep deed de Amerikaanse 'pure oorlogsmisdaden' te steunen. Met grote stelligheid verklaarde de 'elite krant':
Nu de oorlog is begonnen, moeten president Bush en premier Blair worden gesteund. Die steun kan niet blijven steken in verbale vrijblijvendheid. Dat betekent dus politieke steun - en als het moet ook militaire.
Dat dit een oproep was tot het plegen van 'pure oorlogsmisdaden, daarover kan geen misverstand bestaan,' maar zodra het Westen dan wel Israel 'pure oorlogsmisdaden' pleegt zwijgt Hofland als het graf. Hij weet wanneer te spreken en wanneer te zwijgen. Zijn grenzen als opiniemaker zijn nauw omlijnt. En dus blijft hij dan muisstil, zelfs nadat de voormalige Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties, Boutros-Ghali, had verklaard dat 'This intervention is illegal,' waarbij hij tevens benadrukte dat 'Other countries may use this argument in the future to intervene on the basis of this precedent.' Op zijn beurt merkte de toenmalige Secretaris-Generaal van de VN, Kofi Anan, tegenover de BBC op dat
the US-led invasion of Iraq was an illegal act that contravened the UN charter. He said the decision to take action in Iraq should have been made by the Security Council, not unilaterally.
Opvallend is ook dat hoewel er tot dan toe geen schot was gelost op de Krim, Hofland toch zo stellig was met zijn uitspraak dat het hier om 'pure oorlogsmisdaden' ging, terwijl bij het westerse 'shock and awe'-geweld in Irak vele honderdduizenden slachtoffers zijn gevallen zonder dat Hofland hier met dezelfde kwalificaties aankomt. Het is één van die ontelbare voorbeelden van de leugenachtigheid van de westerse media-propaganda. Maar er doet zich nu een groot probleem voor, waarvan de opiniemakers zich steeds meer bewust worden, namelijk dat ze hun geloofwaardigheid bij hun publiek kwijt zijn. Dit blijkt ondermeer uit het feit dat 'De elite Poetin in de lompen van het monster [hult], maar de vox populi volgt niet,' zoals Trouw-columnist Ephimenco geschrokken in de eerste helft van maart 2014 ontdekte, en eender al de zo gerespecteerde nestor van de polder-journalistiek constateerde dat de
‘nieuwe media’ met de mening van de bloggers voor een groot deel van de publieke opinie toonaangevend geworden.
Hofland heeft gelijk, niet langer meer hebben de woordvoerders van de neoliberale macht het monopolie op de waarheidsbepaling en moet hij nu met ingehouden gram constateren dat
Zowel in West-Europa als in Amerika bij een zeer groot deel van het publiek de vaderlandslievende eerzucht en de strijdlust verloren [zijn] gegaan.
Het slinkende vertrouwen van de bevolking in haar eigen opiniemakers en politici creëert op dit moment een wezenlijk probleem voor de ware elite, de economische macht die dacht dat de val van de Muur het einde van de geschiedenis had ingeluid, maar nu ineens geconfronteerd wordt met iets dat veel gevaarlijker is dan het Sovjet-communisme ooit is geweest, namelijk de eigen kapitalistische bevolking, op wie al jaren bezuinigd wordt om de plutocraten nog rijker te kunnen maken. Om dit te verduidelijken citeer ik uit een legendarisch boek, The Martyrdom of Man (1872) van de Britse historicus en ontdekkingsreiziger Winwood Reade. In het laatste uitgebreide hoofdstuk Intellect schreef hij:
The progress of the human race is caused by the mental efforts which are made at first from necessity to preserve life, and secondly from the desire to obtain distinction. In a healthy nation each class presses into the class which lies above it; the blood flows upwards, and so the whole mass, by the united movements of its single atoms, rises in the scale. The progress of a nation is the sum-total of the progress of the individuals composing it. If certain parts of the body politic are stifled in their growth by means of artificial laws, it is evident that the growth of the whole will be arrested, for the growth of each part is dependent on the growth of all.
Zolang de mens het idee heeft dat er sprake is van sociale mobiliteit in de klassenmaatschappij accepteert hij zijn lot, maar zodra de zogeheten vooruitgang stagneert verloopt de rechtvaardiging van het systeem steeds moeizamer. En wanneer, zoals nu, zelfs de mening postvat dat de toekomst achteruitgang zal betekenen, zijn de dagen van het ancien régime geteld. In dat geval kan alleen een nieuwe mythe uitkomst bieden. Dan kunnen de opiniemakers van welk systeem ook praten als Brugman, maar hun beweringen zullen vergeefs blijken. Ze slagen er niet meer in het vertrouwen van hun publiek te winnen. Wanneer zelfs de mainstream-journalistiek door de feitelijke omstandigheden worden gedwongen te berichten dat in
een wereld die economisch steeds meer gepolariseerd is, velen hun kansen op banen zien [zullen] verminderen, terwijl hun salarissen worden afgeknepen,
kan het niet anders dan dat de rechtvaardiging van het systeem haar langste tijd heeft gehad, zeker wanneer daaraan wordt toegevoegd dat 'de mogelijkheden van mensen ongelijk [zullen] blijven,' hoe hard ze zich ook mogen inspannen in een poging hun positie te verbeteren. Wanneer Henk Hofland constateert dat 'Zowel in West-Europa als in Amerika bij een zeer groot deel van het publiek de vaderlandslievende eerzucht en de strijdlust verloren [zijn] gegaan,' zijn ook dit symptomen van een sterk toegenomen wantrouwen tegen de heerschappij van de elite. Dat is moeilijk te verklaren. De voltallige Nederlandse mainstream-pers die in 2011 de gewelddadige regime-change in Libië toejuichte, zwijgt nu over 'humanitair ingrijpen' en 'responsibility to protect' en heeft zichzelf daardoor verraden. De NAVO-bombardementen die de democratie zouden inluiden en de mensenrechten hoog op de agenda zouden plaatsen, hebben net als in Irak en Afghanistan alleen maar chaos en lees veroorzaakt. Daarmee heeft de 'vrije pers' haar laatste restje geloofwaardigheid verloren. Vooral ook nadat via internet een groot publiek vernam dat onder het nieuwe regime 'Vast cracks have appeared in Libya's southern borders: refugees and smuggled goods flood into the country — corruption is the order of the day at many checkpoints,' zoals het tijdschrift Leica Fotografie International in november 2013 liet weten. De Italiaanse journaliste Antonia Zennaro schreef dat
Since the beginning of the revolution in February 2011, the heart of the Sahara no longer [is] controlled by the Libyan state. Muammar al-Gaddafi's soldiers have long fled, with the new government — based 1400 km away in Tripoli — now preoccupied with the post-revolution chaos in the capital itself.
Eén van haar bronnen, een locale commandant van niet-Arabische militie, vertelt:
Officially Libya is now a free country. But in reality, it is ruled by countless militia groups, while the government remains powerless. It's best to be well prepared.
Deze door de 'vrije pers' doorgaans verzwegen informatie leidt niet tot meer realiteitszin onder de mainstream pers, maar opmerkelijk genoeg wel bij het grote publiek in het Westen. Die weet nu dat Nederlandse troepen de orde in Mali moeten gaan handhaven, omdat de strijdkrachten van Gaddafi dit niet meer doen. Terwijl op de bevolking wordt bezuinigd verdwijnen vele miljoenen naar het militair industrieel complex. Dat is niet meer te rechtvaardigen tegenover het publiek. Intussen zitten de opiniemakers dermate gevangen in hun propagandamodel dat ze regelmatig de wet van oorzaak en gevolg niet kunnen zien en beginnen te lijden aan een ernstig gebrek aan logica. Zo schreef Hofland in zijn column Het machteloze Westen:
Een indirect resultaat van de voortdurende crisis in het Midden-Oosten is dat in West-Europa een populistisch alarmisme wortel heeft geschoten. Het zaait angst, maar het heeft geen uitvoerbare oplossing.
Members of a Tripoli-based militia shot and killed at least 43 protesters and wounded more than 400 others during a peaceful demonstration calling for the group to leave the Libyan city.
