Ik kreeg vanmiddag deze email van Ace:
'Stan, ik ben het met je eens dat NRC eenzijdig is wanneer ze suggereren dat de extreme temperaturen van de afgelopen periode niets te maken hebben met onze bemoeienissen met het milieu. Maar je kunt ook echt niet volhouden dat we bewijs hebben dat die relatie er wel is. In de tijd van Charles Dickens, anderhalve eeuw geleden, de tijd van A Christmas Carol, zaten we in de naweeën van de laatste ijstijd. Het is heel wel mogelijk dat we nu in een golf de andere kant op zitten. Dat is nu eenmaal wetenschappelijk erg moeilijk vast te stellen. We hebben simpelweg te weinig data om daar statistisch valide uitspraken over te doen, en het is verrotte lastig om experimenten te doen met het wereldwijde weersysteem. We moeten het hebben van hypotheses en modellen, en die zijn per definitie inadequaat. Nou denk ik dat er genoeg reden is om maar eens flink skeptisch naar onze eigen gedragingen te kijken, better safe than sorry, en when in doubt, don't, maar dat is pure voorzichtigheid, en geen zekerheid.
ace.'
Eerder al mailde Boudine Berkenbosch mij het volgende:
'Uw weblog lees ik nog steeds met genoegen en uiteraard met groeiende bezorgdheid omtrent de toestand in de wereld. U besteedt gelukkig ook veel aandacht aan het milieu.
Daarom wil ik u graag wijzen op het stuk dat onder de klip zit. Het gaat over de rol die CO2 zou spelen bij de huidige klimaatsopwarming. Uit recent wetenschappelijk onderzoek blijkt, dat het verband tussen CO2 en temperatuur wel bestaat, maar dat de relatie oorzaak-gevolg omgekeerd ligt. Een verhoogde concentratie CO2 volgt op een stijging van de temperatuur. De huidige opwarming van het klimaat moet dat ook voornamelijk worden toegeschreven aan de zonnecycli. Aan de voet van het stukje staat de referentie.'
Hier is het stuk dat Boudine Berkenbosch emailde:
'Het CO2 misverstand.
Op 7 oktober 2004 werd in Toronto een conferentie gehouden. Een van de sprekers was dr. R. Tim Patterson, hoogleraar geografie aan de Carleton Universiteit in Ottawa, Canada. Het volgende is een samenvatting van zijn voordracht.
Professor Patterson is als paleo-klimatoloog gespecialiseerd in het klimaat tijdens het Quartair, de periode van 2 miljoen jaar geleden tot heden. Hij onderzoekt het sediment in de fjorden langs de westkust van Vancouver Island. Deze fjorden hebben een hoge drempel, waardoor de oceaan niet kan binnenstromen in de diepe bassins. Het water op de bodem van de fjorden bevat daarom vrijwel geen zuurstof, zodat er geen kleine beestjes rondscharrelen die het sediment verstoren. In de fjorden groeit 's zomers plankton, dat daarna afsterft en naar de bodem zinkt. In de winter regent het vaak, waardoor er sediment van het land in de fjord spoelt en ook dit zakt naar de bodem. Het sediment bestaat daardoor uit duidelijke laagjes.
Uiteraard is het weer niet alle jaren gelijk. In sommige jaren is er daarom meer plankton, terwijl er in andere jaren meer regen valt. De laagjes sediment die ieder jaar worden afgezet, vormen aldus een van de beste klimaatsregisters ter wereld. Deze sedimentlaagjes werden doorgelicht en gescand met computers, die allerlei patronen, trends en cycli kunnen herkennen.
Veel van die cycli bleken overeen te komen met de cycli van de zonnevlekken. De meest bekende zonnecyclus duurt gemiddeld 11 jaar. Eerst verschijnen er zonnevlekken rond de polen van de zon. Hun aantal neemt toe en ze verplaatsten zich dan in de richting van de evenaar van de zon. Dit gaat gepaard met een toename van zonnevlammen, tot de cyclus zijn hoogtepunt bereikt. Ten slotte slaat het magnetische veld van de zon om, de atmosfeer van de zon komt tot rust en de cyclus begint opnieuw. Maar er zijn nog andere zonnecycli, met langere perioden: de Gleissberg Cyclus duurt 75 tot 90 jaar, de Suess Cyclus duurt 200 tot 500 jaar en de Bond Cyclus duurt 1.100 jaar. Al deze cycli werden teruggevonden in het sediment, waarbij de kortere cycli kennelijk worden meegedragen op de rug van de langere cycli, zodat deze cycli elkaar kunnen versterken. Uit deze gegevens bleek duidelijk dat fluctuaties in de zonnestraling het klimaat beïnvloeden.
