Een vraag: zouden de NRC-journalisten Robert van de Roer en Peter Vermaas de Nederlandse topdiplomaat Peter van Walsum hebben geportretteerd als 'het beste dat Nederland in huis heeft' en 'het visitekaartje in het buitenland' wanneer de toenmalige voorzitter van het sanctiecomite mede verantwoordelijk was geweest voor de dood van tenminste 500.000 Joodse kinderen onder de vijf jaar in Israel?
Het antwoord is: Ja. Zijn deze twee journalisten dan barbaren? Nee, ze staan niet stil bij hetgeen ze doen. Ze lijden aan gedachteloosheid en onverschilligheid.
Noam Chomsky verklaarde daarover tegenover de toenmalige Independent-journalist Andrew Marr: 'There's a filtering system that starts in kindergarten and goes all the way through and -- it doensn't work a hundred per cent, but it's pretty effective -- it selects for obedience and subordination.'
Marr: 'So, stroppy people (dwarsliggers) won't make it to positions of influence.'
Chomsky: 'There'll be "behaviour problems" or... if you read applications to a graduate school, you see that people will tell you "he doesn't get along too well with his colleagues" -- you know how to interpret those things.'
Marr: 'How can you know that I'm self-censoring? How can you know that journalists are...'
Chomsky: 'I don't say you're self-censoring - I'm sure you believe everything you're saying; but what I'm saying is, if you believed something different, you wouldn't be sitting where you're sitting.'
Chomsky slaat de spijker op de kop. De zelfcensuur waaraan veel van mijn collega's doen is in feite geen zelfcensuur, het komt voort uit een bepaalde ideologie, een bepaalde opvatting van hoe de wereld eruit moet zien. Ze geloven daadwerkelijk in aantoonbare nonsens.
Mijn VPRO-college Chris Kijne verwoordde het uiterst helder toen hij -- als het ware onbewust -- het volgende schreef:
had u tot voor kort gedacht dat een minister van Financien er mee weg zou komen wanneer hij tegen de Kamer zei: "Nee, natuurlijk heb ik u vorige week, toen ik op het punt stond de grootste ingreep in de economie te doen die een minister van financien ooit heeft gedaan, niet de waarheid verteld. En als ik volgende week een nog grotere ingreep ga doen, vertel ik het u weer niet.'' Is toch gebeurd. Gaat over democratie. En het vreemdste is: we vinden allemaal nog dat Bos gelijk heeft ook. Voor ons journalisten was het natuurlijk niet nieuw dat Wouter Bos ons niet altijd de waarheid vertelde. Wel is het nieuw dat ik op dit moment even niet meer weet of ik wel even hard als vroeger mijn best moet doen om hem die waarheid te laten vertellen. Of er inderdaad niet even een hoger belang is dan "de waarheid, niets dan de waarheid."
Het is een perfecte illustratie van hoe journalisten weten waar de grenzen van de consensus liggen, grenzen die niet overschreden dienen te worden wil men tenminste de eigen loopbaan niet bedreigd zien. Er is geen politicus die Chris Kijne hierop moest wijzen, instinctief wist hij dat er 'even een hoger belang is dan "de waarheid, niets dan de waarheid.''' En dus zwegen hij en zijn collega's. Dat geldt ook in het geval van Van de Roer en Vermaas toen ze Nederlands hoogste diplomaat portretteerden. Of zoals David Edwards en David Cromwell van Media Lens stellen in Newspeak in the 21st century: 'it is simply understood that Western leaders are to be portrayed as men and women of peace.' Een eerlijk portret van Peter van Walsum zat er van het begin af aan niet in. De Nederlandse topdiplomaat kon natuurlijk niet door twee Hollandse journalisten geconfronteerd worden met zijn medeplichtigheid aan een beleid dat volgens vooraanstaande VN-medewerkers zelf 'genocidaal' was. Dat kon niet om een aantal redenen, met voorop het feit dat uit een diep gevoeld chauvinisme Van Walsum gepresenteerd moest worden als 'het beste dat Nederland in huis heeft' en 'het visitekaartje in het buitenland.'
Dat is allemaal al erg genoeg, maar helemaal verwerpelijk is het feit dat dit soort journalisten de schijn probeert op te houden dat ze serieuze vakmensen zijn. Neem Robert van de Roer. Onder de kop: 'Doet de journalist nog aan solidariteit?' las ik dit: 'Robert van de Roer is diplomatiek redacteur van NRC Handelsblad. Hij schrijft over de VN en de NAVO. Voor hem is engagement (in de zin van politieke kleur) in het werk vreemd. Hij verkiest de professionele distantie en objectiviteit.'
Er is geen journalist meer ter wereld die in een serieuze discussie met het begrip 'objectiviteit' aan komt zetten, en wel om de simpele reden dat 'objectiviteit' domweg onmogelijk is. Alleen een robot kan objectief zijn. Alleen al de keuze voor een onderwerp onderstreept dat er geen sprake is van 'objectiviteit'. In de Angelsaksische wereld wordt het begrip doorgaans ook niet gebruikt, daar spreekt men van onafhankelijkheid of onpartijdigheid. Desondanks gebruikt Van de Roer 'objectiviteit' als een argument. 'Professionele distantie?' 'Objectiviteit?' 'Engagement in het werk is [hem] vreemd?' Hoe is het dan te verklaren dat hij met geen woord rept over de controversiele uitlatingen van Van Walsum? Is dat 'professionele distantie?' Ik als onafhankelijke journalist constateer dat dit nonsens is. Robert van de Roer is wel degelijk een activist die de belangen van de macht dient, en daarom feiten verzwijgt. Op die manier bedriegt hij zijn lezers. Dat wordt nog eens bewezen door zijn eigen opvattingen als deze: 'Robert van de Roer is van mening dat je als journalist kennis haalt uit verschillende bronnen. Je moet je als journalist breed informeren zodat je de voors en tegens tegen elkaar kunt afwegen. Je moet als het ware vermijden dat je "emotionele aandelen" bij een van de partijen in een onderwerp krijgt. Want dan ben je als journalist weg.'
En weg is Robert van de Roer. Niet alleen bedriegt deze NRC-journalist zijn lezers, hij bedriegt ook de buitenwereld zodra hij dit soort beweringen doet. Meer hierover later.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten