Aan het eind van deze serie past een korte tussentijdse balans van de zionistische terreur die sinds de eerste week van oktober 2023 nu zes maanden lang de Palestijnse burgerbevolking van de bezette Gaza Strook teistert. Wat hier allereerst opvalt is de uiterst gewelddadige en hysterische wijze waarop de met de NAVO gelieerde Israelische strijdkrachten publiekelijk te keer gaan en zich daarbij niets aantrekken van de publieke opinie van de wereldbevolking. Het toont ons dat de 6,4 miljoen Joden die in Israel wonen, zichzelf collectief hebben getraumatiseerd, door zichzelf alleen nog te kunnen zien via het gecultiveerde slachtofferschap, een uitermate griezelig fenomeen dat de zionisten stekeblind maakt voor de eigen verantwoordelijkheid. Dit tribale autisme leidt tot ‘afzondering en terughoudendheid, segregatie en apartheid,’ met alle psychologische en politieke gevolgen van dien. De zelfbenoemde ‘Joodse’ staat is hiervan een kenmerkend voorbeeld, zoals de nog immer voortdurende genocidale aanval van de Apartheidsstaat op Gaza wederom demonstreert. Deze ontwikkeling is daarom zo gevaarlijk omdat de spanningen tussen Azië en het Westen steeds verder oplopen nu de voormalige koloniale imperia in Europa en Noord-Amerika in macht blijven inboeten, terwijl de hegemonie van Azië — waar zeventig procent van de essentiële grondstoffen, markten en bevolkingscentra is geconcentreerd — in belang toeneemt, en desondanks de NAVO-woordvoerder van de VS in 2008 verklaarde dat ‘Wij Rusland tot aan de pijngrens [zullen] irriteren.’
De 47-jarige Italiaanse internationaal recht deskundige, Francesca Albanese, sinds 1 mei 2022 benoemd tot Speciaal Rapporteur van de Verenigde Naties voor de Bezette Palestijnse Gebieden, heeft na uitgebreid onderzoek het grootscheeps Israelisch geweld gedefinieerd als een ‘genocide’ tegen de Palestijnse burgerbevolking, een ernstig schending van het internationaal recht, vergelijkbaar met datgene wat de nazi’s in bezet Europa deden. Zij meldde daarover:
Na bijna zes maanden van niet aflatende Israëlische aanvallen op de bezette Gazastrook, is het mijn formele plicht om verslag uit te brengen over het meeste waartoe de mensheid in staat is en om mijn bevindingen te presenteren: zijnde ‘De anatomie van een genocide.’
Eén van mijn belangrijkste bevindingen is dat het uitvoerende en militaire leiderschap en de soldaten van Israël opzettelijk de regels van het internationaal humanitair recht – onderscheid, evenredigheid en voorzorg – hebben verdraaid in een poging genocidaal geweld tegen het Palestijnse volk te legitimeren. Door doelbewust de definities van 'menselijke schilden,' evacuatiebevelen, waarschuwingen, veilige zones, bijkomende schade en medische bescherming op te rekken, heeft Israël zijn beschermende functie als ‘humanitaire camouflage’ misbruikt, met als resultaat dat het gedragspatronen verbergt, waaruit redelijkerwijs de enige gevolgtrekking kan zijn dat het hier een staatsbeleid betreft van genocidaal geweld tegen Palestijnen.
In het licht hiervan ben ik van mening dat er redelijke gronden zijn om aan te nemen dat de drempel die aangeeft dat de misdaad van genocide tegen de Palestijnen als groep in Gaza is gepleegd, is bereikt. Concreet heeft Israël drie soorten genocidedaden gepleegd met de vereiste inhoud, waarbij ernstige lichamelijke of geestelijke schade is toegebracht aan de leden van de groep, waarbij opzettelijk levensomstandigheden zijn opgelegd aan de groep die bedoeld zijn om de fysieke vernietiging ervan geheel of gedeeltelijk te bewerkstelligen, en waarbij maatregelen worden opgelegd, bedoeld om geboorten binnen de groep te voorkomen.
De nadruk die Israël en Duitsland leggen op de eigenaardigheid en uniciteit van de Holocaust opent een kloof tussen de geschiedenis van antisemitisme en racisme in een zodanige mate dat deze twee vormen van politieke macht, gevoed door haat, tegen elkaar worden opgezet. In deze context is het inspirerend dat de Nama- en Ovaherero-groepen (besloten te reageren op de politieke sfeer van censuur en intimidatie die elke uiting van steun aan de Palestijnen begroet — iets wat ze ervoeren toen ze Berlijn in december 2023 bezochten.