De bovenstaande grafiek (het lukt me helaas niet de grafiek af te drukken svh) toont het verband tussen de temperatuur op het Noord Amerikaanse continent (blauw), het aantal zonnevlekken (rood) en de concentratie van CO2 in de atmosfeer (groen). De relatie tussen temperatuur en zonnevlekken is duidelijk zichtbaar. Er zijn tegenwoordig honderden studies waaruit dat blijkt.
In deze grafiek is echter geen relatie zichtbaar tussen de concentratie CO2 en de temperatuur. Van 1910 tot 1940 steeg de temperatuur aanzienlijk, terwijl de uitstoot van CO2 pas na de 2e Wereldoorlog drastisch begon te stijgen. Maar vanaf dat moment daalde de temperatuur 30 jaar lang, om pas daarna weer te gaan stijgen. Waarom denken dan toch zoveel mensen dat CO2 de belangrijkste factor is die het klimaat beheerst?
Het grote probleem met die zonnevlekken was tot voor kort, dat elke cyclus slechts leidt tot een variatie in de stralingsenergie van 0,1% en dat is te weinig om de gemeten temperatuurvariatie van 0,6°C te verklaren. Maar er is nu een verband gevonden tussen de cyclus van zonnevlekken, de kosmische straling en het ontstaan van bewolking. Kosmische straling is eigenlijk geen straling, het zijn losse neutronen en elektronen die worden uitgestoten door super-nova's. Ze bestoken ons zonnestelsel en de aarde voortdurend. Het blijkt dat dit op aarde bijdraagt tot de vorming van laaghangende bewolking en als er meer wolken zijn, dan daalt de temperatuur, want wolken weerkaatsen het zonlicht.
De volgende grafiek laat het verband zien tussen de kosmische straling die de aarde bereikt (rood) en de laaghangende bewolking (blauw). De zonnestraling is daarin ondersteboven afgezet (groen), hetgeen blijkt uit de meest rechtse balk (let op de mintekens!).
De grafiek toont een duidelijk verband tussen de kosmische straling en de bewolking. Maar er blijkt ook een omgekeerd evenredig verband tussen de hoeveelheid zonnestraling en zowel de bewolking als de kosmische straling. Neemt de zonnestraling toe, dan neemt de kosmische straling af, hij wordt kennelijk door de zonnestraling weggedrukt. Het resultaat is, dat er minder wolken ontstaan. Neemt de zonnestraling af, dan kan meer kosmische straling de aarde bereiken en dat veroorzaakt meer bewolking! Tijdens iedere zonnecyclus varieert de bewolking met 1.7% en dat is voldoende om de temperatuurschommeling te verklaren. Samen met de grotere zonnecycli (die van Gleissberg, Seuss en Bond) kan dat ook leiden tot grote klimaatsverschillen.
Dit wil niet zeggen dat broeikasgassen geen rol spelen. Zonder broeikasgassen zou de aarde onleefbaar zijn, want het zou overal vriezen. Het meest krachtige broeikasgas is echter niet CO2, maar waterdamp. Zo maakte een krachtige El Niño in de winter van 1997-98 dat er meer waterdamp in de atmosfeer kwam, waardoor de temperatuur wereldwijd omhoog schoot, om weer te dalen toen die golfstroom tot rust was gekomen.
De concentratie CO2 is sinds de 19e eeuw met 30% toegenomen, dit voor het grootste deel ten gevolge van het gebruik van fossiele brandstoffen en van veranderingen in het gebruik van het land. Als we willen weten welke gevolgen dit heeft, dan kunnen we het beste kijken naar de geologische gegevens op de lange termijn. De onderstaande grafiek toont de hoeveelheid CO2 en de temperatuur op aarde tijdens de afgelopen 400.000 jaar. De concentratie CO2 (rode lijn) is afkomstig uit de prehistorische luchtbelletjes in een boorkern uit het ijs van Antarctica. De temperatuur (blauwe lijn) is de gemiddelde temperatuur op aarde.
