donderdag 11 oktober 2007

Martelen 80



Carter: VS martelen wél
ANP

WASHINGTON - De Verenigde Staten martelen terreurverdachten in strijd met het internationale recht. Dat heeft de voormalige Amerikaanse president Jimmy Carter woensdag gezegd in een vraaggesprek met nieuwszender CNN.
‘Ik denk het niet, ik weet het zeker’ zei Carter op de vraag of hij gelooft dat de Amerikaanse regering foltering toestaat. Volgens hem hebben de VS de Conventies van Genève (over de behandeling van krijgsgevangenen) buiten toepassing verklaard en hanteert de huidige president George Bush zijn eigen definitie van mensenrechten.
Bush ontkende vorige week dat de VS martelen. Hij zei dat in een reactie op een publicatie in The New York Times. De krant meldde dat een intern document van het Amerikaanse ministerie van Justitie toestaat dat terreurverdachten op gewelddadige en traumatiserende wijze worden ondervraagd. Het zou onder meer gaan over het simuleren van verdrinking en slaan op het hoofd.'

Lees verder: http://www.volkskrant.nl/buitenland/article469295.ece/Carter_VS_martelen_wel

En: http://edition.cnn.com/video/#/video/politics/2007/10/10/tsr.carter.int.cnn?iref=videosearch

VS martelen wel en Nederland steunt dit in Afghanistan, door verdachten over te leveren aan de Afghaanse autoriteiten, die onder controle van de VS staan.

2 opmerkingen:

Anoniem zei

In dit kader vind ik het verhaal hierna (http://archief.trouw.nl/artikel?text=koopzucht&SORT=date&ED=ola&SEC=%2A&SO=%2A&PRD=20y&fdoc=0) een interessante.

woensdag 10 oktober 2007

Koopzucht brengt democratie in gevaar

Sandra Kooke

De westerse mens is een narcistische consument, die als een kind achter zijn impulsieve wensen aanholt. Hij gaat zo op in kopen dat hij een slecht burger is geworden, zegt Benjamin Barber, voormalig adviseur van president Clinton, in zijn nieuwe boek. Het kabinet-Balkenende kan misschien de balans herstellen.

Grote woorden gebruikt Benjamin Barber in zijn boek ‘De infantiele consument – hoe de markt kinderen bederft, volwassenen klein houdt en burgers vertrapt’. De uitwassen van de vrijheid, de infantilisering van consumenten, de verloedering van het hoger onderwijs, en zo gaat het maar door. Maar onder die woorden schuilt een zinvolle boodschap.

Vroeger, stelt Barber, was het kapitalisme verbonden met deugden, die bijdroegen aan de samenleving: hard werken, soberheid, investeren en sparen, verantwoordelijkheid, burgerzin. Kortom, de protestantse moraal. De productie van goederen kwam tegemoet aan de behoeften van mensen.

Tegenwoordig is kapitalisme verbonden met egoïsme en dwangmatig kopen wat je helemaal niet nodig hebt. Omdat mensen in het westen alles wat ze nodig hebben – eten, kleding, een huis, koelkast, broodrooster, enzovoorts – reeds bezitten, praten producenten hen met reclame nieuwe behoeften aan: de iphone, een zwart jurkje, nog een tas, dat speciale merk koffie of bier. Mensen worden op hun kinderlijke behoeften aangesproken. Alles moet makkelijk, eenvoudig en snel: gewichtsverlies zonder inspanning, pianospelen met cijfertjes. De commercie is zo’n allesoverheersend fenomeen geworden, dat bijna niemand zich eraan kan onttrekken. Kinderen zijn de makkelijkste slachtoffers van dit systeem. Via de media wordt hen aangepraat wat cool is. Maar ook volwassenen worden meer en meer als kind of jongere behandeld. Zodat ook zij als een kind achter hun wensen aan rennen en een makkelijke prooi worden voor de commercie. Zie daar de infantiele consument.