Ter verduidelijking: ‘de Nama- en Ovaherero-groepen’ zijn de nakomelingen van twee volkeren uit Namibië. ‘Vanaf januari 1904 vielen de Herero nederzettingen van Duitse kolonisten aan, verjoegen de blanken en maakten koeien buit. In mei 1904 verzamelde een enorme legermacht van de Herero zich bij de plaats Okahandja. Een aantal Duitse kolonisten werd gedood en een groot aantal koeien buitgemaakt. De aldaar wonende blanken verschansten zich en zonden een noodkreet naar het Duitse garnizoen in Windhoek.’ Het grootscheepse koloniale geweld eindigde in de ‘Namibische Genocide,’ door de Verenigde Naties aangemerkt ‘als de eerste genocide van de 20e eeuw. Deze genocide heeft aan de meerderheid van de Herero- en de Namabevolking in de toenmalige kolonie Duits-Zuidwest-Afrika het leven gekost. Tussen 1904 en 1908 zijn circa 80.000 mensen omgekomen tijdens hevige gevechten en onder erbarmelijke omstandigheden in concentratiekampen.
Het ‘Vernichtungsbefehl was op te vatten als een bevel tot genocide.’ In opdracht van generaal ‘Von Trotha werden de resterende Herero over de grens met Bechuanaland gedreven. Om te voorkomen dat men zou terugkeren werden waterputten vergiftigd waardoor vele Herero van de dorst stierven in de Kalahariwoestijn. Afgevaardigden met vredesboodschappen werden door de Duitsers neergeschoten. 75% van de Hererobevolking overleefde de massaslachting uiteindelijk niet. Als reactie op het brute geweld van Von Trotha trad Leutwein af als gouverneur.’
In navolging van zijn bevel tegen de Herero vaardigde Von Trotha op 22 april 1905 in Berseba een bevel aan de Nama uit. In zijn bevel haalde hij de strijd tegen de Herero als voorbeeld aan:
De machtige Duitse keizer verleent genade en het leven aan de Hottentotten die zich vrijwillig aan ons overleveren. Echter, zij die aan het begin van de opstand blanken hebben vermoord en zij die anderen daartoe opdracht hebben gegeven, zullen – overeenkomstig de wet – dit met de dood moeten bekopen. Dit zeg ik u en verder waarschuw ik diegenen die zich niet overgeven dat zij hetzelfde lot zullen ondergaan als de Herero, die in hun overmoed dachten dat zij met succes oorlog konden voeren tegen de machtige Duitse keizer en het machtige Duitse volk. Ik vraag u: waar zijn de Herero vandaag, waar zijn hun kapiteins? Samuel Maharero, eens trots bezitter van duizenden koeien, is opgejaagd als een beest en bevindt zich over de grens in het Engelse gebied. Hij is zo arm als de armste veld-Herero en bezit niets meer. Met de andere kapiteins is het al niet veel beter gesteld, het merendeel heeft het leven verloren en hun volk is compleet verwoest – deels gestorven van honger en dorst in de woestijn, deels gedood door Duitse soldaten, deels vermoord door de Owambo (een bevolkingsgroep in Namibië en het zuiden van Angola.) De Hottentotten zullen hetzelfde lot ondergaan wanneer zij zich niet overgeven en hun wapens inleveren. Wanneer je met je stamgenoten en een witte vlag naar ons komt, zal je niets overkomen. Je krijgt werk en eten tot aan het einde van de oorlog of tot aan de machtige Duitse keizer nieuwe bepalingen voor dit land laat uitgaan. Degene die denkt dat hem geen genade zal worden verleend, zal het land moeten verlaten, want voor zolang hij op Duitse grond leeft, zal hij worden vervolgd en gedood – en dit beleid zal voortduren tot de laatste van al deze Hottentotten is gedood. Voor de volgende personen, dood of levend, heb ik de volgende beloningen vastgesteld: Hendrik Witbooi, 5000 mark; Skippers Stürmann, de 'Witbooi profeet' (bijgenaamd Shepperd Stuurman), 3000 mark; Cornelius, 3000 mark; voor de andere schuldige kapiteins elk 1000 mark.
Maar deze order om zich over te geven maakte geen indruk op Hendrik Witbooi en zijn bondgenoten. Hendrik Witbooi sneuvelde in de strijd bij Vaalgras op 29 oktober 1905. Zonder hun strateeg en leider werden de Nama verslagen. De overgebleven Witbooi Namasoldaten werden ontwapend en gedeporteerd naar de Duitse koloniën Kameroen en Togo waar velen omkwamen. De overigen werden bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog gerepatrieerd.
Concentratiekampen
Tijdens de Tweede Boerenoorlog in Zuid-Afrika dreven de Britten de Boerenbevolking bijeen in concentratiekampen. Naar dit voorbeeld richtten de Duitsers in Namibië kampen in voor de overgebleven Herero en Nama; mannen, vrouwen en kinderen. Een aantal concentratiekampen bevond zich op onherbergzame eilanden voor de Namibische kust bij Lüderitz en Swakopmund, waar de koude mist uit de oceaan de mensen kwelde.