Op het eerste gezicht lijkt er een duidelijk een verband te bestaan tussen CO2 en temperatuur. Toen de onderzoekers de gegevens nauwkeurig bekeken, zagen ze echter dat de temperatuurstijging voorafgaat aan de stijging van de CO2. In deze grafiek is dit reeds duidelijk zichtbaar voor de dalingen, vooral na de piek rond 125.000 jaar. De blauwe lijn stijgt en daalt steeds iets eerder dan de rode en het verschil blijkt bij hoge resolutie ongeveer 800 jaar te bedragen.
Dat een toename van CO2 zou leiden tot een warmer klimaat, klopt niet met deze feiten. De stijging van de temperatuur gaat aan de verhoogde concentratie CO2 vooraf! Dat de hedendaagse uitstoot van CO2 leidt tot de huidige mondiale opwarming is daarom uitgesloten. Dat een temperatuurstijging wordt gevolgd door een stijging van de concentratie CO2 in de atmosfeer, komt volgens Patterson door een verhoogde biologische activiteit als de temperatuur stijgt.
Naar mijn vermoeden ligt het echter ook aan het simpele feit dat alle gassen beter oplossen in een koude vloeistof, dan in een warme. Als de oceanen warmer worden, dan lost de CO2 er minder goed in op, waardoor er minder CO2 uit de atmosfeer verdwijnt. Dit geldt echter slechts als het gaat om het natuurlijke evenwicht. De huidige uitstoot van CO2 heeft in dat geval een heel ander gevolg, wat ook zeer bedreigend kan zijn. De natuur streef naar een evenwicht en de hoge concentratie CO2 in de atmosfeer verstoort dat evenwicht. Omdat de oceanen nu nog vrij koud zijn, neemt het water veel CO2 op. Dit gas reageert met het water, het wordt koolzuur H2CO3. Daardoor stijgt de zuurgraad van de oceanen.
Zuurstof lost vrijwel niet op in water met een neutrale zuurgraad en in zuur water lost het al helemaal niet op. Alleen als het water basis is, lost de zuurstof er goed in op. De oceanen zijn altijd een beetje basis geweest, maar als de zuurgraad stijgt, dan lost de zuurstof er minder goed in op. Waterplanten, zoals algen en wieren, ademen CO2 in en zuurstof uit. Zij onttrekken CO2 aan het water en brengen zuurstof in het water. Maar als dat gas niet langer goed oplost, dan stijgt het naar de oppervlakte en het ontsnapt in de atmosfeer. Op den duur heeft dat wellicht tot gevolg dat de vissen stikken. Vooral in de tropen zal dit effect het eerste zichtbaar worden! Want in een lauwe oceaan met een verhoogde zuurgraad lost zuurstof per definitie helemaal niet meer op.
Bou Berkenbosch
Bron: http://www.tcsdaily.com/article.aspx?id=010405M' (hier kunt u de grafieken bekijken. svh)
Vervolgens mailde ze het volgende: 'En die CO2 en het klimaat? De mondiale opwarming is waarschijnlijk een natuurverschijnsel. Als ik de klimatologen goed begrijp, dan wordt het over enige decennia weer kouder. We naderen een nieuwe ijstijd, dus het klimaat wordt onstabiel. Daarna zullen de ijskappen weer gaan groeien. Dat gaat al 800.000 jaar zo. Een interglaciaal duurde steeds ongeveer 10.000 jaar en het huidige interglaciaal begon 11.700 jaar geleden. Dat CO2 een broeikasgas zou zijn, is een achterhaalde hypothese. Dat wil volgens mij niet zeggen dat het probleem daarmee van de baan is, want CO2 is een zuurvormend oxide. Als de oceanen kouder worden, dan lost er meer CO2 in op, waardoor de zuurgraad van het zeewater stijgt. Zuurstof lost alleen maar op in water dat basis is. De oceanen gaan toch al dood aan alle vergif, maar in de tropen zijn nu inderdaad de vissen aan het verdwijnen. Ik ben bang dat de uitstoot van CO2 niet leidt tot een broeikaseffect, maar tot zuurstofloze oceanen.