Hoewel hij het niet met die woorden beschrijft, laat Hofland hier in weten dat in feite de uiterst gewelddadige interventie-politiek van 'het vredestichtende Westen,' in het Midden-Oosten de oorzaak is van van 'een populistisch alarmisme,' en dat alle westerlingen die zich tegen het westerse geweld keren omdat het in strijd met het internationaal recht is en honderdduizenden onschuldige burgers het leven kost een stelletje 'angst' zaaiende demagogen zijn zonder 'een uitvoerbare oplossing.' Impliciet stelt hij dat geweld een 'oplossing,' is en blijft, terwijl iedereen met een greintje gezond verstand inmiddels weet dat het enige dat het Westen achterlaat chaos en terreur is, terwijl het militair industrieel complex in samenwerking met de politieke macht een nieuw slachtoffer zoekt. Hofland is onderdeel van, wat zo treffend door Chomsky en Herman in hun studie Manufacturing Consent wordt getypeerd als, 'The Subservient Media,' die een consensus fabriceren over wat de officiële 'waarheid' is. En zoals de auteur Milan Kundera schreef is het daarbij
niet zo belangrijk dat in de verschillende organen van de media de verschillende politieke belangen tot uiting komen. Achter het uiterlijke verschil heerst een en dezelfde geest. Je hoeft de Amerikaanse en Europese opiniebladen maar door te kijken, van rechts zowel als links, van Time tot Der Spiegel: in al die bladen tref je dezelfde kijk op het leven aan, die zich in dezelfde volgorde waarin hun inhoudsopgave is opgebouwd weerspiegelt, in dezelfde rubrieken, dezelfde journalistieke aanpak, dezelfde woordkeus en stijl, in dezelfde artistieke voorkeuren en in dezelfde hiërarchie van wat ze belangrijk en onbeduidend achten.
Of zoals de beide eerder genoemde Amerikaanse geleerden poneren:
It is the societal purpose served by state education as conceived by James Mill in the early days of the establishment of this system: to 'train the minds of the people to a virtuous attachment to their government,' and to the arrangements of the social, economic, and political order more generally. It is the societal purpose of ‘protecting privilege from the threat of public understanding and participation.’
Dit proces verloopt via ‘brainwashing under freedom’ en de meest gehersenspoelden zijn logischerwijs degenen die het langst gestudeerd hebben en het minst in contact zijn met de werkelijkheid. Hun hoofd zit vol theoretische modellen die tezamen een ideologisch beeld van de mens en de wereld vormen. Belangrijk daarbij is te weten dat in het kapitalistische systeem
No central authority determines ‘the party line’ and dictates to the organs of public expression what can and cannot be said.
Intellectual conformity is not achieved through violence or the threat of violence, as in the Stalinist system of propaganda.
The Chomsky/Herman ‘Propaganda Model’ of the US mass media is a ‘guided free market’ model, in which thought is controlled by market forces operating in a highly unequal society.
Media institutions are themselves large profit-seeking corporations, ‘which are closely interlocked, and have important common interests, with other major corporations, banks and government.’
They are also dependent on advertising revenue from other businesses, who gain a ‘de facto licensing authority’ over the mass media.
Complementing these and other institutional factors at the ‘macro’ level is the process of education, selection, and co-option, by which individual reporters become attuned to the dominant ideology.
Recruitment to a mass media organization is predicated on the candidate possessing the ‘right’ attitudes.
For those few who, once recruited, display an unacceptable independence of mind, pressures are soon brought to bear to help them develop a politically correct set of ‘news values’.
Much the same is true in academia, Chomsky observes:
‘To put it in the simplest terms, a talented young journalist or a student aiming for a scholarly career can choose to play the game by the rules, with the prospect of advancement to a position of prestige and privilege and sometimes even a degree of power; or to choose an independent path, with the likelihood of a minor post as a police reporter or in a community college, exclusion from major journals, vilification and abuse, or driving a taxi cab.’
Given such choices, ‘the end result is not very surprising.’