De omstandigheden in de kampen waren zeer slecht en de meeste gevangenen overleefden de kampen niet. Vanwege ondervoeding en slechte hygiëne hadden infectieziektes als tuberculose en tyfus vrij spel. Ook kwamen veel Herero en Nama om bij dwangarbeid in de mijnen van Tsumeb of bij het aanleggen van de spoorwegen van Namibië.
Slachtoffers
Schattingen over het aantal slachtoffers van de Namibische Genocide variëren. Aan het einde van de 19e eeuw woonden er ongeveer 60.000 tot 80.000 Herero's. Van hen waren in 1908 nog zo'n 16.000 tot 18.000 in leven, van wie een groot deel in gedwongen ballingschap in Botswana verbleef. Van de circa 20.000 Nama's die in de zuidelijke helft van Namibië leefden, hebben naar schatting minder dan 10.000 mensen de genocide overleefd. Het is nog steeds onduidelijk wat het lot is geweest van de eveneens in centraal Namibië wonende Damarabevolking. Verder onderzoek, in 2005 door de Damara in Namibië aangekondigd, zou dit moeten uitwijzen.
Exploitatie van leed
Een verschijnsel uit deze oorlog zijn de weerzinwekkende ansichtkaarten met voorstellingen van executies van uitgemergelde gevangenen. Een kaart laat het ophangen van verscheidene zwarte mannen zien in het bijzijn van vrouwen en kinderen. Het feit dat deze kaarten vanuit Duits Zuidwest-Afrika naar Duitsland werden verstuurd, doet vermoeden dat het met het lijden van de Namibiërs niet zo nauw werd genomen.
Aan het begin van de 20e eeuw zijn er ook verschillende populaire autobiografieën en romans over de strijd tegen de Herero en de Nama verschenen. Zonder uitzondering beschrijven deze het leed van de Namibische mensen niet of nauwelijks. In sommige van deze publicaties is te lezen dat de Duitse Schutztruppe niet alleen gewapende Namibische krijgers doodde, maar ook ongewapende ouderen, vrouwen en kinderen. Eén van de meest gelezen Duitse boeken over dit onderwerp was het met kolonialistisch en racistisch gedachtegoed doorspekte Peter Moors Fahrt nach Südwest (1906) door Gustav Frenssen.
Schuld en boete.
Niet iedereen in Duitsland had de strijd tegen de oorspronkelijke bevolking van Namibië ondersteund. Op 17 maart 1904 hield de sociaaldemocraat August Bebel een opmerkelijke toespraak in het Duitse parlement. Hij veroordeelde de onderdrukkingsoorlog tegen de Herero. Hij eiste onmiddellijke beëindiging van de strijd en weigerde in te stemmen met verdere uitgaven voor voortzetting van de strijd. Bebel noemde het verzet van de Herero een 'gerechtigde bevrijdingsstrijd.'
Duitsland
Ondanks het vroege Duitse tegengeluid van August Bebel hebben de achtereenvolgende regeringen van Duitsland, ongeacht hun politieke kleur, consequent afgezien van het erkennen van schuld aan de eerste genocide van de 20e eeuw. De vrees voor een hoge schadeclaim heeft hierbij een grote rol gespeeld. In het Whitaker Report (1985) van de Verenigde Naties werd de massamoord op de Herero als genocide aangemerkt, maar excuses van Duitse zijde blijven uit. Tijdens zijn bezoek aan Namibië in 1998 ging bondspresident Roman Herzog niet in op de kwestie. Bondskanselier Gerhard Schröder vermeed het land op zijn reis naar buurland Zuid-Afrika begin 2004 al helemaal.
Pas in augustus 2004, tijdens de jaarlijkse herdenking van de Herero, verklaarde de Duitse minister van ontwikkelingssamenwerking Heidemarie Wieczorek-Zeul dat haar regering de genocide van 1904 betreurt. Tot echte verontschuldigingen kwam het echter ook toen nog niet. Niettemin zag Hereroleider Kuaima Riruako de verklaring wel als een stap op weg naar door zijn volk geëiste herstelbetalingen. Op 10 juli 2015 erkende Duitsland wel dat er sprake was van genocide.
Op uitnodiging van Herero-opperhoofd Alfons Maharero — zelf kleinzoon van Samuel Maharero, die in 1904 de opstand tegen de Duitse koloniale machthebbers leidde — arriveerde op 7 oktober 2007 een groep nazaten van generaal Von Trotha in Namibië om op persoonlijke titel uiting te geven aan hun "diepe schaamte" over en vergiffenis te vragen voor de door hun voorvader geïnstigeerde massamoord op de Herero.