Met vriendelijke groet,
Bou Berkenbosch'
Ik heb het gelezen en ik heb verschillende boeken gelezen van deskundigen op dit onderwerp. De overgrote meerderheid van de klimatologen in de wereld gaat er vanuit dat broeikasgassen leiden tot opwarming van de aarde en een klimaatverandering. Precies vijf jaar geleden interviewde ik voor de VPRO-Radio in Washington de Britse wetenschapper Bob Watson die twee maanden na het interview en na een intensieve campagne van ExxonMobil onder zware druk van de regering Bush als voorzitter van de Klimaatscommissie van de Verenigde Naties werd weggewerkt. Bob Watson stond bekend als iemand die waarschuwde voor een klimaatsverandering als gevolg van de almaar toenemende uitstoot van broeikasgassen. Zo waarschuwde hij me - jaren voor de ramp in New Orleans - dat onder andere het zuiden van de Verenigde Staten in toenemende mate door orkanen zou worden getroffen: ‘We verwachten een verandering van extreme weersverschijnselen… intensere cycloonactiviteit… hogere maximale windsnelheden en neerslag.'
Wat betreft het onderzoek van de IPCC, de klimaatcommissie van de VN verklaarde hij:
'De conclusie van de IPCC was dat er geen twijfel over bestaat dat het klimaat op aarde in de afgelopen honderd jaar is veranderd. De temperatuur is met ongeveer 0,6 graden Celsius gestegen. Er treden wereldwijd veranderingen op in het neerslagpatroon en de zeespiegel stijgt. Gletsjers trekken zich terug, de migratiepatronen van vogels veranderen. Veranderingen in de verplaatsing naar het noorden van insecten, planten en dieren, en een langer groeiseizoen in Europa. Het klimaat op aarde is absoluut aan het veranderen, en dat heeft gevolgen voor veel natuurlijke en biologische systemen op aarde. Tegelijkertijd zien we dat de concentratie van broeikasgassen in de atmosfeer, zoals kooldioxide, methaan en stikstofoxide, is toegenomen, zonder meer als gevolg van menselijke activiteit. De vraag is dus of de waargenomen veranderingen in het wereldklimaat het gevolg zijn van natuurverschijnselen, zoals veranderingen in zonnestraling of vulkanische activiteit, of van menselijke activiteit. Als we de afgelopen honderd jaar proberen na te bootsen in onze klimaatmodellen, kunnen we de waargenomen klimaatveranderingen niet uitsluitend aan de hand van zonnestraling en vulkanische activiteit verklaren. Maar als we het effect van menselijke activiteiten in onze modellen verwerken, oftewel de toename van de concentratie broeikasgassen, levert dat een redelijk betrouwbare nabootsing op van de geconstateerde veranderingen in de afgelopen honderd jaar. Op grond daarvan concludeert de IPCC dat de meeste van de waargenomen klimaatveranderingen in de afgelopen honderd jaar het gevolg zijn van menselijke activiteit. Dat is een keiharde uitspraak van de IPCC. We erkennen dat er wetenschappelijke onzekerheden blijven, maar we zijn ervan overtuigd dat de waargenomen klimaatverandering grotendeels door de mens wordt veroorzaakt. We geloven niet dat ze het gevolg zijn van normale fluctuaties, want dat blijkt uit geen enkel wetenschappelijk model. Bovendien hebben we niet alleen de klimaatgegevens van de afgelopen honderd jaar bestudeerd, maar ook die van de afgelopen duizend jaar, en van de afgelopen vierhonderdduizend jaar. De concentratie van kooldioxide in de atmosfeer is nu hoger dan ooit eerder in de afgelopen half miljoen jaar. En de temperatuur op aarde is hoger dan ooit tevoren in de afgelopen duizend jaar. Dat hebben we zeer zorgvuldig bestudeerd. Bovendien hebben we onderzocht welke gevolgen dat voor de toekomst kan hebben. We hebben gekeken welke veranderingen er waarschijnlijk zullen optreden in de bevolkingssamenstelling, economische groei, keuzes voor bepaalde technologieën en de manier waarop de wereld wordt bestuurd. Al die mogelijkheden hebben we bestudeerd. En in alle gevallen voorspellen we dat de concentratie van kooldioxide en enkele andere broeikasgassen in de atmosfeer verder zal toenemen. In het pre-industriële