Het conformisme van de 'vrije pers' is niet 'verrassend,' maar wel degelijk angstaanjagend. Het is de overlevingsstrategie van de kleinburger die normaliteit verwart met conformisme en in zijn angst om af te wijken zichzelf onderdrukt. De repressie is volledig geïnternaliseerd, zo goed zelfs dat het begrip zelfcensuur hier eigenlijk niet opgaat. Men is er zich niet eens bewust van. De mainstream-opiniemaker speelt niet de conformist, hij is hem. In zijn roman Il Conformisto (1947) beschreef de Italiaanse auteur Alberto Moravia zijn hoofdpersoon als een man die 'tot elke prijs' streefde 'naar normaliteit; een wil tot aanpassing aan een algemeen aanvaarde norm, een verlangen om gelijk te zijn aan alle anderen, omdat anders-zijn hetzelfde was als schuldig zijn.' Dat brandende verlangen veroorzaakte 'een zucht tot behagen die aan slaafsheid of aan koketterie grensde.' De dichter Hans Verhagen, die in 2009 de P.C. Hooft-prijs ontving, zei in dit verband tegenover de Zeeuwse literaire publicatie Ballustrada dat 'één van de aardige dingen' in de jaren zestig het feit was 'dat er een eerste poging werd gedaan tot verzet tegen de ziekte van de normalisering.' De poldermodel-mentaliteit van doe maar normaal dan doe je al gek genoeg, is de houding die van elk individu een doorsnee mens wil maken. 'In een klein dichtbevolkt land is de neiging tot overzichtelijk indelen... sterk aanwezig,' merkte Verhagen op om eraan toe te voegen dat 'als je protesteert' je dan onherroepelijk 'de kans' loopt 'een querulant te worden genoemd of een zijkertje, die graag wil opvallen. Dan pas je niet meer in de groep…'
Niets is zo erg voor een ambitieus mens in een klein land om gemarginaliseerd te zijn; het is voor hem erger dan de doodstraf aanzien hij wordt omringd door zwijgen en onzichtbaar is geworden. Als conformist heeft hij goddank een conformistisch publiek, dat de meerderheid vormt. De prijs die hij evenwel moet betalen is hoog. De intellectueel moet zich namelijk corrumperen door de stem te worden van een andere belang. In een poging zichzelf en zijn collega's toch nog een postuur te geven probeert hij zich groter voor te doen dan hij is. Hoewel hij absoluut niet gezien wil worden als 'querulant,' die zich 'verzet tegen de ziekte van de normalisering,' inherent aan de kapitalistische massamaatschappij, wil hij tegelijkertijd ook niet lijken op de conformistische kleinburger die 'tot elke prijs' streeft 'naar normaliteit,' en dus introduceerde Hofland een niet bestaande, nieuwe groep, te weten de 'politiek-literaire elite.' Maar ook dit is niet meer dan nauwelijks verhuld 'snobisme,' dat door de Amerikaanse essayist Joseph Epstein, zo scherp werd geformuleerd als 'the desire for what divides men and the inability to value what unites them.' Toen Hofland in mei 2011 de P.C. Hooftprijs ontving sprak hij de gedenkwaardige woorden dat het voor hem 'een onvergetelijke erkenning' was, dus een 'goedkeuring' van de gevestigde orde, een 'waardering' die voor hem 'onvergetelijk' is, en wel omdat 'Deze prijs hoort tot het beste [hoort] wat een Nederlandse schrijver kan bereiken.' Opmerkelijk was de vermelding van Henk Hofland dat hij zich in zijn loopbaan heeft laten inspireren door onder andere de Amerikaanse intellectueel Dwight Macdonald. Maar Macdonald's visie wijkt fundamenteel af van Hoflands burgerlijke opvattingen die volgens Huizinga zo kenmerkend zijn voor de Hollandse middenklasse. In tegenstelling tot Hofland zag Macdonald hoe het kapitalistisch systeem bewust een geëxploiteerde onderkaste schiep door middel van culturele deprivatie. Hij richtte zich tegen het mens- en wereldbeeld dat al dan niet met militair geweld door het neoliberalisme wordt geglobaliseerd, een economische systeem dat Hofland direct en indirect toejuicht. Louis Menand, hoogleraar Engelse en Amerikaanse Literatuur en Taal aan de Harvard University, stelde in de introductie van Macdonald's essaybundel Masscult and Midcult, in 2011 heruitgegeven:
What alarmed Macdonald was that in the case of what he called Midcult, everyone seemed to be fooled -- not only the readers but the writers, the editors, the publishers, and the reviewers. They had all become convinced of their won virtuous high-mindedness.