Sinds 2015 lopen onderhandelingen tussen Duitsland en Namibië over een herstelregeling. Duitsland zou zijn excuses aanbieden, en ontwikkelingshulp verstrekken ter compensatie. Officiële excuses zijn er nog niet gekomen. In augustus 2020 verwierp de Namibische president de Duitse voorstellen.
De Duitstalige bevolking in Namibië
Het Duitstalige deel van de Namibische bevolking kende honderd jaar later gemengde gevoelens over de genocide van 1904. Een flink aantal Duitstaligen ontkent nog altijd fel dat er sprake was van genocide. Anderen zijn gematigder en zijn bereid om over deze periode te praten. In de hoofdstad Windhoek is een aantal monumenten die aan de oorlog herinneren, waarvan het Reiterdenkmal het bekendst is. Dit monument - een bekend landmark in de stad - is opgericht ter nagedachtenis aan de Duitse gevallenen in de strijd tegen de opstandige Herero en Hottentotten. Het aantal van circa 1750 omgekomen Duitsers die op het monument worden vermeld, staat in schril contrast met de circa 80.000 niet genoemde omgekomen Hereros.
Von Trotha, die met harde hand de Bokseropstand in China (1900-1901) had bestreden, werd naar Duits Zuidwest-Afrika gezonden om een snelle beslissing te forceren. Op 11 juni 1904 arriveerde Von Trotha in Swakopmund en nam het militaire gezag op zich.
Hoewel in de daarop volgende maanden de Schutztruppe onder leiding van gouverneur Leutwein het merendeel van de Duitse posten ontzette, werd generaal Lothar von Trotha door de Duitse regering boven Leutwein aangesteld. Von Trotha, die met harde hand de Bokseropstand in China (1900-1901) had bestreden, werd naar Duits Zuidwest-Afrika gezonden om een snelle beslissing te forceren. Op 11 juni 1904 arriveerde Von Trotha in Swakopmund en nam het militaire gezag op zich: de genocide kon in alle omvang beginnen. ‘Het is ook met bezorgdheid dat we aanvallen waarnemen op stemmen van activisten uit Palestina, het Mondiale Zuiden, de moslimwereld, maar ook op dissidente Joodse kunstenaars en wetenschappers die zich uitspreken tegen het [Israëlische] beleid. Wij steunen hen omdat we weten wat het betekent om de waarheid te spreken tegen repressieve machten, en wat de gevolgen zijn van dergelijke daden.’
12 April 2024
https://www.lrb.co.uk/the-paper/v46/n08/eyal-weizman/three-genocides
Dit mag dan wel opvallend zijn voor de buitenstaander, maar bij nadere beschouwing ontdekt de geïnteresseerde een onmiskenbaar patroon in de politieke machtsstrijd. Ter verduidelijking:
Genocide is de doelbewuste en systematische vernietiging, geheel of gedeeltelijk, van een etnische, raciale, religieuze of nationale groep. De term werd in 1944 bedacht door Raphael Lemkin. Het wordt in artikel 2 van het Verdrag inzake de voorkoming en bestraffing van genocide (CPPCG) van 1948 gedefinieerd als ‘elk van de volgende daden gepleegd met de bedoeling om, geheel of gedeeltelijk, een nationale, etnische, raciale, of religieuze groepering als zodanig: het doden van leden van de groep; het veroorzaken van ernstige lichamelijke of geestelijke schade aan de leden van de groep; het opzettelijk toebrengen van de levensomstandigheden van de groep, bedoeld om de fysieke vernietiging ervan geheel of gedeeltelijk teweeg te brengen; om geboorten binnen de groep te voorkomen [en] het onder dwang overbrengen van kinderen van de groep naar een andere groep.’
De preambule van de CPPCG stelt dat ‘genocide een misdaad is onder het internationaal recht, in strijd met de geest en doelstellingen van de Verenigde Naties en veroordeeld door de beschaafde wereld,’ en stelt ook dat ‘genocide in alle perioden van de geschiedenis grote verliezen heeft toegebracht over de mensheid.’
https://en.wikipedia.org/wiki/Genocides_in_history
Met andere woorden: ondanks de beweringen van de Duitse en Israelische autoriteiten is de Joodse Holocaust geenszins uniek, maar een millennia-oud fenomeen, waardoor de huidige genocidale aanval van de zelfbenoemde ‘Joodse’ staat Israel niet onverklaarbaar blijft. Ondanks het pathologische verlangen van het Joodse regime in ‘het beloofde land’ lijkt de genocidale handelwijze van Israel als twee druppels water op de terreur van het Duitse nazi-regime. Daarover tenslotte volgende keer meer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten