Die interpretatie voert echter veel te ver, vinden de sociologen Herman Vuijsje en Paul Schnabel. Afgaande op de eerste berichten leidde T. een eenzaam en weinig opbeurend leven. Maar zijn extreme daad laat zich toch moeilijk vergelijken met agressie op straat…
Socioloog en journalist Herman Vuijsje is bekend van boeken als Correct en Tot hier heeft de Heer ons geholpen, waarin hij de hedendaagse moraal aan een indringende studie onderwierp. ‘Normaal gesproken ben ik altijd bereid om iets kritisch te zeggen over onze cultuur, maar ik geloof niet dat je deze daad sociaal-cultureel kunt verklaren’, zegt hij. Mensen horen graag verklaringen, zegt hij net als Achterhuis, maar die zijn er niet altijd. ‘Door dingen te duiden, probeer je ze zin te geven. Als Karst een terrorist was geweest, dan was je je rot geschrokken, maar je had het ook kunnen verklaren. Vervolgens kun je bedenken wat je ertegen moet doen. Nu sta je met lege handen.’
http://www.volkskrant.nl/binnenland/article1192228.ece/De_zwarte_kant_van_de_mens
Met andere woorden: wij hebben hier te maken met een eenling, en dus staan we 'met lege handen'. Tenminste, als we afgaan op de woorden van twee sociologen. Sociologen? Inderdaad, wetenschappers die zich beperkt hebben tot de studie van collectief gedrag, dus geen psychologen, die zich in individueel gedrag hebben verdiept, het gedrag van een eenling, zoals Karst T. tot vervelens toe genoemd wordt. Maar sociologen weten net zoveel van het gedrag van een eenling als de meeste anderen. Sterker nog, ik ken Herman Vuijsje al vele jaren, en weet uit gesprekken met hem dat hij een redelijk inzicht heeft in maatschappelijke verschijnselen, maar volstrekt geen deskundige is op het gebied van individueel gedrag.Men moet daarvoor in feite ook geen wetenschappers raadplegen, maar literatoren. Als u de ziel van een individu wilt leren kennen, dan moet u literatuur lezen. Politiek en wetenschap zijn niet in staat de complexiteit van de ziel te doorgronden. Als u meer over de ondergang van een individu wilt begrijpen, leest u dan bijvoorbeeld het meesterwerk Under the Vulcano van Malcolm Lowry of Madame Bovary van Flaubert, of een hedendaagse schrijver als Alan Bennet. Dus als onze sociologen geen motieven kunnen vinden, zegt dit absoluut niets.
Vooropgesteld dit: ik kende de dader niet, maar ik ken wel het type mens dat dit soort dingen doet. Laten we beginnen met het analyseren van de daad, de moordpartij zelf. De moordenaar had er geen enkele moeite mee om zijn medemens te vernietigen dan wel zwaar te verwonden. Wat dat betreft verschilt Karst T. in niets van de eerste de beste piloot die zijn bommen laat vallen op burgers die 10.000 meter beneden onzichtbaar voor hem zijn. We weten eigenlijk niets over de motieven van de piloot die namens ons burgers doodt. Het enige dat we van hem weten is dat hij bereid is om wie dan ook te doden. Motieven zijn ook niet van doorslaggevend belang. Toen de rechter in Jeruzalem op zoek naar een motief aan Adolf Eichmann vroeg of hij Mein Kampf had gelezen, werd duidelijk dat hij Hitler's werk slechts had doorgebladerd, 'angelesen'. Een ideologisch motief speelt dus geen doorslaggevende rol om grote groepen mensen te vermoorden. Sommigen doen het in opdracht, zoals de piloot en de SS-er, anderen vanuit frustratie, zoals het geval van Karst T. De moderne tijd kweekt dit soort massamoordenaars. En dat komt niet alleen doordat de technologie dit mogelijk maakt, maar omdat in een consumptiemaatschappij, waarbij het ieder voor zich is en God voor ons allen, mensen vervreemd van elkaar raken en dit mensentype nu eenmaal onvermijdelijk ontstaat. En omdat in zo'n competitiemaatschappij de ander altijd een concurrent is, is het moderne gevoel steeds meer vooral het gevoel slachtoffer te zijn van alles en iedereen. Hoeveel men ook heeft, het is nooit voldoende. Karst T. had ook de armen in de Derde Wereld kunnen gaan helpen om zo zijn bestaan inhoud te geven, zijn leegte te vullen, maar nee, zijn rancune was te groot, zijn haat en frustratie namen de overhand.