De 68-jarige Barber – gekleed in chic pak, overhemd en das en voorzien van elegante haarlok en forse welvaartsbuik – lijkt niet meteen de aangewezen figuur om matigheid aan te prijzen. In de Verenigde Staten behoort de Democraat – voormalig adviseur van Bill Clinton, professor aan de universiteit van Maryland, specialist op het gebied van democratie en de burgermaatschappij – tot de linkervleugel van het politieke spectrum. Maar hij is wel een overtuigd aanhanger van het kapitalisme. En hij houdt best van shoppen, erkent hij. De ipod vindt hij bijvoorbeeld een handige uitvinding, die hij vaak gebruikt.

Maar wat hem tegenstaat, is dat de hele wereld lijkt te draaien om consumentisme. „Ik kom net uit Berlijn. Onderweg in de taxi en op het vliegveld zie ik overal reclame en word ik aangemoedigd om taxfree te winkelen. Zowel in Berlijn als in Amsterdam zie ik overal langs de weg reclameborden. Ik ben niet tegen reclame, maar wel als het overal is! Stel dat al die reclameborden geen producten aanprezen, maar ‘Jezus’ of ‘Boeddha’. Dan zouden we het een theocratie noemen en er schande van spreken. Als al die borden politiek getint waren, noemden we het totalitarisme. Nu spreken we van vrijheid, van de vrije markt!”

Het probleem van het kapitalisme is volgens Barber dat we al voorzien zijn van alles wat we nodig hebben. Barber: „In de negentiende eeuw kochten mensen rijst, boter, touw, buskruit enzovoorts. Daarna kwam er verschil tussen rijst en betere rijst. Maar sinds de twintigste eeuw is alle rijst de beste rijst. Nu koop je geen rijst, maar Uncle Ben’s. Dat is geen rijst, maar een gevoel: het gevoel van een vriendelijke grootvader, uncle Ben. Starbuck verkoopt geen koffie, maar een ambiance. Nike is niet zomaar een sportschoen, Nike zit in de moodbusiness. Zo zeggen ze het zelf. Ze praten ons een nieuwe behoefte aan.” Neem water uit een fles, zegt hij, wijzend op de Spa-flessen die tussen ons in staan. „Zelfs de allerarmsten kunnen dat gratis uit de kraan krijgen. Waarom zou je daar een fles van kopen?”

Vooral kinderen zijn gevoelig voor reclame. Hoe beschermt Barber zijn zestienjarige dochter daartegen? „Niet”, zegt hij. „Je kunt je kind er niet tegen beschermen. Want reclame is overal. Het gaat heel geniepig. Producenten hebben als doel om de ouders en andere oppassers uit te schakelen, zodat ze direct het kind bereiken. Ze praten in termen van: hoe bevrijden we het kind van zijn oppassers?”

„Als ouders kun je er weinig tegen beginnen, omdat de hele maatschappij ervan doortrokken is. In dit neoliberale tijdperk steunen regeringen de vrije markt. De overheid wordt zo klein mogelijk gehouden, er worden zoveel mogelijk diensten geprivatiseerd. Als burger staan we daardoor zwak, maar als consument sterk.”

Vrijheid is van oorsprong een positief begrip. Enkele eeuwen terug hield het een bevrijding in van tirannie of religieuze orthodoxie. Nu betekent vrijheid vooral ongebondenheid, schrijft Barber in zijn boek. Private belangen van individuen worden belangrijker geacht dan publieke. De betekenis van een sociaal contract ontgaat ons. Vrijheid is nu geen aantasting van tirannie, maar van de legitieme macht van de democratie. Echte vrijheid moeten wij eigenlijk opnieuw aanleren, concludeert hij.

De politicoloog staat bepaald niet alleen in zijn kritische analyse van de consumptiemaatschappij. Vele, vooral linkse, intellectuelen gingen hem voor. Ook in het huidige Nederlandse kabinet vindt Barber op sommige punten een medestander. Maar met zijn conclusie dat de nadruk op de individuele vrijheid van de consument de democratie in gevaar brengt, gaat Barber een flinke stap verder dan de meeste tegenstanders van de commercie.

Barber: „Reclame is niet alleen vervelend, het is ook gevaarlijk. Het verontrustende ervan is dat we in reclame zo jong mogelijk worden aangesproken. De ideale consument is een kind, makkelijk te manipuleren en het loopt achter zijn wensen aan. De ideale burger is een volwassene, die keuzes kan maken, die de gevolgen van zijn daden kan overzien. Als ik een Cadillac koop, draag ik bij aan onze afhankelijkheid van olie. Die brengt Amerika ertoe in het Midden-Oosten te gaan zitten en daardoor zijn we in een oorlog in Irak verwikkeld geraakt. Dergelijke verbanden ziet de infantiele consument niet. De markt is er dus opuit ons zo jong mogelijk te houden en dat ondermijnt het burgerschap en de democratie. En denk niet: Ach, dat is een Amerikaans probleem. In Europa hebben wij een sterker gevoel voor democratie. Europa loopt altijd tien jaar achter Amerika aan.”

In het verminderen van democratie en bijvoorbeeld het terugdringen van referenda, omdat de burgers te infantiel zijn om verstandig te stemmen, ziet Barber echter niets. „Tachtig procent stemt toch al niet. Je moet mensen juist aanspreken op hun verstand en aanmoedigen mee te doen.”

Barber vindt de huidige situatie in Nederland met een christen-democratische en sociaal-democratische coalitie, die de mensen aanspreekt op normen en waarden, bijzonder interessant. „Deze stromingen delen de opvatting dat de markt niet per se goed is. Het is spannend om te zien wat dit gaat opleveren. In de jaren vijftig en zestig verwachtten mensen alle heil van de verzorgingsstaat. Omdat dat niet werkte, volgde een periode van neoliberalisme. Dit kabinet kan misschien de balans herstellen.”

Toch ziet Barber, die nog even laat vallen dat hij Balkenende pas gesproken heeft, hier nog geen oplossing vandaan komen. Dat minister Plasterk van onderwijs in de Emancipatienota liet zetten dat vrouwen geen lustobjecten zijn, vindt hij zelfs onzinnig. „Preken helpt niet. Als mensen in tijdschriften steeds het omgekeerde zien, zeggen ze: ’Hij liegt’. De reclame ontkracht zijn woorden elke dag.”

Barber denkt dat de oplossing voor het geperverteerde kapitalisme moet komen uit de markt zelf. Producenten moeten weer op zoek naar producten die echt nodig zijn. Barber kent ze wel. „Tweederde van de wereld heeft geen schoon water. Waarom gaan bedrijven daar niet wat aan doen? Ik weet dat er een kleine Deense firma is, die kleine apparaatjes maakt, een soort strootjes, met filters erin. Die kosten minder dan drie dollar en zijn achttien maanden werkzaam. Iemand in de derde wereld kan er altijd schoon water mee krijgen. En de Deense firma verdient eraan.

„Er is ook een koelkast uitgevonden die op zonne-energie werkt. Daarin kunnen in tropische landen de vaccins tegen allerlei ziektes bewaard worden. Er wordt aan verdiend! Heus, westerse mensen kunnen voldoende bestemmingen vinden voor hun teveel aan geld.”

Benjamin R. Barber, ’De infantiele consument’, uitgeverij Ambo, ISBN 978 90 263 2069 9.

Copyright: Trouw

Benjamin Barber: „In deze neoliberale tijd staan we als consument sterk, maar als burger zwak.”

Ik weet alleen niet of het kabinet Balkenende in staat is de balans te herstellen. En over de protestantse moraal wil ik het niet eens hebben. Die is misschien om Trouw wel in Trouw gebracht. Maar het is een waanzinnige gedachte dat zolang wij maar kunnen blijven kopen en produceren, de rest en menselijke waarden ons onverschillig laat.

Anoniem zei

Zo nieuw is dat concept niet. Als zelfs iemand als marx al sprak van het Fetishism of Commodities...
Het spel is oud, alleen de spelregels zijn even zoek...