America is today the leader of a world-wide anti-revolutionary movement
in the defense of vested interests. She now stands for what Rome stood for.
Rome consequently supported the rich against the poor in all foreign
communities that fell under her sway; and, since the poor, sofar, have always
and everywhere been far more numerous than the rich, Rome’s policy made for
inequality, for injustice, and for the least happiness of the greatest number.
Arnold
J. Toynbee. America and the World
Revolution and Other Lectures. 1962.
Deze
beschrijving van een van de grootste historici van de twintigste eeuw, de Britse
geleerde Arnold Toynbee, staat lijnrecht tegenover opvattingen van de
Nederlandse journalist Geert Mak. Wat drijft Geert Mak om tegen het eind van
zijn Reizen zonder John te
concluderen dat de VS
decennialang als ordebewaker en politieagent [fungeerde] – om maar te
zwijgen van alle hulp die het uitdeelde.
Ik
stel de vraag omdat deze conclusie de kern van zijn 576 pagina’s tellende bestseller
weerspiegelt. Daarom moet een serieuze lezer Mak’s eindoordeel op zijn
waarheidsgehalte toetsen. Vooral ook omdat Mak hieraan toevoegt:
En nog steeds zijn de Verenigde Staten het anker van het hele
Atlantische deel van de wereld in de ruimste zin van het woord.
Het
woord anker is hierbij tekenend aangezien het anker het christelijke symbool is van ‘hoop
en standvastigheid.’ Het anker voorkomt dat het schip op de rotsen
kapotslaat. Washington is ons anker. Dus ‘ordebewaker, politieagent, anker,’ en
dit ‘decennialang’
na de Tweede Wereldoorlog, want voorheen was de VS nog geen wereldmacht
die een ‘anker’ voor een groot deel van de wereld was. Omdat Mak
vandaag de dag wordt gepresenteerd als ‘Amerikadeskundige’ moeten zijn
kwalificaties worden geanalyseerd.
Was
de VS na 1945 ‘zeker in Europa,’ zoals Mak met stelligheid beweert, een ‘ordewaker
en politieagent’? In elk geval wel voor het christen-democratische
milieu waarin Mak als kind leerde dat de ‘nieuwe fabriekjes’ langs de Marshallweg ‘in de provinciestad waar ik opgroei’
gefinancierd werden door ‘Amerika!’ Maar omdat de wereld groter is dan de polder had
Mak ook op zijn minst Europa erbij moeten betrekken, het werelddeel waarover
hij notabene een 1223 pagina’s tellend boek heeft geschreven. Had Mak zich in dit
onderwerp verdiept dan zou hij hebben geweten dat de in 1947 opgerichte CIA vanaf het
allereerste begin een ‘Legacy of Ashes’ achterliet oftewel ‘Een Spoor van Vernieling,’ zoals de Nederlandse titel luidt van het
720 pagina’s tellende boek over ‘De Geschiedenis van de CIA,’ geschreven
door de New York Times-correspondent
Tim Weiner, in 1988 winnaar van de Pulitzer
Prize. Het gedocumenteerde onderzoek van Weiner toont een modern imperium
dat sprekend lijkt op het Romeinse Rijk, zoals dat werd beschreven door Joseph Schumpeter,
een van de meest invloedrijke economen van de twintigste eeuw. In zijn uit 1919
daterende studie The Sociology of
Imperialisms stelde deze geleerde vast dat
There was no corner of the known world where some interest was not alleged to be in danger or under
actual attack. If the interests were not Roman, they were those of Rome’s
allies; and if Rome had no allies, the allies would be invented. When it was
utterly impossible to contrive such an interest – why, then it was the national
honor that had been insulted. The fight was always invested with an aura of legality. Rome was always being attacked by evil-minded neighbors…
The whole world was pervaded by a host of enemies, it was manifestly Rome’s
duty to guard against their indubitably agressive designs… Even less than in
the cases that have already been discussed, can an attempt be made here to
comprehend these wars of conquest from the the point of view of concrete
objectives. Here there was neither a warrior nation in our sense, nor, in the
beginning, a military despotism or an aristocracy of specifically military
orientation. Thus there is but one way to an understanding: scrutiny of
domestic class interests, the question of who stood to gain.
In
het geval van de Verenigde Staten is dat het militair industrieel complex,
waarvan de macht door niemand meer wordt gecontroleerd. In zijn Nawoord schreef Tim Weiner in 2008 dat
In 2005 en 2006 het 109e Congres er niet in [slaagde] om een
wet aan te nemen aangaande de machtiging van inlichtingendiensten, een basiswet
waarin de manier geregeld wordt waarop de CIA en de andere zestien
inlichtingendiensten van het land hun geld besteden en hun zaken aanpakken. Het
was een ware ramp: in de dertig jaar sinds de inlichtingencommissies van het
Congres werden ingesteld waren ze nooit zo in gebreke gebleven. De commissies
moeten hun werk doen: ze moeten indringende vragen stellen, antwoorden eisen en
vervolgens verslag uitbrengen aan de burgerij. Tijdens een groot deel van de
afgelopen dertig jaar hebben ze deze plicht al behoorlijk verzaakt, maar sinds
11 september (2001, svh) grenst hun gedrag
aan misdadige nalatigheid.
En
toch beweert Geert Mak op pagina 463 van zijn Reizen zonder John dat niet alleen ‘de Amerikaanse diplomaten tot de
beste ter wereld horen’ en ‘de Verenigde Staten de hand [hebben gehad]
in talloze vredesonderhandelingen,’ maar dat het imperium tevens ‘beschikt
over voortreffelijke informatiesystemen,’ zonder ook maar één woord
gelezen te hebben van Weiner’s in het Nederlands vertaalde studie of andere
kritische werken, zoals die van de Amerikaanse historicus William
Blum. Mak’s stelligheid is verwerpelijk, vooral als we weten hoe duidelijk de Amerikaanse
beleidsbepalers zelf de economische en geopolitieke belangen hebben verwoord.
Zo schreef al in 1948 de gezaghebbende George Kennan, directeur van de Policy Planning Staff van het ministerie
van Buitenlandse Zaken en de man die ‘formulated the policy of
"containment," the basic United States strategy for fighting the cold
war (1947-1989) with the Soviet Union’:
Wij hebben ongeveer 50 procent
van de rijkdommen in de wereld, maar slechts 6,3 procent van haar bevolking… In
deze omstandigheden zullen we niet in staat zijn te voorkomen dat wij het
voorwerp worden van jaloezie en haat. Onze werkelijke taak in het komende
tijdperk is om een netwerk van betrekkingen op te bouwen die ons in staat stelt
deze positie van ongelijkheid te handhaven… Daartoe zullen we alle
sentimentaliteit en dagdromen opzij moeten zetten en dient onze aandacht overal
geconcentreerd te zijn op onze directe nationale doelstellingen… We moeten
ophouden te spreken over vage en… imaginaire doelstellingen als mensenrechten,
het verhogen van de levensstandaard, en democratisering. De dag is niet veraf
dat we in pure machtsconcepten moeten handelen. Hoe minder we daarbij gehinderd
worden door idealistische slogans, des te beter het is.
Deze
uitgangspunten zijn natuurlijk niet te rijmen met Mak’s kwalificaties van de VS
als ‘ordebewaker,
politieagent, anker.’ De werkelijke belangen van de VS verzwijgt hij in
zijn ‘Amerika’
reisboek dat acht maanden geleden verscheen, om vol bewondering te spreken van 'de legendarische' George Kennan ‘die de bittere
Europese realiteit onder ogen' zag. En wat betreft Kennan's woorden
dat
onze werkelijke taak in het
komende tijdperk is om een netwerk van betrekkingen op te bouwen die ons in
staat stelt deze positie van ongelijkheid te handhaven,
daarover beweert Mak, zonder
enig bewijs aan te voeren, dat 'Kennan zelf daarbij vooral aan
diplomatieke middelen,' dacht, alsof de Amerikaanse militaire bases alleen voor de show overal ter wereld gevestigd zijn. Maar in tegenstelling tot Mak was Kennan een realist, getuige
zijn woorden dat 'imaginaire doelstellingen als mensenrechten, het
verhogen van de levensstandaard, en democratisering' moesten worden
genegeerd, wilde de Amerikaanse gevestigde orde ‘ongeveer 50 procent van de rijkdommen in de
wereld’ in handen houden. Telkens weer zet Mak zijn publiek op het verkeerde
been, om ervoor te waken dat hijzelf zijn hoopvolle boodschap torpedeert. Bovendien
weet hij dat zijn lezerspubliek net als hij zelf een afschuw hebben van ‘doemdenkers’
zoals hij kritische Amerikanen noemt. De mainstream die voor grote boekoplages
zorgt moet niet voor het hoofd gestoten worden, maar juist worden behaagd, ook al
moet Mak daarvoor de werkelijkheid verzwijgen dan wel verdraaien. En dus
vertelt hij het grote publiek niet dat in 1947 de VS ‘supplied arms and
money to Corsican gangs to break up Communist strikes and murder party members
and strikers’ in Frankrijk ‘and used the threat of a cutoff of food aid
and other aid,’ zoals William Blum schreef in zijn boek Rogue State. De Amerikaanse politiek was erop gericht ‘to undermine Communist Party support and prestige. It worked.
A portion of the financing for
these covert operation came from the funds of the Marshall Plan, which also
helped finance the corruption of the Italian elections of 1948, and set up a
special covert operations agency which later melted into the CIA. These are a
few of the hidden sides of the Marshall Plan, which has long been held up to
the world as a shining example of America’s unselfish benevolence,’
zoals
we ook weer bij Mak aantreffen wanneer hij op pagina 532 van zijn ‘Amerika’
boek bewonderend schrijft: ‘om maar te zwijgen van alle hulp die het
uitdeelde,’ waarbij hij suggereert dat dit allemaal geheel belangeloos
ging. Dat de VS dit absoluut niet belangeloos deed was voor zowel de Britse als
de Franse politici overduidelijk. Zo verklaarde de Franse sociaal-democratische
premier Paul Ramadier:
A little of our independence is departing from us with each loan we
obtain.
aldus
deze voormalige verzetsman die zich vanwege zijn inzet voor de vervolgde joodse
burgers door Israel werd geeerd. Maar geen woord over dit economisch en
geopolitieke belang van Washington in Reizen zonder John,
en opmerkelijk genoeg, ook niet in zijn dubbeldikke In Europa. Mak verzwijgt tevens het feit dat ‘in 1947, the US forced the
Italian government to dismiss its communist and socialist cabinet members in
order to receive American economic aid.’ Afgezien van wat hij ‘soft
power’ zal noemen, de volgens hem
‘kracht om het debat naar zich
toe te trekken,’ is bekend dat
the CIA used every (dirty)
trick in the book and trained its big economic, political and psychological-warfare
guns on the Italian people, while covertly funding the Christen Democrat
candidates. And it worked. Again and again. This perversion of democracy was
done in the name of ‘saving democracy’ in Italy. American corporations also
contributed many millions of dollars to help keep the left from a share of
power,
aldus Blum, die over
Griekenland in de jaren 1947-1949 schreef:
The United States intervened in
a civil war, taking the side of the neo-fascists against the Greek left, who
had fought the Nazis courageously. The neo-fascists won and instituted a highly
brutal regime, for which the CIA created a suitably repressive internal
security agency. For the next 15 years, Greece was looked upon much as a piece
of real estate to be developed according to Washington’s needs.
Albanie was weer een ander voorbeeld van
Amerikaanse interventies in binnenlandse aangelegenheden van soevereine Europese staten.