In 2002 schreef ik daarover dit:
Na de val van de Berlijnse Muur dacht een aanzienlijk deel van de elite echt dat 'het einde van de geschiedenis' was aangebroken, dat de kapitalistische democratie het definitieve antwoord was op de condition humaine, het absolute eindpunt van de menselijke evolutie. Voor de werkelijkheid van alledag was in deze geloofsovertuiging geen plaats, voor de psychologische consequenties ervan had men geen oog. Ze waren blind voor het feit dat de burger had plaatsgemaakt voor de consument, die verontwaardigd protesteert wanneer hij z'n zin niet krijgt. Maar niet iedereen geloofde in een ophanden zijnde wereldwijde heilstaat. Precies tien jaar geleden waarschuwde de juriste Heikelien Verrijn Stuart voor het gegeven dat: 'Slachtofferisten via erkenning of genoegdoening uit [zijn] op macht. Een macht die zij menen te hebben verdiend door een onschuld, die is geconstrueerd door hun slachtofferschap.' Ze bestreed vooral 'het excuus dat het slachtofferschap bood om zich niet verantwoordelijk te hoeven voelen.' Een paar jaar later wees de Duitse filosoof Peter Sloterdijk erop dat: 'Verantwoordelijkheid steeds lager [wordt] ingeschat, terwijl het slachtofferschap steeds hoger wordt gewaardeerd. Het is een ontwikkeling die buitengewoon gevaarlijk is voor onze samenleving. Deze slachtofferistische manier van denken is de belangrijkste vorm van ressentiment geworden… Het slachtofferisme, het verleidelijke gevoel slachtoffer te zijn, kan men overal om ons heen waarnemen, en is een extreem morele kracht geworden.' En de in asiel levende dichter Joseph Brodsky adviseerde in zijn laatste essaybundel 'On Grief and Reason': 'Probeer ten koste van alles te vermijden dat je jezelf de status van slachtoffer toestaat… probeer te onthouden dat menselijke waardigheid een absoluut begrip is… Bedenk tenminste, als dat andere je te hoogdravend in de oren klinkt, dat je door jezelf als slachtoffer te beschouwen alleen maar het vacuüm vergroot dat door gebrek aan persoonlijke verantwoordelijkheid ontstaat en dat demonen en demagogen zo graag opvullen.' Duidelijk is dat de slachtofferist er voetstoots van uitgaat dat hij (of zij) nooit zelf handelt, dus per definitie meent altijd onschuldig te zijn. Juist naar die onschuld is het slachtoffer op zoek. Het gevoel onschuldig te zijn vormt de kern van zijn identiteit. Vandaar dat hij niet anders kan dan zich fanatiek vastklampen aan zijn slachtofferrol. Schuldig is altijd de ander. Hij kent geen relativering, geen nuance, geen scepsis, geen ironie, geen satire. Hij kent alleen zijn eigen alles overstemmende weeklacht. Als een wereldvreemd kind weigert de slachtofferist de onvermijdelijke schaduwkant van het moderne bestaan te accepteren: de vervreemding, het isolement, de eenzaamheid, de anonimiteit, de melancholie en de talloze negatieve manifestaties die onlosmakelijk daaraan verbonden zijn, met de angst voor de misdaad als fixatiepunt. Hij is te vol van zichzelf en bezit te weinig verbeeldingskracht om een innerlijk proces op gang te brengen waarover Albert Camus schreef: 'De eerste stap van een geest die vervuld is van vervreemding is het besef dat hij dat gevoel van vervreemding deelt met alle mensen en dat de mensheid als geheel lijdt onder deze distantie ten opzichte van zichzelf en de wereld,' hetgeen bij een betrokken individu leidt tot een 'solidariteit van de ketenen' die ieder mens aan de ander bindt. De slachtoffferist evenwel is alleen solidair met zichzelf. In een razendsnel veranderende wereld en temidden van de multiculturele verwarring zoekt hij een houvast dat hij niet kan vinden in zijn rol van consument. Die vult de existentiële leegte niet; hoeveel hij ook verteert, de honger blijft. In de week voor Fortuyns dood schreef Arnon Grunberg: 'Juist zij die ogenschijnlijk nauwelijks reden hebben zichzelf als slachtoffer te zien, hebben hun identiteit opgebouwd rond de cultus van het slachtofferschap, een cultus die de verongelijktheid legitimeert en het falen excuseert. Welke machteloos wil zich niet laten vertegenwoordigen door een andere machteloos? En daar is Mr. Fortuun, het ex-slachtoffer dat nu alle andere slachtoffers zal leiden naar de vruchtbare velden waarop hij al enige tijd graast.'
Uit de summiere informatie over Karst T. blijkt dat hij een slachtofferist was, de kleinburger vol ressentimenten zoals we die uit de geschiedenis kennen. Die een 'cause' had gevonden om zich te manifesteren, om gehoord te worden, om niet langer genegeeerd te blijven. En daar offerde hij de levens van anderen en van zichzelf voor op. Niet elke slachtofferist doet dit. De een gaat de politiek in, de ander wordt een power-feministe en de derde schiet vanuit zijn Apache helicopter een heel Afghaans dorp aan flarden omdat er mogelijk Talibaanstrijders zitten.
17 opmerkingen:
Treffende analyse.
Nog twee leestips over moordenaars: Camus [als je het toch over hem hebt], De vreemdeling en bovenal Dostojewski Misdaad en straf (Schuld en boete, al naar gelang de vertaling).
Niet voor niets klassieke boeken...
De klassiekste Karst T. is misschien wel Herostratus, die de Dianatempel van Ephese in brand stak om zijn naam onsterfelijk te maken ("herostratisch" mag de daad van Karst T. heten, hij die er niet tegen opzag zes anderen mee de dood in te slepen).
Opmerkelijk genoeg is het slachtofferisme de afgelopen zoveel jaren van zogenaamd links naar (uiterst-)rechts verschoven - Fortuyn was hier zelf de belichaming van. GroenLinks als tehuis voor zieken, zwakken en misselijken, homo's en lesba's, allochtonen en uitkeringsgerechtigden - en plotseling waren ze liberaal geworden. Naadloos schoof het verongelijktendom naar de vaandels van Fortuyn, Verdonk en Wilders.
Die skinheadkleding van Karst T. blijft intrigerend.
Lees ook Bukowski, Beckett, Céline, Sartre.
"Door dingen te duiden, probeer je ze zin te geven."
Niet mee eens. Door dingen te duiden worden de dingen werkelijkheid (on-abstract), te ordenen, grijpbaar, en zodoende controleerbaar, want dat is het doel. Zingeving is toch van een heel andere, meer spiritueler orde. Iets kan volkomen zinloos lijken, maar toch te duiden. Het predicaat 'zinloos' is in wezen al een duiding.
Zeggen we: hij was een zonderling, dan kunnen we hem plaatsen, indelen, ordenen, en positioneren ten opzichte van onszelf, of van onze groep. Of hij was een terrorist, idem. Dan kunnen we het beeld van Karst T. een plek in ons leven geven, en het fenomeen Karst T. bespreekbaar maken, o.a. in de publieke opinie. Dat is het werkveld van de sociologie. Zingeving hoort bij psychologie (en religie).
Ik ben het niet met je eens Stan, dat achter elke (al dan niet gesanctioneerde) moordenaar en macht ambiërende persoon een 'slachtofferist' schuilt, zoals je suggereert. Ik denk dat er ook een gedeelte is, zoniet de helft of meer, dat simpelweg bevrediging najaagt (drift) en daardoor genot (lust) schept in moord/macht. Een genot dat alsmaar weer bevredigd moet worden, omdat het (tijdelijk) een leegte vult. In de klassieke psychologie spreekt men overigens niet van leegte maar van gemis. En dat de handelingen (en perversies) die ontstaan uit dat gemis in wezen allemaal sublimeringen zijn. De politicus, die zijn gezin niet kan manipuleren/regeren, de power-feministe die zich als 'gewone' vrouw minderwaardig voelt, de Apache-piloot die zijn opdrachtgever wil behagen (infantilisme), bij gebrek aan bewondering thuis.
André, het slachtofferisme van links is nog steeds springlevend. Neem de SP, die zichzelf altijd afschildert als de David tegen de Goliath van van de politieke elite en de gevestigde orde - waartoe ze zelf ook behoren. Keer op keer lezen we over de laffe aanvallen van de hoge heren, de grote graaiers, tegen de hardwerkende Nederlander, met zijn zuurverdiende geld, etcetera.
sonja
het een sluit het ander niet uit. ik bedoel dit: het motief is doorgaans volkomen ondergeschikt, men moordt met en zonder een motief, en uiteindelijk is elk motief nonsens, of het nu een bevel is geweest of dat iemand zichzelf een bevel heeft gegeven. machtswellust, genot, is een centraal onderdeel van het streven van de moordenaar. het element van het slachtofferisme is de andere 'rechtvaardiging'. de slachtofferist bevredigt zijn/haar lusten, driften door het leven van de ander tot een hel te maken.
Waardoor de ander over de rooie gaat!
anzi
@Sonja,
De positie van de SP als linkse partij is altijd dubieus geweest - zie de brochure Gastarbeid en kapitaal...
En het kankeren en zichzelf als moordlustig slachtoffer positioneren is niet zo nieuw meer, lees ook Menno ter Braak...
Ah, ja, ik begrijp het, het slachtofferisme vormt het excuus.
Bovenste was voor Stan.
André, Gastarbeid en Kapitaal, vreselijk, en tot op de dag van vandaag zeggen SP'ers daar nog "trots" op te zijn. Goede link, bedankt. Mooie waarschuwing aan 'de intellectueelen' die denken dat ze partijen als de PVV kunen bestrijden met meesmuilen en negeren.
Ik probeer trouwens al een tijdje een uitspraak van de SP te krijgen of ze al dan niet bereid zijn tot een coalitie met de PVV. Ik krijg nergens en van niemand een antwoord.
Nee, het liefst hebben we waterschenkers en schoenenpoetsers voor 5 euro per uur, 40 uur per week. Waar christelijk en zakelijk management samengaan. Wie de dupe is, heeft pech. Had je maar moeten zorgen voor de juiste ouders en het juiste intellect, niet zeiken over slachtoffer zijn, niet kutten maar doorpakken.
anzi
Nou, Wilders als fanatieke pleitbezorger voor Israel, wat denk je, welke partijen zouden in datzelfde viswater zitten? Niet SP, Sonja!
anzi
In het kader van dit stuk wil ik jullie, overigens in het besef dat het (mocht dit het geval zijn) slachtofferschap van Karst Tates in geen verhouding staat tot wat het joodse volk in WOII overkwam, wijzen op het verhaal over de joods-oostenrijkse journalist Jean Améry van Colet van der Ven in Trouw van zaterdag.
Het gaat me met name erom dat hij de hopeloosheid van zijn missie beseft, maar hem tóch uitvoert: om zijn eigen waardigheid, omdat er toch een gelijk zit in zijn gevoel.
"Iedere ochtend bij het wakker worden roept het zien van dat nummer een angst in hem op die hem raakt tot op de bodem van zijn ziel. Het is in die tijd dat zijn wrokgevoelens manifester worden. Als hij ziet dat het naoorlogse Duitsland zich met grote voortvarendheid richt op de toekomst, en in zijn ogen het verleden te snel verwerkt, neemt de wrok definitief intrek in zijn geest.
(...)
Slachtoffers hebben de taak de wond open te houden zodat de daders de gruwelijke waarheid van hun daden onder ogen zien en erkennen.
(...)
Améry weet dat hij bezig is met een onhaalbare missie. Dat hij door de keuze voor wrok meer zichzelf dan de daders vastnagelt aan zijn vernielde verleden. Hij weet dat ressentiment het onmogelijke verlangt: terugkeer naar het voorbije en opheffing van het gebeurde. (...)Maar hij weet ook dat hij niet anders kan. Het is zijn opdracht als slachtoffer. Hij wil niet verwerken. Hij mag niet verwerken(...)
Améry keert terug naar de etymologische wortel van het begrip ressentiment, re-sentir, hervoelen. In zijn visie is wrok een gerechtvaardigde en natuurlijke rebellie van het slachtoffer, oog in oog met onrechtvaardigheid. Hij beschouwt wrok als dé emotionele bron van iedere authentieke moraal.
(...) Als enige manier om de waardigheid van het slachtoffer te herstellen en herhaling te voorkomen.
(...)
Eén keer verzet Améry zich. Hij deelt een vuistslag uit aan een kapo die hem zonder reden vol in het gezicht slaat. Het komt hem op een genadeloos pak rammel te staan. Het kan hem niet schelen, hij heeft zijn waardigheid gedeeltelijk heroverd. (...)
Uiteindelijk slaat Améry (moegestreden? vermoeid? omdat hij niet in zijn slachtoffer-zijn is erkend en niet in staat is om daaroverheen te stappen?) de hand aan zichzelf.
http://www.trouw.nl/opinie/letter-en-geest/article2746741.ece/WROK_.html?all=true
Ja, daar zit wat in, beste Trouwlezer. Zo zou je het ook kunnen doorberedeneren w.b. Gaza. Daar de Palestijnen vaak niet als slachtoffers worden erkend, schieten zij regelmatig een raket af om toch nog hun waardigheid overeind te houden. Daar krijgen zij wel een slachtpartij voor terug, maar in hun waardigheid blijven zij al decennia lang onaangetast. Uiteindelijk geeft Amery het op, de Palestijnen gaan door, des te bewonderingswaardig.
anzi
Inderdaad Anzi, het gaat op voor veel conflicten, ook voor de Molukkers destijds (nu op tv). Ik heb me altijd verbaasd over de uitspraak dat iemand `niet klein te krijgen is´, omdat het vooral iets zegt over de mens die de ander klein wil krijgen. Rare insteek dus maar ook heel vermoeiend, want wat een gedoe. Beter is het elkaars gevoel te erkennen; wat is, dat is.
PFFFFFFFFFFFFF, en dat is geen kattepis!
anzi
Maar waarom gaat iedereen er van uit dat de man een aanslag op de koningin/koninklijke familie/bus wilde plegen? Omdat dat zo in de krant staat, of het OM dat zegt? Volgens een vriend van hem wilde hij aantonen dat de beveiliging niet deugde.
Mensen willen niet bedonderd worden, maar wel geloven.
Volgens mij is geloven en bedonderd worden hetzelfde!
anzi
Een reactie posten