Dwight Macdonald bekritiseerde de kapitalistische uniformering van het bestaan, waardoor in
these more advanced times, the danger to High Culture is not so much from Masscult as from a peculiar hybrid bred from the latter’s unnatural intercourse with the former. A whole middle culture has come into existence and it threatens to absorb both its parents. This intermediate form -- let us call it Midcult -- has the essential qualities of Masscult -- the formula, the built-in reaction, the lack of any standard except popularity -- but it decently covers them with a cultural figleaf. In Masscult the trick is plain -- to tease the crowd by any means. But Midcult has it both ways: it pretends to respect the standards of High Culture while in fact it waters them down and vulgarizes them… It is its ambiguity that makes Midcult alarming. For it presents itself as part of High Culture.’
Het journalistieke werk van Hofland in zijn geheel is het 'vijgenblad' waarachter de 'Midcult' schuil gaat, maar dat desalniettemin de pretentie heeft van het hogere. Die middenklasse-cultuur
is not, as it might appear at first, a raising of the level of Masscult. It is rather a corruption of High Culture which has the enormous advantage over Masscult that while also in fact ‘totally subjected to the spectator,’ in Malraux phrase, it is able to pass itself off as the real thing.
En zo voedt Hofland zijn eigen snobisme en dat van zijn publiek. In dit opzicht speelt hij de rol van de poseur, en niet die van de literator. De wereld van de journalistiek is namelijk die van 'de moderne dwaasheid,' zoals Milan Kundera schreef, de wereld van de dagelijkse werkelijkheid gedreven door 'de gedachteloosheid van pasklare ideeën.' Voor dat gevaar waarschuwde Kundera toen hij in 1985 verklaarde:
als de Europese cultuur mij vandaag de dag bedreigd lijkt, als ze van buitenaf zowel als van binnenuit bedreigd wordt in het kostbaarste dat ze heeft, haar respect voor het individu, respect voor zijn oorspronkelijke denken en voor zijn recht op een onschendbaar privé-leven, dan meen ik dat deze kostbare essentie van het Europese individualisme als in een zilveren schrijn gebed ligt in de geschiedenis van de roman, in de wijsheid van de roman.
De massa-journalistiek kent geen respect voor het individu, haar doelgroep is de menigte. Om een zo groot mogelijke groep te behagen, brengt de journalistiek alles terug tot een hapklare eendimensionale werkelijkheid. De werkelijkheid van de roman daarentegen is die van de complexiteit en het raadselachtige. De roman is 'the imaginary paradise of individuals' and 'the territory where no one possesses the truth' but where 'everyone has the right to be understood.' Maar die 'waarheid' accepteert de opiniemaker niet. Als de mens niet doet wat Hoflands ideologie beveelt dan spreekt hij bestraffend van 'populistisch alarmisme,' dat de politiek van 'het vredestichtende Westen' belemmert. Tegelijkertijd verwijt hij internet 'het machtsgevoel van de ontevredenen' te hebben 'vergroot,' waardoor de gewone burgers 'de wereld in hun wrok [kunnen] laten delen.' Mede als gevolg daarvan is 'bij een zeer groot deel van het publiek de vaderlandslievende eerzucht en de strijdlust verloren gegaan.' Deze simplistische voorstelling van zaken typeert niet de taal en het denken van een subtiele literator, maar die van een platte propagandist. De mainstream-journalistiek is even ééndimensionaal als grof, terwijl de literatuur gelaagd en genuanceerd is. Over het verschil tussen de wereld van de journalist en die van de literator verklaarde de Nederlandse romanschrijver, wijlen, Frans Kellendonk:
Oppermachtig heerst het realisme in de meest alledaagse vorm van literatuur die we kennen: de journalistiek. Die geeft zich zonder voorbehoud uit voor naakte werkelijkheid. Het journalistieke wereldbeeld decreteert dat wat in Den Haag gebeurt belangrijker is dan wat gebeurt in Wijk bij Duurstede. Het decreteert dat twee doden een incident zijn en veertig doden een ramp, zodat de moordpartij in het Heizelstadion een ‘ramp’ werd, waarvoor vervolgens ‘oorzaken’ gevonden moesten worden; alleen wanneer de positivistische eigenwaan gekrenkt wordt, zoals toen onlangs een ruimteveer verongelukte, dan zijn voor een ramp zeven doden al genoeg. Dat wereldbeeld heeft duidelijke categorieën voor alle denkbare gebeurtenissen en die categorieën zijn weer gerangschikt in een krankjoreme, doch duidelijke hiërarchie. ‘De wereld in een halfuur!’ Niets is zo levend, of deze geestdodende vervreemdingsmachine weet het onverwijld op maat te snijden.
De commerciële massamedia passen in dit proces van 'regimenting the public mind' zoveel mogelijk succesformules toe, gebaseerd op marketing technieken, branding, packaging. Het beeld is daarbij belangrijker dan de inhoud. De Amerikaanse marketing-goeroe Edward Bernays formuleerde het zo:
The counsel on public relations not only knows what news value is, but knowing it, he is in a position to make news happen. He is a creator of events.
Op die manier is een virtuele wereld ontstaan van persconferenties, reclameblokken, babbel-programma's, roddel en achterklap over bekende mensen, infotainment, en talloze andere vormen van wat de befaamde Amerikaanse opiniemaker Walter Lippmann ‘pseudo-events’ noemde. Lippmann:
Without some form of censorship, propaganda in the strict sense of the word is impossible. In order to conduct a propaganda there must be some barrier between the public and the event. Access to the real environment must be limited, before anyone can create a pseudo-environment that he thinks is wise or desirable.
Vanachter zijn virtuele schaakbord schuift Hofland met zijn pionnetjes, torens, lopers etc., zonder er rekening mee te houden dat het in werkelijkheid om mensen van vlees en bloed gaat en dat zijn woorden als 'vaderlandse eergevoel' en 'strijdlust' levensgevaarlijke begrippen zijn in een nucleair tijdperk. Het is absurd dat na de meest bloedige eeuw in de geschiedenis 'de grootste' Nederlandse 'journalist' van de twintigste eeuw er nog steeds vanuit gaat dat de blanke man uit de christelijke cultuur het recht heeft de mensheid te dwingen de westerse belangen te dienen. De grove vanzelfsprekendheid waarmee de rijke elite en haar politici en haar woordvoerders menen boven morele en juridische wetten te zijn verheven, is weerzinwekkend en inmiddels ook nog eens contraproductief. Hoflands 'politiek-literaire elite' is in dit opzicht niets anders dan een bende gewetenloze propagandisten. Later meer.
Iraq Death Toll Reaches 500,000 Since Start of US-Led Invasion, New Study Says
22 March 14
early half a million people have died from war-related causes in Iraq since the US-led invasion in 2003, according to an academic study published in the United States on Tuesday.
That toll is far higher than the nearly 115,000 violent civilian deaths reported by the British-based group Iraq Body Count, which bases its tally on media reports, hospital and morgue records, and official and non-governmental accounts.
The latest estimate by university researchers in the United States, Canada and Baghdad in cooperation with the Iraqi Ministry of Health covers not only violent deaths but other avoidable deaths linked to the invasion, insurgencies and subsequent social breakdown.
It also differs from some previous counts by spanning a longer period of time and by using randomized surveys of households across Iraq to project a nationwide death toll from 2003 to mid 2011.
Violence caused most of the deaths, but about a third were indirectly linked to the war, and these deaths have been left out of previous counts, said lead author Amy Hagopian, a public health researcher at the University of Washington.
Those included situations when a pregnant woman encountered difficult labor but could not leave the house due to fighting, or when a person drank contaminated water, or when a patient could not get treated at a hospital because staff was overwhelmed with war casualties.
"These are all indirect deaths, and they are significant," Hagopian told AFP.
The aim of the study was to provide a truer picture of the suffering caused by war, and hopefully to make governments think twice about the harm that would come from an invasion, she said.
"I think it is important that people understand the consequences of launching wars on public health, on how people live. This country is forever changed."
The research team from the University of Washington, Johns Hopkins University, Simon Fraser University and Mustansiriya University conducted the work on a volunteer basis using pooled internal resources instead of seeking outside funds.
Their tally was compiled by asking adults living in 2,000 randomly selected households in 100 geographic clusters across Iraq if family members had died, when and why.
Researchers used the survey data, which was completed by 1,960 of those chosen, to calculate the death rate before the war and after. When multiplied by the whole population, they returned a number that represented "excess deaths."
Researchers estimated there were 405,000 excess Iraqi deaths attributable to the war through mid-2011.
They also attempted to account for deaths missed because families had fled the country, and estimated 55,805 total deaths, bringing the total to nearly 461,000.
About 70 percent of Iraq deaths from 2003-2011 were violent in nature, with most caused by gunshots, followed by car bombs and other explosions, said the study.
Coalition forces were blamed for 35 percent of violent deaths; militias were blamed for 32 percent. The rest were either unknown (21 percent), criminals (11 percent) or Iraqi forces (one percent).
Heart conditions were the most common cause of non-violent death from 2003-2011 -- indicating a key role of stress in war-related deaths -- followed by chronic illness and cancer.
In a perspective article accompanying the PLoS Medicine study, Salman Rawaf, director of the World Health Organization Collaborating Center at Imperial College London, said the latest research would likely be called into question, as have other estimates before it, with most "perceived as being politically motivated, deliberately either over-reporting or suppressing the number of deaths."
"This estimate carries substantial uncertainty, and undoubtedly the methodology and findings of this latest study will be controversial and debated," he wrote.
However, the attempt to quantify the catastrophe created by war is "valuable" in the context of understanding the health consequences of war, he said.
"Living in Iraq today is no longer about how many have died, but how future deaths should be prevented."
H.J.A. Hofland in 1979. Le poseur est la personne qui sert de modèle à l'artiste et, par extension dans un sens péjoratif, une personne fate et artificielle. La raison en est que le modèle de l'artiste finirait par croire être lui-même un artiste à force d'être scruté, exposé et admiré. Le poseur cherche à s'identifier à un modèle non pas parce qu'il a adopté ses valeurs mais pour l'apparence qu'elle procure : le prestige et un certain statut social. Le mot peut signifier, littéralement, 'quelqu'un qui prend des poses.' En substance, un poseur est une personne qui essaye d'être quelque chose qu'elle n'est pas, ce qui finit par la faire considérer comme 'fausse.'
Charge of the Right Brigade: Ukraine and the Dynamics of Capitalist Insurrection |
As tensions rose on the streets of the Russian-speaking eastern portion of Ukraine, the response of the new government in the capital on Sunday was not to send troops, but to send rich people.
The interim government, worried about Russian efforts to destabilize or seize regions in eastern Ukraine after effectively taking control of the Crimean peninsula in the south, is recruiting the country's wealthy businessmen, known as the oligarchs, to serve as governors of the eastern provinces.
The strategy, which Ukrainian news media are attributing to Yulia V. Tymoshenko, a former prime minister and party leader, is recognition that the oligarchs represent the country's industrial and business elite, and exercise great influence over thousands of workers in the east, which is largely ethnically Russian.
The office of President Oleksandr V. Turchynov announced on Sunday the appointments of two billionaires -- Sergei Taruta in Donetsk and Ihor Kolomoysky in Dnipropetrovsk -- and more were reportedly under consideration for positions in the eastern regions.
The ultra-wealthy industrialists wield such power in Ukraine that they form what amounts to a shadow government, with empires of steel and coal, telecoms and media, and armies of workers. Persuading some to serve as governors in the east was a small victory for the new government in Kiev. 1
Has there ever been a more pathetic postscript to a putative "revolution"? This act by Ukraine's new-old rulers encapsulates everything that's wrong with the phony "democracy promotion" advanced by American "regime changers," everything that's wrong with the recent history of the post-Soviet republics, and everything that was wrong with Soviet Stalinism. It's a sorry symptom of the sad state of politics and ideology in Ukraine, and in the whole wide neo-liberal world.
Lees verder:
1 opmerking:
UK heeft last van hetzelfde tuig als Hofland:
http://www.jonathan-cook.net/blog/2014-03-24/more-guardian-brainwashing-on-putin/
Groeten, Ben
Een reactie posten