Blum schreef over de periode ’49-’53:
By infiltrating émigré
guerillas into the country, the US and Britain tried to overthrow the communist
government and install a new one that would have been pro-Western, albeit
composed largely of monarchists and collaborators with Italian fascists and
Nazis. Hundreds of the émigrés lost their lives or were imprisoned.
Interessant in dit verband is te lezen hoe Geert Mak in zijn boek In Europa schreef
over de Amerikaanse interventie in Griekenland:
In Griekenland was het
communistische verzet van de EAM/ELAS minstens zo populair. Het had een
gematigd socialistisch programma, het was lokaal-patriottisch, en aan het eind
van de oorlog waren er zeker een half miljoen partizanen bij aangesloten, ook
veel niet-communisten. Winston Churchill had echter in 1944 met Stalin
duidelijke afspraken gemaakt: hun ‘naughty document’ bepaalde dat Griekenland
voor 90 procent westerse zou blijven. In oktober 1944 landde er een omvangrijke
Britse troepenmacht om het verzet – later consequent aangeduid als
‘bandietenbendes’ – te ontwapenen en een rechtse coaltitie regering overeind te
houden. Er volgde een wrede burgeroorlog waaraan pas een eind kwam toen de
Verenigde Staten de strijd van de Britten overnamen en Tito zijn grenzen sloot
voor de Moskou-gezinde guerilla’s. In November 1949 besloot het Centraal Comité
van de Griekse communistische partij, ‘na analyse van de toestand,’ om de
strijd te staken.
Dit is geschiedenis op zijn Maks. Tijdens een
onderonsje sleutelde de ongecontroleerde macht een herenakkoord in elkaar waar alle volkeren zich aan moesten houden, anders volgde er bloedbaden, waarbij in het geval van Griekenland naar schatting 160.000 burgers omkwamen. Er bestond immers, zoals Mak als rechtvaardiging aanvoert, een ‘naughty
document’ met ‘duidelijke afspraken,’ en de bevolking had
maar te gehoorzamen en mocht het ‘gematigd socialistische programma’ niet
verwezenlijken, nadat de ‘de VS de strijd… overnamen,’ om,
volgens Mak, als ‘ordebewaker’ de rauwe kapitalistische orde te
herstellen, die Griekenland in 2011 failliet achterliet. De orde dus van dezelfde machten die Mak op 29 april van dit jaar ‘het
grootkapitaal’ heeft genoemd en waarin, ik citeer opnieuw, ‘ik nooit zo [heb] geloofd, maar
nu wel, die ons totaal ontglipt en waar je niks tegen kunt doen! En dat vind ik
buitengewoon beklemmend.’ En wel omdat hij pas nu doorheeft dat de ‘democratie’ is
uitgehold door machten ‘die ons het burgerschap steeds meer ontnemen.’
Geert Mak heeft het hier dus over ‘het grootkapitaal,’ dat nog in zijn laatst verschenen boek, Reizen zonder John, geprezen werd
omdat het ‘decennialang als ordebewaker
en politieagent [fungeerde].’ Kort
samengevat kunnen we in elk geval constateren dat de VS tussen ‘45 en ’50 geen 'ordebewaker' was, maar een ordeverstoorder die de pogingen van Europese landen
om een eigen vorm van democratie op te bouwen saboteerde. Volgende keer
behandel ik de decennia na 1950 tot nu toe om te zien welke orde de ‘ordewaker’
accepteerde en welke niet, en hoeveel mensenlevens dit in de Derde Wereld heeft gekost. En aan de
hand van Toynbee’s constatering dat 'America is today the leader of
a world-wide anti-revolutionary movement in the defense of vested interests,’ zal ik proberen te bepalen hoever Mak is afgedreven van de
werkelijkheid.
1 opmerking:
Justitie weigert onderzoek te doen naar strafbaarheid Riwal
Een reactie posten