tijdperk bedroeg de concentratie van kooldioxide in de atmosfeer ongeveer 280 deeltjes per miljoen. Op dit moment is dat ongeveer 368 deeltjes per miljoen. In het jaar 2100 zal het volgens ons tussen de 540 en bijna 1000 deeltjes per miljoen liggen. Door de verbranding van fossiele brandstoffen, steenkool, aardolie en aardgas, en de toenemende ontbossing van het tropisch regenwoud, zal de concentratie van kooldioxide in de atmosfeer in de toekomst onvermijdelijk toenemen. Alle klimaatmodellen tonen zonder uitzondering aan dat de wereld nog verder zal opwarmen. We voorspellen een stijging van de temperatuur op aarde van tussen de 1,4 en 5,8 graden Celsius, waarbij het land sterker opwarmt dan de zeeën en gebieden op hogere breedtegraden sterker opwarmen dan de tropische zones. Op de hogere breedtegraden op het noordelijk en zuidelijk halfrond zal de regenval toenemen, en waarschijnlijk ook in de tropen. Maar in de subtropische gebieden op het noordelijk en zuidelijk halfrond zal de regenval waarschijnlijk afnemen. We verwachten een verdere stijging van de zeespiegel van tussen de acht en achtentachtig centimeter, en we verwachten een verandering van extreme weersverschijnselen. Meer hittegolven, meer tropische dagen, minder vorstdagen en minder koude dagen, maar intensere cycloonactiviteit, met hogere maximale windsnelheden en neerslag. We verwachten dat de meeste grote continentale gebieden droger worden in de zomer. Vrijwel ieder klimaatmodel voorspelt dus dat het klimaat in de toekomst nog verder zal veranderen.'
Inmiddels vijf jaar later worden de bevindingen en voorspellingen van de IPCC bevestigd en ondersteund door de Academies van Wetenschappen van alle vooraanstaande naties en is er wereldwijd de consensus ontstaan onder deskundigen dat als gevolg van de broeikasgassen er een klimaatverandering optreedt.
In zijn boek An Inconvenient Truth, dat ook in het Nederlands is verschenen, schrijft Al Gore: 'alongside the study of peer-reviewed scientific journal articles that showed 0% in disagreement with the consensus on global warming, another large study was conducted of all the articles on global warming during the previous 14 years in the four newspapers considered by the authors of the study to be the most influential in America: The New York Times, the Washington Post, the LA Times, and the Wall Street Journal... Astonishingly, they found that more than one-half gave equal weight to the consensus view on the one hand, and the scientifically discredited view that humans play no role in global warming on the other. The authors concluded that American news media had been falsely "giving the impression that the scientific community was embroiled in a rip-roaring debate on whether or not humans were controbuting to global warming..." The misconception that there is serious disagreement among scientists about global warming is actually an illusion that has been deliberately fostered by a relatively small but extremely well-funded cadre of special interests, including Exxon Mobil and a few other oil, coal, and utilities companies. These companies want to prevent any new policies that would interfere with their current business plans that rely on the massive unrestrained dumping of global warming pollution into the Earth's atmosphere every hour of every day,' aldus de voormalige Amerikaanse vice-president.
Gezien het feit dat er een consensus bestaat onder de betrokken klimatologen ga ik er vanuit dat er inderdaad een klimaatverandering gaande is. De stelling van Ace dat: 'je kunt ook echt niet volhouden dat we bewijs hebben dat die relatie er wel is' is zoals ik aangegeven heb volstrekt onjuist. Het is opmerkelijk dat deze aanname toch nog aanhangers heeft. De feiten zijn voor iedereen te checken, onder andere in de 73 stukjes die ik hierover heb afgedrukt. Of luister naar mijn interview met James Lovelock: http://www.stanvanhoucke.net/audioblog/pivot/entry.php?id=19#body
Geen opmerkingen:
Een reactie posten